f IJN. ÏTHEE. BET TWEEGEVECHT. No. 10510. iar 1 nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Zaterdag 21 December 1907. 46ste Jaargang. Bultenlandsch Overzicht. i! FEUILLETON. StZOOIl. ikm ZONEN, NZOBG» van I een tch. INKMAN Zs «MN BERS 50cJs,75cts i Drocbten TERDAM. IR, Apotheker Zesthaven 198 n toepassingen 'er de Per- rt9. Zjj geven rs niet kunnip geen imitatie, oe ing van ge- tv ende IL, 1T Lz. aantal jonge- op aanvraag O -Ê Co. ST, n modellen te ftOlIDSCHE E011UNT Roman naar het Russisch. UK te letten AN i. worden afgek- pakjes van o/.» a een Ned. ons in Nommer e n nevenstaan Wet gedepo ten doel om huishoudelijke veel noodigte «en minge le verkoopen. imt geheel ten eniglng Ar- HUIS. HJS GOUDA. trtroften b welbekend HT-1LIXS3 -’•briakimirk). radicale en van alle, zeik kkige senuU- ontaUan door ngdigen leef tg J iwakte. Bloei’ Hoofdpjjn Maagpijn m vermogen - - ena. Uit- Telefoon iü®. 81 A IV EBTENTIEN worden gepl»atst 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. ’/j, dubbele fleech jgte, Zaltboinm- i tier dam. ige. Czn. Rotterdam Telefot ii Ho, 82. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommen V IJ F CENTEN. Nadjeshda Feodorowna lag, geheel ineen plaid gewikkeld, te bed; zjj verroerde zich niet en geleek, voornamelijk wat haar hoofd betrof, een Egyptische mammie. Kommervol op haar neerziende, bad Lajewsky baar in gedachte om vergiffenis, en dacht dat, als de hemel niet ledig en God daar inderdaad is, Hjj haar beschermen mocht; is er echter geen God, dan mocht zjj ten onder gaan waartoe zon zjj leven! Nadjesbda Feodorowna rees eensklaps op en zat overeind. Haar bleek gelaat ontsteld op Lajewsky richtende, vroeg zy „Ben jjj het? Is het onweder voorbjj?” „Ja, voorby.” Zjj herinnerde zich het voorgevallene, legde beide handen op hot hoofd en beefde over het geheele lichaam „Hoe ellendig gevoel ik my!” zeide zy, „Als je wist hoe ellendig ik mjj gevoel! Ik wachtte er op, dat je mjj dooden zon, of in regen en onweer het huis uitjagen, en je talmt, je talmt.” Hjj omhelsde haar, bedekte hare handen met kussen; daarna, toen zjj hem iets toe fluisterde en by de herinnering rilde, streek hjj langs heur haar en erkende, haar in het gelaat ziende, dat deze ondeugende vrouw de eenige hem nabestaande mensch was. Toen hjj het huis verliet en in het rijtuig ■topte, verlangde hjj levend terug te keeren. De meeste Hongaarsche bladen achtten de jongste rode van den Oostenrykschen mi nister-president geen voldoende genoegdoe ning voor de beleediging, den Hongaren door den Rijksraad aangedaan. Zy dringen er op aan, dat een volledige voldoening van Oostenryksche zyde zal worden gegeven anders kan de Ryksdag zyn steun aan de Hongaarsche regeering niet meer verleenen. Het orgaan van Kossulh doet uitkomen, dat zulke voorvallen er slechts toe strekken om het denkbeeld „los van Oodenrjjk” in Hon garije meer ingang te doen vinden. Er gaan hier en daar stemmen op, die aandringen op ontslag van het kabinet. De regeering zelf acht intusschen het incident door Beck’s verklaring afgedaan; zy is van oordeel, dat de zaak verder tusscben Beek en zyn parle ment moet worden uitgevochten. De Hongaarsche regeering neemt, dunkt ons, hier een verstandig standpunt in. Beck’s verklaringen waren afdoende en hij kon moeilyk meer zeggen dan hjj deed. Van een onthouden van steun aan de regeering, ja zelfs van een ontslag van het ministerie te speken, Ijjkt ons een dwaasheid. De Hongaarsche heethoofden zullen echter wel zoetjes aan tot meerdere kalmte komen. De Hongaren schreeuwen gewoonljjk nog al gauw, vooral als er iets aan de hand is met Oostenrjjk. In dit geval zullen zy, by eenig kalm nadenken, zei ven moeten erken nen, dat Beek correct gehandeld heeft. By het Port Arthur-proces kwam gisteren de beschuldiging, dat Stössel wederrechtelijk als commandant van Port Arthur was op getreden, ter sprake. Koeropatkin sprak ten gunste van Stössel. Na den slag by Kin-Tsjau kreeg Stössel last zich naar het Mantsjoersche leger te begeven. Hij ver docht echter in Port Arthur te mogen bljjven. Daar Stössel het gansche Kwantoen-gebied voortreffelijk kende, had Koeropatkin hem toen in Port Arthur laten blyven. Koero patkin legde verder een gunstig getuigenis af omtrent de militaire verdiensten van Stössel. Men weet, dat Koeropatkin een oude school kameraad van Stössel is. Wellicht dat een en ander van invloed is geweest op Koero- patkin’s gunstige getuigenis. Hetgeen men van andere zyde over Stössel’s gedrag en verdiensten opmerkt, luidt aanmerkelijk an ders en heel wat ongunstiger dan Koero- patkin’s verklaringen. Ook omtrent Fock liet Koeropatkin zich overigens gunstig uit. XVIII. De diakoon stond op, kleedde zich, nam zyn dikken stok en verliet zachtjes het huis. Het was donker, en hy zag, toen hy buiten kwam, in het eerst zyn witten stok niet eens; er was geen ster aan den hemel te zien’, en het zag er uit, of bet weder zou gaan regenen. Het rook naar vochtig zand en naar de zee. „Ah my maar geen Tichetschenzen aan* vallen,” dacht de diakuon, toen hjj hoorde hoe zyn stok op het plaveisel stiet en die toon duidelijk in de nachteljjke stilte weer klonk. Buiten de stad kon hjj den weg en zyn stok zien; aan den donkeren h^mel ver toonden zich nu en dan lichte plekk» n waar in somtijds een ster zichtbaar werd. De diakoon ging langs den Imogen, rotsachtigen oever en kon de zee niet zien; de onzicht bare golven sloegen zwaar en langzaam te gen de kust, alsof ze zuchtten: „Oef! Oef!” Hoe langzaam volgden ze elkander! De di akoon telde acht schreden tusschen het rol len van twee golven; na zes schreden kwam het derde, zoo was ook destyds niets te zien en jn de de duisternis slechts het trage slaperige ruischen der zee hoorbaar, toen’ Gods geest over de wateren zweefde.’ (Wordt vervolgd.) „Naar Petersburg vertrekken vroeg La- jewsky zich af. „Dat zon zjjnhet oude leven, dat ik vervloek, opnieuw beginnen wie redding zoekt in verandering van land, die dwaalt: de aarde is overal hetzelfde. By menschen redding zoeken? Ook niet. Samoylenko’s goedheid kon hem evenmin redden als de lachlust van den diakoon of Van Koren’s haat; redding moet men slechts in zich zelf zoeken, en is die daar niet te vinden, dan moet men zich dooden.” Men hoorde een rijtuig naderen. De dag brak reeds aan. Het rytuig reed voorby, keerde en bleef voor het huis staan; er zaten twee personen in. „Wacht even, ik kom dadelijk,” zei La jewsky door het venster. „Ik slaap niet. Is het reeds tjjd?” „Ja, vier uur. Eer we er zjjn Lajewsky nam zyn jas en muts, stak si garetten in den zak en bleef peinzend staan bet kwam hem voor, dat hjj nog iets doen moest. De secondanten stonden op straat zacht te spreken, de paarden snoven, én deze geluiden in den vroegen, voebtigen morgen, terwijl iedereen sliep en de dag nauwelijks aan den hemel scheen, vervulden Lajewsky’s ziel met een weemoed, die een slecht voor- teeken geleek. Hy bleef een poos in ge dachten verzonken staan en ging naar de ■kapkamer. Reuter seint uit Weenen, dd. 19 Dec. Het Heerenhuis nam in alle lezingen den „Ausgleich” met Hongarije aan. Gisteravond overleed plotseling te Peters burg tydens een gila-voorstelling in het „Marienthpater” de beer Philosoffof, Russisch minister van handel. Wjj deelden voor eenigen tyd mede, dat aan het station te Petersburg vjjf Finsche staatsburgers in hechtenis waren genomen. Sedert is van die vyf mannen niets meer vernomen en nu komt plotseling het bericht dat een hunner inmiddels, zonder voor den rechter gebracht te zyn, op a’dministratieven grondslag voor drie jaren naar Siberië is verbannen. Dit bericht heeft in Finland een diepe en zeer gerechtvaardigde verontwaardiging ge wekt. Geheel afgescheiden van het feit, of do bedoelde Fin, de heer Tiderman, zich aan eenige strafwaardige handeling heeft schuldig gemaakt, is deze wijze van handelen, die in Rusland sedert 17/30 October 1905 niet meer mag worden toegepast, volkomen in stryd met de Finsche wetgeving, die elk vergrjjp slechts wil gestraft zien na open baar onderzoek ec contradictoire behandeling. Daarby komt nu nog de overtuiging, dat de heer Tiderman die slechts gedurende enkele weken in Rusland verblyf hield en weder op weg was naar zyn eigen land, geen enkele misdaad kan hebben begaan. De Russische autoriteiten hebben niets positiefs over de redenen voor zyn gevangenneming en verbanhing willen mededeelen. Maar bet is wel bekend, dat hjj reeds lang, wegens zyn vrijzinnige politieke overtui gingen by de Russische politie in een kwaad gerucht stubd. In Helsingfors heersebt over deze hande ling der Russische regeering groote opge wondenheid. In een druk bezochte bijeen komst werd geprotesteerd tegen de gevan genneming der Finnen en werd de onmid- dellyke in vrijheidstelling van Tiderman en Stenbück geëischt. Dit voorbeeld vindt navolging. Overal in het land worden du meetings gehouden, waarin op krachtige wjjze wordt geprqtesteerd tegen de behandeling van Finsche) staatsburgers in Rusland, en waarin de regeering te Helsingfors wordt verzocht mét kracht tegen dit Russische machtsmisbruik op te komen. 43) - Indien het mogelyk ware, vervlogen dagen en jaren terug te roepen, hjj zou de leugen door waarheid vervangen, den lediggang door arbeid, onverschilligheid door belangstelling hy zou God en gerechtigheid vinden doch, dat is even onmogelyk, als dat er een ster aan den hemel terugkeert, en daar het on- mogelyk is, is hjj wanhopig. Toen het onweder voorby was, zat hjj aan het geopende venster en dacht kalm aan hetgeen hem te wachten stond. Zeer zeker doodt Van Koren hem; de koele wereldbe schouwing van dien man veroorlooft de ver nietiging .van ellendigen, van onnutte wezens mocht zyne denkwijze in het beslissende oogenblik al veranderen, dan helpt hem de haat en het gevoel van afschuw dat Lajewsky hem inboezemt. Wanneer hjj misschiet, of, om over zyn gehaten tegenstander te kunnen lachen, hem slechts verwondt of in de lucht schiet, wat moet hy dan doen? Waarheen sal hjj gaan? Voor eenige maanden sloten Rusland en Engeland een overeenkomst tot regeling van verschillende aangelegenheden, waarin o. m. voor Perzie werd bepaald: drft Rusland en Engeland zich verplichten del integriteit en de onafhankelijkheid van Perziète handhaven, en waarin de oprechte wensdh werd uitge sproken voor het handhaven dér orde en de vreedzame ontwikkeling van Perzie. En nu blykt het, dat in Perzie zelf Het hof van cassatie te Parjjs heeft gis teren aitgemaakt, of een treinreiziger ver- o„, plicht is uit to stappen aan de grens voor n ter motiveering van zjjn weigering om do de visitatie. In November 1905 kwam de heer Roland-Josselin, wisselageut aan de Parjjsche beurs, met den trein op weg naar Parys, over de Belgisch-Fransche grens. Hjj had enkel een handtasch bij zich, verder geen bagage, en vond dat een reden om niet te gehoorzamen toen de ambtenaren van de douane hem kwamen beduiden, dat alle reizigers den trein moesten verlaten en naar reizigers den trein moesten verlaten de visitatiezaal gaan. Voor deze eigenzinnigheid moest de heer Roland Gosselin 500 frank betalen; de bur gerlijke rechter, competent in dergelyke ver grijpen tegen den fiscus, veroordeelde hem tot 500 frank boete. Van dit vonnis heeft de heer Roland- Josselin cassatie aangeteekend. Niet om die boete natuurljjk, want een wisselageut bij de beurs van Parys geeft niet om zoo’n bagatel. Men zo i zelfs kannen beweren, dat men wisselagent op de Parjjsche beurs of iets dergeljjks moet zjjn om zich de weelde van eigenzinnigheid te veroorlooven, die bet den heer Roland-Josselin heeft behaagd aan den dag te leggen. De heer Roland-Josselin dan kwam in cassatie omdat hjj beweert, dat een reiziger die slechts handbagage heeft en die niets heeft aan te geven, niet verplicht kan worden zyn coupé te verlaten en met zijn bagage naar de visitatiezaal te gaan. De raadsheer-rapporteur en de advocaat- generaal van het hof van cassatie zjjn van tegenovergesteld gevoelen als de heer Roland- Josselin en diens advokaat. Het hof van cassatie vereenigde zich met het advies van den advocaat-generaal die tot verwerping van het beroep in cassatie had geconcludeerd. De overwegingen die hebben gegolden voor de verwerping van het beroep komen hierop neer: Men moet aanuemen, dat de wetgever de ambtenaren der douane met aitgebreide bevoegdheid heeft willen bekleeden, daar zjj belast zjjn met het innen van belasting van een publiek, dat zich maar al te graag aan de belasting wil onttrekken. Tegenwoordig is het spoorwegbestuar verplicht het passa- giersgoed, dat in de bagagewagen is, naar de visitatiezaal te brengen, maar de reizigers moeten zelf met de handbagage naar bet bureau gaan om daar hun aangifte te doen en zich te onderwerpen aan de visitatie. Het is zeer natuurljjk, dat de beambten, die den trein moeten doorzoeken, alle reizigers laten uitstappen, en dat zy alle reizigers, ook die geen bagage hebben, door e«n be paald daarvoor ingericht vertrek laten gaan. WaJ de Oostenrjjkscbe minister-president Beck in het Huis van Afgevaardigden zeide, fur ni Ati ir onri n non motie van bet Huis, betreffende de nationa liteiten in Hongarije uit te voeren, wordtin Hongarye als zeer onvoldoende beschouwd, wjjl l'jj geen waarborgen gaf of eischte tegen eati herhaling van een optreden, dat hjj zelf moet beschouwen als een vergrjjp tegen de internationale vormen. De Hongaarsche bla den zeggen, dat voor de politieke tacleloos- heid van den Oostenrjjkscbe Rijksraad vol ledige voldoening moet worden gegeven. Kossuth’s blad Egyetertes zet uiteendat door zulke voorvallen het denkbeeld der geheele afscheiding van Oostenrijk slechte kan worden bevoordeeld in Hongarye. Enkele stemmen dringen aan op het aftreden van het kabinet. De regeering te Boedapest schjjnt het voorval door de verklaring van Beek voorloopig voor geëindigd te houden. Maar in Ooslenrjjk heeft het besluit van den Rjjksraad, om de beraadslagingen te openen over de verklaring van Beek, een groote ontroering veroorzaakt. Gisteren werd te Weenen zelfs over Beck’s aftreden gesproken. De minister-president was uiter mate ontstemd, dat de christelyk-socialisti- sche fractie van Lueger, ondanks het optreden van de ministers Gessmann en Ebeuhoch voor het Tsjechische voorstel stemde. De groep-Lueger hield een bijeen komst, om over het ge» al te beraadslagen. Daarin werd beweerd dat Beck’s verklaring beslist tegen de christeljjk-socialistische fractie gericht was. De christen-socialisten hadden de regeering hulp beloofd voor de aanneming der overeenkomst. Nu deze aan genomen is, is de fractie weer vrjj om te doen wat zy wil. Dit besluit is een openlijke verloochening C van de beide ministers uit de partjj die. in het kabinet-Beck zjjn opgenomen. En daar ook de Duitsch-vrjjzinnige groepen tegen hunne ministers optreden, wegens de beantwoording der interpellatie over de taal- quaeitie, wordt de parlementaire en ministe rieels toestand in Oostenrjjk voortdurend ingewikkelder. EK k' 8

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1907 | | pagina 1