ÏINO'S.
ionolist.
i'
4NGE
10.
yVwMtrs- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
VERVLOGEN GELUK.
Maandag 13 Mei 1907*
De taak der vrijzinnigen.
INRUILEN
ijgbaar.
(lies;
a-Bron,
terdam.
ierveer
KM.
iVo. 10330. Maandag 13 Mei 1907* 40ste Jaargang.
FEUILLETON.
9
d, Slijmhoest,
I
Telef. 4657.
i
HOOFDSTUK XI.
F
onoidératlon de
sto.
ikers ene. enz.
e.
Ules.
elceninp
roods
tiers.
terde fhbrleatle
’erbruiker van
inhoud der resp.
cademie national
ill.
ig-Extract
Teletosn No. 8*.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
GOÜBSCHE C01IB1NT.
Co.
oem", Den Haag
iliENUEL, Gouda
PINKSE Nieuwer,
eter. A. 8CHEEK
Veeumjk, P. v. t.
A RN. VAN DBB
P. KASTELEIN,
’•oop. Het klooster
vaarde.
De verkiezingen voor de Provinciale
Staten zijn in aantocht en het begint aan
weerszijden alweer merkbaar te gisten en
te spannen. Vrijzinnigen van allerlei
gading zijn gedwongen te hoop te loopen
en van de verkiezing van leden van in
hoofdzaak administratieve colleges te ma
ken een strijd tegen de kerkelijke coalitie.
Met andere woorden, het is nog steeds
de „christelijke” politiek die ons heele
staatkundig leven bederft en recht) zoo
wel als links al te ongelijksoortige ele
menten op een hoop drijft.
Pogingen om een partij-verdeeling te
krijgen in behoudende en vooruitstrevende
partijen zullen, het is onze vaste over
tuiging, alleen dan kans van slagen
hebben wanneer vooraf de kerkelijke par
tijen der Eerste, zoowel als Tweede
Kamer behoorlijk in de minderheid zijn
gebracht.
Eerst dan zal er weer met de heeren
te praten zijn. Zoolang echter de kans
nog zoo schoon staat om weer de meer
derheid in de Tweede Kamer te ver
krijgen, mag het cement der coalitie zoo
nu en dan een nieuw scheurtje vertoonen,
op instorten staat de zaak nog geenszins.
En hoe verderfelijk voor ons politiek
leven, begrijpelijk is zulks zeker. "Wie
toch voor alles noodig vindt „het pleit
„te voeren voor de eere Gods en heel
„het volk op te roepen om overal, op
„alle terreinen des levens, de souverei-
„niteit Gods te erkennen”, hij mag het
bejammeren dat zulks nadeelige gevolgen
heeft, die gevolgen komen toch in zijn
waardeschatting slechts in de tweede
plaats: zij bevinden zich op een lager
plan en men kijkt er over heen bij het
heerlijke uitzicht op een heel volk, dat
bereid is op alle terrein des levens de
soevereiniteit Gods'te erkennen.
Het ligt in den aard van ieder oprecht
geloovige om vast te houden aan de mo
gelijkheid om heel het volk te brengen
tot zijn eigen Heer of Kerk. In dezen
zin tracht iedere geloovige proselieten te
Wiesjemoei opende het venster, opdat de
verkoelende buitenlucht in de zoele ruimte
zon kunnen doordringen en haar verlris-
schenhet laatste avondglanzen zond zga
vergulde stralen naar binnen en met hen
drong een klank van een vrouwestem door
het venster, diep, krachtig, welluidend zoet,
zoodat ik verwonderd het hoofd oprichtte
en aandachtig luisterde.
Dat is het jonge dochtertje van de
overleden zuster van je vader, zeide Wiesje-
moei tot mij. Die bekommert zich al heel
Jrogisten in groote
derland, Frankrijk,
nje Rivier Kolonie
tailles bekroond.
geen kans meer is om ook door middel
van het staatkundig leven propaganda te
maken voor de „eere Gods”, dan spreekt
het vanzelf, dat de zuiver staatkundige
verschillen in den boezem der rechtsche
partijen niet meer te bepleisteren zouden
zijn.
Zoo zijn de vrijzinnigen dan bij de
Staten-verkiezingen wederom gedwongen
(laat ons het maar ronduit met een
gangbaren term erkennen) om anti-cleri-
caal te zijn. Zij zijn gedwongen om de
thesis (de stelling) van de rechterzijde
te bekampen, en zullen het zich getroosten
als het hun dan van die zijde wordt toe
gevoegd, dat zij de schuld zijn van de
antithesis, de tegenstelling wetende
dat men rechts vaak lang niet vies is
van wat men pleegt te noem'en straat-
jongensrepliek. Want wie de thesis stelt,
stelt daarmede vanzelf de antithesis, en
de antithese van wat men zelf gesteld
heeft, voor rekening te laten van zijn
tegenstander, en op hem van het stellen
van die antithese de schuld te willen
schuiven, behoort al mede tot de onuoo-
zelste verlegenheidsargumenten van de
rechterzijde.
Zoo zal dus wederom, hoe droevig het
ook is, de komende Statenverkiezing in
hoofdzaak beheerscht worden door de
antithese en is de reden van het samen
gaan van oud-liberalen, unie-liberalen en
vrijzinnig-democraten, uitsluitend te zoeken
in de noodzakelijkheid der bestrijding van
de kerkelijke coalitie. De drie vrijzinnige
partijen hebben bij alle verschil gemeen
de vrijzinnige gedachte, dat aan de
openbaring Of aan de kerk op staat
kundig terrein geen hooger gezag toe
komt, dan aan het toezicht van menschen
in het algemeen kan worden toegekend.
Zij zijn gezamenljjk' afkeerig van een
propaganda op staatkundig terrein voor
de „eere Gods” en achten de vermenging
van staatkunde met godsdienst in strijd
met de ware belangen des lands.
Er is dus geen sprake van een fusie
van de drie vrijzinnige partijen, maar
het is een verbond ter bekamping van
een gemeenschappelijken vijand. Het ge-
van mg FWég IIk wil mg wre
ken IO, mgn verwoest leven IAch,
waarom komt de dood niet tot mg om zich
mgner te ontfermen If...
Ik zocht zgn band en drukte die in de
mijne.
Vol ontzetting staarde Wiesjemoei op den
zieke, die thans uilgeput nederlag.
De zonden des vaders fluisterde zij.
Toen wischte zg hem het klamme zweet
van bet voorhoofd en luisterde aandachtig
naar zgn zacht, gejaagd gefluister, dat ik
niet verstond, en gaandeweg steeg tot waan
zinnig geschreeuw, dat afgrgselgk werd terug
gekaatst door de wanden van het overigens
zoo stille ziekenvertrek-
maken. En men meent, dat, wanneer
ook in het staatkundig leven de „eere
Gods” steeds op den voorgrond treedt,
hierin een niet geringe bevordering is
gelegen van godsdienstigheid in het al
gemeen.
Gegeven dus de eerlijke overtuiging,
dat alle menschelijke belangen, alle men-
schelijk geluk en ellende in het niet ver
zinken bij de „eere Gods”, dan heeft
men hier de verklaring van de anders
onbegrijpelijke uiting van den heer Van
Idsinga, die de nadeelige gevolgen van de
christelijke politiek erkende, maar ze des
niettemin noodzakelijk noemde.
In dezen gedachtengang dient Neder
land eerst „gekerstend” te Worden, voor
men zijn aandacht ten volle aan andere
belangen kan wijden, dient dus vastge
houden te worden aan die partijformatie,
die voor een doorwerken der „Christe
lijke beginselen” den gunstigep grondslag
bied, en staat zelfs het belang der „ker
stening” in verhouding tot de nooden der
samenleving als het eeuwige heil tot een
zeer tijdelijk ongeluk.
Het heeft ons altijd vergeefsche moeite
toegeschenen degenen, die aldus denken,
te willen terugbrengen van de dwalingen
huns weegs op politiek gebied. Ot men
ze al voorhoudt dat er van die „chris
telijke beginselen” op staatkundig terrein
in de practijk niets anders dan onge-
wenschte uitwerkselen te zien zijn, of men
al aantoont, dat alleen het conservatisme
profiteert bij de tegenwoordige partij-
verdeeling, of men al het logische tracht
aan te toonen van een nieuwe partij-
verdeeling in behoudende en vooruitstre-
venden, het moet aan de overzijde
alles afstuiten op de lagere waardeering,
die daar aan alle menschelijke dingen ten
deel valt zoodra er maar in de verte
sprake is van de „eere Gods”. Er is
naar onze meening maar één middel om
de kerkelijke coalitie uit elkaar te halen,
en dat is ze te overwinnen.
Wanneer aan de rechtsche partijen bij
en door de stembus goed duidelijk kon
worden gemaakt, dat er in Nederland
prachtige feesten en ontspanning hielden den
gebieder en zgn gevolg terug aan het Hof
van den vader onzer toekomstige Lands
vrouwe, een Franschen hertog, na verwant
aan het Koningshuis der Bourbons.
Zoo is het beloop der wereld hier
droefenis en weegeklaag, ginds feestgeschal
en bruidsgejubel
En in het kleine, sombere ziekenvertrek,
daar lag een jongeling machteloos ter neder,
terwjjl de prinses, die daarginds, in bet
Fransche land
Maar ik waagde het niet, daarover ver
der na te denken, en vestigde slechts, zoodra
injj de gedachte bekroop aan den geheimen
band, dia hen aaneenhechtte, ofschoon zg
voor eeuwig gescheiden waren, een schuwen
blik op het koortsig gloeiende aangezicht in
de blanke kussens.
Zie daar richt hg zich weder over
eind hg strekt de hand uit, als staat
iemand aan het voeteneind van zgn leger
stede, en met schelle stem, die mg door
merg en been dringt, roept hg uit
Ik zweer het, bg mijn wonde, bg de
pijn die mg verteert, bg alles wat mg heilig
is op aarde, bg de eer mijner moeder
Toen trok zgn gelaat zich krampachtig
samen en snerpend ontwrong zich de kreet
aan zgn hijgende bont
Ik heb geen moeder IWat wilt ge
18)
En toen men mg wilde wegzenden van
Koenraad’s sponde en zeide, dat ik rust
moest nemen, weigerde' ik standvastig
het was mg, alsof ik hem toebehoorde tot
in de eeuwigheid en hem nooit, neen nooit,
mocht verlaten.-
-De ziekte nam steeds in heftig
heid toe.
Wiesjemoei zat met tronwe bezorgdheid
aan het ziekbed, en onderwijl dacht ik aan
prinses Liselotte, of zg niet door angst ge
kweld werd om hot lot van hem, die zoo
duldeloos leed.
Maar boven, in het slot, was niemand
aanwezig, die denken kon aan hetgeen bij
ons voorviel. De hertogeljjke woning was
door haar bewoners verlaten. Alleen van
den toren wapperde de rood-witte vaan als
een zwijgende getuigenis van feest en jubel.
Want Zijne Hoogheid had éindelijk gehoor
gegeven aan den wensch zgner onderdanen
en ziqh een brnid gekozen. En prinses Li
selotte had hem begeleid, toen hg naar den
vreemde was gereisd tor verloving, en voel
Telefoon To.
A DVEli TENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des inidd.
vaar is in laatste instantie het kweken
van drijvers door het alleen zaligmakend
geloof. Tegenover dien vijand zijn wij
vrijzinnigen gedwongen ons te weren en
openlijk te getuigen, dat wij ons een
eigen levensbeschouwing willen opbouwen
zonder gebonden te zijn aan uitspraken
van kerk of Heilige schrift.
Dit openlijk te getuigen kan alleen dan
voor overbodig of tegen den goeden smaak
gehouden worden, zoolang de „Christenen”
hun geloof en hun dogma’s in den boe
zem der kerk houden. Aangezien echter
sinds lang de „Christelijken" hunne levens
beschouwing overal op den voorgrond
brengen, zonder dat wij verder komen,
is het de plicht der vrijzinnigen op staat
kundig terrein anticlericeal te zijn, waar
mede nooit kan gezegd zijn, dat zij zouden
willen aanranden de vrijheid van gods
dienst, maar wat enkel een verweer is
tegen het opdringen van „Christelijke
beginselen” in de staatkunde.
Zoo is het dus begrijpelijk, dat de ge
zamenlijke vrijzinnigen allen even sterk
verlangen naar de mogelijkheid van eene
omzetting van de Eerste Kamer. Niet
dat alle vrijzinnigen het der kerkelijke
meerderheid in de Eerste Kamer zoo
kwalijk nemen, dat zij met den Heer van
Houten minister Staal naar huis gestuurd
heeft, want inderdaad er zullen er onder
de oud-liberalen nog genoeg te vinden
zijn, die in hun hart dat nog zoo kwaad
niet vonden vanwege de veiligheid tegen
over den pbinnenlandschen vijand”.
Maar alle vrijzinnige partijen verlangen
om uit de impasse te geraken, wat niet
anders mogelijk is dan zoo noodig de
Eerste Kamer te kunnen ontbinden, met
de zekerheid daar een vrijzinnige tneer-
.derheid te verkrijgen.
Dat is het naaste doel en zoo alleen
is een vruchtbare werkzaamheid van het
tegenwoordige ministerie mogelijk. Maar
voor wie verder ziet, moeten deze Staten
verkiezingen toch slechts een voorspel zijn.
Wij zijn daarmede hoe wenschelijk het
zou zijn, van de antithese-politiek nog
niet af en al kan zij daarbij een stevigen
duw krijgen, noodzakelijk blijft het, dat
weinig om den dood van haar moeder I
De oude vrouw bukte zich uit het venster
en riep met gedempte stem, om den zieke,
die juist was ingesluimerd, niet te wekken
Hedwig, houd op met dat zingen I Het
is niet goed voor Koenraad I
Toen riep dezelfde stem naar boven:
-. Wel neen, Wiesjemoei, juist integen
deel t Moeder-zaliger werd veel rustiger
als ik begon te zingen!
En onmiddellgk daarop ving zg weer aan
met bet oude volkswgsje van den jongen
ruiter, die in den vreemde ronddoolde
In 't stadje verschijnen het ros en de rniter,
Met jubel begroet men den vrooljjken snuiter.
Met kransen bevlochten is zgn blondgelokt
[hoofd
Ei, beeft hg niet ’n meisken een roosje
beloofd F
Mgn vader is dood, m’n moeder mg ontvloden,
Mgn liefste heeft anderen haar kussen ge-
[boden.
Beter ware de dood mg in bloedigen strgd,
Dan zoo heel alleen zonder iets dat verblijdt.
Falber, mgn ros, waarom zie je mg aan F
Wijl niemand ons noodt mee ten feeste te
(gaan
(Wordt vervolgd.)