orin 8 Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Maandag 17 Juni 1907. 46ste Jaargang. II orm Strijd is plicht. FHU1LLETOX. NAAR VEILIGE REEDE. i Haag. i y No. 10359. KENNISGEVING* Rechts i I rachten. doelstollen onze rl J k' 1 v m. Gouda. ,’eneest. ren. uiten van 1N CATZ ngslijsten ssements- te Gouda >ze inzage n. E. H. VAN rJssely A. N ER, Haas- d. STAR, je GROOT, Benschop. erSancta Mil IN IIi: ÏOIRANT BURGEMEESTER en WEMHOUDERS van GOUDA, brengen ter algeraeene kennis, dat op Maandag den 17n Juni aanstaande, aanvangendedcs voonniddags ten 10 nre, eene Algemeens Collecte met open schalen aan de huizen zal geschie den’ ten behoeve van het Fonds tot aanmoe diging en ondersteuning van den Gewapenden Dienst in de Nederlanden. Namens de Commissie van bedoeld fonds brengen zjj den ingezetenen in herinnering, dat de Collecte plaats heeft, niet om datgene te doen waartoe de Staat verplicht is, maar om Buitengewone Belooningen uit te reiken aan hen, die bjj de verschillende oorlogen, zoowel in 1815 en 1831 als by die in onze Oost-Indische bezittingen, lijf en leven voor het Vaderland hebben veil gehad, waarom zij vertrouwen, dat een ieder door het schen ken van eene milde gift zal willen mede werken tot bevordering van het goede doel. Gouda, }5 Juni 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS. De Secretaris, BROUWER. onder de oude lindeboomen. In de donkere schaduw gaat zjj dieper het park in; uit het kleine prieel, waar zjj voorbijgaat, klinkt halfluid gelach en ge fluister Mijn Lise, mjjn schatje 1 hoorde zjj een mannestem zeggen, -- Lise! zucht Dodo smartelijk. Lise met haar minnaar ik wist niet, dat die yroolijke meid een vrjjer had Ja, die is nu gelukkig, hij zit naast haar. en ik! Ach, lag ik maar in het familie graf, bij mijn moeder Hoor, daar klinken haar de tonen van een harmonika in het oor 1 Lise’s vrijer speelt zijn meisje een liedje voornu valt Lise zingend in. Dodo ver staat elk woord, begeleid met een eenvoudige, ietwat sentimenteele volksmelodie De oude barones kon den slaap niet vatten. Allerlei vermoedens drongen zich bij haar op. Wat scheelde haar lieveling toch? Het was haar gisteren niet ontgaan, dat Herman en Dodo steeds in eikaars gezel* „Ik ben nu zoo treurig, zoo bitter bedroefd, Ik heb niemand ter wereld, die mijner behoeft, Dood is mijn moeder, mijn liefste is heen, Hjj heeft in den vreemde ’n and’re gevreön Nu weent Dorothea B’n And’re gevreön,” herhaalt Lise. Het leed was ook zoo treurig en met den zakdoek tegen bet gelaat gedrukt, zinkt Dodo op het vochtige gras neder en legt het hoofdje tegen den stam van een lindeboom. Teletot n A o, 82. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Z->r.- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1,25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nemmers VIJF CENTEN. 1 5) Mevrouw de barones laat vragen, of do frenle uitgerust is boodschapt eensklaps de oude dienstmaagd. Ach neen, antwoordt Dodo zonder het hoofdje nit het kussen op te heffen. Ik Iaat grootma verzoeken mg te verontschuldigen. Ik heb zulk een hevige hoofdpijn, goede Christiane! Ga, zeg het toch ik kan ook niets eten ik wil alleen maar slapen 1 Zjj was weder alleen met haar droeve gedachten. Langzamerhand werd het duister en eindelijk stond zjj op, trad aan het venster en drukte het hoofdje tegen het ruit. Juist kwam de maan te voorschijn en zag lachend neder op het liefeljjke landschep. Zjj opende beide rameneen wonderlijk zachte en geurige lucht stroomde haar tege moet. De linden ruiken zoo heerlijk 1 fluisterde zjj zacht. Een oogenblik aarzeling, toen sloop zjj de deur uit, bereikte ongezien het terras en (tend weldra diep ademhalend in den tuin Als een mensch in het nauw zit is hij allicht evenzeer geneigd tot malle dingen als de kat in het spreekwoord. En als de verkiezingen voor de deur staan of reeds op den drempel, dan is er een 'kerkelijke pers die voor niets staat. Dat is ook nn weer gebleken. Wij nemen daarbij het begrip „pers” in engeren of ruimeren zin en rekenen er in het laatste geval ook toe de pam fletten die van kerkelijke zijde in duizend tallen worden verspreid. Zeker, als vele verkiezingspamfletten is dat een nameloos goedje, en veroorlooft zich een spreker of debatter van vrij zinnige zijde het de heeren van rechts Onder den neus te duwen, dan hoort men het doorgaans met groote verontwaardi ging verloochenen. Intusschen blijft het de kiezers bereiken en wordt niets gedaan om zich den blaam van leugen en laster metterdaad van den hals te schuiven. Het argument waarmede men dan, vooral ten plattenlande, den eenvoudigen boer of ambachtsman of arbeider van de vrijzinnigen tracht af te houden of tot db kerkelijke coalitie te brengen, is dat de vrijzinnigen gedreven worden door geloofshaat, en dat zij, eenmaal het be wind vast in handen hebbend, de geloo- vigen zullen belagen. Dat die verdachtmaking vloekt met de historie, doet er minder toe. Men speculeert er op dat de gewone burger noch ’s lands geschiedenis, noch 'die der wereldbeschaving voldoende kent. Dat is doorgaans ook zoo, en men heeft licht-gewonnen spel. Niet slechts in pamfletten wordt dit helsche vuurtje van godsdiensttwist ge stookt. De kerkelijke dagbladpers doet er braaf aan mee. Vooraan natuurlijk de „Standaard”. Dat heft dan een klaagzang aan van „verdrukking” en- „vervolging”, zóó in- droevig dat men heusch medelijden krijgt met'de consciëntie van den schrijver die aldus, tegen beter weten in, zijn groot talent verlaagt tot demagogie van de ergste soort. Of moet men aannemen dat er inder daad een volkomen gemis aan historische kennis is aan de rechterzijde Is men vergeten de eeuwenlange wan hopige worsteling tussch’en de gelopven, die nóg voortduurt, ondanks, alle op winst beluste politieke coalities? Weet men niet dat de volmaakte vrij heid van geloof die in West-Europa thans algemeen wordt aanvaard, tegen de cleri cale heerschzucht van verschillende kleur is doorgezet door de liberalisten? En is men van protestantsche zijde er zich zoo weinig meer van bewust dat het protestantisme zijn oorsprong vond uit de grondgedachte die nu in alle landen door de linksche partijen moet verdedigd wor den ook tegen de protestantsche geest drijvers in, nL de vrijheid der persoon lijke overtuiging, ook in zake des geloofs Daaraan te moeten herinneren, zoo Telefoon No. 8# ADVERTENTIEN worden geplaatst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. noodig scherp en nadrukkelijk, is een droeve plicht voor den waren vrijzinnigen. Maar een plicht die niet ontloopen mag worden, al kan hij slechts noode worden aanvaard. Niets zouden de vrijzinnigen liever willen dan het verleden te laten rusten. Om dat er voor hen beschaming in ligt Dat allerminst. Maar omdat zij liever den blik Slaan naar de toekomst. Omdat zij vooruit willen en de strijd voor den voor uitgang heel het denken en handelen in beslag behoort te nemen. Dat dit niet mogelijk nog is; dat tel kens en telkens weer de strijd wordt overgebracht op een terrein waarop niet gestreden behoorde te worden, toont juist hoe noodzakelijk het is een eind te maken, kan 't zijn voor go<;d. aan de verderfe lijke antithese-leuze. Twee wijzen gaf „De Nederlander” onlangs aan, waarop een dergelijk „shib boleth” uit den weg kan worden geruimd. Als de eerste noemde het blad dat men de tegenpartij een definitieve neder laag toebrengt. 1 -Oe—tweede is deze: dat men andere vraagstukken naar voren tracht te brengen. Het featste middel is zeker het beste. Ook volgens „De Nederlander”. Ook naar onze meening. Maar dan kan de liefde niet van één kant komen 1 Wat baat het of wij de rechterzijde sinds jaar en dag toeroepen Staakt toch uw politiek, die scheuring brengt onder het volk. Er is zooveel te doen om de nooden te lenigen, om te zwaren druk te verlichten, om licht te brengen waar zooveel duisternis nog is. Wat baat het of wij oproepen om met ons te arbeiden aan de gezonde ontwik keling van ons staatsleven, van maatschappelijke verhoudingen Daar zijn groote vraagstukken die steeds dringender om oplossing roepen en voor die oplossing is noodig dat de voorstan ders van rechts en van links niet tegenover elkaar blijven staan, maar zij aan zij den strijd aangorden voor den vooruitgang. Daar is het kiesrecht. Rechts schuift het ter zijde voor de antithese. Daar zijn de sociale wetten, heeft liever den schoolstrijd. Daar is de verlichting der militaire lasten. Rechts volhardt in de antithese coalitie. Zoo ging het onder Kuyperiaansch bewind. Zoo gaat het nog altijd en zoo zal het blijven gaan. Totdat het eerste middel van „De Nederlander” zijn werking zal hebben gedaan. Totdat het gelukt zal zijn de antithese- partij voor goed te verslaan, haar door de kracht van het stembiljet te toonen dat de antithese bij het Nederlandsche volk geen genade kan vinden. Eerst dan zal de tijd gekomen zijn waarop de oogen en de ooren aan de rechterzijde zullen opengaan, eerst dan zal men de teekenen des tijds leeren zien, de roepstem van het volk verstaan dat vraagt, dat roept, dat eischt voorziening in lang gevoelde behoeften. Nu wij dit schrijven, hebben wij reeds een gedeelte van den strijd meegemaakt. Nog is de geheele uitslag niet te voor zien, niet met zekerheid te voorzien. Wij kunnen nog slechts hopen, op de herstemmingen Dit alleen weten wij, dat de rechter zijde een hoog, een gevaarlijk spel speelt. Zij schijnt niet te kunnen beseffen dat de vrijzinnigen strijden voor pen schoon ideaal, dat van .oudsher was het ideaal van ons volkde volle vrijheid voor iedere overtuiging, voor iedere meening, geloovige als ongeloovige. Er zal een tijd komen dat de strijd bitter en zonder genade zal moeten wor den gestreden. Geen vrijzinnige die dit wil, die er niet voor huivert. Dien bit teren strijd te voorkomen, is juist ons eenig streven en zal dat steeds blijven. Maar daarvan mogen wij dan ook niet aflaten. Dat streven eischt aller kracht en inspanning. De antithese moet weg om voor scher per antithese ons volk te bewaren. Om in te luiden een tijdperk van rustigen schap waren, dat, als het meisje danste, zgn oogen haar overal volgden, dat zjj er zoo gelukkig had uitgezien En heden die schrik, dat bleek worden, toen haar zijn vertrek werd meegedeeld 1 Ook Horman was, toen hy afscheid nam van de oude dame, zeer terneergeslagen geweest en het scheen wel, dat er tusschen vador en zoon een ze kere koelheid heerschte. En toen zjj haar kleinzoon gevraagd bad, hoe hg zoo opeens tot dat besluit was ge komen, had hg geantwoord Papa wil liet zoo. Toen beet hg zich op de lippen, zgn blik ken dwaalden nog even zoekend rond, en daarna fluisterde hg zacht: Groet Dodo duizendmaal. Daarop waren bjpden vertrokken, terwijl de baron haar nog gezegd had, dat hg haar eerstdaags wenschte te spreken. Dos Dudo en Herman hadden elkaar lief gekregen Maar dat was immers ónmogelijk) Dodo, dat kind, wier gouvernante pas vgf weken geleden ontslagen was! Neen, wie weet, wat er tusschen vader en voon was voorgevallen. Zjj kende den baron en diens onbuigzaren wil, waarvoor zjjzelf me nigmaal bad moeten zwichten. (Wordt wnolffd.) Daar klinkt het achter haar: Freule DorotheaWaar blijft u P In bet heele huis heb ik u gezocht, en in den tuin ook. Mjjn hemel, zit n daar op den grond P U zult koü vatten Dodo richtte zich op en haar betraande oogen staarden naar de oude vrouw Selle, die haar met ontzetting aanzag. - Maar lieve freule, uw dun japonnetje is beelemaal nat van de dauw; banden en hoofd gloeien Maak dat u naar bed komt!... Drinkt Camilla... Wacht, dat zal u troostenHg heeft mjj het briefje van ochtend voor n gegeven met de harte- Ijjkste groeten. Ik heb er den geheelen dag mee rondgeloopen eer ik u vond Maar nu gauw naar bed! vermaant de oude nog eens. Maar dat was overbodig, want Dodo is reeds ver weg en vliegt, met den brief aan haar borst gedrukt, naar het slot, zoodat Lise on haar vrjjer bijna meenen een geest te zien, die in de maneschijn voorbijzweeft.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1907 | | pagina 1