oeder
'ANW
'HUIK te letten
HET TWEEGEVECHT.
ïViewws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
Vrijdag 27 December 1907.
46ste Jaargang.
No. 10522.
en
Ffc VHLETOX.
ICAO
LFF Co.
Nationale Militie.
IEXZORG»
aagiijders
IY ZONEX,
de gemeente, waar
Welke
an.
(Wordt vervolgd.)
»r briefkaart wordt
toegezonden dour
i Za tbornrnr).
ich ten doel om
lige huishoudelijke
oo veel noodig’te
elijk aan ininge*
jzen te verkoopen.
t komt geheel ten
Zereeniging „Ar-
1ERVEER
Holland
bï
INSCHRIJVING
VOOR DE
lEMHUIS.
IADIJS GOUDA.
Roman naar het Russisch.
fiOHBSCHE COURANT
ien werkelijke hul
ladelykite en f»
ildSel voor Hterea
ïndersoheenwerk,
C.M Müller Ca
Mea latte <od
üMBwark, lalwtarM,
I lirünwu.ArriM
Teletoc n No. 82.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
jiost 1.70.
Afzonderlijke Nommers VU F CENTEN.
JN VAN
tEM.
EN worden af geh
elde pakjes van
7/ en een Ned. om
ig van Nommer e
i van neven staan
de Wet gedepo
uitvoe ing van ge-
mbev ende
BIJL,
AART Lz.
Wegens het Kerstfeest ver
schijnt de Goudsche Courant
Woensdag en Donderdag niet.
de minderjarige verblijf houdt
zoo hjj verkeert in een der gevallen, in
evenbedoelde zinsnede onder Ac omschreven,
in de gemeente, waar hij verblijf houdt
B. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede 4e., indien hjj meerderjarig is:
in de gemeente, waar hjj woonplaats heeft.
De in de vorige zinsnede als plaats van
inschrijving aangewezen gemeente is die,
waar het verblijf of de woonplaats gevestigd
is of was op den In Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin do in te schrijven
persoon het 18e levensjaar volbracht, tenzij
het iemand geldt, wiens inschrijving te
Amsterdam of te Rotterdam moet geschieden
wegens verblijf °f woonplaats onderscheiden
lijk in het Duitsche Rjjk of in hot Koningrjjk
Belgie.
8, 8‘/v dubbele flosch
Vegte.Zaltbomni;
Rotterdam.
nhage.
r J. Czn. Rottar’am j
46)
Lajewsky kende dien man reeds, doch zag
nu voor het eerst diens doffe oogen, zjjn
harden baard en mageren, teringachtigen
hals. .Dat is een woekeraar, maar geen
dokter,” dacht hjj. „Wat vreemde menschen
z|jn er toeh op de wereld!”
«Goed,” antwoordde hjj.
De dokter knikte en begon weer op en
neer te loopen. Allen gevoelden, dat het tijd
was om te beginnen, of wel, te beëindigen
hetgeen reeds begonnen wasmaar men be
gon niet, en beëindigde niet, doch bleef staan
of loopen. De jonge officieren bekeken met
aandacht hunne uniformjas en streken de
mouwen glad, alsof ze op een bal gekomen
waren en dansen wilden. Scheschkowsky
trad op hen toe en zei zacht:
.Mjjne heeren, we moeten volstrekt trach
ten te verhinderen, dat dit afschuweljjk duel
plaats heeft; we moeten hen verzoenen.”
Hjj werd rood en ging voort;
.Gisteren wu uw kameraad Kirilin bjj
Art. 15.
Voor de militie wordt niet ingeschreven!
Ie. de ingezetene niet-Nederlander, die be
wijst te behooren tot een Staat, waar de
Nederlanders niet aan den verplichten krijgs
dienst zjjn onderworpen of waar ten aanzien
van den dienstplicht het beginsel van weder-
keerigheid is aangenomen;
2e. hjj, die bowjjst in de koloniën of be
zittingen des Rjjks in andere werelddeelen
verbljjf te houden of woonplaats te hebben,
al heeft zjjn vader, moeder, voogd of curator
woonplaats binnen bet Rjjk.
Art. 16.
Hfi, die volgens art. 13 behoort te worden
ingeschreven, is verplicht zich daartoe bij
Burgemeester en Wethouders der gemeente,
waar volgens art. 14 de inschrijving moet
geschieden, aan te geven tusschen den In
en den 31n Januari van het jaar, volgende
op dat, waarin hjj het 18e levensjaar vol
bracht.
Bjj ongesteldheid of afwezigheid van hem,
die zich ter inschrijving moet aangeven, als
mede in een der gevallen, hierna in de vierde
zinsnede omschreven, rust de verplichting
tot het doen der aangifte:
indien het een minderjarige betreft, op zjjn
vader, moeder of voogd;
iudien bet een meerderjarige betreft, die
onder curatele gesteld is, op zjjn curator.
De verplichting van vader, moeder of voogd
geldt evenwel slechts zoo hjj of zy binnen
bet Rjjk, in het Duitsche Rjjk of in het Ko
ningrijk Belgie woonplaats heeft.
Behoudens de uitzonderingen bjj de vol
gende zinsnede gemaakt, rust de zorg voor
het doen der aangifte uitsluitend op den iu
te schrijven minderjarige:
indien zjjn> vader, moeder of voogd niet
binnen het Rjjk, in het Duitsche Rjjk of in
bet Koningrjjk Belgie woonplaats heeft;
indien zjjn vader of moeder of beiden de
.Ja wel, en
«Wanneer de secondanten verzoening voor
stellen, wordt dat gewoonljjk niet aangeno
men, maar men duelleert toch. Eigenliefde
en alles... Maar ik verzoek u beleefd eens
op Lajewsky acht te geven. Hjj is beden
niet normaal, beeft om zoo te zeggen zjjne
zinnen niet bjj elkaar en is beklagenswaar-
dig. Hjj heeft ongeluk gehad Schesch
kowsky werd vuurrood en keek om: .Maar
wat het duel betreft, moet ik u mededeelen
gisteravond beeft bjj in Mjuridow’s buis zjjne
madame met Kirilin aangetroffen.”
.Hoe walgelijk!” mompelde de zoöloog.
Hjj verbleekte, fronste het voorhoofd en
spuwde op den grond; zjjne onderlip beefde
hjj liep weg van Scheschkowsky, daar hjj er
niet meer van booren wilde, en, als had hjj
onverwachts iets bitters geproefd, spuwde
bjj nogmaals en zag voor bet eerst op dien
morgen Lajewsky aan. Zjjne ontroering was
voorbjj, bjj schudde het hoofd en zei luide:
„Mijne heeren, waarop wachten we?
Waarom beginnen we niet?”
Scheschkowsky wisselde een blik met de
officieren en haalde de schouders op.
«Mjjne heeren1” zei bjj. zonder zich direct
tot iemand te wenden. «Mjjne heeren! We
stellen voor, dat ge n verzoent.”
.Laat ons de formaliteiten wat vlugger
afdoen,” zei Van Koren. «Over de vérzoe-
TWEEDE KENNISGEVING.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van GOUDA,
Gezien Art. 17 der Militiewet 1901
Brengen de navolgende bepalingen dier
Wet ter algemeene kenuis
Art. 13.
Voor do militie wordt ingeschreven
le. ieder minderjarig mannelijk Neder
lander, die binnen het Rjjk, in het Duitsche
Rjjk of in het Koningrijk Belgie verblijf
houdt.
2e. ieder minderjarig manneljjk Neder
lander, wiens vader, moeder of voogd binnen
het R|jk, in het Duitsche Rjjk of in het
Koningrijk Belgie woonplaats heeft.
3e. ieder meerderjarig mannelijk Neder
lander, die binnen bet Rjjk, in het Duitsche
Rjjk of in het Koningrjjk Belgie woonplaats
beeft.
4e. ieder manneljjk ingezetene niet-Neder
lander, zoo hjj op den ln Januari van het
jaar het 19de levensjaar was ingetreden en
niet verkeert in een der bjj art. 15 omschreven
gevallen.
Ingezetene is, voor de toepassing van het
bepaalde hierboven onder 4e.
A. de binnen het Rjjk verblijf houdendo
minderjarige niet-Nederlander:
a. wiens vader, moeder ot voogd binnen
het Rjjk woonplaats beeft en haar gedurende
de voorafgaande achttien maanden in bet
Rjjk of de koloniën of bezittingen des Rjjks
in andere werelddeelen gehad beeft
b. van wiens ouders de langstlevende bjj
zjjn of haar overlijden in het hierboven
onder a omschreven geval verkeerde, al
verkeert zjjn voogd niet in dat geval of al
is deze buiten ’s lands gevestigd
c. die door zjjn vader, moeder of voogd
verlaten is, of die ouderloos is of in wette-
Ijjken zin geen vader of moeder heeft en
van wien niet bekend ie dat hjj een voogd
heeft, indien hjj gedurende de voorafgaande
achttien maanden in bet Rjjk verbljjf ge
houden heeft
B. de meerderjarige niet-Nederlander, die
binnen het Rjjk woonplaats heeft en baar
aovertroften
obers welbekend
ACHI-1LIIK3
net Fabriekamerk).
nde, radicale cn
ig van alle, zelh
dnekkige xenuifr
iral ontstaan door
p jeugdigen leeftijd
alk® zwakte, Bloelr
Hoofdpjjn
ig - Maagpijn
Onvermogen --
e enz. Uit-
gedurende de voorafgaande achttien maanden
in het Rjjk of de koloniën of bezittingen des
Rjjks in andere werelddeelen gehad heeft.
Voor minderjarig wirdt voor de toepassing
van bet bepaalde hierboven onder A gehou
den hjj, die minderjarig is in den zin der
Nederlandsche wet. Voor meerderjarig wordt
voor de toepassing van het bepaalde hier
boven onder B gehouden hjj, die meerderjarig
is in den zin van voormelde wet.
Art. 14.'
De inschrijving geschiedt
le. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede le.
zoo hjj binnen het Rjjk verbljjf houdt en
zjjn vader, moeder of voogd aldaar woon
plaats heeft, in de gemeente der woonplaats
van vader, moeder of voogd
zoo hjj binnen bet Rjjk verblijf houdt en
zjjn vader, moeder of voogd elders dan binnen
het Rjjk woonplaats heeft, in de gemeente,
waar hjj verbljjf houdt
zoo hij door zjjn vader, moeder of voogd
verlaten is, ouderloos is of in welteljjken
zin geen vader of moeder heeft on niet be
kend is dat hjj een voogd heeft, in de ge
meente, waar bjj vtrbljjf houdt
zoo hjj iu hel Duitsche Rjjk verbljjf houdt,
in de gemeente Amsterdam
zoo hjj iu het Koningrjjk Belgie verbljjf
houdt, in de gemeente Rotterdam
2e. van hom, bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede 2e.
zoo zijn vader, moeder of voogd woonplaats
heeft binnen liet Rjjk, in de gemeente der
woonplaats van vader, inoedek of voogd
is do woonplaats van vader, moeder of
voogd in bet Duitsche Rjjk, in de gemeente
Amsterdam
is zjj in hot Koningrjjk Belgie, in de ge
meente Rotterdam;
3e. van hem, bedoeld in art. 13, eerste
zinsnede 3e.
zoo bjj woonplaats heeft binnen het Ryk,
in de gemeente zjjner woonplaats
zoo hjj woonplaats heeft in het Duitsche
Rjjk, in de gemeente Amsterdam
zoo hjj woonplaats heeft in het Koningrjjk
Belgie, in de gemeente Rotterdam
4e. A. van hem, bedoeld in art. 13,
eerste zinsnede 4e., indien bjj minderjarig
is
zoo bjj verkeert in het geval, in de tweede
zinsnede van dat artikel onder Aa omschreven
in de gemeente, waar zjjn vader, moeder of
voogd woonplaats heeft
zoo bjj verkeert in het geval, in die zin
snede onder Ab omschreven, in de gemeente,
waar zjjn voogd woonplaats heeftis de
woonplaats van dezen buiten ’s lands, dan
geschiedt de inschrijving ki de gemeente, waar
ouderljjke macht missen;
indien hjj door zjjn vader, moeder of voogd
verlaten is; of
indien bjj ouderloos is of in wetteljjken zin
geen vader of moeder heeft en het niet be
kend is dat bjj een voogd heeft.
Hjj, die door de bestuurders, in art. 22
vermeld, ter inschrijving moet worden opge
geven of die in dienst is bjj de zeemacht,
de marine-reserve en het corps mariniers
hieronder begrepen, bjj het leger hier te
lande of bjj de koloniale troepen, is tot het
doen van de aangifte niet verplicht.
Voor hem of haar, die tot bet doen der
aangifte verplicht is, kan de aangifte ge
schieden door een ander, daartoe schrifleljjk
gemachtigd. De volmacht bljjft onder Bur
gemeester en Wethouders berusten.
De wjjze, waarop van de gedane aangifte
moet bljjken, wordt door ons bepaald.
Art. 18.
Voor de militie wordt ook ingeschreven
of wordt op nieuw ingeschreven
le. ieder minderjarig manneljjk Neder
lander, die na den ln Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin hjj het 18e 1 jvens-
jaar volbracht, en vóór het intreden van het
21o levensjaar zjjn verbljjf binnen het Rjjk,
in het Duitsche Rjjk of in het Koningrjjk
Belgie gevestigd heeft;
2e. ieder minderjarig manneljjk Neder
lander, wiens vader, moeder of voogd na
den lo Januari ran het jaar, volgende op
dat, waarin de minderjarige het 18e levens
jaar volbracht, en vóór het intreden van
diens 21e levensjaar zjjne of hare woonplaats
binnen bet Rjjk, in het Duitsche Rjjk of in
het Koningrjjk Belgie gevestigd heeft;
3e. ieder manneljjk minderjarige, die na
den In Januari van bet jaar, volgende op
dat, waarin hjj het 18e levensjaar volbracht,
en vóór het intreden van het 21e levensjaar
Nederlander ot op nieuw Nederlander is ge
worden, zoo hjj in een der hierboven onder
le. omschreven gevallen verkeert, of wiens
vader, moeder of voogd verkeert in een der
gevallen, hierboven onder 2e. omschreven;
4p. ieder meerderjarig manneljjk Neder
lander, die na den ln Januari van het jaar,
volgende op dat, waarin hjj het 18e levens
jaar volbracht en vóór bet intreden van bet
21e levensjaar zjjne woonplaats binnen het
Rjjk, in het Duitsche Rjjk of in bet Koning
rjjk Belgie gevestigd of er woonplaats ver
kregen heeft;
5e. ieder manneljjk meerderjarige, die na
den ln Januari van het jaar, volgende op
dat, waarin bjj het 18e levensjaar volbracht,
en vóór het intreden van het 21e levensjaar
Nederlander of op nieuw Nederlander Is ge
worden, zoo bjj in een der hierboven onder
ning hebben we reeds gesproken,
formaliteit is er nu te vervullen?”
,Wo dringen evenwel nog op verzoening
aan,” zei Scheschkowsky op verontschuldi
genden toon, als iemand, die gedwongen is
zich in eens anders aangelegenheid te men
gen bjj kleurde, legde de hand op het hart
en vervolgde: «Mjjne heeren, we zien geen
verband tusschen beleediging en duel. De
beleediging, die we soms uit menscheljjke
zwakheid elkaar toevoegen, en het duel heb
ben niets gemeen. Ge zjjt gestudeerde, be
schaafde lieden en ziet natuurljjk zelf in bet
duel slechts een verouderde formaliteit, en
alles. Zoo zien wjj het ook in, anders wa
ren we niet gekomen; want we kunnen niet
toelaten, dat*iu onze tegenwoordigheid men-
schen elkander doodschieten, en alles.”
Scheschkowsky wischte zich bet zweet van
bet voorhoofd en vervolgde: «Maakt dus
aan uw misverstand een einde, mjjne heeren
reikt elkaar de band en laat ons naar huis
rjjden om den vredebeker te ledigen.”
Van Koren zweeg. Toen Lajewsky be
merkte dat men hem aanzag, zei bjj:
«Ik heb niets tegen Nikolai Wassiljewitch
Wanneer hg meent dat ik schuld heb, ben
ik bereid mjj voor hem te verontschuldigen.”
Van Koren was beleedigd.
mjj, en hjj betreurdeHetjffltt Lajewsky hem
gisteTen met Nadjeshda Feodorowna getrof
fen had, en alles.”
„Ja, dat is ons ook bekend,” zei Boyko.
„Nu, ziel geLajewsky’s handen beven,
en alles. Hjj kan nauwelijks een pistool
opbeffen; met hem te duelleeren is even
onmenscheljjk als met een zieke ofbeschon*
kene. Als de verzoening niet tot stand komt,
dan, mjjne heeren, moet het duel uitgesteld
worden; het zou niet zjjn aan te zien.”
„Spreek dan met Van Koren?’
„Zou dat gepast zjjn?” vioeg Schesch
kowsky naderhand.
„Waarom niet?”
„Ik ken de regelen var. het duel niet, de
duivel bale ze, en ik wil ze niet kennen;
hjj zon wellicht denken, dat Lajewsky be
vreesd was, en mjj tot hem zond. Maar
overigens, zooals ge wilt, ik zal met bem
spreken.”
Scheschkowsky wendde zich aarzelend en
licht hinkend, alsof hjj stjjf was van het
zitten, tot Van Koren. Zich de keel schrapend
en de bloemen op het hemd van den zoöloog
opmerkzaam beschouwende, begon bjj:
„Wat ik u zeggen moet, mjjnheer, in ver
trouwen ik ken de regelen van het duel
niet, de duivel hale ze, en ik wil ze niet
kennen; ik oordeel niet als secondant; en
alles, maar als menseb, en alles.”
Telefoon No. 82
A DVERTENTIEN worden geplaatst van
1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des mid.L