I
DE «HEM PRINS.
baar
ken:wsge ving.
ÏVtewws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
No. 10388.
Bultenlaudsch Overzicht.
ordt
ER.
ÏNZORG»
tsch
iiniagazljn,
30.
HITS.
KENNISGEVING
Zaterdag 20 Juli 1007. 46ste Jaargang.
vogelte.
Kleinhandel In sterken drank.
FEUILLETON.
I
van
nkels,
Ireclit,
(Wordt vervolgd.)
ot de
rikaat
TILING, Poelier
'TERDAM.
031
INHUIS.
DUS GOUDA.
Kleiwegsteeg.
TEN SOLIED
^erk.
eten werk.
ANT,
wien modellen te
iden toepassingen
flderde Por-
aerts. Zjj geven
tkers niet kunnen
eh, geen imitatie
an.
een aantal onge-
itis op aanvraag
EBTö Jb Co.
Geschiedkundig verhaal van JOH. WILLE.
Uit het Dnitscb.
Dat bij hen is ingekomen het navolgende ver
zoek om verlot voor den verkoop van alcohol-
houdenden drank, anderen dan sterken drank,
van A. van Tijn, in de danszaal van het perceel
aan den Groeneweg, wijk L No. 152.
Binnen 2 weken, nadat deze bekendmaking is
geschied, kan ieder tegen het verleenen van het
verlof schriftelijke bezwaren inbrengen.
Gouda, den 18 Juli 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER.
r
Telefoon Mo. SS
A DVERTENTIEN worden geplaatst
l5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Gouda,
Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet:
Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secre
tarie ter visie zijn gelegd verzoeken met bijlagen
van
1. J. Vergeer, houthandelaar, te Gouda om
vergunning tot uitbreiding zijner houtzagerij, door
bijplaatsing van een gasmotor van 15 P.K, in het
perceel gelegen aan den Kattenstngel, achter wijk
Q No. 173, Kadastraal bekend Sectie A No. 4136.
2. A. C. A. de Groot, te Gouda om vergun
ning tot plaatsing van een gasmotor van 4 P.K.
voor het drijven van een dynamo, ter oprichting
van electrisch licht en het laden van acumulatoren
in het perceel gelegen aan den Kleiweg wijk E
No. 70. Kadastraal bekend Sectie B No, 27.
3. E. J. van der Heijden, koopman te Gouda
om vergunning tot het plaatsen van een dynamo
en een petroleummotor van xo P.K. ten behoevq
der op te richten fabriek voor verfbereiding in
het perceel gelegen te Gouda aan de Gouwe wijk
C No. 16, Kadastraal bekend Sectie B No. 1729
Dat op Vrijdag den 2 Augustus 1907, des na
middags ten i’/s ure op het Raadhuis gelegenheid
is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning
in te brengen en dat gedurende drie dagen vóór
dien dag op de Secretarie der Gemeente van de
ter zake ingekomen schrifturen kan worden kennis
genomen.
Gouda, den 19 Juli 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. L. MARTENS,
De Secretaris,
BROUWER.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
GOUDA.
Gezien art. 8 der HINDERWET;
Doen te weten
Dat zij vergunning hebben verleend aan W.
den Boer, en zijne rechtverkrijgenden tot het op
richten van eene Rookerij voor vleesch en spekj
in het perceel aan den Lange Groenendaal wijk
I No. 44 Kadastraal bekend sectie B No. 2119.
GOUDA, den 19 Juli 1907.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R, L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER.
WW.IIEIlllllïï
Teletotn No, 82.
De Uitgave dezer Courant geschiedt d age 1 ij k
met uitzondering van en Feestdagen.
De prijs per drie maande is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
„Zjj is het nog niet en Irene zal npoit de
uwe worden,” sprak Joseph, met den trots
van den zegeviertfhdë boven zjjn medemin
naar, „ik verzoek u mjj mjjn weg te laten
gaan, manheer de graaf.”
Met een wilden ruk bad de graaf zijn
degen getrokken en bulderde den schilder
toe: „Schurk! verdedig je zoo goed je kunt;
je komt niet levend van deze plaats.” 4
Een snel toegebracbte stoot, hoewel door
een vlugge beweging van Joseph eenigszins
gepareerd, raataU zjjn borst en vóór dat de
razende zijn adnval kon Hernieuwen had;
Joseph hem aangegrepen en trachtte in een
hevige worsteling hem zijn wapen te ont
rukken. Kreunend eh vloekend deed Prejjs-
sing bovenmenscheljjke pogingen, om aan de
armen i van den veel sterkeren jongeling te
ontkomen. Al worstelend rolden zjj over
den grond tot dicht bjj ’t meer, waar de
oever steil naar beneden liep.
Hier liet Joseph, die door bloedverlies
verzwakte, los, eh gaf met inspanning zijner
laatste krachten, zijn vijand een geweldigen
duw om h«m van zich af te slingeren.
Hierna verloor hij zjjn bewustzijn, nadat
hg nog onzeker het plompen van een in ’t
water vallend lichaam geboord had.
dagelijks versch
ms, Soepkippen,
en; gemeste Eend-
Ivogels, Fazanten
iders, Reevleesch
rk cohcurreerende
igemaakt franco
i ten doel om
e huishoudelijke
veel noodig te
jk aan ininge-
m te verkoopen.
sjimt geheel ten
reeniging „Ar-
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
Goufia, brengen ingevolge art. 12, xO der Drank
wet ter openbare kennis:
dekte die met kussen.
Zjj hief hem op en sprak op hartstochte-
Ijjken toon tot hem:
„Ik moest je nog eenmaal zien, om „je te
bekennen, wat je trouwens al lang gevoeld
zult hebben, dat ik je onuitsprekelijkJief
heb, en van verdriet zal wegk.wijnen als;i
men, mij aan dien graaf opoffert. Daarom
herik het gewaagd om stil, enj'zöo ik ge
loof, onbemerkt bet gezelschap Ue verla
ten
Het geluid van naderende voetstappen
joeg Ireno, die haar armen om Joseph’s hals
geslagen had, op de vlucht.
„Je behoort mij, en je zult spoedig meer
van me hooren,” vermocht zij hem nog toe'
te fluisteren, waarna ze haastig een zijpad
insloeg. «-
Joseph verwijderde zich in een andorö
richting, in den rpes van het oogenblik niet
bemerkende, dat rassche schreden naderden.
Toen hy zich aan den oever van bet meer
omwendde, stond hjj van aangezicht tot aan
gezicht tegenover graaf Prejjssing.
„Geen stap verder!” klonk het sissend
van diens lippen, voor dat je mjj te woord
gestaan hebt. „Ge zjjt een ellendeling, die
betoonde welwillendheid smadelijk misbruikt,
om met schendende hand, naam en eer aan
te tasten van een jonge dame, die binnen
weinige minuten mijn bruid zal zjjn.”
De Engelsche minister-president sir Henry
Campbell Bannerman heeft gisteren een
onderhoud gehad met een deputatie uit de
Britsche groep van de inparlementaire veree-
niging en ^ich daarbij niet al te optimistisch
getoond omtrent de uitkomsten, die door de
tweede Haagsche vredesconferentie zullen
worden verkregen. Wel verwachtte do minister
dat men in enkele vraagstukken een flinken
stap vooruit zou doen, maar bij bleek nu toch
zelf ook tot de overtuiging te zijn gekomen dat
van zjjn grootsch denkbeeld betreffende de
beperking der oorlogstoerustingen niet veel
terecht zou komen. Dat was trouwens te
verwachten na de ontvangst die het denk
beeld al van te voren in verschillende landen
had ondervonden.
De Engelsche regeering zal zich nu blijkens
de verklaring van minister Grey die bij het
onderhoud tegenwoordig was, tevreden stel
len met de verdere propaganda van het denk
beeld, opdat dit wellicht met meer kans op
succes op een volgende conferentie zal kun
nen worden behandeld.
Men maakt zich dus in Engelsche regee-
ringskringen geen illusies meer over de
ontvangst die aan het Engelsche voorstel op
de conferentie, die het misschien nog deze
week in een volledige vergadering zal be
handelen, te beurt zal vallen.
In antwoord op' interpellaties over de
verklaring van minister-president Wekerle
over de verhouding van Hongarije tot Bosnië
ën de Herzegowina, verklaarde de minister
president, dat de Oostenrjjksche regeering
zich in hare betrekkingen met de bezette
provincies uitsluitend laat leiden door het
verdrag van Berlijn, de overeenkomst met
Turkije en de Oostenrijksche wetten, die
volstrekt onmiskenbaar de rechten van Oos
tenrijk op de bezette provincies waarborgen.
(Toejuichingen.) De minister verklaarde
bovendien overtuigd te zijn, dat minister
Het door overmatig wangebruik verhitte
gelaat van graaf Prejjssing, die heden de
uniform van hoofdofficier droeg, was naar
Joseph gekeerd, en deze meende doodeljjken
haat in die op hem gerichte oogen te lezen.
Slechts eenmaal mocht Joseph een diepen,
hartstochtelijken blik van Irene opvangen,
want elk barer bewegingen werd door den
jaloerschen graaf bespied.
Op den oever werd een schitterend vuur
werk ontstoken.
De booten legden aan en de feestvierenden
stapten aan wal, waar Joseph, in het ge
woel der gasten, Irene spoedig uit het oog
verloor. Om ongestoord te kunnen droomen
ging hij een der donkere lanen in, die van
den oever af het park inliepen.
Op het water klonken nog enkele stem
men van feestvierenden en eenige tonen der
muziek, die de vaart begeleid had, maar
deze geluiden werden allengs zwakker.
Na eenige oogenblikken nam ook Joseph
den terugweg aan.
Aan den rand van het bosch gekomen,
bleef hij eensklaps verschrikt staan; zjjn
hart klopte hoorbaar, want een vrouwenge
stalte verscheen uit het duister en
Neen, ’t was geen spel zijner verbeelding;
’twas werkelijk Irene.
Zich zeH niet meer meester, viel hg de
gravin te voet, greep hare handen en be.
8)
Irene had den dicht bg ’t balkon staanden
schilder, onder de gasten opgemerkt en liet
lachend de roos, die zjj op haar borst droeg,
naar beneden vallen, welke onmiddellijk door
Joseph opgeraapt en in zjjn knoopsgat ge
stoken werd.
Aan een onbereikbare ster gelgk, zag hjj
dien avond het bekoorlijke meisje, dan eens
op een afstand en dan eens van nabij, doch
altijd omringd door een zwerm aanbidders,
zoodat eenige toenadering hem onmogelijk
was.
Eer men zich aan tafel begaf, besloot men
nog tot een spelevaart op bet aan ’t park
grenzend meer. De met vlaggen en wimpels
- Versierde en van windlichten voorziene boo
ten gleden sierlijk over den vlakken water
spiegel en het toeval wilde, dat de boot,
waarin de schilder zat, dicht langs’die voer,
waarin de grafeljjke familie met Prejjssing
plaat» genomen hadden.
Frankrijk niets te wachten had. Zoo was
de houding van onzen bondgenoot aan den
vooravond van onzen rampspoedigen oorlog
met Japan en zoo bleef ze gedurende dien
oorlog en bjj ’t sluiten van den vrede.
Meer nog. Toen liet tot een crisis kwam
in Rusland, keerden de toonaangevende krin
gen in Frankrijk oni openlijk den rug toe.
Op dat tydstip was er hoegenaamd geen
steun van Fransche zijde te verwachten. De
Fransche ambassadeur te St. Petersburg, de
heer Bompard, gaf inmiddels blijk van groot
gebrek aan tact, ja van onbescheidenheid
deor ons raad te geven in zal$e onze bin-
nenlandsche aangelegenheden, waarvan bjj
niets begreep. Vreemd, om niet te zeggen
vjjandig was ook de houding der regeering
te Parijs tegenover het officieele Rusland.
Het gescbrjjf in de officieuze Fransche
pers over onze binnenlandsche aangelegen
heden en zekere uitlatingen van de Èransche
ministers in de Kamer bjj de beantwoording
van een interpellatie over een Russische
leening, gaven den indruk, dat de leidende
Fransche kringen bereid waren zich, achter
den rug >der Russische regeering om, in
verbinding te- stellen met de pas geschapen
en staatkundig nog onmondige Doema.
Deze weinig oprechte en dubbelzinnige
houding tegenover het officieele Rusland was
een aanmoediging voor de revolutionnaire
elementen ten onzent. Mogeljjk was het niet
de bedoeling der Fransche regeering, dat
haar gedrag en de inmenging van haar ver
tegenwoordiger zouden worden uitgelegd als
een bedekte steun, den revolutionnairen ver
leend, maar dan hadden de Fransche minis
ters, die zoo goed kunnen spreken-, het maar
in ronde woorden van het parlementaire
spreekgestoelte moeten zeggen.
Laten we hopen, dat de Fransche regee
ring voortaan aan de revolutionnaire partijen
ten onzent geen voorwenscl zal verschaffen
voor de bewering hunnerzijds, dat de Fran
sche regeering meer genegen is naar hunne
stem te luisteren dan naar die van de erkende
en verantwoordelijke vertegenwoordigers van
den Russischen Staat.
Te Perpignan hebben koloniale soldaten
zich bandeloos gedragen. Er was een paar
dagen geleden een vechtpartij geweest tus-
schen een paar kolonialen en eenige burgers.
Dat was herhaaldeljjk voorgekomende
laatste maal hadden de soldaten een duchtig
pak slaag opgeloopen. Zjj besloten zich te
wreken. Op een bepaald punt van de stad
verzamelden zjj zich bjj kleine troepjes, en
toen er vjjftig bjjeen waren maakten zg ruzie
met burgers. Zoodra er zoo iets van ruzie
Wekerle in de aangehaalde verklaring geens
zins de bedoeling heeft gehad de onbetwist
bare rechten van Oostenrijk in twgfel te
trekken.
Bij de tweede lezing van de voorloopige
begrooting verklaarde de minister-president,
dat er eenige waarschijnlijkheid bestaat, dat
de onderhandelingen met Hongarjje zullen
leiden tot een compromis, dat duren zal tot
1917 en waarin alle economische quaesties,
voor beide staten van belang, zullen worden
geregeld. Er bljjven echter nog eenige zeer
belangrijke quaesties op te lossen.
De toestanden in Perzjë, het jongste parle
mentaire land, schijnen veqje van rooskleurig.
De Sjah schgnt van het parlementarisme al
weer genoeg te hebben. Het parlement
eischt dat de Sjah op 25 Juli, den verjaardag,
van de afkondiging der grondwet, in het
parlement zal verschijnen om den eed af to
leggen de Sjah daarentegén zou wel gaarne
het parlement met geweld willen ontbinden.
Hjj wordt alleen nog riiaar tegengehouden
door zjjn twgfel aan den trouw der troepen,
die wegens achterstallige sold jjbetaling eenigs
zins oproerig zjjn en dreigen tot plundering
te zullen overgaan.
De toestand is te meer ingewikkeld, om
dat de sjah behalve tegen het parlement ook
te kampen heeft tegen den oproerigen prins
Saljw-ed-Daulet, zjjn neef, dieafstroon-preten-
dent optreedt. Deze, tot dusver gouverneur
van Toeristan is nu volgens een telegram
uit Teheran, plotseling in de Perzische hoofd
stad aangekomen.
Indien deze mededeeling juist is, zou bljj-
ken, dat de Sjah ook in do hoofdstad geen
heer en meester meer is en schgnt een crisis
niet meer te kunnen uitbljjven. Het bericht
omtrent onlusten en Jodenvervolgingen te
Teheran toont ook, dat de toestand ernstig
is en het centrale gezag verzwakt.
Het Novoje Wremja heeft weder een ar
tikel gepubliceerd over het verbond met
Frankrjjk, waarin o.a. het volgende gezegd
wordt
Wjj gevoelen geen lust de verdediging op
ons te nemen van onze diplomatie, die in de
somberste dagen, welke Rusland doorleefd
heeft, er niet aan schjjnt gedacht te hebben,
dat wjj een bondgenoot hebben en die het,
naar ’t schgnt, niet eens noodig gevonden
heeft een terrein te zoekenj waar die bond
genoot ons zjjn steun zou kunnen verleenen.
Het was echter ounoodig zich tot de Fran
sche regeering te wenden sinds deze aan de
geheele wereld liet weten, dat Rusland van