1 r No. 10222. 45ste Jaargang. Aüh/h’s- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, Donderdag 3 Januari 1007. Buitenlandse!) Overzicht FEUILLETON, KENNISGEVING. ZEEMILITIE. Tegen den Stroom. op feleioi n No, 89. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- Feestdagen. De prijs per drie maanden 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. GOiiisuii; ro i ih x r. Reuter seint nit Bremen dd. 31 Dec. De sneltrein van Hamburg naar Keulen kwam bij Ottersberg in botsing met een goederentrein. Van Let post- en treinpersoneel werden vier personen gedood, vyf zwaar en zes licht gewond. Tengevolge van den mist, liep de trein op 40 K.M. van Bremen op een rangoeren- den goederentrein. De locomotief en de ten. der werder geheel vernietigd, de ketel lag tusschen de railsde dan volgende post wagen bevatte vier millioen mark aan geld, dat bewaakt werd door veertien postambte naren. Deze wagen verbrandde geheel en daarin twee millioen mark aan papiergeld. Acht dooden werden gevonden, vermist zijn de machinist, de stoker en de 14 post ambtenaren. De goederenwagen was geheel aan splinters, de passagierswagens ontspoor den en liggen dwars over den spoorweg van de passagiers zyn velen zwaarder of lichter gewond, doch geen dooden. Het treinverkeer ondervond Zondagmiddig om zes uur nog drie uren vertraging. lijk standpunt, als ik ’t zoo eens noemen mag.” Richard zuchtte opnieuw. Zyn blik vluog naar Clarisse, wier koninklijke gestalte thans juist den boschweg insloeg. Mevrouw von Struendorff bemerkte dien blik. „Mijn arm kind, zoo jong, zoo mooi en zoo volkomen gerechtigd om nog het leven van de helderste zijde te zien en dan zoo diep ellendig reeds, zoo verlaten Richard knikte toestemmend en weemoedig. „Wil je wel gelooven, mijn vriend, dat mijn moederlijk hart soms om baar van angst ineen krimpt P En al mijn geneden om toch eenigszins het gewone maatschappelijke leven mede te leven, hebben bij Clarisse ook niet het geringste gevolg. Ik kan haar zelfs niet overhalen om een poosje bij mij op Bennewitz te komen. Ze schudt eenvoudig maar ’t hoofd als ik daarvan begin.” „De tijd zal ook die wonden heelen, me vrouw,” veronderstelde Richard. IDat is dan ook mijn eenige hoop in dat opzicht I Bij een karakter als dat van Clarisse kotn je zelfs met de verstandigste redenee- ring geen pas verder.” Ze waren nu allen het idyllische plekje genaderd in ’t park, dat de zoo plotseling ontzielde man slechts enkele minuten voor zijn dood zoo eigenaardig betiteld had als „Clarisse’s en Bruno’s heil”. Reuter seint uit Brussel dd. 31 December. Een ontzettende brand vernielde in een half uur tyds volkomen de groote mode magazijnen van Cohn en Donnay, in de Rue Neuve. Van het groote magazijn is slechts een puinhoop over. Verschillende naburige huizen geraakten in brand, doch de brandweer was in staat den brand te beperken. De materieele schade is aanzienlijk. 70) „Het is moeilijk, mevrouw, oneindig moei- lyker dan u wel denkt, om weer de achting der wereld te verkrijgen, als je die eenmaal verloren hebt.” „Ja, ja, dat kan ik gelooven,” zei de ba rones knikkend. „De wereld gelooft niet aan berouw, aan beterschap. Ze heeft eenmaal haar oordeel uitgesproken en daarmee is alles gezegd Wien ze, als zijn verdiende loon, eenmaal met voeten getreden heeft, blijft onder haar voet en geen macht op aarde is in staat, hem weder op de been te helpen.” Zijn stem was gedaald tot een fluistertoon en droevig staarden zijn oogen voor zich uit. „Als je je best maar doet. Richard, als je maar strijdt en worstelt, dan durf ik te voor spellen, dat het u niet zal ontbreken aan goede menschen, die uw ernstig streven er- kennen, die u de hand willen reiken om op den weg der beterschap, dien je hebt inge slagen, ook verder vooruit te komen.” Wederom reikte zü hem de rechterhand, die h|j thans aan de lippen bracht. De berichten uit Schotland over het spoor wegongeluk te Arbroath, 5 mylen van Dundee, doen zien, dat het ernstiger is niet alleen dan eerst werd gevreesd, maar dat het zoo mogelyk de ramp van de Tay-brug van 1879 nog overtreft. Negentien dooden en ruim 15 ge wonden (waaronder het Parlementslid A W. Black) zijn onder de puinhoopen weggehaald. Een moedige daad is daarbij verricht door den zoon van den machinist van den trein. Ter nauwernood aan het grootste gevaar ontsnapt, zag hij dat de machine van den „De behulpzame handf juist deze behulp zame hand, mevrouw, is ’t wat ik zoek Mag ik mijn verwachtingen zoo hoog stellen om aan te nemen, dat ik die reeds gevonden heb P” „Och, mijn vriend, wat zou je hebben aan die zwakke hand P Een geheel alleenstaande oude dame zooals ik, kan al bitter weinig voor u doen I” Richards blikken zochten die laatste woor den te logenstraffen. Zijn nog altijd zeer mooie oogen namen die innemende uitdruk king aan, welke reeds voor zoo menig vrou wenhart gevaarlijk was geweest. „Als u weder op Bennewitz woont, me vrouw, en u zou mij dan toestaan, bij u aan huis te komen, mij daar af en toe met dezen en genen in aanraking te brengen, dan zou ik zoodoende waarschijnlijk bij deze en gene lamilie weder ontvangen worden. Mag ik, die misschien wat al te (onbescheiden bede tot n richten, mevrouw?” „Hoe kun je ’t nog vragen, Richard? Ik zou een slecht mensch zijn, indien ik niet al mijn best deed, u in je goede voornemens te versterken. Je hebt in heel veel dingen zeer, zeer verkeerd gehandeld” Richard zuchtte in volle toestemming „maar ik voor mij heb heel die treurige zaak van ’t begin af een beetje anders beschouwd dan de meeste menschen, meer van een christe- Hoe was daar alles veranderd. Midden op de vriéndelijke weide verhief zich thans een statig gebouw, de muren er van waren opgetrokken en het dakgebint er boven geplaatst, met versche dennentakken en een paar kleine vlaggen versierd, wel een bewijs, dat de dekking eerst kortelings moest zyn geschied. Men was nu bezig het glas in de vensterramen te zetten De opziener, die met het bouwwerk was belast, stond met de jonge weduwe in ge sprek. Zy gaf hem verschillende, zeer nut tige wenken en had zulk een goed begrip van ’t geheel, alsof onder hare leiding reeds een tal van zulke gestichten waren gebouwd. Clarisse was ouder geworden, men kon ’t haar aanzien, doch ondanks dat scheen zij thans nog mooier te zijn, dan zy ’t in de gelukza ige dagen van haar kortstondig hu welijk Was geweest. Het groote leed bad die «dele trekken een wijding gegeven, waar door zij in zekeren zin aanbiddelijk schoon waren geworden, ’t Was alsof om die som bere weduwkap de aureool eener heilige zweefde. Richard was daarvoor geenszins blind. Ge heel onwillekeurig begonnen bijwijlen, als hij zijns broeders weduwe maar aanzag, zijn oogen te schitteren en stegen in zijn hart vlammen op, die hij vroeger reeds als uitgedoofd had beschouwd. (Wordt vervolgd BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOUDA, Gelet op art. 138 der Militiewet 1901 Maken bekend, dat de Lotelingen, die voor volledige oefeningen bij Militie te Land zouden moeten worden ingelyfd, een der beroepen uitoefenen, in de eerste zinsnede van art. 137 dier Wet bedoeld, en verlangen by de ZEEMILITIE te dienen, worden uit- genoodigd zich voor den Isten Februari aan staande op de Secretarie (bovenlocaliteit, afdeeling Militie) aan te melden of te doen opgeven. De in de eerste zinsnede van art. 137 der Wet bedoelde beroepen, die door den Heer Minister van Marine zyn aangewezen als ge acht te kunnen worden, hen die ze uitoefe nen, het meest geschikt te maken ter op leiding voor diensten by de Zeemilitie, zyn Zeevarenden. A. Stuurlieden, stuurmansleerlingen, matro zen en jongens op koopvaardijschepen van de groote en kleine vaart en op zéesleep- booten. Stuurlieden, schippers en ver dere opvarenden van loodsvaartuigen en tonnenleggers. Diepzeevisschers en Noordzeekustvisschers. Binnenschippers. B. Stuurlieden, schippers en schippersknechts van rynschepen, aken, tjalken en kleinere vaartuigen. Stuurlieden, matrozen, schip pers en schippersknechts van passagiers- en sleepbooten op binnenwateren. Zui- derzeevisschers. Visschers opZeeuwsche wateren en op de groote rivieren. Mossel- en oestervisschers. Schuiten voerders, vletterlieden en veerlieden. Smeden, Stokers, machi nisten en bankwerkers. C. Machinisten en machinistleerlingen op schepen en vaartuigen, by spoor- of tram wegen en op fabrieken en andere inrich tingen. Stokers als boven. Machine- dryvers. Smeden en smidbankwerkers. Machinebankwerkers en gewone bankwer kers (hieronder ook te verstaan rijwiel- j herstellers). WerktuigmakersKolen- tremmers. Metaalbewerkers (hieronder te verstaan koperslagers, ketelmakers,t vylenkappers en voorslagers). Electri- ciens. Overige ambachten. D. Scheepsbeschieters. Scheepstimmerlie den (scheepmakers). E. Koek- en banketbakkers of knechts. Koks en koksmaats, hetzy aan boord van Een zestal mogendheden heeft by de'Porte een verzoek ingediend om een dor bepa- Hogen van het Dardanellen-verdrag te her- Sedert 1897 bestaat voor buitenlandsche pakketbooten het verbod om by naqht de Dardanellen binnen te stoomen. Door de regeeringen van Oostenryk-Hongarye, Duitschland, Rusland, Engeland, Frankryk en Italië dezer dagen een gelijkluidende nota aan de Porte toegezonden, waarin zy tegen dat verbod opkomen en voor hunne pakketbooten vergunning vragen, by nacht de Dardanellen binnen te mogen stoomen. Sedert heeft ook de regeering van Roemenië zich daarby aangtsloten. De Sultan heeft den ministerraad opgedragen een rapport over de quaestie op te stellen. Maar in officieele Turksche kringen wyst men er op, dat de vergunning, die vóór 1897 aan Oostenrijk, Rusland, Frankryk en Italië was verleend om hunne pakketbooten by nacht de Dardanellen te doen passeeren, een gunst en geen recht was, en dat de Porte thans geen aanleiding hebben zal, om aan de zeven mogendheden opnieuw de ver- guhning daartoe te verleenen. Het schijnt dan ook, zegt de Neue Freie Presse, dat er niqt veel kans is op het inwilligen van het verzoek. Maar daarin schuilt juist het gevaar. Reeds geruimen tyd bestaan er plannen, om de geheele Dardanellen overeenkomst te herzien, die in het belang van Turkije werd opgesteld in een tyd toen Engeland, volgens de beeldspraak van Lord Salisbury „op het verkeerde paard had gewed”. En wanneer de Porte weigert een gemeenschappelijk verzoek van de groote mogendheden in te willigen is de kans groot, dat deze een conferentie zullen beleggen om uit eigen hoofde de Dardanellen-overeenkomst te herzien. Of de Porte daarmede ingenomen zou zyn, is zeer twijfelachtig. Want een herziening dier overeenkomst zou thans aan leiding geven tot belangrijke wijzigingen, in anderen zin dat de Porte wenschelyk achten aqu. De Correspondent van de Timee te Tand- zjer seint, J&uJIanso^ Raisoeli’s vertegenwoordiger, die Don^Jrutfgochteijd op de markt te Tamlzjgr, recht sprak, hem ’s avonds smeekte, by El Gebbas, den minis ter van oorlog, zjin voorspraak te wezen, De correspondent bezorgde hem een vrij geleide en begomfdiging uit naam van den sultan. Vrijdagmorgen vroeg bracht hij Ben Mansoer naar Gebbao. In tegenwoor digheid van Mohammed el Torres en Kaid Maclean werd hij weer in genade opgeno men, nadat bij den sultan trouw bad gezwo ren en beloofd had, den pasja van Tandzjer te zullen gehoorzamen, ’s Avonds bad dezelfde man in de moskee der regeering naast de vertegenwoordigers van het Mag- zen, en aten de hoofden van den stam der Fhas by den gouverneur. Naar de Daily Mail uit Tandzjer verneemt heeft Raisoeli tot Nieuwjaarsdag tyd ge kregen om zich te onderwerpen. Doet by dat niet, dan zal zyn versterkt dorp Zinat aangevallen en verwoest worden. Een ander bericht zegt, dat het leger van Gebbas weldra in het achterland van Tandzjer aan vallend zal optreden en daarby zal samen werken met het leger van Marani, dat zich in de provincie Garbia bevindt en reeds hulptroepen van twaalf kaids gekregen heeft. schepen of vaartuigen, hetzy aan den wal. F. Koffiehuis- en hotelbedienden. Hof meesters en kellners op schepen of booten. - G. Ziekenverplegers. Barbiers. Apothe kersbedienden. H. Personeel van ’sRyks werven. N.B. De personen genoemd onder A, B en D komen allereerst in aanmerking voor inlyving als zeemilicien-matroos. De personen genoemd onder C komen allereerst in aanmerking voor inlyving als zeemilicien-stoker- De personen genoemd onder E komen in aanmerking voor inlyving als zee-, milicien-kok. De personen genoemd onder F komen in aanmerking voor inlijving als zee- milicien-hofmeester. De personen genoemd onder G komen in aanmerking voor inlyving als zee- milicien-ziekenverpleger. De personen genoemd onder H komen in aanmerking voor zeemilicien-ma troos of stoker, al naarmate van het beroep dat zy uitoefenen. Eindelijk worden de lotelingen herinnerd aan het voorschrift van art. 116 al 2 der Militiewet, dat de toestemming tot het aan gaan van eene verbintenis voor de buiten landsche 'zeevaart in gewone tijden niet ge weigerd wordt aan de by de militie te land ingelyfde lotelingen, die reeds vóór hunne inlyving by de Militie hun beroep van de buitenlandsche zeevaart maakten en die zich overeenkomstig art. 138 der Wet voor de Zeemilitie hebben aangeboden, doch daarby niet kunnen worden aangenomen. De lotelingen ‘der lichting 1906, die in Maart a.s. moeten worden ingelyfd, kunnen zich eveneens vóór 1 Februari a.s. aanmeh den, indien zy een der bovenstaande beroepen uitoefenen. Gouda, den 2 Januari 1907. BURGEMEESTER en WETHOUDERS voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, BROUWER. R. L. MARTENS. Telefoon Mo. ADV ERTENTIEN worden geplaatst van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1907 | | pagina 1