itcap
IJ.Y
>or!
IH\G.
BET TWEEGEVECHT.
1
iVieitws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
JLEN,
Dinsdag 24 December 1007.
46ste Jaargang.
\o. 10521.
&Zoon.
J
FEUILLETON.
eden
•N
DEI
Buitenlandsch Overzicht.
i
van
Ia
rop.
Ie Jenever
en turkirand-
l
en zagen
XIX.
handelaai
n een Kaas-
antoren, 2
;n Paarden-
attenaingel
tarin
trappelt van
len, slaat niets
DPPE.
aar by
ERS Jz.
>E WILDE,
Architect.
4NUARI 1908
it de onderge-
iaal in bet Hotel
Firma
IN AL
s geknipte
arde plaat.
AKBli
patroon.
CHILD-
e gratis ge-
(iOUDSCHE C01B1CT
Roman naar het Russisch.
ste model
icbine,
rantie te koop
!8 worden voor
bö:
Rotterdam.
163.
jen lagen pr(js
orstraat 267.
ad 1 2ver-
igen, dagelyks
aar, ten kantore
Telefoon to. S*
ADVERTENTIEN worden geplaatst
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des iniild.
De bladen bevatten nog weinig nadere
bijzonderheden over de ramp by Jacobs Creek
in de Darr-myi» (niet Dare-myn). Maar de
berichten, die er zyn laten weinig of geen
hoop op een redding der bedolven mijnwer
kers. De schachtopeningen laten geen men
schee door, wel rookwolken en giftige gas
sen, Over het lot der bedolven honderden
maakt men zich dan ook geen illusie. Jacob
Creek is een klein stadje aan de Youghio-
gheny-rivier, en ligt betrekkelijk ver van
de grootere plaatsen in die streek. Natuurlijk
zijn onmiddelijk na ’t bekend worden der
Bijvoegsel.
voorkomende A
PATRONEN f
•p. pr. tegen J
verkrijgbaar
Haag. f
Teletot n Mo, 82.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VU F CENTEN.
Renter seint uit] Parijs, dd. 21 Dec.
Met 354 stemmen tegen 177 nam de Kamer
de geheele wet op de vervallenverklaring
van kerkelyke goederen aan, nadat eerst
met 520 tegen 65 stemmen een amendement
van Guyesse wat goedgekeurd, waarbij de
gebouwen, voor den eeredienst bestemd, ter
vrije beschikking van de gemeenten worden
gesteld.
45)
Zyn er dan zoo weinig, zij het slechts
uiterlijk nette menschen in de wereld? Het
is waar, Lajewsky is een buitensporig, zon
derling mensch; maar hij steelt toch niet,
spuwt niet op den grond, doet de vrouw geen
verwijten, slaat geen kinderen of geeft den
dienstboden bedorven spek is dat niet vol
doende? Bovendien is hij zelf de eerste die
onder zijne gebreken lijdt, als een zieke aan
zijne wonden. Zou het niet beter zijn, als
de heeren bun baat en toorn overbrachten
naar eene plaats, waar geheele straten weer
klinken van ruwheid, verwijten, ontucht en
vloeken, dan hier, uit verveling en misver
stand, in elkander ontaarding, erfelijkheid
en andere moeilijk te begrijpen dingen te
zoeken?
Het róllen van een voertuig stoorde den
gedaebtengang van den diakoon. Hy keek
naar buiten en zag een rijtuig, waarin drie
personen gezeten warenLajewsky, Schesch-
kowsky en de postdirecteur.
„Dat zie ik voor het eerst van mijn leven!
Hoe heerlijk riep Van Koren, beide handen
naar het oosten uitstrekkende. „Zie eons,
groene stralen!”
In het oosten, achter de bergen, werden
twee groene lichtstralen zichtbaar. Dat was
inderdaad schoon. De zon kwam op. „Goe
den dag!” ging de zoöloog voort, Lajewsky’s
secondanten met het hoofd groetende. „Ik
ben toch niet te laat?”
Achter hem aan kwamen zyne secondan
ten, twee zeer jonge officieren. Boyko en
Goworowsky, in witte jassen, en de magere
menschenscbuwe dokter (Jstimo witch, die in
de eene hand een pakje droeg en de andere
op den rug hield; als gewoonlijk hing zyn
stok langs zyn rug neer. Nadat by, zonder
iemand te groeten, het pakje op den grond
had gelegd, bracht hy ook de andere hand
op den rug en begon op de kleine grasvlakte
heen en weer te loopen.
Lajewsky ondervond al bet onbehaaglijke
der positie van iemand, die wellicht weldra
sterft en daarom de algemeens aandacht trekt
„Stop!” zei Scheschkowsky.
Alle drie stapten uit het rytuig
elkander aan.
„Ze zijn nog niet hier,” zei Scheschkowsky.
„Zullen wy onderwijl eens naar een geschikte
plaats omzien Hier kan men zich nauwe
lijks keeren.”
Zy gingen de rivier langs en verdwenen
uit het gezicht. De koetsier, een Tartaar,
zat in bet rytuig, dook ineen en sliep in.
Na ongeveer tien minuten gewacht te
hebben, verliet de diakoon de loods, nam den
zwarten hoed af, opdat niemand hem zou
bemerken wanneer hy ergens bukte om toe
te zien, en sloop langs den oever door de
struiken. Van boomen en struiken vielen
groots droppels op hem neer en het gras
was nat. „Wanneer ik dat geweten had. was
ik niet gegaan,” mompelde by, de natte, be
morste slippen van zijn jas opnemende.
Weldra hoorde hy stemmen en kreeg hy
menschen in het gezicht. Lajewsky liep,
met de handen in de mouwen, snel heen en
weer; zyn secondanten stonden dicht by de
rivier en draaiden sigaretten.
„Dat is vreemd,” dacht de diakoon. die
Lajewsky’s gang bijna niet herkende; hy lykt
wel een grijsaard!”
„Hoe onbeleefd van ben!” zei de postdi
recteur, op zyn horloge ziende. „Misschien
staat het naar de meeniog der geleerden goed,
JHE --1
GE --
te laat te komen; maar naar myn idee is
het....” Scheschkowsky. een dikke man
met zwarte baard, luisterde en zei: „Daar
komen ze!”
Een redacteur van de „Neue freie Presse”
had een onderhoud over den toestand in
Perzië met een hooggeplaatst Perzisch staats
man. Deze zeide
„De toestand is uiterst verwaïd. Sedert
weken zyn de Perzische gezantschappen in
Europa zonder eenige bericht uit Teheran.
Wat er dus eigenlijk gebeurt is voor hen
even moeilijk te zeggen als vuor een ander.
„De hoofdvraag is voor Europa, wat de
vreemdelingen te vreezen hebben by de
waarschijnlijk uitgebroken revolutie In
In Perzië heerscht volstrekt geen vijandige
stemming tegen vreemdelingen. De Euro-
peesche gezantschappen moeten natuurlijk
bewaakt worden. In een tyd, waarin de
centrale regeering geen gezag heeft, of waarin
zelfs geen centrale regeering bestaat, moeten
de vreemde gezantschappen pogen zoo goed
mogelyk zich zelf te bewaken. Maar overi
gens behoeft geen vreemdeling in Teheran
of elders iets te vreezen.
Voor Perzië bestaat echter het gevaar,
dat Engeland en Rusland op grond hunner
overeenkomst besluiten, ten einde de anarchie
tegen te gaan, de eene het noordelijke, de
andere het zuidelijke deel van bet land door
troepen te laten bezetten. Wellicht is, zoo
in Teheran revolutie en anarchie uitbreken,
een andere oplossing niet mogelyk, dan dat
door een gemengde vreemde bezetting de
hoofdstad voor een groot onheil wordt be
waard.”
De Hongaarsche minister-president, dr.
Wekerle, heeft, naar een Reutertelegram
Zaterdag meldde, de uitdaging van den af
gevaardigde Polonyi, zyn vroegeren oud-
collega in het kabinet, niet afgewacht, maar
dezen zelf, na van den Keizer bekomen
machtiging, een uitdaging, doen toekomen.
Toen de minister in het Huis van Afge
vaardigden verscheen, werd hem door vele
afgevaardigden een ovatie gebracht. Hetgeen
tot den twist tusschen dr. Wekerle en Po
lonyi aanleiding heeft gegeven, deelden wy
reeds mede. Uit de nadere berichten omtrent
bet incident in bet Huis van Afgevaardigden
blykt, dat Polonyi nadat op zyn herhaald
aandringen de minister-president verklaard
had hem in de allereerste plaats te bedoelen,
toen hy sprak van politici, wier politieke
werkzaamheid, gegrond is op laster en smaad
van anderen, den minister toeriepdat is
een eerlooze bewering.
In deze beleedigende woorden vond dr.
Wekerle blykbaar aanleiding den afgevaar
digde tot een tweegevecht uit te dagen.
Volgens dezen Perziscben staatsman, staat
de Sjah onder den betreurenswaardigsten
invoed. Het geheele Perzische volk is tegen
elke reactieslechts een camarilla, een
aantal hovelingen oefenen een reactionnairen
invloed uit op den vorst en hebben hem in
het hoofd gepraat, dat in Perzië parlement
en kroon niet met elkaar te vereenigen zyn.
Vandaar, dat de Sjah poogt ongedaan te
maken, wat zyn vader Monzaffr-ed-Dine in
Perzië heeft ingevoerd.
Soldaten, brandweerlieden en burgers zyn
te Palermo nacht en dag met vereende krach
ten aan het werk geweest, om de dooden en
gewonden onder hej/|min weg te halen van
het verwoeste waffenmagazyn van Ajello. Er
zyn thans 44 lyl/en gevonden, waaronder 15
van vrouwen ei\ kinderen. Men heeft van
slechts 12 de identiteit kunnen vaststellen
hetgeen gedeeltelijk hieruit, te verklaren is,
dat er onder de verongelukten veel vreem
delingen waren, maar er waren ook ver
scheidene by die ontzettend verminkt waren,
zoodat alle herkenning onmogelyk was. Men
denkt dat in een aangrenzende vuurwerk
fabriek de eerste ontploffing geweest is en
dat vervolgens de ontploffing in het wapen
magazijn van Ajello heeft plaats gehad.
Overigens is thans gebleken, dat Ajello
veel meer ontplofbare stoffen in zyn huis
had dan volgens de wet geoorloofd was.
Hy schijnt er een clandestiene dynamietfa-
briek op na te hebben gehouden.
De 'zaak is ook in de Kamer ter sprake
gekomen, Giolitti zeide, dat het ingestelde
onderzoek had aan ’t licht gebracht dat op
de betrokken ambtenaren geenerlei verant
woordelijkheid voor de ramp rust.
De officieels opgave omtrent de slacht
offers is thans 44 dooden en] 81 gewonden.
De Messagaro zegt, dat ook een rytuig
met twee inzittenden, dat op ’t oogenblik
der ontploffing voorbijreed, vernield is.
In een later telegram uit Rome lezen we
nog, dat de tooneelspeler Liborio Bassi by
de ramp zyn gansche familie verloren heeft
en krankzinnig is geworden.
De troepen onder kolonel M’Kenzie zyn
uit Zoeloeland in Natal teruggekeerd en trek
ken nu langs den noordkant der kolonie om
het machtige opperhoofd Silwane, beschuldigd
van oproerigheid, gevangen te nemen.
Toen M’Kenzie eenige dagen geleden de
Zoeloehoofden toesprak, was er een die, zoo
’t heet, lachte om iets dat de kolonel zei.
Hy kreeg toen, in byzyn van zyn volgelin
gen, een dracht slagen.
ramp ingenieurs en dokters naar Ijot oord
des onheils vertrokken. Maar het zal nog
wel eenigen tyd duren vóór over de oorzaak
en den omvang der ramp voldoende licht is
opgegaan.
Reeds vroeger hebben wy er met een
enkel woord op gewezen, dat den laatsten
tyd de rampen in de Amerijkaansche steen
kolenmijnen beschamend talryk en noodlottig
zyn geweest.
Per duizend werkers verongelukken in de
Vereenigde Staten ongeveer drie maal zoo
veel menschen in de mijnen als in Europa.
Gedurende de laatste zeventien jaar zyn in
Amerika by mijnrampen 22,840 menschen
omgekomen. En gedurende de laatste zes
jaar verloren er evenveel het leven als in
de voorafgaande elf. Het jaalykscbe aantal
mijnongevallen met doodelyken afloop be
draagt tegenwoordig het dubbele van dat
in 1895. In 1906 verloren 6861 man het
leven of wel werden zwaar gekwetst (dooden
2061, gekwetsten 4800).
Waaraan zyn deze betreurenswaardige
feiten toe te schryven Hot antwoord op
die vraag vindt men in de ambtelyke rap
porten der regeerings-inspecteurs. Het ont
breekt aan behoorlijke mijnreglementen ter
verzekering van de veiligheid. En voor zoo
ver die reglementen al mochten bestaan,
wordt de hand gelicht met haar toepassing.
Dan zyn de mijnwerkers niet voldoende op
de hoogte bracht van do eigenschappen der
ontploffings-middelen. waarmee zy moeten
werken. De mijnwerkers beseffen niet steeds,
in hoeverre het gebruik van bepaalde ont
plofbare stoffen gevaar kan hebben by het
gelijktijdig aanwezig zyn van myngas en
kolenstof. Een ander element van gevaar
is, dat de myndirecties steeds verdere en
diepere gangen laten hakken. Allengs komt
meh daardoor op diepten welke zoover zyn
gelegen van de schachtopeningen, dat be
hoorlijke ventilatie onmogelyk, althans zeer
lastig en zeer duur wordt. Ook daarin schuilt
dus een bron van gevaar.
In bet rapport der Amerikaansche regee
ring over de mijnrampen wordt nog betoogd,
dat, waar in de Vereenigde Staten het per
centage mijnrampen toeneemt, in Europa
dat percentage merkbaar minder wordt
Een later bericht spreekt tegen, dat de
myn brandt, wel is een deel van de myn
ingestort. Dertien Jykeu zijn geborgen do
lichamen waren deerlijk verminkt. In het
Huis van Afgevaardigden is, door het lid
M’Henry, een wetsontwerp ingediend, strek
kende om een permanent bureau te stichten,
dat zich zal hebben bezig te houden met
het bestudeeren van mijnrampen en het be
ramen van middelen ter voorkoming.
Den zonsopgang zag hy voor het eerst van
zyn leven. vroege morgen, de groene
stralen, de tochtigheid, de mannen in hun natte
laarzen schenen hem overbodig en onnoodig
in zyn bestaan, en hinderden hemdat alles
hing in het minst niet samen met den door
waakten nacht, met zyne gedachten en het
gevoel van schuld, en gaarne zou hy zyn
heengegaan zonder te duelleeren.
Van Koren was merkbaar opgewonden en
deed moeite om dat te verbergen, zich den
schijn gevende alsof de groene stralen hem
meer interesseerden dan al bet andere. De
secondanten voelden zich gedrnkt en zagen
elkander aan, alsof ze vragen wilden, waarom
ze daar waren en wat ze te doen hadden.
„Mijne heeren, ik geloof dat het niet noo-
dig is, verder te gaan,” zei Scheschkowsky.
„Hier is het goed.”
„Ja, zeergeschikt.” antwoordde van Koren.
Er heerschte een algemeen stilzwijgen. Usti-
mowitch keerde, zich eensklaps om, en met
een grooten stap op Lajewsky afkornende,
zei hy halfluid:
„Mijne condities zyn u waarschijnlijk nog
niet meegedeeld. Elke party betaalt my
vijftien roebel, en ingeval een der tegenstan
ders gedood wordt, betaalt de ander my
dertig roebel.”
(Wordt vervolgd.)
houding en
De Engelsche minister van buitenlandsche
zaken sir Edward Grey, heeft te Berwick
een redevoering gehouden, waarin hy enkele
merkwaardige uitingen deed over de buiten-
landsche politiek, uitingen die wel waard
zyn te worden medegedeeld. Temeer, daar
hetgeen de minister over het bezoek van den
Duitschen Keizer zeide, en van de uitwer
king daarvan op de betrekkingen tusschen
de beide landen, in verband gebracht kan
worden met den wensch, die voor eenigen
tyd werd uitgesproken door den Lord Kan
selier, lord Loreburn, den voorzitter van het
Huis der Lordsom met Duitschland een
soortgelijke overeenkomst te sluiten, als reeds
met Frankryk bestaat.
Sir Edward dan zeide: „De helft der
moeilijkheden, of nog meer dan de helft,
verdwijnt als de mogendheden tot de over
tuiging zyn gekomen, dat de eene tegen de
andere geen kwaad in den zin heeft, baar
geen slechts wenscht. Een vorst, die zoo
lang in ons midden hooft vertoefd als keizer
Wilhelm, en met zulke hartelyke woorden
afscheid van ons heeft genomen, moet er
iets toe bijdragen om de goede verstand-
de vriendschappelijke betrek
kingen tusschen de beide volken te bevor
deren.”
De geheele rede van sir Edward Grey
maakt den indruk, dat Engeland en de
Engelsche regeering daartoe gaarne bereil
is, en Duitschland wil halen binnen den
kring der mogendheden, waarmede Engeland
goede, vriendschappelijke betrekkingen ge
sloten heeft.