I ;ao Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. NTEN fabrieken tegen •ryzen. Vrijdag 17 Mei 1907. No. 10334. 46ste Jaargang. Buitenlandse!) Uverzicbl. VERVLOGEN GELUK. uOON, ogelle. igelgks Tench STER', ll KENNISGEVING chap meer. FEV1 LLETON. eonige afdoend I van .1 T B 13. t ongeëvenaard ndt gratis aan doen, een boek i monster. Het volkomen on- udentie in alle Soepkippen, gemeste Eend- gels, Fesanten n, Reevleesch soneureerende maakt franco VEER i iLLAnro !-lUaga*yn fitters verricht ING, Poe ier. RD AH. L 'd. POEDER nderbare eigen* tgenzin tot het sterken drank absint enz.) bü 1. Het COZA. nopgemerkt en de zoster of de het hem toe kan eten, en zonder iënt ooit behoefit dding te dankef heeft het huise* zinnen hersteld, aamte en oneer levenslostige en py herschapen i op den rechten kig gemaakt en et menig jaar Telefoi n No, 89. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per jiost 1.70. Afzonderlijke Noirnners V IJ F CENTEN. Iiancery Lane, en 172 Engeland En Ik kwam inderdaad. Hedwig was reeds lang boven, toen ik in de kamer verscheen. Wiesjemoei had rood wangige bellefleurs op de kachelpijp gelegd, de olielamp opgastoken en de pit zuiver gesnoten en nn zaten we met ons drieön om het vuur, gezellig en warm, terwgl bui ten een gure herfstwind de gele bladeren van de boomen joeg. Koenraad begon met een kleine inleiding. i.iii inii i: coiRivr. Inrichtingen welke gevaar, schade of HINDER KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van GOUDA. Gezien art. 8 der HINDERWET; Doen te. weten Dat zij vergunning hebben verleend aan J. Radder en zijne rechtverkrijgenden tot het op richten van eene fabriek voor houtbewerking, gedreven door eene stoommachine van 8 P.K., in het perceel aan de Karnemelksloot, wijk R No. 348, kadastraal bekend sectie A No. 3817. GOUDA, den 16 Mei 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS. De Secretaris, BROUWER. Wat ik 11 ga voorlezen is vervaardigd door een Engelschman, William Shakespeare, die in groot aanzien stond by het Hof van koningin Elizabeth. Het is een wonderschoon gedicht van liefdeleed en onwankelbare trouw, die door niemand is overtroffen. Romeo en Julia luidt de titel, en bet is in ’t Dnitscb vertaald door den doorlnchtigen landgraaf Georg II van Hessen-Dnrmstadt, bijgenaamd de Geleerde. Hy legde het boek op zyn knieëen en verhaalde, voor hy den tekst begon te lezen, met schitterende oogen van de heftige vij andschap, die tusschen de beide families der twee geliefden heersebte. Zy hadden elkaar, bij toeval, ontmoet ter gelegenheid van een feest en waren onmiddellyk voor elkaar in hartstocht ontgloeid. Toen las hy, en klankvol als reine muziek golfden de dichterwoorden door het vertrek, als zweefden zy op vleugelen. Als fllomeelen-zang ruischte het ons voor de ooren, by den groet van Juli 1 tot don geliefde „Zoo grenzeloos is myn minne, mjjn liefde zoo diep als de zee. Hoe meer ik geef, des te meer bezit ik, want beiden zyn grenze loos Ik leg al myn geluk aan uwe voeten en volg u door de gansche wereld als myn gebiedster {Wordt vervolgd.) even worden in Melk, Likeur, Water of in het r dat het noodig nkaard er iets van 22) Het werd tusschen die twee een spelletje uit kortswijl, daar geen van beiden de eerste wilde zyn om zyn geheim te openbaren. Eindelijk gaf hy toe. Het zyn de treur- en blijspelen een Griekschen dicht r, zeide hy. Toen begon zy te lachen, zoodat het als een zilverklank door de wanden werd terug gekaatst en Wiesjemoei in het voorbijgaan de deur opende om te zien wat er aan de hand was. Kyk eens aan, Koenraad, hoe mooi dat treft I Daarginds wordt een huis go* bouwd, waarin de treur- en blyspelen van den Griekschen dichter zullen worden opge voerd. Koenraad echter stemde met dien lach niet in. Hy ging weder voor het venster staan en zag aandachtig naar den arbeid der metse laars, die juist een marmerblok van een wagen laadden. Het was stil geworden in het vertrek. Thans «weeg ook Hedwig. Wie heeft je dat verteld vroeg Koen raad eindelijk. Een van de linnenmeiden uit het slot, antwoordde zij. Toen ging haar tongetje als een molenrad. Ik kan de gebeele geschiedenis haar fijn vertellen, precies zooals ik ze uit haar mond gehoord heb, want ik ben gisteren avond wel een uur by baar geweest. Ge moet weten, dat de aanstaande gemalin van onzen hertog uit Frankrijk komt van een Hof, waar bet zeer lustig toegaat. Daar wordt heel dikwijls komedie gespeeld, en de jonge prinses stelt geen enkel vermaak zoo boog als dit. Zy noemt het een edele kunst, die in staat stelt alle menschen, ook de meest beroemde en die reeds duizenden jaren dood zyn, zoo na te bootsen, alsof zy ’t zelf zyn. Nu bouwt de hertog haar ter eere dit huis, en moet ook reeds een too- neelspelerstroep hebben aangeworven, die daarin zal optreden tegen hooge belooning. De oude dienstmeid zeide my, dat de hertog zijn kamerheer heelemaal naar Dresden heeft gestuurd, omdat daar de beste acteurs wor den opgeleid; ook den bouwheer heeft by vandaar ontboden, want, moet ge weten, de keurvorst van Saksen heeft eenige jaren geleden een schouwburg doen bouwen, en nu wordt naar dat model hier lit theater gebouwd. O, ’t zal prachtig worden I ister van het Lige Coza poe gratia toege* Pieter Daens, de broeder van priester Daens, heeft gisteren in de Belgische Ka- Koenraad gaf geen antwoord. Hy begon weder, in diep gepeins verzonken, de kamer op en neer te loopen. Na een lange pauze vroeg hy: Je hebt nog nooit een tooneelspel zien opvoeren, nietwaar? En jy ook niet, is ’t niet, Chrisje? Jelui weet dus niet, hoe daarin gesproken en gehandeld wordt. Indien jelui er lust in hebt, komt dan van avond by my, dan zal ik jelui voorlezen. Zou vader dat wel goedvinden? bracht ik in het midden. Hy zag my met toornige blikken aan. Wanneer je te bang bent, laat ’t dan I zeide hy kalm. Daarop wendde hy my den rug toe. Ik gaf dadelyk toe. Vergeef mij, Koenraad, ik zal komen! Om die reden wilde Clemenceau dan ook niet de motie aanvaarden, die door Delcassé en zyn vrienden was ingediend, en die door de regeeringspartyen was goedgekeurd. De regeering meende daarin een uitnoodiging te zien, om tegen de „Confédération générale” op te treden, wat zy in stryd acht met de wet van 1884. Zy wil wel de leden ver volgen, zoo deze in stryd bandelen met de wet, zy wil de toetreding van ambtenaren by de „Confédération” beletten, maar zy wil niets doen om dien Bond van vakver- eenigingen te ontbinden. toerustingen na en verklaarde hy, dat het voorstel van Engeland geen aanleiding zal geven tot wrijvingen of geschillen. Hy be handelde daarna de vraag of het niet mo- gelyk zou zyn een formule te vinden voor vermindering der krijgsmacht, zonder dat daardoor de belangen van een of anderen staat geschaad worden. Volgens de opvat ting van Duitschland en Oostenrijk is zulks niet mogelyk, maar daaruit valt niet af te leiden, dat ook bun de vrede niet dier baar is. De heer Tittoni betuigde zyn blij vende ingenomenheid met het initiatief van Engeland, maar handhaafde zyn voorbehoud over de mogelijkheid om de plannen van Engeland practiscli ten uitvoer te leggen. Over het geheel zyn de verkiezingen in Oostenrijk Dinsdag kalm verloopen voor de 516 mandaten zyn meer dan 200 candidaten gesteld, en de uitslag der stemming wordt daardoor hoogst onzeker, want deze eerste verkiezing na de invoering van het algemeene geljjke kiesrecht, gepaard met kiesplicht, plaatst het land voor een groot vraagteeken. De invoering van het „Wahlschutzgesetz”, een wet tot bescherming der verkiezingen, maakte tevens een einde aan het propaganda maken voor candidaten in de onmiddellyko nabyheid der kieslokalen. Het voornaamste werk van de partijbesturen was het verschaf fen van kiezerskaarten aan de kiezers die deze niet hadden ontvangen. In Weenen alleen waren duizenden kaarten als onbe stelbaar teruggekomen. De kiesplichtwet bepaalt echter, dat ook de kiezer, die geen kaart ontving, verplicht is zyn stem uit te brengen, en wyst hem de middelen aan om in het bezit van een kaart te komen. Over den uitslag is nog niets te zeggen; van de resultaten in 516 districten waren er gistermorgen 87 bekend, die op een overwin ning van de democratische groepen wijzen. Maar eenige aanwijzing geeft gedeeltelijke resultaat niet. Aan alles moet eens een eind komen, zelfs aan een debat over de regeeringspolitiek in de Fransche Kamer. Een geheele week beeft dat debat geduurd, en tal van drama tische momenten zyn daarbij voorgekomen vooral de stryd tusschen Jaurès en de re geering was meer dan merkwaardig, evenals het antwoord van Aristide Briand op de aanvallen van Jaurès. Maar het merkwaardigste is de redevoe ring geweest die Clemenceau gisteren hield. Clemenceau zeide daarin beslist te weige ren iets tegen de „Confédération générale du Travail” te ondernemen, omdat hy dien bond volkomen wettig acht, en hy niet wil medewerken om de wet te schenden, ten einde een toevallige meerderheid te krijgen. „De regeering zal niets toestaan om aan bet bewind te blijven en hoopt, dat allen die haar niet willen volgen tegen haar zul len stemmen”, riep Clemenceau. Maar tege lijkertijd noodigde hy alle partyen uit de regeering te steunen in haar staatkunde van hervorming op sociaal gebied. Scherp trad Clemenceau op tegen de radicale groepen die hy beschuldigdetegen het kabinet te werken, niet om het openlyk ten val te brengen, maar om bet in ’t geheim te vermoorden I mer do regeering aangevallen. Hy verweet het voorgaande Kabinet, dat het zich mis dragen had jegens de Kamer in zake de forten van Antwerpen en het parlement had beleedigd, door de mynwet in te trekken. Waar tegenover staat, dat het ministerie-de Smet niets heeft gedaan voor de werklieden, die voortgaan slavenarbeid te verrichten voor hongerloonen. En de belastingen zyn toegenomen. Wat kunnen wy verwachten van het nieuwe ministerie Het zal ons het algemeen stem recht niet brengen. Vyftien jaar geleden zoo klaagde de christen-demokraat Pieter Daens vyftien jaar geleden hadden do christen-demokraten een aantal uitstekende mannen in hun gelederen, die allen hervor ming van bet kiesrecht verlangden; z(j heb ben hun meening van vroeger verloochend. De bisschoppen en de heer Woeste hebben de schoone hoop van vroeger jaren doen vervliegen, en wie nog op christelyk-demo- kratisch standpunt durven blyven staan, worden vervolgd in hun particulier bestaan. Men laat ze verhongeren. En toch zullen de nieuwe denkbeelden zegevieren. Onlangs heeft men er een aanwijzing voor kunnen zien, toen 19 katholieken, met de socialisten, voor het amendement Beernaert gestemd hebben. Pieter Daens eindigde met een toespraak tot de twee demokratische ministers Renkin en Helleputte. Hy vroeg deze twee, of zy hun best wilden doen, het heele ministerie en de clericale party tot algemeen stemrecht over te halen. Laten zy zich toch onttrek ken aan den verderfelyken invloed van den heer Woeste, den boosdoener, die thans ju belt terwyl zjjn vijand, priester Daens, arm en verlaten in doodstrijd ligt. Later op den dag is Woeste veel aan hot woord geweest. Hy ontkende, dat het ver schil van meening onder de katholieken iets te beteekenen zou hebben. Oude rechter zijde en jonge rechterzijde, dat zijn slechte woorden, zyde Woeste. Wy zyn conserva tieven. Wy zj)n de democraten in den waren zin des woords. De linkerzijde lachte herbaaldelyk terwyl Woeste aan het woord was en Pieter Daens kon niet nalaten op een gegeven oogenblik te roepen: houd je dan toch stil, man! wat nieuw gelach veroorzaakte. Woeste stak vinnig terug en sprak over allerlei staatkundige plobiemen zyn meening uit. Over persooonlyken dienstplicht zeide hy, dat het voert naar het programma van de socialisten en naar de opheffing van de legers. Uitbundig prees hy de voortreffe- lykheid van het bijzonder onderwijs. Wat heeft dat allemaal met de regeerings- Reuter seint uit Rome d.d. 15 MeiBy de behandeling van de begroeting van bui- tenlandsche zaken hield minister Tittoni een groote redevoering, waarin hy herinnerde aan de verklaringen over de buitenlandsche politiek, door hem afgelegd in December 1906 en bevestigde, dat het onderhoud te Rapallo, het bezoek te. Athene en de bijeenkomst te Gaëta de verwezenlijking en bevestiging van die verklaringen waren. Hy ontkende, dat deze gebeurtenissen de uit vloeisels zyn van kunstmatige combinaties, er is harmonie tusschen deze gebeurtenissen, die slechts de vreedzame, loyale en met suc ces bekroonde politiek van Italië bevestigen. „Over de samenkomst te Gaëta”, zoo ver volgde de minister, „is hier gesproken door staatslieden, die beweerden dat ons verbond met Duitschland onvereenigbaar is met onze vriendschap voor Engeland, de laatste redevoering echter van prins Bülow moet iedere vrees hebben weggevaagd en de oude formule van onwrikbare getrouwheid aan bet Drievoudig Verbond, van oprechte vriendschap met Frankrijk en Engeland, en van hartelyke betrekkingen met alle mogendheden blijft steeds de richtsnoer van onze politiek. Onze betrekkingen met Oostenryk-Hon- garye zyn uitstekend, dit zal nog nader worden bevestigd door het bezoek van baron Aebrentbal. Minister Tittoni rechtvaardigde daarna nog de reis van den Koning naar Athene, door te wijzen op de sympathie, die beide volken verbindt. Daarna de Haagsche con ferentie besprekend, ging de spreker de ge schiedenis van de inkrimping der krygs- Spreek-, Biur idingeo. idt, wende zich De groepen van het „bloc” hebben gisteren weder vergaderd en toen de motie-Delcassé, die zy Maandag hadden goedgekeurd, weder verworpen. Delcassé diende zyn motie toen in by de radicale party, maar deze verwierp haar eveneens, na de bestrijding van Sarrien, die het niet ridderlijk vond op die wyze een kabinetscrisis te doen ontstaan. Zoo stonden dus de groepen, die de regee ring steunden, gisteren in het vuur, zonder parool. Tydens de zitting werd een motie opgesteld door Manjan, waarmede verschil lende partijleiders zich vereenigden. De regeering verklaarde die motie te aanvaarden. Zy luidde \„De Kamer keurt de verklaringen der regeering goed en verwerpt elke toevoeging.” Na een langdurig debat over den voorrang en over de beteekenis der twintig ingediende moties werd ten slotte, nadat de vergadering ruim acht uur geduurd had, de motie-Maujan aangenomen met 342 tegen 210 stemmen. De geh ’ele rechterzijde en een groot deel der uiterste linkerzijde stemde tegen. Het kabinet-Clemenceau is voor het oogen blik gered. Voor hoelang Telefoon No. 69 A OVER TENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Ad verten tien tot 1 uur des midd. 8

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1907 | | pagina 1