vorm !NO‘S. lNGE JNOLIST. |j worm 'i Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken, VERVLOGEN GELUK. Maandag 3 Juni 1907. No. 10347. INRUILEN jgbaar. vei «glijders Kouda. onstwerk en 4 nnr, 46ste Jaargang, )en Haag. KENNISGEVING. ïA'lrv De militaire quaestie bij de Statenverkiezingen. FEUILLETON. K fen bladen. Mkrackte». van Telef. 4657. HOOFDSTUK XX. I ÏINKMAN 4 Zi jg geneest, lectoren. Tuning rood» term .re vloeistoffen i werkelijke hulp r briefkaart word oegezonden door Za’tbommel. t-Bron, erdam. Dit No. bestaat uit twee EERSTE BLAD. hi I.OI IMII i: HIIIH\T. EL, E. H. VAN 2 d IJsseli A. N CHEER, Haai- D. v. n. STAR, A db GROOT, IR, Bemchop. tooster Sancta bittersten dag mijns levens welkom hadden gebeeten 1 Het overmant m|j, dat verleden, met al zijn smarten, verjaagt mg nit het kamertje, naar beneden in den tuin, en vandaar naar den eenzamen weg in het bosch en lang, lang duurt het, eer ik in staat ben huis waarts te koeren Telefoon No. AD VERTE N TIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. dien aard in de „hooge vergadering” zullen zijn aangeland. Krasser was echter de houding der Eerste Kamer bij de behandeling der van minijtqr Staal, nfegeerijjgs- le richting vormen èn haal reeds aok ieder ikfenis, ge- ly toen hij Inrichtingen welke gevaar, schade of HINDER KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS 5 Gouda, Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet: Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secre tarie ter visie is gelegd een verzoek met bijlagen van den Wd. Directeur-Generaal der Maatschappij tot Exploitatie van Staatsspoorwegen te Utreeht om vergunning tot het maken van eene inrichting voor het reinigen en zachtmaken van water tot voeding der locomotieven op station Gouda, op het perceel Kadastraal bekend Sectie H no. 1079. Dat op Vrijdag den 14 Juni 1907, des pa- middags ten il/9 ure op het Raadhuis gelegenheid is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te brengen en dat gedurende drie dagen vóór dien dag op de Secretarie der Gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan worden kennis genomen. Gouda, den 31 Mei 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS, De Secretaris, BROUWER. 4e „Standaard” slagen in haar beweren „De militaire quaestie is nu losgelaten en de antithese van links weer op den voorgrond geschoven”. De militaire quaestie is niet losgelaten en zal ook niet meer losgelaten worden, eer de oplossing is verkregen. Nu dient in het oog te worden gehouden, dat de quaestie van het blijvende gedeelte, waarin minister Staal was betrokken, slechts zijdelings met de hervorming in de richting van een volksleger had uit te staan. In het volksleger wordt de man alleen voor oefeningen onder de wapenen gehouden. Voorzoover nu het bjijvend gedeelte werd afgeschaft of beperkt, was dit een toevallige stap in de richting van het volksleger, daar vaststaat, dat het blijvend gedeelte er niet voor oefening is. Het was dan ook meer een maatregel v*n bezuiniging en van vermindering der persoonlijke lasten, die ten slotte zoo ge ring is, dat daarover niet al die strijd zou kunnen gestreden zijn. Een diepe achtergrond het volksleger maakte de kampen over en weer zoo strijdlustig. De militaristen begrepen heel goed, dat afschafffing van het blijvend gedeelte weer een argument minder voor het bestaan van hun kasteleger zou zijn en dat voor alles de man, die een begin, zij het ook een bescheiden begin, maakte met de legerhervorming, moest worden verwijderd van het Plein. Vandaar, dat kleine ver beteringen onschuldig als iets werden opgeblazen tot aanrandingen van onze weerbaarheid en met minister Staal niet veel anders meer te doen viel, dan eene vervolging wegens landverraad. Het is gebleken, dat de Eerste Kamer niet er voor terugdeinsde om de militaire hervorihingen tegen te houden en wel, zooals het in Februari jl. heete, om prin- cipieele redenen of, zooals het in het gezicht van de stembus wordt genoemd, omdat de zaak niet voldoende voorbereid was. Alsof ooit de Staten-Generaal met de „uitvoering” der wetten zouden zijn be last I Tot nog toe .draagt daarvoor de Re- oorlogshegrooting van minister Deze minister, die volgens het rtgeerii programma èn ons legeren de van het volksleger zoude hervon waar mogelijk, wilde bezuinigen, hoÖ reeds een aantal maatregelen, zij het dok ieder op zich zelf van geringe beteel troffen om gelden te bezuinigeii op de begrooting voor 1907 geen gelden uittrok voor het blijvend gedeelte bij de bereden wapens en veel minder gelden voor dat bij de onbereden wapens. Blijkens de toelichting wilde hij het blijvend gedeelte bij de bereden wapens afschaffen en bij de onbereden wapens zeer sterk verminderen. Reeds voordat de begrooting in be handeling kwam, vroeg de inspecteur der cavalerie, generaal Smeding, op grond van ’s ministers plannen, met den noodi- gen ophef ontslag uit den dienst. Dra Teletoin No. 69. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VU F CENTEN. In den regel hebben onze Provinciale Staten met het militaire vraagstuk niets uit te staan. De defensie des lands is niet als tijdens de Republiek nog ten deele eene gewestelijke zaak, maar uit sluitend aan de zorg van den Staat op gedragen. Het klinkt daarom zonderling, dat thans bij de a.s. Statenverkiezingen het militaire vraagstuk een rol speelt en nog wel een belangrijke rol. Toch is dit het geval, maar vindt alleen verklaring in het feit, dat onze Provinciale Staten tegelijkertijd kiescolleges zijn voor de leden van de Eerste Kamer. Zoo het ooit duidelijk kan worden, dat deze functie een verderfelijken invloed op de samen stelling der gewestelijke besturen uitoefent, wier eigenlijke taak is de provincie te besturen, dan moet dit nu het geval zijn. Intusschen zoolang de Provinciale Staten ook de leden der Eerste Kamer kiezen, blijft de mogelijkheid bestaan, dat de Statenverkiezingen haar gewicht bijna uit sluitend ontleenen aan landsbelangen, wier behartiging niet aan de Staten zelf, maar aan de Eerste Kamer is opgedragen. Nu heeft de Eerste Kamer in den laatsten tijd meer van zich doen spreken dan gewoonlqk van eene oude juffrouw pleegt te geschieden. Vooreerst heeft zij zich over het arbeids-contract uitgelaten op eene wijze die tot eenige bezorgdheid aanleiding geeft. Immers dit zorgvuldig voorbereide wetsontwerp werd in de Tweede Kamer na breedvoerige discussiën en een tot in alle bijzonderheden door dringend onderzoek aangenomen met alge meene stemmen, uitgezonderd die der sociaal-democraten, wien het ontwerp niet ver genoeg ging. Eindelijk had dit ont werp in onzen Senaat algemeene sympathie moeten verwerven, doch inplaats daarvan verschijnt eene van vele zijde» hoogst ongunstige beoordeeling, getuigende van eene tegeningenomendheid met sociale wetgeving, welke ook weinig medewerking belooft, zoodra andere wetsontwerpen van leger, legerhervorming in de richting van 36) Met beklemd gemoed betrad ik Koenraad’s kamer. Waarschijnlijk had hg mijn kloppen niet gehoord, want hg zat voor zijn schrijftafel, gebogen over een aantal folianten en ma nuscripten. Hij schreef echter niet, doch las, en zjjn donkere lokken waren hem over het voorhoofd gevallen, zoo ijverig was hij bezig. Ik trad bijna geruischloos op hem toe, en toen ik over zjjn schouders keek, viel on willekeurig mjjn blik op een boekje, dat op dea opengeslagen bjjbel lag. En ik las: Antigone een Grieksch treur spel van Sophokles in het Duitsch vertaald door Ik was niet in staat den naam te lezen, want schrik en ontzetting verduisterden mjjn oogen. Stil legde ik de bevestigingspreek op de tafel en ging heen. Koenraad bewoog zich niet en toen ik de deur sloot zat hg nog in dezelfde houding en (taarde als wezenloos in het verboden boek. V Twee dagen voor Pinksteren, toen do Mei- boomen reeds voor de huisdeur en in het portaal prijkten on liefeljjkeu geur verspreid den, zat ik met Hedwig in den tuin. Wij vlochten kransen, die den kansel moesten versieren, waarop Koenraad voor de eerste maal zou staan. Haar handen beefden, toen zjj de rozen en bloeiende ran ken om bet groene loof wond; zjj deed alles zeer zennwachtig en eindelijk vroeg zjj: Valt het jo niet zwaar, Christiane, een mensch vergiffenis te schenken, die je bittere smart heeft aangedaan f Zjj zag mg met een vreemden, bewogen blik aan, en haar boezem hijgde zwaar on der bet bruine wollen lijfje, dat baar nauw omspande. (Wordt eenolgd.) Ondanks mgn ervaringen ging alles met rustige kalmte verder in ons huis, want mg ontbrak de moed Hedwig aan te klagen wegens baar ongehoorzaamheid en durfde evenmin den vrede verstoren in de harten mgner ouders door te zeggen, dat Koenraad wist wat zjj had gedaan. Ik kon echter niet verhinderen, dat het mjj treurig te moede werd en ik diepe zuchten slaakte en steeds meer verlangde naar het heilige Pinksterfeest, in de mee- ning dat, wanneer ik maar eerst Koenraad’s openljjk verklaarde verlooide was, zich alles ten goede zon koeren. Zjjn teruggetrokkenheid schreef ik nog steeds toe aan zjjn overdreven angst voor zjjn eerste spreek en voor het gewichtige ambt, dat hem wachtte. Toen de laatste week voor Pinksteren was aangehroken, werd ons heele huis ten onderste boven gekeerd. Wiesjemoei was zeer slecht geluimd, zooals zjj gewoonljjk was wanneer zjj veel te doen had, en haar sleutelring maakte meer rumoer dan ge- woonljjk. Dan was zjj boven op de vliering, dan weer klonk haar stem uit den kelder. Zg heeft den schoonmaakdulvel in het Igf I bromde vader, maar hg was toch niet boos, want hy zeide schertsend tot mjj, dat hfct Volksleger. Weliswaar heeft men het bij de dezer dagen gehouden interpellatie Van Houten doen voorkomen, alsof de Eerste Kamer de begrooting had ver worpen, omdat de technische uitvoerbaar heid van ’s ministers plannen niet vast stond, omdat alles te overhaast en niet voldoende voorbereid ging, doch dit kan men niet volhouden. Daar tegen spreken de toen gehouden redevoeringen en het feit, dat de minister juist had toegezegd, dat hij voor 1 April de gegevens zou verstrekken, dat zijne plannen wel uit voerbaar en wel voorbereid waren. Het praatje van sommige senatoren van rechts, dat zij wel voor de afschaffing of beper king waren, maar ditmaal moesten tegen stemmen, omdat alles te gehaast ging, is dan ook juist een gladheidje bij de a.s. stembus. Neen, de Eerste Kamer heeft in Februari j.l. om principieele redenen de begrooting van minister Staal vei» worpen. En evenmin als het de heeren senatoren van rechts zal gelukken, hun praatje ingang te doen vinden, zal ook op zulk een gewièbtigen feestdag alles moet blinken van reinheid, niet allepn ziel en ge moed, maar ook datgene wat ons stoffelijk omringt. En zoo heerschte er een vrooljjke drukte in huis; de kamers blonken van reinheid; provisiekast en kolder waren goed gevuld, zooals anders slechts tegen Kerstmis de gewoonte was, en moeder bakte en kookte nog steeds door, want wij verwachtten veel bezoek van vrienden en verwanten. Zeer veel, dat ik toen beleefde, is ondui delijk geworden en vaag in mjjn herinnering. Dat ééne echter staat duidelijk voor mg, scherp omljjnd in al zjjn treurigheid. Niet de kleinste Inzonderheid ontbreekt in mjjn geheugen, van dat uur, dat mij ellendig maakte voor langen, bangen tjjd. Hoe dikwijls droom ik nu nog den be nauwenden droom, hoe dikwijls verdwijnt het heden en boeit mjj het verleden in zulk een mate, dat ik het weder doorleef met dezelfde duldelooze smarten! Dan wordt het levendig om mg in het eenzame vertrek, dan tikt de klok weder luid en duidelijk dopr de stilte, dan ruischt de wind weder door de takken dor linde- boomen als toenmaals! Dan klinken mg wederom do woorden In de ooren, die mg het hart hadden gebro ken, en lolden de Ptakiterklokken, die den volgde nu in de pers een geweldige strijd tegen minister Staal, die, voortgezet in de Tweede Kamer, eindigde met aanne ming der oorlogsbegrooting, nadat de minister had toegezegd vóór 1 April j.l. de noodige gegevens aan de Kamer te verstrekken om te doen zien, dat zijne plannen technisch uitvoerbaar waren of zoo hem bleek dat het niet ging, die plannen op te schorten. Niettegenstaande deze toezegging, ver scheen er een afdelingsverslag der Eerste Kamer, zoo scherp als wellicht te voren nimmer was geschied. De openbare beraadslaging na het be sliste antwoord van den minister, was niet minder scherp en eindigde, ondanks de verklaring van den minister De Meester, dat deze zaak het geheele Kabinet raakte, met verwerping der oorlogsbegrooting. De Eerste Kamer gaf daarbij onom wonden te kennen, dat zij van eene ver mindering van persoonlijke en finantieele lasten niet wil weten, wanneer daarmede gepaard gaat de democratiseering van het

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1907 | | pagina 1