aal
DE BANKNOOT.
td.
Mewws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
No. 10380.
Donderdag II Juli 1007.
Bultenlandsch Overzicht.
ne
FEUILLETON.
m.
I
i
'g-
an
hl,
46 ste Jaargang.
IX.
4
De Temps verneemt uit Rome
De landeigenaren in de buurt van Ferrara
hebben bet ultimatum dqr arbeiders, die on-
middellijke loonsverhooging eischton, afge
wezen. De poging om een schikking te treffen
is dus opnieuw mislukt.
Er hebben weer drie arrestaties plaats
gehad in verband met een moordaanslag op
een niet slakenden lahdarbeider.
De kamer van arbeid te Milaan heeft zich
tegen de algemcene staking verklaard.
Er is in de berichten over de moordaan
slagen in China ecnige tegenstrydighejd, welke
het moeilijk maakt, te zeggèn of één dan
wel twee politieke aanslagen zyn gepleegd.
Waarschijnlijk is slechts één moord voor
gevallen. Het slachtoffer was En- Ming, de
gouverneur van Nang-kwei. De daad moet
dan zyn gepleegd te Nang-kin-foe. De op
volger van den vermoorde is reeds benoemd.
De hoofddader, een hooggeplaatst politie
ambtenaar, werd gevat en onthoofd.
Reuter seint uit Londen, 9 Juli.
De minister voor Indië John Morley ver
klaarde heden in antwoord op een desbe
treffende vraag, dat algemeen erkend wordt
dat de verwijdering der onruststokers uit
Pendjab een zeer gunstige uitwerking heeft
gehad (bravo’s) en dat het verbieden van
oproerige bijeenkomsten ten 'gevolge beeft
gehad, dat de onlusten zich niet buiten Pen
djab uitbreidden, en de opwinding aldaar
t verminderde. Het zou echter voorbarig zyn
“te zeggen, dat de tegenwoordige toestand
der gemoederen geen reden gaf tot onge
rustheid.
„Ik kan slechts verklaren”, besloot de
minister, „dat wy niet van plan zyn de ge
nomen maatregelen een dag langer te hand
haven, dan de omstandigheden noodzakelyk
maken. Maar totdat de omstandigheden ze
niet meer noodzakelyk maken, zullen ze ge
handhaafd blijven (bijvalsbetuigingen).
In den loop van de beraadslagingen over
de begrooting stelde de liberale afgevaar
digde Cox een amendement voor om den
suikeraccijns met de helft te verlagen. Hy
zeide, dat de regeering en haar aanhang
zich verbonden hadden om den accjjns af te
schaffen of te verminderen.
Minister Asquith ontkende, dat de regee
ring zich bij de algemeene verkiezingen ver
bonden zou hebben om den accyns te ver
minderen. Hy gaf toe, dat de accijns op
Nu trad Portia evenwel tusschen beiden.
Met groote oogen van verbazing zeide zy:
Henry, is dat werkelijk je eigen geld F
Heb je my misleid?”
„Dat heb ik. helaas, gedaan, lieveMaar
ik weet, dat je het my vergeven zult.”
„Wees daar niet zoo zeker van; het was
onaardig van je, my zoo te misleiden.”
„O, dat zul je wel te boven komen, lieve
schat; hot was slechts een grap. Kom, laat
ons gaan.”
„Maar wacht toch oven! De betrekking!
Ik wensch u een betrekking te geven,” zei
myn man.
„Wel,” zei ik, „ik ben zoo dankbaar als
ik slechts zijn kan; maar dezen keer moet
ik werkelyk van do betrekking afzien.”
„Maar ge kunt de beste krygen, die ik te
begeven heb.”
„Ik dank n nogmaals van ganscher harte,
maar ik begeer die niet.”
„Henry! Ik schaam m(j over je; dien goe
den, lieven, ouden man slechts huiven dank
te brengen. Mag ik het dan voor je doen
„Als je dat kunt, beste, zeker.”
Zy trad op myn man toe, sloeg hare ar
men om zyn hals en kuste hem hartelyk op
don faond. Toen barstten de beide oude
hoeren in lachen nit. Ik was meer geërgerd
dan ik zeggen kon. Daarna juichte Portia:
„Papa, hij heeft gezegd, dat u geen be-
7)
Je moet die binnen veertien dagen voor
drie millioen verkoopen, je kunt mijn naam
vrij gebruiken; dan deelen we de winst sa
men.”
Als ik hem niet had tegengehouden, zou
hy op de meubelen gedanst, en alles kort
en klein geslagen hebben. Nu zat hy daar
rustig, volkomen gelukkig, en zei:
„Ik mag je naam gebruikenJenaam
wat een geluk! Ze zullen by hoopen ko
men, de rijke Londenaars; ze zullen er om
vechtenMyn fortuin is gemaakt en ik zal
je eeuwig dankbaar zyn.”
De volgende vier en twintig nur had ik
niets te doen dan thuis te zitten en te zeg
gen:
„Ja, ik heb gezegd dat hy zich op my kan
beroepen. Ik ken den man en ik ken de
mynzy is veel meer waard dan hjj‘er voor
vraagt.”
lederen avond bracht ik met Portia by
den gezant door; ik vertelde haar niets van
de myn, dat moeit een verrasilng voor haar
regeering dor l^ie, om in do Magdalonabaai
een kolenstation aan te loggen.
Emil Felden, predikant van oen vrye ge
meente te Maintz, die vroeger in Colmar
heeft gewoond, schrjjft over do bevoogding
van de protestantscho kerk in het rjjksland
dingen die con nieuw licht worpen op de
ongenade waarin prof. Cnrtius, do uitgever
van Hohenlobe’s gedenkschriften on voor
zitter van hot prolestantsche consistorie in
het ryksland, is gevallen. Het consistorie,
zegt Felden, heeft Curtius vooral gesteund
in zjjn geschil mot den stadhouder, om daar
mee uiting te geven aan zijn wrevel over do
herhaalde inmenging van do regeering in de
inwendige aangelegenheden der protestant-
sche kerk in Elzas-Lotharingen. Hy noemt
oenigo voorbeelden.
(lOlllSIHF. COURANT.
Teietot n Mo, 82.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van en Feestdagen.
De prijs per drie maande i is 1.25, franco per
jAOst 1.70.
Afzonderlijke Nommers V IJ F CENTEN.
blyven; we spraken slechts van salaris en
van liefde, soms van salaris, soms van liefde,
en dikwyls van beide te gelyk. Toen do
maand uit was, hadden Hastings en ik elk
een millioen dollar by de bank te goed. Ik
trok mijne beste kleederen aan en ging naar
het huis op Portland Place; daar gekomen,
bemerkte ik dadelijk dat de heeren thuis
waren. Ik ging dus terug, haalde Portia en
samen gingen we weder op weg. Onderweg
spraken we slechts vAn het salaris. Zy was
zeer opgewonden en angstig, waardoor zy
onvergelykelyk schoon scheen. Ik zei:
„Lieve, je moet zien te bewerken, dat my
niet minder dan drie duizend pond perjaar
wordt toegezegd.”
„Henry, Henry, je ruïneert ons!”
„Heb geen vrees. Doe wat ik je zeg, en
alles komt in orde.”
Ik moest haar steeds weder moed inspre
ken, want zy zei:
„Bedenk toch, als we te veel vragen, krij
gen we niets. Wat moet er dan van ons
worden? Waarvan zullen we dan leven?”
We werden door denzelfden bediende bin
nengelaten en stonden weldra voor de oude
heeren. Zy waren zeer verbaasd, hel schoone
meisje te zien; doch ik zei:
„All right, gentleman; zy is rny’ne steren
mijne hulp.”
Nadat wjj gezeten waren, zei ik:
suiker verkeerd was en zoo spoedig mogelyk
afgeschaft behoorde te worden, maar hy
verklaarde zich tegen het amendement, om
dat dit de geheele begrooting in de war zou
brengen zonder den verbruikers een noemens-
waardig voordeel te verschaffen.
Na een uitvoerig debat werd het amen
dement betreffende den suikeraccyns ver
worpen met 312 tegen 175 stemmen. De
minderheid bestond uit conservatieven,
eenige leden der arbeidsparty, eenige natio
nalisten en enkele radicalen. Do uitslag
werd met hoera’s van ministerieele zydo ont
vangen.
Gedurende de beraadslagingen word de
liberale afgevaardigde Billson plotseling on
gesteld in een van de wandelgangen gren
zende aan de zittingzaal. Hy word in een
draagstoel weggebracht, maar overleed nog
binnen de muren van het Huis. Minister
Campbell Bannerman deelde met een betui
ging van leedwezen hot bericht van dit
plotselinge sterfgeval aan het Huis mede,
waarna als teeken van deelneming de zitting
opgeheven word.
De bekende directeur der „Ecole des
Sciences politiques” to Parys, Anatole Leroy’
Beaulieu, heeft in de „Neuo freie Presse”
een artikel geschreven over de „toenadering
tusschen Frankryk en Duitschland”, dat do
mooning van hot mcerendeol dor Franschen
weergeeft.
Daarin zegt de schryvordat tusschon do
beide staten hinderpalen ontstaan zyn, die
door allo toenaderingspogingen niet zyn weg
te nemen. Hy herinnert in de eerste plaats
aan do annexatie van tweo Fransche pro
vincies by Duitschland; maar erger dan dat
verlies is het, dat Duitschland de politiek
op de tradities van Bismarck hoeft verlaten,
en Frankryks pogingen om buiten Europa
een nieuw arbeidsveld te vinden, in den
weg getreden is.
Frankryk heeft de Duitscbe' staatkunde
in Marokko niet begrepen; bot ziet daarin
slechts een bewys van stelselmatige onwel
willendheid. Want dat Duitschland in Ma
rokko een rol zou willen spelen, zooals
Frankrijk in Algiers, is ondenkbaar. Toch
heeft het Frankryk’s bevoorrechte positie
daar bestreden, en in Algeciras slechts toe
gegeven, toon het bleek dat de meerderheid
der mogendheden de rechten van Frankrijk
erkende.
Sedert mag Duitschland nog zulke ge
ruststellende verklaringen afleggen, do toe
stand blijft abnormaal on onrustwekkend.
En zoolang die toestand bljjft bestaan kan
hot wantrouwen tegen Duitschland niet ver.
Mot groote belangstelling wordt in Ma
rokko zoowel a|s in Engeland het lot na
gegaan van Sir Harry Maclean, don En-
golschen Kaid in Marokkaanschcn dienst,
dio door Raiso^ji' gevangen gehouden wordt.
In het Engelsché-Lagerhuis vroeg gisteren
de afgevaardigde van Bath, Maclean, welke
stappen do regeering gedaan had voor de
veiligheid van Sir Harry. Do hoor Runci-
man antwoordde namens do regeering, dat
geen bezorgdheid voor diens veiligheid word
gekoesterd; maar do regeering drong by don
Makhzon aan, om zyn bevryding to bewer
ken doch had tevens gewaarschuwd togen
maatregelen die de persoonlijke veiligheid
van den Kaid in gevaar konden brengen.
Raisoeli hoeft zich, met zyn gevangene,
uit hot gebied van don Chmas-stam naar dien
der Bcni-Aros bqgoven. Het schijnt, dat
beide stammen hét optreden van Raisoeli
afkeuren, en men meemt in Tanger dat juist
daardoor do bevinding van den Kaid ge-
makkelykor zal wördon, wanneer de Makhzon
slechts handig optlreedt.
Do Kaid is goedsmoeds on wordt door
Raisoeli mot onderscheiding on welwillend
heid behandeld. Hy is vry om to corres-
pondeeron mot dort Makhzen, on zyn koerier
wordt door gewapende lieden van Raisooli’s
gevolg vergezeld, Om hom te bewaken on te
zorgen, dat do bribven van don Kaid good
overkómen.
Daar echter do qischen van Raisoeli voor
inwilliging niet vatbaar zyn is hot moeilyk
in to zien hoe do Makhzon don Kaid uit
zyn handen zal verlossen; want by oen ge
welddadige poging daartoo is Raisoeli juist
do man, om den Kaid eerst te vermoorden,
voordat hy zelf in handen der Mahalla valt.
Telefoon Mo. 82
A D V E R T E N T 1 E N worden geplaatst van
1 5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tót 1 uur des midd.
Hot is moeilyk uit do talrijke berichten
en uit do opmerkingen, die van alle zydon
worden gemaakt, oonigo zekerheid te ver
krijgen oméront den stand der botrekkingen
tusschon Japan en de Vereenigdo Staten.
Do berichten, dio gisteren uit Washington
werden ontvangen, en die in zichzelf oen
vredelievende strekking hadden, worden op
zoo zonderlinge wyze uitgelegd, dat zjj on*
rustbarond zouden kunnen schijnenhot schynt
dat con deel der pers in de Veroonigde
Staten niets beters weet to doen, dan de
hartstochten op to wokken door het ver
spreiden van almooronde berichten.
Een telegram uit Washington zegtdat
in marinokringon onomwonden wordt ver
klaard. dat de versterking dor Amorikaan-
sche vloot in den Stillen Oceaan ton slotte
zal moeten leiden tot een oorlog met Japan.
Als do poging, om de Philippynon verster
kingen aan te loggen, wordt doorgezet, dan
zal men niet eens lang op het uitbreken van
den stryd behoeven te wachten.
De Regiering te Washington is bozig ma
teriaal te verzamelen over do oorzaak der
wryving, die tusschen de Japanners en de
Amerikanen in de staten aan de kusten van
den Stillen Oceaan bestaat.
Berichten uit Now York spreken van het
plan dor regeering om op Mexikaansch ge
bied een stuk grond te koopon, ten einde
een marincstation aan te leggen in do Mag-
dalena-baai. Over do vraag, of de Mexi-
kaanscho regeering volgons do grondwet tot
den verkoop van een stuk grond mag over
gaan, loopen de meeningen uiteen. Maar
uit Washington wordt gemold, dat, naar
do minister Adeo verklaard hooft, Mexico
reeds toestemming gegeven hoeft aan do
„Myno hoeren, ik bon gereed om verslag
to doen.”
„Wo zjjn nieuwsgierig u te hooren,” zei
myn man, „want nu kunnen we de wedden
schap uitmaken, dio myn broeder Abel en ik
hebben aangegaan. Als ge voor my gewon
nen hebt, zult go een betrekking hebben.
Hebt u de banknoot?”
„Hier is zy!” antwoordde ik, het biljet
overreikende.
„Ik heb gewonnen!” riep hy, Abel een slag
op den schouder gevende. „Wat zeg je er
van, broeder?”
„Ik hob twintig duizend pond verlorenik
had het nooit gedacht.”
„Maar ik wilde nog wat zeggen,” zei ik.
„Hetgeen ik in deze maand beleefd heb, is
wel de moeite van het aanhooron waard.
Zio eens hier.”
„Wat? Mensch! Een bewys van oen
depot van twintig duizond pond? Is dat uw
eigendom
„Ja, dat heb ik geoogst door het gebruik
van het biljetje dat u my vóór dertig dag.-n
hebt afgestaan. Het eenige gebruik dat ik
daarvan overigens maakte was, dat ik in-
koopen deed en het ding telkens ter wisse
ling aanbood.”
„Dat is verwonderlijk! Het is ónmoge
lijk, mensch!”
„In bet geheel niet. Ik zal het bewyzen.”
minderen.
„Het beletsel voor oen toenadering ligt
veel minder in Europa dan in Afrika. Het
beletsel zit in een politiek, dio op een punt
van den aardbol waar onze belangen zeer
groot zyn on waar wy meenden niet met de
Duitsche belangen in botsing te kunnen
komen, de eene mooilykheid na do andere
doet ontstaan
„Wenscht men in Bcrlyn werkolyk toe
nadering dan moet men maken, dat do
jongste bedreigingen in Frankryk vergoten'
worden en dat voor do toekomst geen onge
rustheid meer kan bestaan. Maar daarvoor
zjjn woorden en vage verklaringen niet vol
doende. Daarvoor is iets anders noodig
eon verandering der Duitscho politiek op
hot gebied, waar het ons sedert geruimen
tijd hindert - namelyk in Marokko