BBT TWBBGBVECHT.
No. 10490.
Het praatgevaar.
Meuwn- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Maandag 18 November 1907.
46ste Jaargang.
FEUILLETON.
4.
iMZORG»
«HUIS.
sch
«magazijn,
30.
Kleiwegstceg.
11
HTS.
DEN
Bulteftjandsch Overzicht.
3 gratis ge-
VI.
handelaar
(Wordt vervolgd.)
INKMAN Zm
)IJS GOUDA.
Dit No. bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
oorten
nter-Arlikeb-n
SCHOENEN,
i'irma
INAL
geknipte
irde plaat.
IKEli
patroon.
CHILD-
ten werk.
Roman naar het Russisch.
IiOIINII E COURANT
IHE-
}E -
ten doel om
huishoudelijke
veel noodig te
c aan minge-
i te verkoopen.
omt geheel ten
eoniging „4r-
Teletot n No. St.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
Bijvoegsel, f
oorkomende A
’ATRONEN T
p. p. tegen J
verkrijgbaar
Haag. f
Men was overeengekomen oigeveer zeven
wersten van de stad naar het zuiden te
rfjden, bjj de herberg aan de samenvloeiing
van het gele en het zwarte riviertje af te
stappen, en daar vischsoep te koken* Te
zes nar reed men af; vooraan in een char-
k-bancs Samoylenko en Lajewsky; daarach
ter. in een troika, Mark K<n tantinowna,
Nadjeshda Eeodoiowna, Ka’ja en Kostjaby
hen bevond zich de mand met proviand en
het tafelgereedschap.
15)
Door de openslaande, op see uitkomende
deur sag men, dat er iemand op ongeveer
honderd schreden van het badhuis zwom.
.Mama, dat is onze Kostjal* zei Katja.
,Ach, ach!* jammerde Maria Konstanti-
nowna vol schrik. «Ach, Kostja!” riep zfj.
.Keer terug! Kostja, keer terug!*
Kostja, een veertienjarig gymnasiast, wilde
zijne dapperheid eens voor moeder en zuster
ten toon spreiden; hjj dook onder en zwom
nog verder, doch werd vermoeid en haastte
zich nu terug te gaan; aan zjjn ernstig, in
gespannen gezicht kon men zien, dat bg zgne
krachten toch niet vertrouwde.
,Het is wat te zeggen met dien knaap,
lieve!* zei Maria Konstantinowna eenigszins
teleurgesteld. .Eer men er aan denkt, kan
bjj zich den hals breken! Denk eens, toen
mijn man nog in Lipezk was, klom Kostja
eens in een beogen boom en kon toen niet
meer naar beneden komen; we moesten hem
eerst een beer achterna staren. Ach, lieve,
De vroegere vertegenwoordigende col
leges in ons vaderland hadden iets voor
boven de tegenwoordigeer werd niet
zóó ontzettend in gepraat als in de
huidige.
De begrootingen kwamen op tijd klaar
en voor de rest van de werkzaamheden
scheen ook niet veel tijd noodig bepaalde
immers de Grondwet niet voor de Staten-
Generaal een minimum van zittingtijds
„De gewone jaarlijksche zitting duurt ten
minste twintig dagen, tenzij de Koning
gebruik make van het recht in art. 73
omschreven (het recht van ontbinding)”?
Twintig dagen Kom daar nu eens om.
Steeds meer breidt zich het aantal
vergaderingen en haar duur uitof de
zelfde resultaten niet met ontzaglijk veel
minder geredevoer zouden te bereiken
zijn
Ons dunkt, dat meerdere en betere
uitkomsten zouden verkregen worden,
althans wanneer men niet het aantal
pagina’s der Handelingen tot de resul
taten reken, want dót loopt langzamerhand
in de duizenden.
Men zou wellicht meenen, dat het te
veel niet schaadt en dat de tongen-gyra-
nastiek der leden hoogstens dezen zelf
wat erger vermoeien zal, maar dit zou
ons geen aanleiding geven om op het
praatgevaar te wijzen, wanneer 's lands
belang er niet zeer bij betrokken was.
De uitbreiding van het aantal en den
duur der zittingen zonder evenredig nut,
bergt ontzaglijke bezwaren in zich.
Wij laten nu nog daar, dat over be
langrijke wetsontwerpen de beraadslaging
ontzaglijk veel tijd kost aan den betrokken
Minister. Het kan zijn, dat het belang
der behandelde stof zóó ontzaglik groot
is voor land en volk, dat de tijd daaraan
besteed, inderdaad niet te veel was, hoe
wel het gevaar altijd groot is, dat de
Bjj do Archives Diplomatiques te Parjjs is
uitgegeven Affaires de Norvège, zjjnde offl-
cieele bescheiden betreffende de consulaat-
kwestie, de ontbinding van de unie tnsschen
Noorwegen en Zweden en de grondwet van
het koninkrijk Noorwegen (1903—1905), ver
strekt door de Noorsche regeering. De
Franscbe vertaling is afkomstig van het
Noorsche ministerie van buitenlandsche zaken.
De verzameling begint met het proces-ver-
naar hare meening alle mannen van .zulke”
vrouwen houden, zou Nadjeshda Feoderown t
ook op Nikodim Alexandrowitcb slechts kun
nen inwerken.
Terwijl Maria Konstantinowna zich met
hare gast bezighield, dacht zjj er gedurig aan,
dat er dien avond een picnic zon plaats
hebben en dat Van Koren liaar dringend ver-
zt cht bad den Makaken, 'dat waren Lajewdky
en Nadjeshda Feodorowna, niets daarvan te
zeggen. Doch onverhoeds versprak zjj zich;
z(j schrikte en zei gedwongen:
Ik hoop, dat n er ook aan zal deelnemen.*
Reuter seint uit Simla, 15 Nor.
Een bende van 50 Afridi’s overviel Lacbi
Kohat, doodde daar een bewoner en lokte
een troep bereden grenspolitie in een hin
derlaag, doodde'twee hunner en wondde er
twee en ontkwam met medeneming van 4
geweren en ammunitie.
Kan men dat nu inderdaad beraadsla
gen noeme^ het plegen van raad over
’s lands hoogste belangen Immers neen,
want hoevelen van de aanwezige leden
luisteren naar het gesprokene?
De redevoeringen zijn eenvoudig het
uitstallen geworden van desiderata, waar
van toch voorloopig niets komen kan, het
doen zien aan de kiezers, dat hun af
gevaardigde er bij is, maar deze zelf kan
in den regel zich onmogelijk andere illusie
maken, dan dat hij zijn eigen invloed op
den duur schade doet.
Dit is een gevaar van de praatzucht,
maar er is een ander en veel grooter.
Aan de leden van de Tweede Kamer
moet jaarlijks als schadeloosstelling toege
kend eene som van f 2000, een aardig
bedrag, wanneer het lidmaatschap den tijd
laat tot de waarneming van een ander
ambt, maar natuurlijk een kleinigheid,
wanneer daarvoor de heele man moet
gegeven worden.
Duren de kamerzittingen bijna het
geheele jaar, dan zullen weldra alleen
rijke en arme lieden het lidmaatschap
der Kamer kuunen aanvaarden, rijke
omdat zij niet van die f 2000 afhankelijk
zijn en de geheele schadeloosstelling
kunnen missen, arme, omdat zij in de
f 2000 een voor hun stand een betrek
kelijk groot inkomen vinden, een inkomen,
grooter dan zij anders zouden genieten.
En zou dat wenschelijk zijn Zou het
voor de innerlijke kracht van het Parle
ment goed zijn, dat mannen, wier maat
schappelijke betrekking hen veel meer
oplevert dan de f 2000 schadeloosstelling,
in de onmogelijkheid werden gebracht om
het lidmaatschap der Kamer te aanvaar
den, zoodat de keuze zich zou moeten
bepalen tot menschen, wier toewijding
zeker niet minder behoeft te zijn, maar
wier gezichtskring veelal beperkt is, en
die, eenmaal gekozen, niet gemakkelijk
tot hun vroegeren werkkring kunnen
terugkeeren. 1
Wij gelooven van neen.
De Kamer tracht trouwens blijkbaar
zelf reeds maatregelen te nemen om de
praatzucht te beperken. Het verluidt,
wit gekleede mannen, die op de landingsplaats
heen en weer liepen en Fransch spraken,
en weder voelde zjj iets opgewekts in zich
opkomen. Vaag herinnerde zg zich een groote
zaal, waarin zg eens gedanst, of die zg wel
licht in den droom gezien bad.
Maria Konstantinowna bleef, aan hare deur
gekomen, staan en noodigde Nadjeshda Feo
dorowna uit mede naar binnen te gaan.
„Kom binnen, mijn waardezei ze op
Smeekenden toon, haar te geiyker tgd bang
aanziende, en hopende dat zjj bedanken zoo.
„Met genoegen," antwoordde Nadjeshda
Feodorowna. weet, boe gaarne ik bij u
bent."
Zg ging mede het huis in. Maria Kon
stantinowna voorzag haar van koffie en
broodjes, toonde haar de photographieön harer
vroegere leerlingen, de freules Garatinsky,
die nu lereds getrouwd waren, en liet ook
bet proefwerk van Katja en Kostja zien;
het werk was zeer goed, en om de kinderen
nog wat op te hemelen, klaagde zg zuchtend,
dat het onderwijs aan het gymnasium zuo
moeilgk was. Zg was zeer voorkomend jegens
hare gast- zg had medelijden met Nadjeshda
Feodorowna, maar leed ook bg de gedachte,
dat hare tegenwoordigheid op Katja’s een
moreliteit van slechten invloed zou kunnen
zijn, en z(j verheugde zich, dat haar Nikodim
Alexandrowitcb niet tbais was, want daar
Telefoon No. St
A DVERTEN TIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
discussie een moeilijke zaak niet helderder
maakt, maar wanneer de voorbereiding
deugdelijk is, kan de eigenlijke openbare
behandeling snel afloopen.
In de latere jaren schijnt dat ten
onzent niet te kunnen, althans het gebeurt
niet.
In het jongste nummer van ,,De(n)
Gids” heeft de heer J. Boudewijnse een
lijstje gegeven van zittingen, die Gemeen
te-, Provinciale- en Kieswet hebben ge
kost, ongeveer eeu halve eeuw geleden,
en daartegenover gesteld, wat thans
Drankwet, Ongevallenwet en Arbeidswet
vorderden. De beraadslagingen zijn blijkens
die mededeelingen zoo wat tot het zesvoud
gestegen. Maanden en maanden praat
men over een wetsontwerp, artikel na
artikel wordt gepoogd te amendeeren.
De heer Boudewijnse stelt o. a. voor
het recht van voorstellen van amende
menten der leden te breidelen en terecht,
maar daarmede alleen is men er niet.
Langzamerhand is het parlement afgeweken
van de juiste methode van werken. Men
beschouwt de beraadslaging (behalve bij
de begroeting waarover straks) niet meer
als de behandeling van het betrekkelijke
wetsontwerp maar als een middel om over
allerlei principieele vraagstukken tot de
kiezers te spreken.
Niet tot de beginselen van het aan
hangig vraagstuk beperkt zich het debat,
neen, het gansche vraagstuk moet in den
breede behandeld, ver buiten de grenzen
van het ontwerp, ja, zoo mogelijk worden
nog aanverwante onderwerpen in rede
voeringen van urenlang behandeld en
dikwijls niét door één lid van elke partij,
maar soms dóór twee en meer.
Het gevolg blijfUniet uit.
Dit herhalen van hetgeen een ander
reeds heeft gezegd, dat nogmaals zeggen
van hetgeen een ander reeds herhaald
heeft, kan op den duur de leden der
vergadering, die zelf ook het ontwerp,
waarover het gaat, bestudeerd hebben,
natuurlijk niet boeien, met het gevolg,
dat de redenaars spreken voor een half
of drie kwart ledige zaal en de
tribunes, niet te vergeten die der pers.
hoe aangenaam en te gelgk hoe moeilgk is
het, moeder te zgn! Men heeft steeds iets
te vreezen.”
Nadjeshda Feodorowna zette haren stroo-
hoed op, zwom een eind zee in en legde zich
op den rug. Zg kon de zee tot aan den
horizon zien, de stoombooten, de menschen
aan het strand, de stad; dat alles, benevens
de zoele lucht en de doorzichtige golven,
bracht haar in een opgewekten toestand en
fluisterde haar toe, dat men leven, leven moet.
Een zeilboot vloog snel, golven en lucht door
klievend, langs haar voorbg; de man aan het
roer keek naar haar, en het deed haar goed
dat hg haar aanzag.
Nadat de dames gebaad hadden, gingen
ze samen been.
„Ik heb öm den anderen dag koirts, en
wordt toch niet magerder,” zei Nadjeshda
Feodorowna, hare van het zeewater zoute
lippen likkend, en met een glimlach de groe
ten hare bekenden beantwoordende. „Ik was
altgd gezet en ben het. naar het mg voorkomt,
nu nog meer geworden.”
„Dat hangt van de lichamelijke gesteldheid
af, mijn waarde. Als men geen aanleg tot
gezetheid heeft, zooals ik b, v., dan helpt
geen bedeel. Uw hoed is nat geworden,
lieve."
.Dat hindert niet; dat droogt wel."
Weer zag Nadjeehda Feodorowna de in het
dat de partijleiders omtrent zekere maat
regelen zijn overeengekomen, maar van
welken aard die zijn, is niet duidelijk.
De algemeene beraadslaging over de
Indische begrooting schijnt inderdaad be
kort, maar toch hebben wij bij de beraad
slaging over die begrooting, op den heer
Helsdingen na, al de Sociaal-democratische
Kamerleden zien optreden.
Terwijl de Vrijzinnig-Democraten het
debat overlieten aan den heer Van Deven
ter, zagen wij voor de Sociaal-Democraten
in het krijt treden Van Kol, Schaper,
Hugelholtz, Troelstra en Ter Laan. Zoo
helpt de beperking niet veel.
Algemeene beginseldebatten dienen
gehouden te worden bij de algemeene
beraadslaging over de Staatsbegrooting,
speciale punten bij de algemeene beschou
wingen over de hoofdstukken, bij de
artikelen dient men zich te bepalen tot
korte opmerkingen. Dit dient in het
reglement van orde streng omschreven
te worden. Doet men dat niet, dan zal
het aanzien van het parlement in gelijke
rede dalen als de omvang der praterij
toeneemt. En dat is een gevaar voor
het gansche volk.
Propaganda onder de kiezers make een
parlementaire partij bij de kiezers zelf,
in het parlement behooren hare daden
voor haar te spreken.
8