itm. ra. hts. Menu's- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, NABETRACHTING- IDE VERVLOGEN GELUK. ITER”, (sch BinapzUo, 30. OON, KN No. 10319. Maandag 29 April 1907. 46 s te Jaargang. ZONEN, FEUILLETON, e gratis ge- hnmlelaar De oude demo* cratM^he 7) HOOFDSTUK V. nap- Bfjvoagtl. voorkomende A PATBONEN f p. p. tegen A verkrijgbaar X Haag. XopM(/n Otters verricht IMo JW I* abriekei tegen ijaen. Spreek-, Blur linger it, wende sicb Kleiwegsteeg. PEN SOLIED rerk. >ten werk. 1 B 13. OHB-- QB -- Firma geknipte orde plaat. AKBfi t patroon. CHILD. (rOlIIStllECOIIilM. ERK te lettea ra« K. WA>J*n women ra mi 1M- ra. nn Nemaur ra an nevwuteanil Wet gedapo- Buiten rammelde de wind aan de luiken, zoadat zjj door bet verlaten huis oen akelig gekraak deden weerklinken, ik echter ge voelde mg niet langer verlaten, want xj, die vroeger bier hadden geleefd en geleden, bewogen zich weder door deze ruimten. Hier is het, zooals ik bet later heb onge schreven van de geel geworden, verschrom pelde papieren, om het mijn verloofde naast de kerstgeschenken voor te leggen. Een stukje menschenleven uit lang vervlo gen tijden. Ta mihi Jova salus, quid mihi faxit homo. .Aldus staat gesclfreven boven de poort van dit buis, waarin ik ben geboren en ge leefd heb tot heden, en dat ik eerst dan zal verlaten, als men mij er uit zal dragen. Ik weet dat, als ik gestorven zal zjn, een glimlach zal spelen om mgn lippen, want eerst dan zal mfjn smachtend verlangen bevredigd zfjn. Teleloi n Xe. 8*. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. plooien. Steeds was hy verdiept over z(jn folianten in de kleine studeerkamer, wanneer hem zijn geestelijk ambt niet riep naar school of kerk. Duidelijk herinner ik m(j echter de vele stille uren in de grooto woonkamer met de zware eikenhouten tafel tusscln n do vensters, de stoenen kachel, een smalle sofa on hot knetterende zand op den steenen vloer. In de diep gewelfde vensternis zat spin nende of naaien le mijn moedertje; ik had mij neergevlüd aan haar voeten, met een dennenaald nan een draad gebonden en een bont lapje in mjjn ongeoefende kinderhandjes bootste ik baar ijverig na, terwijl Wiesjemoei, een oud moedertje, dat reeds by myn groot ouders had gediend en in ons buis een on derdak had gevonden, beurtelings vroolgke en griezelige sprookjes vertelde. Weliswaar zweeg het oudje spoedig stil, zoodra mijn vader het vertrek binnentrad. Die noemde haar een bggelojvige vrouw, die zware zonden bedreef en bezwaarlijk daarboven in genade zou worden opgenomen, als. zjj in haar, bijgeloof volhardde. Dan placht het oudje bet hoofd deemoedig op de borst to laten zinken om het echter, zoodra de gestrenge heer de deur achter zich gesloten had, weder vol zegepraal op te heffen. (Wordt vervolgd.) mannen uit de partij begeeren. In „moerassigheden” steekt de antire volutionaire partij. Maar zij niet alleen. Ook de coalitie, en door haar heel ons politiek leven. De onzalige antithese- politiek is het, die ons in het moeras heeft gebracht, en er is inderdaad een kloeke, principieele daad noodig der partij van dr. Kuyper, wil zij niet de eerste zijn die in den drassige» bodem wegzinkt. Of die kloeke daad spoedig zal ge schieden, mag betwijfeld worden. Voor alsnog zijn wij er reeds tevreden mede, dat zich in de kringen der coalitie zelve steeds meer begint baan te breken een verlangen naar meer vrijheid van bewe ging, een besef van de onhoudbaarheid van den bestaanden toestand. Maar hoe langzaam nog werkt dit proces door, en hoe tracht men zich zelf nog te blind doeken om niet te moeten erkennen, dat het middel van onze zijde aangewezen om uit het moeras te geraken, het eenig juiste is. Wij weten welk dit middel is: het is de oplossing van het kiesrechtvraagstuk^ het is, als voorbereiding, daarvan, de her ziening der Grondwet. Ook deze crisis leerde wederom, hoe noodig het moet geacht worden, daarvoor te werken en te strijden. Er valt nog heel wat tegen stand te overwinnen. Maar er komt schot in. De crisis, die thans achter ons ligt, is voor talloozen een waarschuwing en een vingerwijzing geweest. De crisis heeft zaad uitgestrooid, dat vrucht kan dragen in gebogen halm. Aan ons dan de taak om den wasdom te bevorderen en steeds nieuwe akkers te /zoeken voor propagandistische» arbeid. Straks komen de gewichtige Statenver kiezingen, gewichtig niet slechts in Zuid- Holland, maar in heel het land. Laat ons zorgen dat de aanstaande Juni-strijd een nadrukkelijke bevestiging zij van het vonnis, in 1905 over de antithese-politiek gestreken. want men vergete niet, dat het Dr. Kuyper is geweest die een verbod met zoo tegenstrijdige elementen wist in het leven te roepen, en dat al de de eigenaardige, vaak niet benijdenswaardige gaven van zijn bijzondere persoonlijkheid telkens weer noodig bleken om met zóó verschillend span den wagen der coalitie op den weg te houden. Dat op zoo duidelijke wijze de leider der coalitie buiten de zaken is gehouden, kan niet zonder groote beteekenis worden geacht. En dat dit geschied is, staat nu wel vast. Niet slechts dat door den „Standaard” flater op flater is begaan in zijn mededeelingen, bewering en ontken ning over het verloop der crisis, maar onomwonden is het geschrijf van Dr. Kuyper’» orgaan door verschillende spre kers van rechts gedesavoueerd. Trouwens, „post coenam” heeft „de Standaard” moeten erkennen onbekend te zijn geweest met de toedracht der zaken. Ja. „de Rotterdammer”, het orgaan van prof. Fabius, drukt het zeer juist uit dr. Kuyper is bij de kabinetscrisis „en bagatelle” behandeld. Is het wonder dat deze antirevolutionaire Don Quichot alarm blaast en er met ernst op wijst hoe slecht het feitelijk met zijn partij is gesteld. Waarlijk, er is reden te over voor zijn klacht. Dat er zelfs antirevolutionaire bladen zijn die niet meer met energie protesteeren tegen den vaccinedwang, waarover prov. Fabius verontwaardigd is, kan slechts als één der voorbeelden gelden van de door hem erkende verslapping, welke de coalitie voor de antirevolutionaire partij medebrengt. Men verkeert niet ongestraft in het gezelschap van menschen die, als de Roomschen, in de vaccinatie geen kwaad zien. Het euvel zit dieper: het zit in de coalitie zelf, en prof. Fabius is schrander genoeg om te erkennen, dat zij reeds eenigermate de gelegenheid beneemt om voor sommige speciflek-antirevolutionaire beginselen te ijveren, en dat zij talrijke opofferingen kost. Wat verdragen kon worden, zoolang althans bij de antirevo lutionaire partij de leiding van de coalitie Een schoon en heerlijk devies, het onze, en toch is reeds zoo lange tijd vervlogen, toen ik het leerde verstaan, want de menschen hebben mg bitter leed aangedaan, zjo bitter, zoo smartelijk, dat mijn hart zelfs niet meer naar God verlangde, wijl Hij dit alles had toegelaten. Veel leed, veel kommer is mij ten deel geworden, zoodat jarenlang mijn oogen als bedekt waren door het floers der ellende, en toen het weder lichter werd om mij heen, en mijn somber gemoed zich weder wendde naar Hem, die het noodlot van iederen ster veling beschikt, toen staarden mij in den spiegel een vervallen gelaat en grijze baren tegen. Hoe velen is het zoo gegaan De jeugd worstelt teugelloos en hardnekkig tegen bet harde, onwrikbare noodlot, maar dan versagen den mensch de krachten deemoed en zachtheid van gemoed, die zoo lang elders toefden, keeren terug, en ten slotte herinneren wij ons, hoe w(j de handen moeten vouwen, en stamelen wij .Gij, o Heer, zyt mijn heilwat kan de menseb mg doen 1 En daarom ben ik nu in staat bier rustig te zitten en kalm neer te schrijven, wat zoo langen tgd mij brandend leed veroorzaakte. Ik wenschte, dat z(j allen bet mochten lezen, die ik, in de eenzaamheid en bitterheid De crisis is voorbij. Het Kabinet-De Meester hervatte zijn taak, en de Kamer zette zich weder tot den arbeid. Er is niets veranderd, zou men zeggen, sinds de Eerste Kamer de gevaarlijke mallig heid beging, minister Staal’s begrooting te verwerpen. De heer Staal ging heen, maar de man die hem vervangt, zal wer ken in zijn richting. Alles bleef dus bij het oude O zeker, van rechts zal men er gretig naar streven het aldus voor te stellen, en zoo men al van een verandering zal willen spreken, dan zal het zijn dat het ministerie verzwakt is, dat de oppositie nu in zake het blijvend gedeelte, krijgt, wat het van den aan vang af heeft verlangd.- Wij zullen hierop niet ingaan in de Kamer zelve is die bewering afdoende weerlegd. En ook al ware zij juist, dan zou dre verandering onbeteekenend zijn bij de grootere welke wij op het oog hebben. Wij bedoelen het licht, waarin door deze crisis de „christelijke” coalitie is komen te staan. Ziedaar het resultaat, dat wij met dankbaarheid van deze overigens betreu- renswaardige crisis aanvaardende vol strekte onhoudbaarheid der legende van de éénheid en ondeelbaarheid van het verbond der rechtsche partijen. Hoe men zich voortaan ook zal inspannen om den goedgeloovigen kiezer een indruk te geven, als zou er hartelijke overeenstemming zijn aan gene zijde van den politieken Rubicon, het zal geringe moeite kosten aan te toonen, dat met zulk beweren een valsch spel wordt gespeeld. Er heerscht dan ook een blijkbare malaise bij de „christelijke” heeren. Meer nog, er spreekt uit den toon van som mige bladen der rechterzijde zulk een wrevel en wrok, dat de door de crisis geleden nederlaag er nog te scherper door wordt gemarkeerd. En het kind van de rekening is de eens zoo machtige leider Dr. Kuyper. In dit geval een gewichtig symptoom Telefoon io. SI A I) V ER TENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des ifiidd. berustte. Zoo schijnt het niet meer te zijn. De heer Lohman trad als leider op in de Kamer, en de heer Kuyper bleef geheel onkundig van wat onder elkander en met de kroon werd besproken. De heer Kuyper, die toch nog de leider is der antirevo lutionaire partij. |Ons kan dit alles niet verbazen. Van meet af aan is er vati links voor ge waarschuwd, dat de antirevolutionaire partij zich op den duur in de coalitie niet op de eerste plaats zou kunnen handhaven, dat de groote concessies van haar zouden moeten komen. Men wist in liet anti revolutionaire kamp zoo goed als elders, dat de katholieke politiek, hier als overal, is een Realpolitiek, en dat de Lohman- groep voor democratische wetgeving niet zoo gemakkelijk zou zijn te vinden. Van dr. Kuyper en de zijnen moesten de groote beginseloffers komen, die alleen de coalitie in stand zouden kunnen houden. Ze zijn gekomen die offers, ware heca tomben van beginselen. plunje is weggeworpen, met deerniswaardige beslistheid. En deze niet alleen; ook de calvinistische ballast ging overboord. Geen zondagsheiliging, geen afschaffing der loterij, geen wegne ming van den vaccinedwang. Dat alles om ten slotte, waar het een zoo ernstige zaak geldt als het verloop eener kabinetscrisis, zich naar den tweeden rang te zien'teruggedrongen. Er is ontevredenheid in de antirevo lutionaire partij, ontevredenheid aan den rechtervleugel zoo goed als aan den linker. Van beide zijden wordt de vraag gesteld of het wenschelijk ware dat de partij zelve zich doet hooren. Prof. Fabius acht het tijd voor „ons antirevolutionaire volk” om te bedenken of deze dingen zoo moeten blijven, tenzij een kloek, principieel op treden van het Centraal-Comité de partij uit deze „moerassigheden” kan redden. En anderzijds worden stemmen gehoord, die niet meer tevreden zijn met den vierjaarlijkschen deputatendag, maar ieder jaar een samenspreking der vertrouwens mens harten, heb gekrenkt, en die niettemin menig woord van barmhartigheid veil hadden voor de in zichzelf gekeerde, norsche vrouw, die, vreemd aan al wat haar omgaf, voort schreed zonder om zich heen te zien. Moge het hun eens vergolden worden, hier en ginds En zoo vang ik dan aan in den naam van God den Heer. Anno Domini 1699. Ongeveer vijftig jaar is het geleden, dat mjjn wiegje hier, in ditzelfde vertrek, werd neergezet, nadat ik er als schreiend wicht was neergelegd. Het was op een Zondag, in Augustus Zondagskinderen zgn gewoonlyk gelukkig, zegt men, en dikwijls genoeg is mg dat verteld en voorspeld. Wiesjemoei meende zelfs, dat een Zondagskind hetwelk, zooals ik, onder het luiden der kerkklokken was geboren, meer dingen weet dan andere men schen, zelfs de taal van het vogelenheir kan verstaan die profetie is nooit bewaarheid geworden. Ook in dit gevnl geldt zeker de spreuk, dat uitzonderingen den regel bevestigen. Van mijn kinderjaren weet ik zeer weinig, alleen dat het stil was in ons hais, want de hofprediker, mijn vader, was een sombere, in zichzelf gekeerde man, wiens ernstigen mond ik nimmer zich tot een lach zag 8

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1907 | | pagina 1