ilijk,
MS
'Viewws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
No. 10217.
Donderdag 27 December 1906.
45sle Jaargang.
I
Tegen den Stroom.
n UILLETOX.
ft
IS
.Qoddank, CUriiae, dat ik wear by jo
s
n
v
GIHINIIE101 R1\T
HOOruo, ai icinuviu
_v_ __o_ geval of al is deze
buiten’’s lands gevestigd;
c. die door zyn vader, moeder of voogd
verlaten is, of die'ouderloos is of in wette-
hy gedurende de voorafgaande achttien maan-
•- het 2$h verblijf gebnnd“n h«pft
de meerderjarige niet-Nederlander, die
gedurende de voorafgaande achttien maanden
kA pki; z» a* ke’er.ien of d«s
in andere werelddeelen gehad heeft,
voor de toepassing
«Ier A gehou-
io den zin der
Wederom had mevrouw von Rabenhorst
een lange bespreking met Bruno von Glat-
beck gehad, waarvan *t resultaat alles be*
halve vertroostend of geruststellend was ge
weest. Zy had de zekerheid gekregen, dat
het landgoed Krieme letterlijk overladen was
met schulden, zoodat aan geen behoud zelfs
meer te denken viel. Ze had, gesteld dat
zy Krieme tot eiken prys had willen redden,
hare eigene bezittingen met hypotheken moe
ten bezwaren, waartoe zij natuurlijk met het
oog op de andere erfgenamen, die haar even
na stonden als Ludmilla het deed, niet te
bewegen was en wat ook, volgens Bruno’s
zienswijze, een onverantwoordelijke handel
wijze was geweest. Ludmilla had al veel
meer gekregen dan haar toekwam.
(Wordt vtrvolgd.)
65)
„Tot in ’t merg toe aangetast, zoo niet
bedorven!” dacht Bruno met een zwaren
zucht en hy martelde zyn hoofd by ’t over
wegen van de vraag, hoe met mogelijkheid
die schade zou te verhelpen zyn. In Keulen,
waar hy dringende zaken had af te doen,
Het hy Richard en Ludmilla aan hun lot
over en zoo reisden die twee den volgenden
dag zonder hem huiswaarts.
Onderweg kwam het weder tot heftige
scènes en Ludmilla weigerde beslist, haar
man naar Krieme te volgen. Al deed tante
Rabenhorst, die bij de aankomst van bun
trein aan ’t station was, ook al haar best
cm bemiddelend op te treden, Ludmilla bleef
by ’t eenmaal genomen besluit, liep naar ’t
rijtuig der barones, nam daarin plaats en
reed mede naar ’t landgoed van haar tante.
„Misschien, misschien is ’t zoo toch maar
het beste, myn arm kindzuchtte de be
droefde dame, toen zy na een stilzwijgenden
rit met haar nicht in huis kwam.
Teletoi n Mo, 82.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
I>o8t 1.70.
Afzonderlijke Nommers V IJ F CENTEN.
boven onder B gehouden hy, die meerder
jarig is in den zin van voormelde wet,
ART. 14.
De inschrijving geschiedt
lo. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
zinsuede lo.
zoo hij binnen het Ryk verblijf houdt en
zyn vader, moeder of voogd aldaar woon
plaats heeft, in de gemeente der woonplaats
van vader, moeder of voogd
zoo hy binnen het Ryk verblijf houdt en
zyn vader, moeder of voogd elders dan bin
nen het Ryk woonplaats heeft, in de ge
meente, waar hy verblijf houdt
zoo hy door zyn vader, moeder of voogd
verlaten is, ouderloos is of in wettelyken zin
geen vader of moeder heeft en het niet be
kend is dat hy een voogd heeft, in de ge
meente, waar hy verblijf houdt
zoo hy in bet Duitsche Ryk verblijf houdt,
in de gemeente Amsterdam
zoo hy in het Koningrijk Belgie verblijf
houdt, in de gemeente Rotterdam
2o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede 2o.
zoo zyn vader moeder of voogd woon
plaats heeft binnen het Ryk, in de gemeente
der woonplaats van vader, moeder of voogd;
is de woonplaats van vader, moeder of
voogd in het Duitsche Ryk, in de gemeente
Amsterdam
is zy in het Koningrijk Belgie, in de ge
meente Rotterdam
3o. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede 3o.
zoo hy woonplaats heelt binnen het Ryk,
in de gemeente zijner woonplaats -,
zoo hy woonplaats heeft in het Dnitsche
Ryk, in de gemeente Amsterdam
zoo hy woonplaats heeft in het Koningrijk
Belgie, in de gemeente Rotterdam
4o. A. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede 4o., indien bij minderjarig is
zoo hij verkeert in het geval, in de tweede
zinsnede van dat artikel onder Aa omsebre-
ven, in de gemeente, waar zyn vader, moeder
of voogd woonplaats heeft
zoo hy verkeert in het geval, in die zin
snede onder Ab omschreven, in de gemeente,
waar zyn voogd woonplaats heeft is de
woonplaats van dezen buiten ’s lands, dan
geschiedt de inschrijving in de gemeente,
waar*de minderjarige verblyf houdt;
zoo hy verkeert in een der gevallen, in
evenbedoelde zinsnede onder Ac ontschreven,
in de gemeente, waar hy verblijf houdt
B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede 4o., indien hij meerderjarig is
in de gemeente, waar hy woonplaats heeft.
De in de vorige zinsnede als plaats van
inschrijving aangewezen gemeente is die,
ben riep Bruno zyn vrouw omhelzend uit.
„Waar is Kunibert? Gezond geweest?”
„St stil hy slaapt! Naar my vraag
je in ’t geheel niet, of ik gezond ben geweest
en hoe ik het maak
„Maar, vrouwlief, dat behoef ik je niet
eens te vragenWie jou maar aanziet, is
dadelijk overtuigd, dat je frisch en beerlyk
gezond bent!”
„En gelukkig, Bram», nameloos gelukkig,”
voegde zy er licht blozend aan toe, waarop
hy haar omhelsde en aan het hart drukte.
Dien avond zaten man en vrouw vertrou
welyk bij den haard. In ’t sierlyke wiegje,
dat by hen stond, was af en toe eenige be
weging gelukkig sloegen de ouders het licht
blauw, wolkacbtig gaasgordjjn van ’t wiegje
open, oog en hart verkwikkend in ’t be
schouwen van den lieven, kleinen stam
houder.
„Of hy zich al over het meegebrachte moois
zou verhougen vroeg Bruno.
„Ik doe ’t voor hem. Hoe ryk heb je ons
bedacht!”
„Ik had graag wat meer gekocht en by
’t bepalen van myn keus een beetje verkwis-
tender willen zyn, doch die droevige dingen
daarginds maar neen, daarover zullen wij
’t morgen pas hebbenwe willen vandaag
door die treurige geschiedenis ons de blijd
schap van 't wederzien niet gaan vergallen
Telefoon Mo. 62
ADV ERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a <50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote - letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
INSCHRIJVING
VOOR DE
NATIONALE MILITIE.
Tweede Kennisgeving.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
GOUDA,
Gezien Art. 17 der Militiewet 1901
Brengen de navolgende bepalingen dier
Wet ter algemeene kennis
ART. 13.
Voor de militie wordt ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, die binnen het Ryk, in het Duitsche
Ryk of in het Koningrijk Belgie verblijf
houdt,
2o. ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, wiens vader, moeder of voogd binnen
het Ryk, in het Duitsche Ryk of in het
Koningrijk Belgie woonplaats heeft.
3o. ieder meerderjarig mannelijk Neder
lander, die binnen het Ryk, in het Duitsche
Ryk of in het Koningrijk Belgie woonplaats
heeft,
4o. ieder mannelijk ingezetene niet-Neder
lander, zoo hy op den In Januari van bet
19de levensjaar was ingetreden en niet ver
keert in een der by art. 15 omsebreven
gevallen.
Ingezetenen is, voor de toepassing van het
bepaalde hierboven onder 4a.
A. de binnen het Rijk verblyf houdende
minderjarige niet-Nederlander
a. wiens vader, moeder of voogd binnen
het Ryk woonplaats heeft en haar gedurende
de voorafgaande achttien maanden in het
Rijk of de koloniën of bezittingen des Ryks
in andere werelddeelen gehad heeft;
b. van wien ouders de langstlevende by
zyn of haar overlijden in het hierboven onder
a omschreven geval verkeerde, al verkeert
zyn voogd niet in dat geval of al is deze
knlinx lonHo movastirrd
o
die door zijn vader, moeder of voogd
«c. is, of die'ouderloos nf in wetta-
lyken zin geen vader of moeder heeft, indien
hy gedurende de voorafgaande achttien maan
den in het Ryk verblyf gehouden heeft
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die
binnen het Ryk woonplaats heeft en haar
gedurende de voorafgaande achttien maanden
in het Ryk of de koloniën of bezittingen des
Rykfe in andere werelddeelen —**-•*
Voor minderjarig wordt voor
van het bepaalde hierboven, ew
den hy, die minderjarig Vfs in
Nederlandscbe wet. Voor meerderjarig wordt
voor de toepassing van het bepaalde hier-
waar het verblijf of de woonplaats gevestigd
is of was op den In Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin de in te schrjjven
pergoon het 18e levensjaar volbracht, tenzy
het iemand geldt, wiens inschrijving te Am
sterdam of te Rotterdam moet geschieden
wegens verblyf of woonplaats onderschei
denlijk in hot Duitsche Ryk of in het
Koningrijk Belgie.
ART. 15.
Voor de militie wordt niet ingeschreven
lo. de ingezetene niet-Nederlander, die
bewyst te behooren tot een Staat, waar de
Nederlanders niet aan de verplichte krijgs
dienst Zyn onderworpen of waar ten aanzien
van den dienstplicht het beginsel van weder-
keerigheid is aangenomen
2o. hy, die bewijst in de koloniën of be
zittingen des Ryks in andere werelldeelen
verblyf te houden of woonplaats te Lebben,
i al heeft zyn vader, moeder, voogd of curator
woonplaats binnen het Ryk.
ART. 16.
Hy, die volgens art. 13 te worden inge
schreven, is verplicht zich daartoe bij Bur
gemeester en Wethouders der gemeente,
waar volgens art. 14 de beschrijving moet
geschieden, aan te geven tusschen den In
en den 31n Januari van het jaar, volgende
op dat, waarin hy het 18e levensjaar
volbracht.
B| ongesteldheid of afwezigheid van hem,
die Stich ter inschrijving mo$ aangeven,
alsmede in een der gevallen, hierna in de
vierde zinsnede omschreven, rust de ver
plichting tot liet doen der aangifte
indien bet een minderjarige betreft, op
zyn vader, moeder of voogd
indien het een meerderjarige betreft, die
onder curatele gesteld is, op zyn curator.
De verplichting van vader, moeder of voogd
geldt evenwel slechts zoo hy of zy binnen
het Ryk, in bet Duitsche Ryk of in het
Koningrijk Belgie woonplaats heeft.
Behoudens de uitzonderingen by de vol
gende zinsnede gemaakt, rust de zorg voor
het doen der aangifte uitsluitend op den in
te sebryven minderjarige:
indien zyn vader, moeder of voogd niet
binnen het Ryk, in het Duitsche Ryk of in
het Koningrijk Belgie woonplaats heeft
indien zyn vader of moeder of beiden de
ouderlijken macht missen
indien hy door zyn vader, moeder of
voogd verlaten isof
indien hy ouderloos is of in wettelyken
zin geen vader of moeder heeft en het niet
bekend is dat hy een voogd heeft.
H^j, die door de bestuurders, in art. 22
vermeld, ter inschrijving moet worden op
gegeven of die in dienst is by de zeemacht.
„Ja, vandaag willen we slechts gelukkig
zijn voegde Clarisse er by.
Bruno kuste haar bandhalf zittend, half
knielend ]ag hy aan hare voeten, bet haard
vuur flikkerde weder op, als op dien avond,
toen hy een zoete bekentenis van Clarisse’s
lippen mocht hooren.
Het stilzwijgen, dat in ’t gezellig boudoir
heerschte, had niets pynljjks, integendeel,
iets zeer vertrouwelijks. Een tijdlang hoorde
men niets dan ’t knappen van bet vuur en
het regelmatig getiktak van het aardige
klokje. Van tyd tot tyd pookte Bruno het
vuur wat op, voorzag den haard van
nieuwe brandstof en peinzend bleef dan Cla-
risse’s blik gevestigd op den gloed, waaruit
langzamerhand blauw- en roodgetinte vlam
men opstegen.
„Wil ik je eens wat zeggen, Brnno
vroeg zy zacht.
„Doe het, lieveling!”
„Je weet het al lang, maar ik ben het je
schuldig, ’took onder woorden te brengen.”
*„Jy my iets schuldig, kind Neen, ik ben
alles en alles jou verschuldigd.”
„Weet je nog wel dien Zondagmorgen te
Friedrichsbagen, toen wy uit de kerk kwa
men
„Clarisse 1”
„Weet je nog, wat we toen gesproken
hebben aan ’tstrand?”
de marine-reserve en het corps mariniers
hieronder begrepen, by het leger hier te
lande of by de koloniale troepen, is tot het
doen van de aangifte niet verplicht
Voor hem of haar, die tot bet doen der
aangifte verplicht is, kan de aangifte ge
schieden door een ander, daartoe schriftelyk
gemachtigd. De volmacht blyft onder Bur
gemeester en Wethouders berusten
De wyze, waarop van de gedane aangifte
moet blyken, wordt door ons bepaald.
ART. 18.
Voor de militie wordt ook ingeschreven
of wordt op nieuw ingeschreven
lo. ieder minderjarig mannelijk Nederlan
der, die na den In Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin hy het 18e levens
jaar volbracht, en voor het intreden van het
21e levensjaar zyn verblyf binnen het Ryk,
in het Duitsche Ryk of in bet Koningryk
Belgie gevestigd heeft
2o. ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, wiens vader, moeder of voogd na
den ln Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin de minderjarige het 18e levensjaar
volbracht, en voor het intreden van diens
21e levensjaar zijne of hare woonplaats
binnen het Rijk, in het Duitsche Ryk of in
het Koningrijk Belgie gevestigd heeft
3o. ieder mannelijk minderjarige, die na
den In Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin hy het 18e levensjaar volbracht,
en voor het intreden van het 21e levensjaar
Nederlander of op nieuw Nederlander is
geworden, zoo hy in een der hierboven onder
lo. omschreven gevallen verkeert, of wiens
vader, moeder of voogd verkeerd in een der
gevallen, hierboven onder 2o. omschreven
4o. ieder meerderjarig mannelijk Neder
lander, die na den ln Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin hy het 18e levens
jaar volbracht, en voor het intreden van het
21e levensjaar zyne woonplaats binnen het
Ryk, in het Duitsche Ryk of in het Koning
rijk Belgie gevestigd of er woonplaats ver
kregen heeft
5o. ieder mannelijk meerderjarige, die na
den ln Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin hjj het 18e levensjaar volbracht,
en voor het intreden van het 21e levensjaar
Nederlander of op nieuw Nederlander is
geworden, zoo hy ih een der hierboven onder
4o. omschreven gevallen verkeert
6o. ieder mannelijk niet Nederlander, die.
na den ln Januari van het jaar, volgende
op dat, waarin hy het ,18e levensjaar vol
bracht, en voor het intreden van het 21e
levensjaar ingezetene of è|p nieuw ingezetene
is geworden in den zin dier tweede zinsnede
van art. 13.
Hierbjj gelden de laatste zinsnede van dta
„Clarisse
„Destjjds hield ik slechts veel van je.”
„Clarisse
„Maar nu nu heb ik je lief I”
Was het toeval, was het iets uit de vreemde
wereld, die tusschen aarde en hemel ligt
De gouden reiger in ’t portiek tegenover
den baard, die waarschijnlijk reeds lang ge
leden was los geraakt, ’t zy doordewaïmte
in ’t vertrek, ’t zjj door andere oorzaken,
viel in ditzelfde moment op den grond, waar
het ding in stukken brak.