Nieuws- en Advertentieblad èoor Gouda en Omstreken. Wat zal het ons brengen HET TWEEGEVECHT No. 10526. Woensdag 1 Januari 1908. 46ste Jaargang. KENNISGEVING. FEUILLETON. (iOHMHE COURANT. <Ji TeletOt ii No, §2. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prjjs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommer» V IJ F CENTEN. Tctaloun it». M ADVEItTENTIEN worden ge|)lratst van 15 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote jjetters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd. Dit No. bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. Wegens den Nieuwjaarsdag verschijnt de Goud-cbe Courant Woensdagavond niet. Inrichtingen welke gevaar, schade of HINDER KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS Gouda, Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet: Brengen ter nlgeraeene kennis, dat op de Secre tarie ter visie zijn gelegd verzoeken met bijlagen van 1. De Directie der Stoom Bierbrouwerij Maat schappij »'t Haantje", te Amsterdam om vergun ning tot plaatsing van een gasmotor van 3 PK. voor het in beweging brengen van een ijselevator in het perceel gelegen aan de Molen werf, Wijk B No. 23a, Kadastraal bekend Sectie C No. 2483. a. A. Binée, te Gouda om vefgunning tot op richting eener smederij in het perceel gelegen aan de Nieuwe Haven, Wijk N No. 14. Kadas traal bekend Sectie B No. 530. 3. C. de Zwart te Gouda om vergunning tot het oprichten «ener inrichting gedreven door een gasmotor van 8 P.K. voor het in beweging bren - gen van zijn orgel, het opwekken vau electriseh licht, en hel laden van accuamlatoren, in het perceel gelegen aan de Rozendon!, Wijk M No. 10, Kadastraal bekend Sectie C No. 1930. Dat op Dinsdag den 14 Januari iqo8, des na middags ten i»/f ure op het Raadhuis gelegenheid is om bezwaren tegen de gevraagde vergunningen in te brengen en dat gedurende drie dagen vóór dien dag op de Secretarie der Gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan worden kennis genomen. De aandacht wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep ge rechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of een of meer zijner leden zijn verschenen ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Gouda, den 31 December 1907. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS, De Secretaris, BROUWER. Een nieuw tijdperk ligt voor ons. Onwillekeurig staan we een oogenblik stil in 't drukke leven van stoom en electri- citoit. We slaan een terugblik in 't ver leden en we willen een tipje oplichten van de gordijn, die voor de toekomst hangt. Wat zal het nieuwe jaar ons brengen Allerlei antwoorden hooren we al geven we willen zoo graag den tijd voorhitloopen en we weten er geen schijntje vanDenk eens na over den staatkundigen toestand van ons land, toen 1907 voor de deur stond. Wat waren we niet optimistisch gestemd over de vic torie, die Minister Staal in de Tweede Kamer had behaaldwie zou gedacht lebben, dat die kloeke staatsman zoo kort daarop liet veld zou myeten ruimen Wie had in den iaatsten tijd een Kabinet-crisis van) zoO'n ernstigen aard verwacht Ver schuilende bladen wijden er artikelen aan erf weten al wat 1908 ons zal brengen. Gewoonlijk echter komt het anders uit dan men had vermoed. Toch gaan we voort met te turen naar 't geen er aan de horizon der toekomst opdoemt. Van kindaf zijn we dit gewoon te doen. Vol idealen gaat de jongeling 't nieuwe tijdperk inhet brengt hem een stap nader aan liet doel van zijn streven ffoddank, dat hij *c -heeft;» ze geve* hem moed om met onverdroten ijver voorwaarts te gaan. Vroolijk gestemd op den Nieuw jaarsdag gaat hij naar en met zijn vrinden zijn familie bezoeken om ze alles goeds te wenschen en zijn hartelijke handdruk zegt U, dat hij het meent i „Jong Holland", wakker en levenslustig, slaat hoopvol den nieuwen weg in, die leidt naar 't onbe kende. Gelukkig voor hen, gelukkig voor ons allen, weten we niet, wat het ons brengen zal, vreugde of tegenspoed. jVlaar een wensch moet ons ook van 't hart. In de eerste plaats aan onze Koningin Weer staat Hare Majesteit voor eene moeilijke taak. Moge Zij, gesteund door Haar GemaaLjle wijsheid ontvangen, die Zij in deze/iageriVoo hoog noodig heeft Een gelukwensch\aan 't Bestuur onzer stad, dat met den bekwamen leider aan 't hoofdv de gemeentebelangen zal behar tigen. Moge ey-in 1908 veel goeds tot stand komen/ Er wordt veel van ons gemeentebestuur gevraagd en verwacht de taak woydt er niet gemakkelijker op. In het Nieuwe jaar zal het nieuwe Zie kenhuis verrijzen, waarvan men de grond slagen haast heeft gelegd. Laat ons hopen, •lat het in de toekomst niet te veel van de draagkracht der gemeente vordert. Wij zijn< van oordeel, dat het vooral voor onze stad een aanwinst moet worden. Onze gemeente ligt te dicht bij de groote steden, waar de specialiteiten op medisch gebied wonen, ?oodat er van huiten niet zooveel patiënten naar 't Goudsehe Ziekenhuis zullen komen. Ret zal dus in de eerste plaats in eeiJi%roote behoefte van Gouda voorzien. Wil men dus zijn zorgen beter wijden aan'de zieken, ook voor de gezonden zal ons Stadsbestuur waken, getuige de dorapfngsvoorstellen vau ons Dagelijksch Bestuur, Vreemdelingen, dièyover onze stad spreken, geven wat de Inging enz. betreft, er dikwijls niet hoog van op. „Het is hij'U een echt waterland", zoo sprewf men van huiten over onze ge meente. We juichen het dus toe, als B. en Sr. met voorstellen komen, die den gezoÉ)heiiistoestai}d ten gook komen, een j.—rarvoorfllfe Unffiuv moeten wijkenVeel is er reeds in onze stad verbeterd en wij hopen, dat men op den ingeslagen weg zal voortgaan. De Gezondheidscommissie zal ook in 1908 niet stil zitten en veel van zich doen hooren. Op 't gebied van handel en industrie mag Gouda nog wel een woord meepra ten. Mogen die middelen van bestaan ook in den nieuwen tijdkring groeien en bloeien! Hebben we, getrouw aan 's menschen natuur, vooral het oog op de toekomst, het verleden vergeten we nietDe onder vinding is de beste leermeesteresBij 't opmaken van de balans overziet de koop man, wat hij in 1907 heeft gearbeid. Hij zal zijn voordeel doen met hetgeen de afgesloten periode hem heeft geleerd. Ieder van ons heeft op den altijd plech- tigen Oudejaarsavond een terugblik ge slagen in 't verleden. Vreugde en droef heid wisselen steeds af. Hoevelen ont vangen op den Nieuwjaarsdag een geluk- wensch met een droeven glimlach. Er wordt zooveel geleden en gestreden. Wat zal het ons brengen; die vraag blijft voor- 1908 ons op de. lippen I Laat ons winst doen met hetgeen achter ons ligt; de handen uit de mouwen, met lust en moed den strijd weer aanvaard Wat er gebeuren zal In de oudheid trachtten de wichelaars reeds de toekomst uit den loop dei; ster ren te bepalen. Liever willen wij ons werk toetsen 't geen achter ons ligt en beter en v3 standiger handelen, gedachtig aan een gedichtje van Staring „Mijn ziel raap wijsheid uit dit werk Streef hooger dan dit aardslÉe perk. Of, hier bcneèn, de wereld woel', Blijf gij gedachtig uw doel Staar vroolijk juichend, naar de Kust, Waar aller zorgen woeling rust Waar Sinarte knaagt, noch Twistvuur [brandt, Noch Jiinbekoring strikken spant Mijn Ziel daar is uw Vaderland! Iltl 11 Attitt ii flflük ÜU||<Vjihl ---- T/wwfF Reuter seint uit Belgrado, dd. 80 Dec. In antwoord op de interpellaties omtrent vrijstelling van rechten, toegestaan aan een suikerfabriek, waarbij tevens de minister* van plichtverznim werden beschuldigd, tee- kende de minister-president protest aan te gen de gedane beweringen en stelde bjj in liet Jiöbt, dat de radicalen steeds opkomen tegen onrechtmatige handelingen Een her haling van dergelijke beschuldigingen zou maken, dat de Skoeptsjtine op een koffie huis zou gaan gelijken. Het jaar 1907 loopt ten einde. Het was voor Duitschland hóf jaar waarin aan de conservatief-clericalo meerderheid in den Rijksdag een einde werd gemaakt, waarin ten gevolge van do Rijksdag-verkiezingen een „nationale", een „conservatief-liberale" meerderheid ontstond. In bet „llerJiner TagebJatt" maakt Paul Michaelis de balans op van die meerderheid. En dan moet hem de zucht van het hart, dat d e combinatie op economisch gebied slechts ontgoocheling beeft gebracht. „Daar brood, dure steenkolen, duur geld dat zjju de resultaten vau het jaar 1907. Roman naar het Russisch. 50) De zoöloog h/dacht zich even en zei: „Ja, daUa--waar." Samoyienko klopte zachtjes met den vin ger aan het venster. Lajewsky schrikte en keek om. „Wanja, Nikolai Wasiiljewitch wenschte afscheid van je te nemen," zei Samoyienko. „Hfi vertrekt zoo dadelijk." Lajewsky stond op en liep naar het portaal om de dear te openen. Samoyienko, Van Koren en de diakoon traden binnen. „Ik kom slechts heel even binnen," begon Van Koren, die re'eds spijt had, aan z|jn ge voel toegegeven te hebben. „Het is alsof ik mjj wilde opdringen," dacht hij, „en dat is dwaas." „Neem mfi niet kwalijk, dat ik a stoor," lei hfi daarop, achter Lajewsky de kamer binnentredende„maar ik vertrek zoo dade lfik en ik voelde mfi gedrongen n vaarwel te leggen. God weet, of we ooit elkander „Het doetymfi genoegen.... Wees zoo goed," zei Laiewsky, den gasten zoo onbe holpen stoelen Vevende, alsof hfi zeden weg wilde versperren, terwfil hfi zelf, zich de handen wrfivende^ midden in de kamer bleef staan. „Gedenk mfiner triolein boosheid, Iwan Andreitch!" zei Van Koren, „Het verleden te vergeten gaat niet, het is\te treurig, en ik ben ook niet gekomen met\do bedoeliiig om vergiffenis te vragen of tVrerzekeren dat ik geen schold heb. Ik handelde oprecht en mfine overtuiging is sedert ook niet ver anderd. Het is waar, ik dwaalde ten op zichte van o, maar we struikelen zelfs op den rechten weg, dat is eenmaal menschelfik; al dwaalt men niet in hoofdzaak, dan doet men dat nog wel in bfizaken. Niemand kent de eigenlfike waarheid." „Ja, niemand, kent de waarheid," zei La jewsky. „Na, vaarwel! God geve u alles goeds!" Van Koren gaf Lajewsky de hand; deze drukte haar en maakte een buiging. „Denk in vriendschap aan mfi," zei Van Koren. „Groet ,nwe vrouw en zeg haar, dat het mfi spfit, haar niet persoonlijk mfine achting te kannen betuigen." „Zfi is thuis." Lajewsky ging naar de dear ea zei ia de andere kamer: „Nadja, Nikolai Wassiljewitch wenscht af scheid van je te nemen." Nadjeshda Feodorowna trad binnen; zfi bleef aan de dear staan en zag verlegen naar de gasten. Haar gezicht stond verward en verschrikt, en zfi sloeg de handen over elkaar, v „Ik vertrek dadelfik, Nadjeshda Feodo rowna," zei Van Koren, „en ben gekomen om afscheid te nemen." Zfi reikte hem aarzelend de hand en La jewsky boog nogmaals. „Hoe beklagenswaardig zfin ze beiden!" dacht Van Koren. „Dat leven komt hun duur te staan." »Ik ga naar Petersburg en Moskou; kan ik u ook iets van daar zenden, dat ge noodig hebt?" vroeg hfi. Nadjeshda Feodorowna zag onrustig haar man aan eu antwoordde„Ik denk het niet." „Neen, nietszei Lajewsky, zich de han den wrjjvende. „Doe mfine groeten!" Van Koren wist niet, wat hfi zeggen kon en moest, pn toch, voor hfi binnenkwam, had - hfi gemeend veel goeds en hartelfiks te zul len spreken. Zwijgend drukte hfi Lajewsky en diens vrouw de hand en verliet hen met een bedrukt gemoed. „Wbt een menscuen zei de diakoon half- laid, Van Koren volgende. „Mfin God, wat een measchea zfin datDezen wfiastok heeft waarlfik Gods rechterhand geplant Heere God! Heere God! De een overwon duizen den en de ander ontelbaren. Nikolai Was siljewitch," zei hfi vol vuur, „wout je wel, dat je vandaag den grootsten aller men- schelfike vfianden den trots, overwonnen hebtP" „Och, loop heen, diakoon! Wat zfin wfi voor overwinnaarsOverwinnaars kfiken als adelaars, en hfi is schuw, terneergeslagen, buigt als een Chineesch afgodsbeeld, en ik ben treurig." Achter ben werden voetstappen hoorbaar het was Lajewsky, die hen achteropkwam, om hen te begeleiden. Aan de haven stond de bediende met de koffers en een weinig verder stonden vier roeiers. „Wat waait betbrrr!" zei Samoyien ko. „Het stormt bepaald op zee. Hu! Je trelt het niet, Kolja." „Ik ben niet bang voor zeeziekte." „Dat is bet niet; als je met bet bootje maar niet omslaat. Je had met de sloep moeten gaan.. Waar is de agentensloep riep hfi denf roeiers toe. „Reeds vi^rokken, Excellentie." „En die van^de* douanen „Ook al weg." „Waarom heb jelni dat niet gezegd?" raasde Samoyienko. „Ezels!" (Slot volgt,)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1908 | | pagina 1