9 -w K WA. 1 UI sjPJirOjrirj, 1 LOGE. Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 1 I ÜFranacUptyro- J Do Franjeho leslcjtón koniijWan ten he^ fflpjjn --e?- béwató® tgf'iétBWen. No. 104(11. 46ste Jaargang. )7. 4 -oning tte menschen Hoogere Bar re Jf. S. aan ling. KREBN16ING kBtiïï I Buitenlandsch Overzicht^ Maandag 5 Augustus 1907. rv,u’ b)»ei|J d.0 be riten tgewen uiring FEUILLETON. i. ■U 4” 1 ,1 I I t in E N O E G E N”). KMANAZj. (Wordt vervolgd.) |i geschiedt d a g' e 1 ij k nn- en Feestdagen. is 1.25, franco per do in X MAUREY. tg 8 uur. az. zie groote 24 Mei 1895). USTVS I i. VAN Irjjven 1USLEITER, HORST Ja. HORST. KIES "W L Verhaal uit den Amerikaanschen burgeroorlog. LAJND. schap van ereeniging ter re en Verple- ran Mevrouw er, Wachtel- e tjjde rplegers beschikbaar „Wat heb antwoordde LiFSchla Er zjjn nog eenige adellijke geslachten die in Engeland jaarlijks een flinke sóm uit de schatkist trekken als belooning voor do ver diensten van hun doorluchtige voorvaderen, Zoo trekken de afstammelingen van Lord Rodney nog jaarlijks f 24,000, die van Nelson f 60,000, die van den hertog van Schomberg, den krijgsoverste der Oranjes, laatstelijk van prins-koning Willem III, f 8640. DeSchom- bergs kregen eerst een f 33,500, maar een deel der familie heeft in een schenking ineens liantie Nog bleef hij zwijgen. Toen ik m floe vraag eenigszins scherp herhaalde, voerde hjj blijk baar een inwcndigen strijd; daarna zag hjj mjj smeekend aan en bracht met moeite de woorden uit: „Heb erbarming met my, commandant. Ik kan niet antwoorden; ik weet het niet.” „Wat?” „By mijne zaligheid, ik zeg do waarheid. Ik heb nog nooit iets van de Heiligo Alliantie gehoord. Op mjjn eer, commandant, zoo is het.” „Zie dan eens hier, in dezen tweeden brief daar zie je de woorden: Heilige Alliantie. Wat zeg je daarop?” Hy antwoordde met zwakke stem: „Men heeft mjj een loelyke poets gespeeld, commandant; men heeft mijn handschrift nagemaakt, en ik heb niemand leedgedaan. Ik heb het niet geschreven.” „Verstokte leugenaar! En wat zog jo hiervan P” Ik hield hem den met sympathe- tischen inkt geschreven brief voor. Zyn ge laat werd asebgrauw; hy wankelde en zocht een steunpunt. Met nauwelijks hoorbare stem zei hjj: „Hebt u het gelezen?” Myn gezicht moest de waarheid verraden hebben, eer mjjne lippen het valsche „ja” uitten, want hjj keek eensklaps veel opge- en de Russische zaktó lAwolski zii zjjn. (Mep mag du$ aangele^bnBfidel Iti (bolrójkking jhobbejj politiek iya<Rusl# A4 gisstfigen buidej, kèizejs zal gorden!I niet ór.tbri$en$ ffi zekerf kmmoln fjzijH opduiken ^mt®ntw WilhelnJ’aan dén 3 landsche politiek f] schiedde na d$ sj toen het heette al 7) „Geen kwaad? «Je verraadt de vesting en den toestand van dezen post, en denkt daarmede geen kwaad te doen?” Hy zweeg en liet het hoofd hangen. „Kom, spreek ronduit en laat de leugens achterwege. Voor wien was deze brief be stemd P” Hjj toonde eenige verlegenheiddoch dezo verdween dadelijk, en op ernstigen toon ant woordde hy „Ik zal u de waarheid zeggen, comman dant, de zuivere waarheid. De brief was voor niemand bestemdik schreef dien slechts voor mijn genoegen. Ik zie nu het verkeerde en het dwaze daarvan inmaar op myn woord van eer, commandant, dat is het eenige wat er op te zeggen valt.” „Het doet mjj (genoegen, dit te hooren. Het is gevaarlijk, zulke brieven te schrijven. Ik hoop, dat het de eenige is, dien je ge schreven hebt.” „Ja wel, de eenige.” IJ F CENT EN. wordt al een zachte wenk gegeven, dat men zich elders misschien niet meer zoo kalm zal neerleggen bij oen bezetting van een deel van het Marokkaanscho gebied, als in het gdval van de bezetting van Oedja geschiedde. Men erkent in Duitschland wel dat Frankrijk recht heeft op voldoening, maar dat het-ge- beurde zou leiden tot oen versterking van Frankrjjk’s machtspositie in Marokko zou men hier den buurman toch niet gunnen. En dezo naijver tussöhen de Europeesche mogendheden maakt d'fe zaak zoo moeilyk, en gevaarlijk. De Fransche bladen spreken de hoop uit dat do noodzakeljjke maatregelen in onder ling overleg tusschen de mogendheden zul len kunnen worden vastgesteld en enkele dezer bladen geven te verstaan, dat Duitsch land nu wel zal inzien hoe verkeerd het deed [aan de Fransche politiek in Marokko hinderpalen in den weg te leggen. Slechts een heel enkel blad alleen betreurt het dat Frankrijk zich ooit in het Marokkaanscbe wespennest heeft gestoken. De Engelsche pers -- dit was van de bladen van den bevrienden staat te wach ten zou Frankrijk wel gaarne de vrjje hand willen geven. Het verst gaat misschien wel de „Daily Graphic”, die de schuld werpt op de treuzelarjj der mogendheden bjj de uitvoering van de bepalingen der acte van Algeciras en die het Fransch-Spaansche mandaat wel zou willen uitbreiden, door Frankrjjk en Spanje machtiging te v/irleener. Fez te bezetten. Kalmer gestemd is de „Daily News,” die Duitschland niet uit het oog verliest en aanduidt dat met dit rjjk misschien tot overeenstemming zou kunnen worden gekomen door eene toenadering in zake het vraagstuk van den Bagdaspoor* weg. In elk geval toonen de uitvoerige be schouwingen in de wereldpers (wel, dat de Fransche regeering met groote'voorzichtig heid zal moeten optreden. Zyne driestheid was verbluffendhy sprak die leugen met de grootste kalmte uit. Ik zweeg een oogenblik om myn opkomenden toorn te laten bedaren, en zei toen: „Wicklow, frisch je geheugen eens wat op en tracht my te helpen twee of drie zaken te weten te komen, die ik je nu vragen zal.” „Ik wil myn best doen.” „Dan allereerst wie is de Meester?” Hy zag my een oogenblik getroffen aan; dat was echter alles. Ernstig on kalm gaf hy ten antwoord: „Dat weet ik niet, commandant.” „Weet je het niet?” „Neen, ik weet het niet.” „Weet je het zeker niet?” Hy beproefde myn blik te doorstaan, doch kon dat niet. Hy liet het hoofd hangen, on zweeg. Daar stond hjj, zenuwachtig met een knoop van zyn jas spelend, een voorwerp van medelijden, ondanks de laagheid zjjner daad. Ik brak de stilte af met de vraag: „Wat is de Heilige Alliantie?” Hy zette een wanhopig, om medelijden smeekend gezicht, doch gaf geen antwoord; hjj keek naar den grond, terwijl dikke tranen langs zyne wangen rolden. Na een oogenblik zei ik: „Jongen, je moet antwoordenje moet de waarheid bekennen. Wat is de heilige Al- zoek zal- brengen aan den Óuitscpen keizer. Te Petersburg is de plaafö waar de beide monarchen elkander zullen fintmooton geheim gehouden’ maar in Duitsqjiland weet men dat koiibr Wilhelm voor Jwinemiindc, don Tsa^r,, pal begroeten. Voor Swinemlind,o, want bljjkbaar zpl de ontmoeting op zoo plaats'hebben. Dw Rykslpnselier v. Btïlow en de Russische ïMnistor van buitonlandsolie zatabÉ lAwolski zialen or by tegenwoordig ^’’^crwachten dat polipeke mgjlegbnfiedei Ijfer sprake zullen komep, oj) de buiténlandscljo politfck SratS Ruslftd. j $igon ftamtront hetgeen door do Ktiwiun'politieke raadslieden ^ordenlb<fcpwken,J zal het natuurlijk '-—“■'-^-3 *rn ootc ditmam zal men L dat] beweringen zul|en •IraadgeVingon van keizer rsaarfin zake de binnen- i VinW^sland, zpoals gc-'j imefikóknst vpnj (Bjorkoc, jkt reactibwiro omme-is keer in de Róssifilhe mnhenIbjdBséhe staat-i kunde een gevol'g^was van de ^adviezen van den Duitscheu keizer. 'Waardcufi’aan dozol beweringen natuurlijk, niet in het minst t$ hechten, do besprekingen zyn geheim on allo onthullingen moeten dus uit don duim ge zogen zyn. Dat yragen van buitenlandscho politiek zullen gorden behandeld, ligt editor voor do hand nu de loidors der buitenland- sche politiek van de beide rjjken ook aan wezig zullen zyn. Rusland, dat vrede en rust in do buiton- landsche staatkunde dringend behoeft, heeft in den laatsten tijd getracht door overeen komsten met Japan en Engoland zyn inter nationale positie te bevestigeji. Op doze pogingen zal de samenkomst'by Swinemünde geen invloed oefenen. Zij toont alleen dat Rusland ook met Duitschland do meest vriend schappelijke betrekkingen wonsebt te onder houden en dat de nieuwe richting in do buitenlandsche staatkunde van Rusland geen onvriendschappelijke bedoelingen tegenover Duitschland heeft. Do Politischej porrespondenz vernXrt uit- Lofiden, dat mpp daar aan de óntiiM ting] van konjng Eptjjard mot keizer Wilfcl tel 1 Wilbelmshëho (O 14 dozor) stellig eko boteekonis toekent. Na |d« ontboot®»! vorleden^jaar kan dezo tweede sam®iw niat blo^jt ,|en Wormolyk k raktomhdl] nweht menj i Rt IJ JAan dje jdpvaj|mfc knoo'pt deboridlt jAn baséhoujing ynpN io er in E igelatüd jmt. Die isj z.< i., 1$$ loan zo in^ over lio Ocjst-Az| dwngs%( ÖÈuitnenu Gisteren is te Kroonstad het proces be gonnen tegen do twintig leden van het comité dor militaire revolutionnaire organisatie te Kroonstad. Dit comité stelde zich oen nieu wen gewapenden opstand en de omverwer ping der dynastie ten doel. In elke compagnie van het leger telde het comité zyno aan hangers. Van de soldaten werd voor alles gcëischt, dat zy gehoorzaamheid aan de be velen hunner meerderen zouden weigeren, in geval men hun gebood op het volk te schieten. In dat geval werd van de sol daten verlangd, dat zy hun officieren zouden noorschioten. Eenige soldaten hebben aan Teletoi De Uitgave dezer Cöurai met uitzondering van De prijs per drie inaanj post 1.70. 1 Afzondérlijke Nonunerg «OWHEWKANT n Mo. 8». 4 na, Telefooi - j o-eschiedt da ff el ii ks 4 'A 'z r*’ m nn T ruimder. Toen ik opnieuw zei: je op dezen brief te zeggen?" hy volkomen gelaten: „Enkel en alleen, dat hy geheel onschuldig is en niemand beleedigen kan.” Ik kon hem niet tegenspreken; ik wist niet, hoe ik my uit de verlegenheid zou red den. Maar plotseling kwam het koard my in do gedachte; zonder een woord te peggen, haalde ik het voor den dag en hield het, hem vragend aanziende, voor. %y zag my eveneens vragend aan. Myn geduld was uitgeput; ik bewong my evenwel en zei zoo kalm mogelyk: „Wicklow, zie je ditP” „Ja.” „Wat is het?” „Het schynt een koord te zyn.” „Het schynt? Het is een koord. Ken je het niet?” „Neen,” zei hy volmaakt kalm. Óm aan hetgeen ik nu zeggen wilde meer nadruk te geven, zweeg ik een oogenblik, legde toen myne hand op zyn schouder en zei ernstig: „Dit geknoopte koord is het teeken van den MeesterHet werd in een der kanonnen aan den waterkant gevonden.” ®\an u*b val dejjHoI Com? dflLstoirthitog, M iflitechliidl >ho4 v^fcndsótiapiM31yl|( gêl’eestj Je. 1 'Mn Tdi. is koi tcctoraat AnnamJ regeering he^ft o Tai alle macht jt( paleis 'onder str< jvan een f 700,000 toegestemd; andere leden vonden een vast jaargeld voor zich on hi|n nakomelingen rustiger. De liberale afgevaardigde Lea drong or eergisteren in het Lagerhuis by do regeering op aan, dat ze aan die jaargelden bij do wet een einde zotl maken. Do eerste minister antwoordde, dat de regooring niets lievor wenscht dan er eon einde aan te maken. In 18^0 was er metlihet hoofd van de familie Rodney overecngft|<omon, dat zy ineens 27 maal f 24.000 zouj krygon on dan niets meer, maar dq, rbchtpr verwierp dé schikking, om dat zy haar voor andere ledejh van do familie ^tc onvoórfpelig'vond. Aan-de familie van Nelson is/ nu i'a het geheel réedp ruim f 1,300,000 uitg^keerd. De regeering zou met do familie van1 Kelson dezelfde schikking willen treffen alslmet dje van Rodney. Tot eon Wettolyke regeling wilde do regooring zich niet verplichten. McNeill wees er nog op, dat do? nakome lingen van Schomberg nooit* in Engeland hadden gewoondon ze ypolt eon penning hebben willen «bydragen voor het gedenk- teoken van hun grooten voorvader; ook dat men opdanks hoi groote jaargeld aan J Nelsons oen dochter van don zeeheld armoe had laten sterven. pe moorden te Casablanca hebben, Frankrijk een algemeene kreet van veront waardiging doen opgaan. Nog steeds is do toestand to Casablanca ernstig, duizenden oproerlingen omgeven de stad, maar nieuwe aanslagen zijn nog niet weer voorgekomen. Do Marokkaanscbe regeering heeft maat regelen genomen ter bescherming van de Europeanen in het iets noordelijker dan Ca sablanca gelegen Rabat, waar men eveneens ongeregeldheden deromwonende stammen schijnt to vreezen. Do voornaamste vraag op het oogenblik is natuurlijk deze: wat zal Frankrjjk doen Dat een eskader naar Casablanca zal wor den gezonden ter bescherming der nog aan wezige Europeanen spreekt wel van zelf, maar dan? Do gebeurtenissen kwamen te plotseling, dan dat nu reeds een volledig plan van optreden kan zijn uitgowerkt. Frankryk is hier nu weer plotseling voor oen zeer moeiljjk internationaal vraagstuk geplaatst. Groote voorzichtigheid zal bjj de oplossing van dit vraagstuk geboden zjjn, zal niet de met zoo groote moeite te Alge ciras verkregen overeenstemming der mo gendheden in gevaar worden gebracht. Maar pogingen van Frankrjjk om zich zelf voldoening te verschaffen brengen ern stige gevaren met zich. In Duitsche bladen Telefoon No. 8* ADV E RT E N TIEN worden geplaatst van 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. gelaiJd’JvpoB z.. i.’ oruijn^Ujjd f In ben halfambUliJkboricht lahlide ttjgelfting’ dit bekend maken. Sedert langen tjjd gaf koning Tan Tai zich over aan een iiodetlyk levensgedrag. Het was al eenmaal vóórge komen, dat de Fransche opperresident mot het comat, d,en Ann^mschen ministerraad, in overleg was getreden, of het niet dienstig zou zijn den Koning onder toezicht to stellen. Hét leek daarna, of de Koning, die bogreep dat zyn daden streng worden nagegaan, tot bezadigdheid gekompn was. Maar in Mei van dit jaar begonnen zich teokonen van waanzin te vertoonen. De koning kon zjjn booze hartstochten J niet meer bedwingen. Geen wonder, dat de manderjjnen uit do omgeving des konings spoedig den opper resident waarschuwden, want de booze harts tochten van den Koning plegen zich te uitten in daden van ongehoorde wreedheid tegen over de lieden van zjjn naaste omgeving. Na nauwkeurig en grondig onderzoek, in- gesteld door den opperresident, is het buiten twjjfel of koning Tan Tai de koninklijke waardigheid niet meer mag uitoefenen. Van daar dat de Fransche regeering den koning onder bewaking heeft gesteld in zjjn paleis en een regeeringsraad heeft ingesteld, waar van de ministers deel uitmaken onder voor zitterschap van den minister van justitie van Annum, en onder voortdurend toezicht van den opperresident. Deze regeeringsraad hoeft de leiding van het bestuur. De Tsaar is gisteren aan boord van het keizerljjk jacht „Standard” naar de Duitsche wateren vertrokken, waar hjj eon tegenbe-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1907 | | pagina 1