en??
kjes.
^erk
ONS PABTIJTJE.
TM
brieken tegen
zen.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Vrjjdag 19 April 1907.
46ste Jaargang.
No. 10311.
Bulteölandscb Overzicht.
F£UILL£TOJV.
□ON,
HTS.
bel Aannemeo,
sch
imagazljü,
30.
OSTADE.
iTBir,
KENNISGEVING
van
noch een der andere leden van het
n
partijtje
Engeland, die Spanje tot nieuwe
land heeft schijnbaar zijn eigen marinebe-
-besnoeid, maar met Engelsch geld
Spaansche vloot gebouwd worden,
B 13.
en werk.
en
Klei wegsteeg.
DA:
/tf dubbele fleaoh
>gte, Zaltbomm
tterdam.
ge.
Can. Botterdam
I.IH INHI (WNT
Spreek-, Biur
ugen.
wonde xich
Vagasljn
tters jerricht
vrede nadeelig moet zijn.
Er zyn altijd tal van bladen welke}, zoo-
dra de binnenlandscbe staatkunde hun geen
vooruitspringend onderwerp van bespteking
oplevert, zich gaarne bezig houden met hooge
politiek. Voor dezen is de aangekondigdo
ontmoeting van koning Edward met koning
Victore Emanuele III te Gaeta een schoone
ertroften
s welbekend
IT-ILIXia
fobriekunerk):
radicale en
van alle, zelfs
kkige utenuuf’
ontstaan door
ugdigen leef tg d
zwakte, Bloek
Hoof dpjj n
- Maagpijn
n vermogen
anz. üit-
Reuter seint uit Londen, dd. 17 April.
In den loop van de beraadslaging over
het maritieme program, zeide Lord Tweed-
month, eerste Lord der Admiraliteit, dat de
politiek der admiraliteit berust op drie be
ginselen, die door elke partij zyn aanvaard
ten eerste, dat Groot-Brittannië de opper
heerschappij ter zee moet handhaven zonder
te letten op de kostenten tweede, dat
Groot-Brittannië op het oogenblik zonder
tegenspraak die heerschappij ter zee bezit,
en ten derde, dat de druk der maritieme
uitgaven reeds zeer zwaar is en er onder
de zeemogendheden al te groote wedijver
bestaat om die uitgaven op te drijven.
Aangaande de quaestie van de beperking
der strijdmacht ter zee, zeide Lord Tweed-
mouth, dat de regeering, voor zoover het
de Haagsche conferentie betreft, uitdruk
kelijk heeft verklaard, dat ze bereid is te
treden in een schikking tot dit doel, wan
neer de andere mogendheden zich bereid
verklaren ze te behandelen en zich gebon
den zullen achten (Jpor de beslissingen der
conferentie.
„Maar, bijaldien de mogendheden mochten
weigeren,” aldus vervolgde hg, „dan komen
wij ter conferentie zonder ook maar eenigs-
zins een verplichting op ons te hebben ge
nomen, of met de verplichting, dat zoo de
mogendheden hun maritiem program uit
breiden, ook wij zulks zullen "doen, ten einde
onze machtsverhouding onder de zeemogend
heden te handhaven. (Toejuichingen).
In de Oostenrijksche Kamer van Afge
vaardigden verklaarde de minister-president
dr. Wckerle, in antwoord op eer. interpel
latie van den afgevaardigde Markos over do
pan-germanistische beweging, dat men niet
te veel gewicht moest hechten aan dit
utopistisch streven. De kaarten, die het
Duitscbe rijk voorsteller! als zich uitstrekkend
tot Triest en Konstantinopel, dienen voor
namelijk ten gunste van economische- doel
einden men zou echter dwalen, wanneer
men deze in verband bracht met het Drie
voudig Verbond of de vernieuwing daarvan,
waarvan overigens op het oogenblik geen
sprake is, omdat het nog lang niet ten
einde loopt.
Dr. Wekerle voegde daaraan toe, dat hij,
hoewel geen overdreven gewicht hechtend
aan het streven van het pan-germanisme,
toch aan de autoriteiten had bevolen voort
durend den blik gevestigd te houden op het
drijven der agitatoren.
De Kamer nam akte van die verklaring.
ontdekten, die we nog vergeten hadden. We
aten staande, en myn vrouw zei vol trots
Ik wil toch eens zien of ik ni|et een
partijtje kan geven zonder meid.
Zjj noemt een theefuif, waar méér dan
vier menschen bijeen zijn altijd een pértytje
en ik laat haar die illusie.
Het zou ook al te gek zjjn, zei ik, als
je van dat vee afhankelijk was.
Toen de kleine wijzer naar VII schoof,
hadden we eer. prettig gevoel van eigen
waarde. Ik stak overal de lampen aan,
ontkurkte den wijn, zette water op voor de
thee. Myn vrouw poetste den groeten zil
veren trekpot, waar ze ’s middags in de drukte
niet aan gedacht had een mensch kan
toch niet aan alles denken en toen gin
gen wy ons kleeden Ik ontruk alleen de
allervoornaamste momenten aan de vergetel
heid. Zelfs de naiefste, onhuiselijks^ lezer
zal begrijpen, dat je alleen met water op-
zetten en den trekpot poetsen geen voor
treffelijk theetje krygt. En zoo meer.| Maar
kan een mensch niet aan alles denken, nog
minder kan hy alles opschrijven. Daarom
heeft myn pen sierlijk van mijlpaal tpt mijl
paal den dag langs gecancaneerd, en verzon
ken duizend wel te verbeelden kleinigheden
in de donkere, raadselvolle diepten
tusschen de regels.
(Slot volgt.)
Telefoi n No, 82.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
jiost 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
1)
We waren in een van die perioden dat
we zonder meid zaten, toen we ons eerste
avondje zouden geven. Het was kortzichtig,
de gevaren te onderschatten aan dezen toe
stand verbonden, doch er was een van de
tantes over by myn ouders, die wy zelden
te zien kregen, en die, naar mijn vrouw voed,
noodzakelyk betheefuift moest worden. Dus
waagden we ons aan de gevaarlijke proef
neming. We vroegen myn ouders, èn de
tante, wie alle hulde gold. Verder, behalve
nog eenige andere familieleden, een paar
vrienden van ons, een paar kennissen van
mijn onders en twee gezinnen die dol waren
op mijn tante. We hadden een lijstje van
achttien neuzen wanneer niemands neus
sedert de laatste ontmoeting was afgevroren,
want het was winter en vinnig kond. Allen
beloofden met het meeste genoegen te komen,
en zelfs het onaangenaamste weêr te trot-
seeren. Men moet nooit van iemand kwaad
denken, zoolang men niet zeer gegronde reden
er voor heeft, anders zon ik de onderstelling
Chineesche werkkrachten in Transvaal, om
trent de overeenkomst betreffende de Nieuwe
Hebriden en omtrent het verdrag met Japan.
Dat zijn verlangens, die wyzen op den
wensch der koloniën naar ruimeren invloed
op aangelegenheden, die het geheele Brit-
sche rjjk aangaan en daarin ligt een bron
van ernstige moéiiykheden. Doch het stemt
hoopvol, daf/de Britsche premier heeft doen
uitkomen, dat de Engelsche regeering wel
zou kunnen medegaan met de instelling van
een koloniaal secretariaat te Londen, dat
optreden als bureau van inlichtingen voor de
regeeringen der koloniën en als voorbereider
voor de volgende koloniale conferenties.
Door zulk een& instelling zou het wellicht
mogelyk worden althans voor een deel aan
de wenschen der koloniën te voldoen.
De Neue Freie Presse komt, naar aanlei
ding van de berichten dat Engeland mee zal
werken aan het herstel van de Spaansche
zeemacht, nog eens terug op de Antiduitsche
staatkunde van koning Eduard.
„Waartoe deze ontzaglyke diplomatieke
toebereidselen, en welk doel hebben de plan
nen van Engeland, die Spanje tot nieuwe
groote oorlogstoerustingen dringen Enge
land heeft schijnbaar zyn eigen marinebe-
grooting besnoeid, maar met Engelsch geld
zal een
die een hulpkracht van de Engelsche zal
zyn. Hoe zonderling is echter de tegenstrij
digheid dat in hetzelfde oogenblik waarop
de Engelsche diplomatie door haar uitge
breid stelsel van bondgenootschappen en
afspraken en nu ook door de versterking
van de Spaansche vloot, het geloof in het
behoud Van de vrede verzwakt, de Engelsche
regeering een voorstel tot beperking der
krijgstoerustingen voorbereidt 1”
Het blad verwijt Engeland nogmaals dat
zyne staatkunde duidelijk ten doel heeft, om
Duitschland óf diep te verdeemoedigen óf
anders plotseling te overrompelen, en be
schuldigt Spanje dat het zich door Engelsch
lokaas heeft laten bewegen, zich by een
Antiduitsche coalitie aan te sluiten. De indruk
dien zulke feiten maken, maakt de stemming
zwoel en wekt een spanning die voor den
De Soir verklaart, uit zekere bron te
weten, dat noch graaf de Smet de Naeyer,
noch een der andere leden van het afgetre
den kabinet, in het nieuwe piinisterie een
portefeuille zal aanvaarden. Met de intrek
king van het wetsontwerp op de mynen heeft
de regeering de brug afgebroken, het zich
zelf ónmogelijk gemaakt tot het bewind terug
te keerec.
De Petit Bleu heeft vernomen dat de
Koning lief it een gewijzigd kabinet-de Smet
zou verlangen. Dat dan kan wel een zeer
platonische wensch van den Koning zyn en
dan beteekent deze opmerking over het ver
langen van koning Leopold niets De vraag is,
of de koning vindt, dat de Smet nog moge
lyk is als kabinetshoold.
Er wordt gesproken over een poging van
de B( Igische bisschoppen, de eenheid onder
de katholieke partyen te herstellen. De bla
den der rechterzijde laten zich dezer dagen
vriéndelijk over de verschillende katholieke
groepen uit. Men wil gf-en moeilykheden
scheppen om tot een coalitie-ministerie uit
de rechterzijde te komen.
Vanavond om half twaalf wordt koning
Leopold te Laken verwacht.
Voorzitter Schollaert heeft een conferentie
gehad met den Senaat, de Mérode, en met
de oud-ministers de Trooz en Liebaert.
De liberale bond van Brussel heeft zich
in een motie zeer scherp uitgesproken over
de intrekking der mijnwet. Deze motie over
weegt, dat de Kamer het ontwerp met 94
tegen 32 stemmen en 25 onthoudingen had
aangenomen en het een alzoo kon geacht
worden de uitdrukking te zyn van den wensch
van het Belgische volk. De intrekking ia
een miskenning van de beteekenis van den
volkswil.
De liberale bond acht het ongehoord, dat
bet ministerie de Kamer onbekend heeft ge
laten met de stappen, die het bezig was te
doen by den Koning om de intrekking te
verkrijgen, zoodat het ministerie heeft laten
stemmen over eerv wetsontwerp dat al eenige
dagen ingetrokken was.
De liberale bond van Brussel eischt ont
binding van de Kamers, «m het land in de
gelegenheid te stéllen, zyn oordeel te laten
weten en de regelmatige werking der na
tionale instellingen weer te verzekeren.
gelegenheid. Deze samenkomst, volgende op
het onderhoud van prins Von Bülow met den
Italiaanschen minister Tittoni te Rappalo en
en op het beleefdheidsbezoek van den Brit-
schen koning aan zyn aangetrouwden neef
Alfonso van Spanje te Cartagena, moet in
«hun oogen wel van groote staatkundige be
teekenis zyn, vooral nu, gelyk gemeld wordt,
de Italiaansche minister van buitenlandsche
zaken by. de ontmoeting tegenwoordig zal
zyn.
En welke dan de bedoeling van de samen
komst zou moeten zyn, ligt voor de hand.
Na het ministersonderhoud te Rappalo werd
officieel medegedeeld, dat tusschen Italië en
zyn bondgenoot Duitschland nog steeds de
grootst mogelyke eensgezindheid bestaat
het bezoek te Gaeta moet een tegenwicht
vormen en doen uitkomon, dat de vriend
schapsbetrekking tusschen Italië en Engeland
gedurig nauwer wordt.
Reuter seint uit Odessa, dd. 17 April.
Hedenmiddag had aan de haven een
bloedige botsing plaats tusschen een atdee-
ling van de strijdorganisatie van het „Ver
bond der echt-Russische lieden” en. haven
arbeiders. Toen de eerste, ten getale van
30 man, langs de Lewasjefkade kwam, werd
ze door een groep arbeiders van gelyke sterkte
met gefluit en gejoel begroet. De leden van
den Bond losten daarop ongeveer 30 revol
verschoten, waardoor vyf arbeiders werden
gewond, van wie twee doodelyk. Militairen
kwamen spoedig opdagen en namen 13 per
sonen in hechtenis.
Een paar punten uit de rede van Sir
Henry Campbell Bannerman ter opening
van de koloniale conferentie houden gun
stige voorteekenen in voor het verloop der
zaak.
In de eerste plaats heeft Sir Henry er
den nadruk op gelegd, dat de samenkomst
niet fs een beraadslaging tusschen de mi
nisters der koloniën en den minister van
koloniën, maar tusschen de koloniale regee
ringen en de regeering van het moederland.
Sir Henry’s tegenwoordigheid en de om
standigheid, dat hy en niet lord Elgin de
welkomstrede hield, doen zien, dat het der
Britsche regeering met deze beschouwing
ernst is en de koloniale premiers spraken
in hun antwoorden hun instemming met deze
opvatting uit,
In de tweede plaats is het de wensch
van verschillende koloniën, dat een nauwere
verbinding tot stand zal komen tusschen hun
regeeringen en het Britsche gouvernement.
Er zyn koloniale agenten te Londen geves
tigd en deze verkeeren natuurlijk met het
ministerie van koloniën zoo vaak ditnoodig
is, maar daarmede zyn de koloniën niet
tevreden. Zy klagen, dat de regeering van
het moederland hen tot dusver heeft ge
houden buiten alle vraagstukken, die ook
voor haar van belang waren. Zoo hadden
zy, naar haar meening. geraadpleegd be-
hooren te worden omtrent de invoering van
opperen, dat de gretige acceptatie zeld
zaam volledig by achttien neuzen voor
èén deel misschien ook wel wortelde in de
nieuwsgierigheid te zien, hoe we het er af
zouden brengen in ’t hartje van den winter
zonder meid.
Voorloopig scheen alles goed te gaan.
Onbewust van wat ons toen reeds boven het
hoofd hing, veronachtzaamde ik den heelen
dag myn werk, en alle verplichtingen zaten
te vergeefs my te wachten. Ik maakte
’s ochtends om 9 uur de kachel aan in de
voorkamer, opdat het in dat vertrek tegen
den avond eenigszins warm zou zyn. Ik
droeg turf en cokes en houtskool en bri
ketten en houtjes en zelfs petroleum aan
toen de kachel om 11 uur uit was, maakte
ik haar ten tweeden male aan. Myn vrouw
intusschen veegde de glaasjes nog eens droog
uit; etaleerde gebakschalen, schoteltjes, zil
ver en kristal tot de huiskamer een vendu-
lokaal leek. En deed bovendien haar gewone
huiselyke plichten.
’s Middags gingen wy samen inkoopen doen
van koekjes en gebak, zoute bolletjes en
petit fours, en toen we thuis kwamen maakte
ik nog eens de kachel in den salon aan en
zette de ramen open, omdat het vertrek vol
rook stond.
Hoe meer de avond naderde, hoe zenuw
achtiger wy werden en hoe meer dingen wy
INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE OF
HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
GOUDA, m
Gezien art. 8 der HINDERWET;
Doen te weten
Dat zij vergunning hebben verleend aan
ie, A. van Erk en zijne rechtverkrijgenden
tot het» uitbreiden zijner door een gasmotor ge
dreven houtdraaierij, door bijplaatsing van eene
stoommachine van io P K in het perceel aan
den Fruweelen Singel, wijk R No. 706, kadastraal
bekend sectie A No. 3047.
2e. A. de Weger en zijne rechtverkrijgenden
tot het uitbreiden zijner door een gasmotor ge
dreven smederij, door bijtrekking van het daar
naast gelegen pand in het perceel aan de Bogen,
wijk O No. 148, kadastraal bekend sectie D
No. 1844.
GOUDA, den 18 April 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER
0.99
0.72
1.35
0.99
0.72
.1.08
wij»
n 1.44
1.08
1.80
0.99
0.90
1.44
ir)1.17
itant.
telefoon ito. S*
A I) V E 11 TENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
s