'Em,
n enz.
eslanlen.
I
ITEM,
ibrieken tegon
jzen.
De Eerste Hamer en het
Arbeidscontract.
ir
:ao
Vieuws- en Advertentieblad roor Gouda en Omstreken.
No. 10335.
UTS.
'S
DE
DON,
iTE«
tters verricht
i(sch
nmagazlju,
30.
FEUILLETON.
Buiidilauihch Overzicht
Tegen den Stroom.
Maandag 7 Januari 1907.
i
neten werk.
dubbele flosch
agte, Zaltbomm
itterdam.
ige.
Czn. Rotterdam
B 13.
jt
Maganljn
i Kleiwegsteeg.
Err
Spreek-, Blit-
ingen.
wende zich
prarfbuafoi
a Ö.M
st K«ó«-
Telefoon 89
A 1) V EBTE X I IEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden .berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des rnidd.
kwt* fe-
.lljtl» VM
M Ah
[wrat m
HbrtftML
*E.T
Dezer dagen is het Voorloopig Verslag
over het arbeidscontract van onzen senaat
verschenen. Een omvangrijk stuk dat op
nieuw aantoont, hoe zwartgallig de Eerste
Kamer de sociale wetgeving beschouwt.
Allerlei toonaard wordt gebezigd om de
vele en velerlei bezwaren aan te voeren,
welke onze groot-industrieelen, landheeren
en andere hoogstaangeslagenen meenen
te hebben tegen de regeling der materie,
zooals die in het wetsontwerp is vervat,
dat in de Tweede Kamer met instemming
van alle partijen, uitgezonderd de sociaal
democratische, is aangenomen. Bezwaren
van zoowel formeclen als materieelen aard,
die ten slotte naar het oordeel van velen
aanleiding gaven om het wetsontwerp te
verwerpen of volgens anderen om de Re-
geering in overwdging te geven in eene
nog vóór het in werking treden der wet
in te diénen novelle verschillende punten
te wijzigen.
Laat ons enkele dier bezwaren nader
aanduiden.
Vooreerst heeft onze senaat bedenkingen
tegen de voorbereiding van het wetsont
werp. „De aandacht werd echter gevestigd
op het ongewoon eenzijdige Van de eerste
voorbereiding”. Hiermede wordt gedoeld
op den arbeid van den heer Drucker
.„destijds nog geheel voor de wetenschap
levend geleerde, wien dit onderwerp bij
zonder bleek ter harte te gaan”. „Toen
door den ontwerper aan zijne opdracht
werd voldaan, had diens eigen levenstel
ling eene ingrijpende wijziging ondergaan.
De geleerde was inmiddels leider eener
invloedrijke, doch in sociale vraagstukken
doof eenzijdige opvattingen beheerschte
politieke groep geworden. Op de weten
schappelijke waarde van zijn arbeid behoeft
dit natuurlijk van geen invloed te zijn
maar „Ongetwijfeld leed door
de thans ingetreden omstandigheden de
zedelijke vrijheid der regeering.” Immers
als zij met den heer Drucker meeging,
de Echt» j
gen ia ia, I
num dn I
rervwdig t I
wenidb». I
ia* Stoll- I
ertrolten
‘s welbekend
HT-1LIX13
Fabrieksmerk).
radicale en
van alle, zelte
kkige zenuw*
ontstaan door
'ugdigen leeftijd
i zwakte, BlorJr
Hoofdpyn
- Maagpijn
Invermogen -i
enz. (JU
lijnrechte tegenstelling, dat zy, met hem on*
der vier oogen, een onbestemd gevoel van
vrees niet van zich af kon ze’ten en dat zij
zich op een gegeven oogenblik eensklaps be
gon te haasten om ’t kasteel te bereiken,
waarheen hare moeder, de ambtsraad Boll-
meyer, graal Bassendorff en de heer von
Nordenflnth, de toeziende voogd van haar
zoontje, zich reeds hadden begeven
Maar Richard deed zyn best om Clarisse’s
gang te vertragen. „De stilte in de natuur
en die warme zonneschijn,” sprak hij, „stem-
men wondervol overeen met de plechtige
handeling, die wij daarginds voltrokken
hebben,”
„Ja, bet schijnt haast,” antwoordde Cla
risse, „of de hemel ons zijn welgevallen wil
toonen met dit werk van barmhartigheid.”
„Ja, een werk van barmhartigheid is het
zekerEn gij, Clarisse, gij, de verpersoon
lijking der menschlievendheid, hebt het tot
stand gebracht.”
„’t Is Bruno’s geest, die over dat alles
zweeft, Richard
„Ik zal ’t niet ontkennen, Clarisse, maar
ik houd er my van overtuigd, dat het oor
spronkelijk denkbeeld toch van u moet zyn
uitgegaan. Ge zyt goed en vriendelyk voor
alle menscben, Clarisse, en voor mij ook.
Maar, Clarisse, maak de maat van uw barm
hartigheid vol, ontferm u over den berouw-
Mr. Drucker vertoont. Afwijkingen voor
verreweg het meerendeel door Mr. Drucker
'wel goedgekeurd en verdedigd, maar juist
deze houding logenstraft het beweren, dat
de Regeering, wanneer zij zijn arbeid niet
dergelyke nieuwtjes en vermeed zij het ge
trouw om ooit met haar zwager over diens
gescheiden vrouw te spreken.
Hoe weinig Clarisse zich ook in ’t maat
schappelijk leven bewoog, ze wist toch wel,
hoezeer in de laatste jaren Richard in zyn
voordeel was veranderd Zy verheugde zich
'daarin van harte en betreurde ’talleen.dat
haar man tijdens zyn leven geen getuige had
mogen zyn van dien gelukkigen ommekeer.
Met dat al bleef zy de vrees voeden, dat
er maar een kleinigheid toe noodig was om
Richard weer heelemaal op het dwaalspoor
te brengen.
De naklank der plechtige inwijding van
het asyl voor ouden van dagen en voor kin
deren trilde nog in Clarisse’s ziel, en ook
Richard, die by het huiswaarts keeren naast
haar liep, scheen zeer onder den indruk te
zyn.
Ze voerden een ernstig gesprek. Richard
ging daarop bereidwilliger in dan hy ’t ooit
van zyn leven had gedaan en die ernst
stond hem beter dan zijn vroegere uitgela
tenheid. Maar Clarisse kon nog altyd ’t
vermoeden niet van zich afzetten, dat Ri
chard, om welke redenen dan ook, zoo’n
weinig comedie speelde. De ommekeer was
by haar zwager zoo plotseling, zoo onver
wacht tot stand gekomen en stond met zyn
yroegeren aard van jaren her in zulk een
vollen zondaar I Laat het verleden vergaan
en vergeten zijn, breng my terug tot een
menschwaardig bestaan, sta my ter zijde
zooals gy ’t vroeger hebt willen doen als
myn vrouw I”
’t Gezegde was er uit eu hijgend bewoog
zich Richards breede borst. Hoog opgericht
stond Clarisse tegenover hem stil, geen spier
op haar gelaat bewoog zich. Volkomen be
daard, met open blik zag zy hem aan.
„Jij en hy! Denk daaraan, Richard,
aan niets anders dan dat, en geef zelf my
dan maar bet antwoord.”
gClarisse Clarisse, stoot me niet van
u af! Weet je nog, wat ik u eens ben
geweest P”
„Ik weet bét, Richard, doch hy daarboven
liet datgene wat in tranen rypte, tot de
heerlijkste vrucht gedijen In tranen zaaide
ik, in vreugde zal k oogsten
„Clarisse is dan alle liefde voor my in uw
hart vergaan
„Met wortel en tak vergaan!”
Richard werd bleek, en beefde over ’t heele
lichaam van woede, van smart, van ge-
krenkten trots.
Ze kwamen op 't kasteel. Mevrouw von
Struendorff ijlde op diehard toe, blijkbaar
met het doei om ongestoord met hem een
oogenblikje alleen te zyn.
(Wordt vervolgd.)
De brief van Biilow heeft heel wat be
weging veroorzaakt in de Duitsche pers.
En een beweging, die de Rykskanselier
waarschijnlijk niet verwacht bad.
vond zij in hem „een niet licht te hoog
te waardeeren steun”, daarentegen bij
verwerping van diens stelsel een niet minder
krachtigen weerstand.
Dat de Tweede Kamer het ontwerp
aanvaardde met instemming van alle poli
tieke groepen uitgezonderd de S. D. A.
i P.-kamerfractie, naar het oordeel onzer
senatoren nog in hooger mate door een
zijdige opvattingen in sociale vraagstukken
beheerscht dan de vrijzinnig-democraten,
I had de Commissie van Rapporteurs
reeds van dit bezwaar neer te schrijven
moeten weerhouden. Doch het bezwaar
zelf is onjuist bovendien. In den brief aan
den Minister van Justitie, waarbij Mr.
Drucker het ontwerp in 1898 aanbood,
deelt hij mede, dat in 1894, vóór dat
hij tot afgevaardigde in de Tweede Kamer
was gekozen, het ontwerp geheel in de
toelichting in schets gereed was; dat de
tijdsomstandigheden hem ertoe leidden het
ontwerp voorloopig onder zich te |houden‘
en dat hij later nA het optreden van het
Kabinet-Pierson den arbeid met het oog
op de nieuwste wetgeving en litteratuur
heeft herzien. Mr. Drucker heeft den
eigenlijken arbeid dus verricht vóór dat
hij aan „de politiek” deed. Doch bovendien
was de geleerde in 1898 nog niet leider
eener invloedrijke politieke groep geworden.
De vrijzinnig-democraten/maakten tot 1901
deel uit van de Liberale Unie en de
woordvoerders van die Kamerleden be-
hoorende tot de Unie, die zich later bij
den Vrijzinnig-Democratischen Bond zouden
aansluiten, was toen niet Mr. Drucker,
maar Mr. Kerdijk. Van „leider eener in
vloedrijke, dpch in sociale vraagstukken
door eenzijdige opvattingen beheerschte
politieke groep” kan dus ten aanzien van
I Mr. Drucker in 1898 niet worden ge-
sproken.
Daarbij komt nog, dat het door de
Tweede Kamer aangenomen ontwerp be
langrijke afwijkingen met den arbeid van
aangenomen had, in Mr. Drucker een
tegenstander zou hebben gevonden. Neen,
diens houding verdient een dergelijke op
merking niet, Mr. Drucker staat daarvoor
te hoog.
De opmerking, dat het begrip arbeider
in het ontwerp thans zoo ruim is, dat
daaronder vallen „de groot-officieren en
officieren van het huis van Hare Majesteit
de Koningin voofzoover zij in eenigen
vorm, bezoldiging genieten”, zullen wij
onder een glimlach moeten voorbij gaan
om bij een ander bezwaar nog even te
verwijlen. In het Algemeen werd betreurd,
„dat waar het geldt in het maatschappelijk
leven diep ingrijpende wetten als deze
niet getracht wordt, vóór de indiening of
althans vóór de behandeling in de Tweede
Kamer, het gevoelen in te winnen van
bevoegde personen uit de praktijk. Door
dit niet te doen, werden, meende men,
velerlei fouten gemaakt, die anders ver
meden zouden worden.
Ook in de onderhavige wetsvoordracht
komen verschillende bepalingen voor, die
zonder twijfel anders zouden hebben geluid,
indiel men vooraf de meening van werk
gevers had ingewonnen.
Het bezwaar doet zich thans gevoelen,
vooral Voor die leden van de Eerste Kamer,
die praktische ervaring bezitten omtrent
het onderwerp, dat hier geregeld wordt,
dat hunne adviezen thans te laat komen
om nog de door hen in het wetsontwerp
hoog noodig geachte wijzigingen te kunnen
aanbrengen.
Zie hier de climax bevoegde personen
uit de praktijk, werkgevers, leden van de
Eerste Kamer, die praktische ervaring
bezitten. Welk eene naïveteit.
Zeker, onze senatoren zullen allen wel
dienstboden hebben, de meesten ook man
nelijk dienstpersoneel en enkelen als groot-
industpieelen een leger van arbeiders, maar
zijn zij daarom bevoegd Bevoegd bij uit
sluiting der Tweede Kamerleden, waarvan
toch ook wel de meesten in dezelfde om
standigheden verkeeren? Zijn „bevoegde
personen in de praktijk” alleen „de werk
gevers?” Heeft het de werkgevers ont
broken hunne wenschen ten aanzien van
het onderwerp, sedert 1898 aanhangig,
kenbaar te maken Of kunnen zij dit alleen
doen als „leden der Eerste Kamer Dat
de „adviezen dier leden thans te laat
komen” is minder juist, zij komen altijd
te laat, in dien zin dat de Eerste Kamer
het recht van amendement mist en dus
door haar „hoog noodig geachte wijzi
gingen” niet kunnen worden aangebracht.
Eene dergelijke opmerking is dan ook
slechts eene zucht Van het hooge staats-
collegie: och, hoe jammer, dat wij het
ontwerp niet kunnen amendeeren f>Eene
zucht tegen de Grondwet, maar niet regen
het arbeidscontract gericht.
Maar het bezwaar zelf is evenzeer als
het vorige onjuist. Tal van mannen, er
varen in de praktijk, hebben vóór de in
diening of althans vóór de behandeling
in de Tweede Kamer hunne meening ge
openbaard. De arbeiders dikwijls op heftige
wijze b.v. door middel van het Agitatie-
Comité. Doch wat bleek hier telkens Dat
de meening dezer „praktische mannen”
telkens slechts een klein deel van het door
het wetsontwerp omvatte terrein betroffen
en het daarom noodig was, dat een heldere,
klare geest, door bijzondere studie dat
geheele terrein overziende, uit al die geuite
meeningen een algemeenen regel opstelde.
Die kristallisatie was juist een eerste vèr-
eischte. En het was de bijzondere ver
dienste van Mr. Drucker dat hij de codi
ficatie op zulk eene uitnemende wijze heeft
volbracht.
Wij moeten het hierbij thans laten.
Wellicht komen wij nog wel terug op de
overige bezwaren in het Voorloopig Verslag.
Bezwaren, die voor het meerendeel
zooals wij in den aanvang hebben gezegd
het zwartgallige der Eerste Kamer
aantonnen, zoodra de belangen der eco
nomisch zwakken door den wetgever worden
ter hand genomen.
GBIINIIF, 101IU\T
Telefoi n Ko. 82.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers V IJ F CENTEN.
73)
De kamerheer von Nordenflnth had in een
zwak oogenblik mevrouw von Struendorff
zelfs beloofd, dat hy in kleinen kring Richard
eens ten zjjnent ontvangen zou. Ook was
graaf Bassendorff niet ongenegen, hem voor
het deelnemen aan de eerstvolgende drijfjacht
een uitnodiging te zenden.
Richard kwam er gaandeweg bovenop, wat
grootendeels was toe te schrijven aan zyn
houding, die nu altyd even correct bleef,
maar voor een ander gedeelte ook, omdat
er uit Hongarije de wonderlijkste geruchten
kwameq overwaaien omtrent het avontuurlijk
leven, dat Ludmilla in haar tweede huwelijk
leidde. Haar schoonheid had, ’t is waar,
op het magnaten bal in Pest een algemeene
bewondefing gewekt, maar omtrent haftr doen
en laten deden toch verhalen de ronde, die
zelfs voor de daar bestaande verhoudingen
al zeer vreemd waren.
Ook Clarisse hoorde van tyd tot tyd zoo
’t een en ander van hare vroegere schoon-
I zuster, maar daar zy in al die dingen niet
het minste belang itelde, iloot zij ’t oor voor
II