'X
I
iar
HIT TWEEGEVECHT.
Nieuwjaarsgroeten
aan hun geachte cliëntèle te brengen, tegen
den prjjs van 25 CENT, van 1—5 regels.
HET EINDE
/Vteuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
No. 10584.
46ste Jaargang.
Builriilaiidscli overzicht.
FHV1LLETOX.
1
I
r*
Maandag 30 December 1007.
hap
meer.
Phatselijke Directe Belasting.
snige afdoende
INKMAN Zu
bet attesten-
e er aanvraag
gratis proeven
mdt U direct
ongeëvenaard
idt gratis aan
oen, een boek
monster. Het
volkomen on-
identic in alle
verkrijgbaar in
gend depot, te
I POEDER
ierbare eigen
enzin tot het
sterken drank
bsint enz.) bij
Het COZA
opgemerkt en
e zuster of de
et hem toe kan
;en, en zonder
int ooit behoeft
ding te danken
leeft bet huise-
nnen hersteld,
nmte en oneer
ivenslnstige en
herschapen
op den rechten
;ig gemaakt en
it menig jaar
ter van het
je Coaa poe-
;ratl8 toege-
i aantal onge-
op aanvraag.
Co.
n toepassingen
lerde J-»r-
rf». Zjj geven
>rs niet kunnen
geen imitatie,
1ST,
m modellen te
Roman naar het Russisch.
ER
IEK
:n
Evenals vorige jaten stellen wjj onze
Stadgenooten in de gelegenheid op den Nienw-
jaarsdag hun
Inzending tot DINSDAGMIDDAG 2 nor.
en worden in
Melk, Likeur,
Vater of in het
dat het noodig
aard er iet» van
IOENEN
DERS
150 ds,75cts
m Drogisten
fTERDAM.
GR, Apotheker
Westhaven 198
S
I s o h a p van
rereeniging ter
srs en Verple*
van Mevrouw
aan, Wachtel-
lle tyde
erplegers
beschikbaar
Bij Libhiana kwamen gisteren tweo pas-
sagierstreioen nit verschillende richtingen in
botsing. Twintig reizigers, onder wio vier
Europeanen werden gedood.
izncery Lane,
n 172 Engeland
ben doornat on moet opdrogen.”
„Nu, zoaals je wilt,’.’ zei de zoöloog met
matte stem. Hjj zette zich in het rjjtnigen
sloot de oogen. „Zooals je wilt."
Terwijl de beeren hunne plaatsen innamen,
stond Kerbalai aan den weg, maakte een
diepe buiging, met beide handen zjjn lichaam
vasthoudende, en toonde zyne tanden; hjj
dacht, dat de beuren gekomen waren om de
natuur te genieten en thee te drinken, en
begreep niet, waarom zy in de voertuigen
plaats namen. Onder algemeen stilzwijgen
zette de stoet zich in beweging on de diakoon
bleef alleen achter.
„Ga herberg; drinken thee,” zei bjj tot
Kerbalai. „Ik eten wil.”
Kerbalai sprak goed Russisch, doch de
diakoon dacht, dat de Tartaar hem beter
verstaan zou, wanneer hij gebroken Russisch
tot hem sprak.
„Maak geklopt ei, geef kaas.”
„Ik gs, ik ga, pope,” zei Kerbalai, bui
gende. „Ik breng alles Er is kaas, er is
wyneet wat u wil.”
„Hoe heet God in het Tartaascbf" vroeg
de diakoon, da herberg binnengaande.
„Uw God en mijn God is alles één," zei
Kerbalai, die hem niet begreep. „God is
overal dezelfde, slechts de menschen zyn
verschillend. Velen zyn Russen, velen Tur
ken, velen Engelscben daar zijn er veel
De Brusselsche correspondent van de
Frankfurter Zeitung deelt eenige bijzonder
heden mede over de Dinsdag gehouden by-
van, maar er is slechts één God.”
„Goed, als alle volken één God vereeren,
waarom zien jelui, Muzelmannen, de Chris!
tenen dan aan, alsof ze je eeuwige vijanden
waren
„Waarom maakt ge u boos?” vroegKer
balai, met beide handen zijn lichaam grij
pende. bent pope, ik Muzelman; u zegti
ik wil eten, en ik geef hetSlechts do
rjjken onderscheiden, wie uw God is en de
mijne, maar voor de armen is alles gelyk.
Eet maar!”
Terwijl in de herberg dit theologisch ge
sprek plaats had, reed Lajewsky naar huis
en dacht er aan, boe hjj met een bezwaard hart
in de schemering was weggereden, toen de
weg, de rotsen en de bergen nat en donker
waren en de onzekere toekomst als een af
grond voor hem lag, welks diepte niet te zien is.
Maar nu fonkelden de regendroppels op
gras en steenan in de zon als diamanten, de
natuur lachte vroolyk en de vreeseljjko toe
komst lag achter hem. Hij keek naar het
sombere gezicht van Scheschkowsky en de
twee voor hem uitgaande rijtuigen, waarin
Van Koren, diens secondanten en de dokter
zaten, en het was hem of ze allen terug
kwamen van het kerkhof, waar ze zooeven
een lastig, onverdraaglijk mensch begraven
hadden, die allen verhinderde te leven.
(Wordt vervolgd.)
te vinden. Trouwens, reeds de waardig
heid van het Kabinet verbiedt het, opnieuw
te gaan zoeken gelijk ’t de vorige maal
heeft gedaan. Het is immers duidelijk
gebleken de Kamer wil geen genoegen
meer nemen met Ministers van Oorlog,
die de richting van het Kabinet zijn
toegedaan. De reden daarvan ligt af
gescheiden van „hoogere” (leeslagere)
politiek voor de hand. Ministers van
Oorlog die de beginselen van ’t Kabinet
op defensiegebied onderschrijven gaan den
conservatieven over ’t geheel te ver, den
democraten niet ver genoeg. Dit laatste
verklaart ook, waarom van de Unie-libe-
ralen de heer Thomson, van de vrijzinnig-
democraten de heeren Treub, van Deven
ter, Nolting en Ketelaar tegen de be
groeting hebben gestemd. Maar daarmede
is dan ook tevens gezegd, dat het voor
het Kabinet een ijdel pogen ware, een
nieuw bewindsman von Oorlog te zoeken,
die de Kamer wel zou kunnen bevredigen.
Het baat dan ook niet, te pogen de
politieke beteekenis van het gevallen votum
te verkleinen, door het te gooien over
den boeg van onvastheid in het beleid
van dezen specialen Minister, van onbe
kookte maatregelen door hem genomen,
die hèm in elk geval ongeschikt maakten
aan het hoofd van het Departement te
staan. Mocht dit het motief zijn geweest,
dat het stemmen tegen zijn begroeting
aan velen vergemakkelijkte, de heer de
Savornin Lohman heeft met groote objec
tiviteit geweigerd, zich met die schijn-
schoone redeneering te vereenigen en
uitdrukkelijk verklaard, dat het persoon-
1 ij k beleid van den Minister niet de bron
was der bezwaren. Bewoog deze be
schouwing hem tot voorstemmen, het feit
dat van de rechterzijde slechts twee leden
zijn voorbeeld volgden, verscherpt de
politieke gevolgen van de verwerping. En
zoo is ook de omstandigheid dat van de
vrijz.-democraten, ondanks hun bezwaren
tegen de richting, die de Minister uit
wilde, toch zoovelen vóór de begroeting
hebben gestemd, wel het beste bewijs,
dat hunnerzijds door verscheidenen helder
werd beseft, hoe het hier ging om het
behoud of den val van 't gansche Kabinet
en dat het hier niet gold het redden van
dezen Minister, maar van de geheele
Regeering.
Zoo staat voor ons dan vrijwel vast,
dat dit het einde is. Het einde, voor-
loopig althans, van de hoop op grond
wetsherziening tevens.
Maar toch past hier een vraagteeken
Want in nog sterker mate wellicht dan
„Hoe ben je bier gekomen?" vroeg Van
Koren.
„Vraag daarnaar niet,” wenkte de diakoon
met de hand. „De Booze heeft mjj verleid:
Ga, ga 1 Zoo ben ik dan gegaan en in bet
kreupelhout bijna van angst gestorven. Maar
nu, Gode zjj dank, Gode zy dankl Ik ben
uiterst tevreden over je,” mompelde hy. „En
onze Tarantella zal ook tevreden zjjn. Het
is om te lachepl Ik verzoek je evenwel
dringend, niemand te vertellen dat ik hier
geweest ben, anders kryg ik nog een aan
merking van de overheid. Men zou zeggen
de diakoon is secondant geweest.”
„Mjjne beeren,” zei Van Koren, zich naar
de als ganzen achter hem loopende dokter,
secondanten en Lajewsky keerende, „de dia
koon verzoekt, er niet over te spreken dat
ge hem bier gezien hebt; er zouden moei
lijkheden voor hem uit kunnen ontstaan.”
„Wat is dat strijdig met de menzcheljjke
natuur!” zuchtte de diakoon. „Neem mjj
niet kwaljjk, maar je zette een gezicht, dat
ik dacht, dat je hem stellig zendt dooden."
„Ik was ook werkelijk in verzoeking, dien
ellendeling van kant te maken,” zei Van
Koren, „maar door je geschreeuw schoot ik
mis. Je hebt hem gered. Het geheele voor
val hoeft mjj, uit gewoonte, zeer aangegre
pen; ik voel mjj vermoeid. Rijd je mede?"
„Neen, laat mij maar te voet gaan. Ik
bij de Staalcrisis rijst de vraag naar het
wat nu en wat dan
Een „cabinet d’affaires” Maar is er
dan sinds den aanvang van dit jaar
zooveel veranderd in den politieken toe
stand dat wat toen niet kon, thans opeens
mogelijk is geworden
Een Kabinet van rechts? Maar voelt
en tast men niet, hoe de oneenigheid aan
dien kant steeds toenemende is Geeft
het ook niet te denken, dat een leider
als de heer Lohman blijkens de stem,
door hem uitgebracht, het oogenblik voor
een rechtsche Regeering thans niet ge
komen achtte? Weet men niet, dat van
Katholieke zijde een Kuyper-regime niet
begeerd wordt en dat van anti-revolutio-
naire zijde het een kaakslag zou zijn aan
den „van God gegeven leider”, die nog
steeds het „christelijk volksdeel” in zijn
hand heeft en als hoofd van het centraal
comité, niet minder als driestar-schrijver
in de „Standaard" de lakens uitdeelt,
indien men hem geen zetel gaf in het
Kabinet
Gevoelt men niet, dat als hij gepas
seerd werd, hij, de man die kort geleden
op zijn zeventigsten verjaardag om strijd
gehuldigd werd door alle organisaties in
de partij die hij groot heeft gemaakt,
daarmede tevens het voortbestaan der
partij zelve ernstig in gevaar zou worden
gebracht
En gelooft men eindelijk, dat nu rechts
nog steeds in de Tweede Kamer in de
minderheid is, men het van dien kant
met een clericaal Kabinet zou durven
wagen, nadat nog zoo kort geleden bij
de Staal-crisis het tegendeel is verklaard
Wat dan? Kamerontbinding? De tegen
woordige Regeering zal er wel niet het
initiatief toe nemen. Wat zou ’t haar
baten De Eerste Kamer blijft rechts,
terwijl de kans dat de Regeeringsmeer-
derheid in de Tweede Kamer versterkt
wordt, al heel gering is.
Maar bovendien (en dit zou ook gelden
voor een volgende Regeering) welke aan
leiding ware er tot dien maatregel? Het
eigenaardige van de stemming over de
Begroeting was, dat ofschoon zij in wezen
tegen het Kabinet was gericht, een bepaald,
concreet, scherp omlijnd vraagstuk daarbij
niet in 't spel was. Hoe kan de Regeering
nu het volk uitspraak laten doen over
een vraag, welke inderdaad niet te for-
muleeren valt Een kind kan toch be
grijpen, dat de redenen die den heer
Troelstra of de heeren Treub en Thomson
tot tegenstemmen bewogen, heel andere
waren dan die der Katholieken deden
In Catania en Messina hebben de over
beden de draden in handen gekregen van
een wijdvertakte misdadige vereeniglng, die
zich ten doel stelde zich op allerlei slim
uitgedachte manieren van staats- en ge
meentegelden meester te maken. Tot de
vereeniglng behoorden advocaten, douane
ambtenaren leden van den adel en zelfs
eenige prli-sters. De overheid is op 't spoor
gebracht door de Maffia. Dit genootschap
bad zich willen aansluiten hy de dieven
bende, maar haar medewerking was gewei
gerd. Uit spijtigheid beeft ze toon de heele
zaak aangegeven.
Als een donderslag bij helderen hemel,
viel even vóór het uiteengaan der Kamer
de beslissing over de Oorlogsbegrooting.
53 leden verklaarden zich er tegen, 38
er voor. En Minister van Rappard,
nauwelijks opgetreden, ziet zich genood
zaakt weer heen te gaan. Hij alleen
Of niet met hem het Kabinet, dat ondub
belzinniger wellicht nog dan een vorige
maal, zich in deze uitspraak der Kamer
getroffen Wie toch zal volhouden, dat
het hier uitsluitend gold ontevredenheid
der Kamer met den persoon van dezen
Minister, onvoldaanheid over zijn beleid,
afgescheiden van dat van het Kabinet?
De redevoeringen bij deze begroeting
gehouden door de heeren Heemskerk,
Troelstra en van Vlijmen, om niet te
gewagen van die van den heer Duymaer
van Twist, hebben het wel anders bewezen.
Zij hadden alle tot grondtoon wantrouwen
in het Kabinet, dat door zijn politiek de
defensiequaestie stuurt in een door die
heeren niet gewenschte richting. Maar
al ware het anders, zou het Kabinet dan
toch nog kunnen aanblijven, nu het voor
de derde maal genoodzaakt zou zijn naar
een nieuwen Minister te zoeken Mannen,
geschikt, bekwaam en vooral, geneigd,
zitting te nemen op den stoel van Oorlog,
met de kans, neen de zekerheid, het
weinig langer te zullen uithouden dan de
vorige Ministers, zijn zoo gemakkelijk niet
48)
Te geljjker tjjd viel het schot. Toen de
aanwezigen zagen dat Lajewsky nog op zyn
plaats stond en niet gevallen was, keken
allen naar de zjjde vanwaar die kreet kwam,
en zagen den diakoon. Bleek, met natte, aan
voorhoofd en wangen klevende haren, geheel
hemodderd en doornat, stond bjj aan den
•aderen oever, glimlachte eigenaardig en
wenkte met zjjn natten hoed. Scheachkowsky
lachte van vrengde, weende en verwijderde
zich.
XX.
Een oogenblik later ontmoetten Van Koren
en de diakoon elkander bjj de brug. De
laatste was opgewonden, hijgde zwaar en ver
meed den zoöloog in de oogen te zien. Hy
schaamde zich over zyne vrees en zjjne be-
msnto, natte kleeding.
„Ik dacht dat je hem wildot dooden,”
mompelde hy. „Hoo strjjdt dat tegsn do
nanachaljjke natuur I Wat is dat hoogst
Mf»tuurl|)kl”
besluiten tot deu val van 't Kabinet.
En nu is Kamerontbinding slechts dim
op haar plaats, indien het gaat om een
groot beginsel, om een vraagstuk, dat
duidelijk onder woorden valt te brengen
en indien men dóórover de kiezers uit
spraak wenscht te laten doen. In de
gegeven omstandigheden echter ware zij
absurd.
Wij zien ons hier derhalve geplaatst
voor een crisis, zoo mogelijk nog moei-
lijker op te lossen dan de vorige. Stagnatie
in de werkzaamheden op wetgevend ge
bied dreigt hiervan opnieuw het gevolg
te worden. Zij die uit p o 1 i t i e k e mo
tieven tegen de Oorlogsbegrooting hebben
gestemd en dat zijn o. i. alle tegen
stemmers behalve de heeren Treub, Nol
ting, van Deventer, Ketelaar en Thomson,
daar deze geen aanleiding kinnen hebben
gehad, zich tegen het Kabinet te verklaren
hebben daardoor vooral in de huidige
tijdsomstandigheden, nu de belangrijkste
wetsontwerpen van ’t Kabinet zijn inge
diend en op afdoening wachten, een
buitengewoon zware verantwoordelijkheid
op zich geladen. Moge de kiezers dit te
zijner tijd beseffen en hun rekenschap
vragen van hun euvele daad I
GOlbSdlE (IOJRAIVT
Men meldt uit Konstantinopel van gisteren:
Drie gevallen van cholera werden gecon
stateerd aan boord van het stoomschip „Nl-
vernais", onder do pelgrims die van Rusland
komende, zich naar Mekka begeven. De
ziektegevallen worden toegeschreven aan de
besmetting, waaraan de pelgrims waren
blootgesteld te Sinope.
De BURGEMEESTER van GOUDA
Brengt ingevolge Artikel 10 der bjj Raads
besluit dd. 28 December 1897, no. 13a,
vastgestelde en bij Koninklijk Besluit dd.
25 Mei 1898, no. 66, goedgekeurde Veror
dening op de heffing eener Plaateeljjke
Directe Belasting naar het Inkomen in deze
Gemeente, ter algemeene kennis, dat met de
inschrijving voor deze belasting zal worden
aangevangen op 3 Januari 1908.
Gouda, 28 December 1907.
De Burgemeester voornoemd,
R. L. MARTENS.