lonn N THEE. No. 10618. vorm Langs Vreemde Paden. laar M'ettws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. Dinsdag 31 April 1908. 47ste Jaargang. Buitenlaadsch Overzicht. FEUILLETON. ^pril a.s. n- telling nm| en Haag. ZOMEN, Kleinhandel In sterken drank. Maandag 30 en en van ■e vloeistoffen ,4 Las' instrumentalist in beschuldiging ga gij (Wordt vervolgd.) es op bet draad, oli. vermaarden c Jongleurs Ad. nstler. [usical Exentric g geneest, ictoren. Ensemble. t CAR ON. Dit No. bestaat uit twee bladen. EERSTE BLAD. 1 uur. l’TERENDE n Holl. Eerste i aantal onge- i op aanvraag. IÓ A Co. en toepassingen derde ^fr- erft. Zfj geven irs niet kannen geen imitatie, NT, en modellen te fiOUDSCHE (WT •krachten. U E H.VaN d IJ nel, A. N HEER, Haat- v. d. STAR, A DB GROOT, i, Benechop. •oster Sancta voe ing van ge- ev ende [JL, RT Lx. te. Iroot Succes ersl ng 8nur precies, a Rang (Zaal) 0 35 aatsbespreking. BUK te letten VAN H. worden afgei e- e pakjes van viji en een Ned. om ran Nomtner er. an nevenstaan.. Wet gedepo- Teletoon <o. M2 ADV E R T E N 1 1 E N worden geplaatst 1—5 régels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Advertentiën tot 1 uur' des midd. Reuter seint uit Pretoria dd. 16 April Minister Botha heeft naar aanleiding van de onjuiste uitlegging, gegeven aan zijn woorden op du vergadering te Vqlksrust, toen hy sprak over de gelden, die president Krüger had achtergelaten by zyn vertrek uit Transvaal, thans een nadere verklaring gegeven. Hy deelde mede, dat hy het vol- gende had gezegd: Krüger bad aan de vorige regeering eenige gelden ter hand ge. Wegens het Paaschfeest zal de Goudsche Courant Maandagavond niet verschijnen. Reuter seint dd. 16 April uit Brussel De Kamer zet het Congo-debat voort. De katholieke afgevaardigde Boqueville spreekt met warmte over de daden der Bel gische officieren en zendelingen in Afrika en zegt, dat na al deze toewijdende krachts inspanning de Belgische vlag over den Congostaat moet wapperen. De socialist Bertrand zeide dat de regeering jaren lang had geloochend, dat er in den Congo misbruiken heerschende enquête commissie, door den Koning benoemd, stelde echter vast, dat zy wel degelyk voorkomen. Spreker noemt twee ministers, die adminis trateurs zyn van een Congoleesche maat schappij en een rapporteur over de koloniale overeenkomst, die aaneen andere maatschappij is verbonden. steld. Nadat de Engelschen Pretoria waren binnengerukt, was dit geld besteed voor de commando’s. Botha had nu aan Milner reke ning en verantwoording over deze sommen aangeboden, niet het geld zelve. In het Engelsche Lagerhuis heeft Dinsdag de unionist Gilbert Parker zich tot tolk ge maakt van de grief van de hop-verbouwers. Het land, dat met hop verbouwd wordt, is steik afgenomen; jaarlyks komt er meer hop uit het buitenland, met name uit Amerika, waar men geen raad met den overvloed weet en dien tegen een prys, lager dan die er in Amerika zelf voor gemaakt wordt, in Engeland van de hand doet. In de laatste drie weken is er weer 8000 ton uit Amerika gekomen, en in de eerste twee weken zullen er nog 15000 ton komen. W.it dacht de regering te doen Minister Lloyd George was op de vraag niet voorbereid, dus had niet veel gegevens, maar alvast merkte hy op, dat Parker van 8000 ton bad gesproken, maar waarschynlyk hund redweights bedoelde. Ik zei ton en bedoelde ton, antwoordde Parker. Ja maar, wy kunnen geen t-arief hervormingscyfers aannemen, zei de minister. In 1907 is er in het geheel 10000 ton (202,324 hundredweights) inge voerd, zoodat moeilyk is aan te nemen, dat er in eenige weken nu 23,000 ton zouden aankomen. Maar, zei de minister, laat het geachte lid gaan naar de bierbrouwers, die zulke vaderlandslievende menschen heeten te zyn, en hen belezen om vaderlandsche en geen buitenlandsche hop te gebruikenen ook niet de surrogaten, die er inplaats van hop in het bier worden gedaan. Dan zouden de hopbouwers van Kent en elders in Engeland gebaat zyn. Overigens wordt er nu wel min der land met hop verbouwd, maar door wetenschappelijker teelt krygt men tegen woordig niet minder hop. Onwaar is ’t ook, dat de invoer van buiten zoo geweldig toe neemt. Dertig jaar geleden werd er meer hop ingevoerd. Met Engelands wisselvallig klimaat kan men niet staat maken op een goeden hopoogst. Dus blyft het buitenland noodig. GOUDA. In Frankryk heeft de Kamer van in be schuldiging stelling uitspaak gedaan inzake het verzet, dat Rochotte had aangoteekend tegen de beslissing van den rechter van instmetie betreffende de voorloopige vrij lating. Berr, de rechter van instructie had Rochette’s verzoek om voorloopige vrijlating geweigerd. De kamer van i" 16) Na een poos zeide zy: „Laat ons nu weer opstaan en -de andere heerlijkheden van myn residentie in oogen- ^chouw nemen. Eerst gaan we naar den vijver. Zie, nu zyn de kanten schoon afge stoken en is er een klein steigertje gemaakt, opdat we gemakkelyk in de gondel kunnen stappen. Willen we nu eens wat gaan va ren? Er is plaats voor drie personen, byge- gevolg kan het bootje ons best dragen. Neem u op de voorplecht plaats, dan zal ik de riemen nemen „Neen, neen, lieve Beata, gy moet u niet zoo inspannen; ik zal wel roeien en ga gij in het midden zitten, opdat we dichter bij elkander zyn.“ „Waar denkt u aan, signor? U is het roeien niet gewend en kent ook de gondel niet, die zeer gemakkelyk omslaat, en daar het nog niet zulk warm weer is, heb ik geen lust nu reeds een koud bad te nemen. Ove rigens als u dichter by my wil zitten, kan a tegenover my op de middenbank plaats 11,000 roebel, die geschrapt moesten worden, nog een roebel toe te voegen, teneinde hldus de rechten der Doema op het punt der be grooting te doen gelden. De uiterste rechterzijde verklaarde daarop de zaal te zullen verlaten, daar de Doema door een dergelyke handelwijze trad in de rpchten van den alleenheerscher. Er ont stond daarop een groot tumult in de banken van het centrum en de linkerzijde. Er weer- klonken kreten: „er uit!” De uiterste rech terzijde verliet de zaal tijdens de stemming. Met algemeene stemmen nam de Doema ver volgens Robrinski’s voorstel aan, alsmede de begroeting van openbare werken, van welke echter, overeenkomstig het voorstel der be grotingscommissie, een bedrag van 1,300,000 roebel geschrapt werd. De Pruisische regeering heeft erkend, dat om haar wensch tot heffing van scheepvaart- tollen ten uitvoer te kunnen bYengen, vooraf de wyziging van art. 54 der Ryksgrondwet noodzakelyk is. De „Fr tnkf. Ztg.” bespreekt de vraag op welke wyze die wyziging moet worden aangebracht? Het blad wenscht, dat de wyziging worde voorgesteld, niet als een wetsontwerp tot uitlegging van maar als een ontwerp tot wyziging van de Ryksgrondwet, dat wil zeggen: dat in den Bondsraad het ontwerp als verworpen wordt beschouwd, wanneer zich meer dan 14 stemmen daartegen uit sproken. Mocht nu dit wyzigings-voorstel in den Bondsraad en in den Ryksdag een voldoende meerderheid krygen, dan moet de Pruisische regeering internationale onderhandelingen gaan aanknoopen met Oostenrijk en Neder land over de verdragen betreffende de scheepvaart op Elbe en Ryn en het is wen- schelyk dat by die onderhandelingen niet op een uitlegging van art. 54 der Ryksgrondwet worde gewezen, maar dat het zuivere rechts- standpunt, berustend op een gewijzigd art. 54, worde ingenomen. Pruisen schijnt echter liever een intrepre- tatie- dan een wyzigingspolitiek te volgen’ En die opvatting bestrydt de „Frankf. Ztg.’. aldus „Men mag over de heffing van scheepvaart rechten denken boe men wil, het is oen feit dat de Pruisische regeering met haar op vattingen overal op eenstemmigen tegenstand is gestuit en dat zy onder den druk van dien tegenstand heeft moeten toegeven. Het zou nu een pijnlijk schouwspel zyn, te moeten zien dat dit feit werd verbloemd en dat tegenover het buitenland aan de interpretatie werd vastgebonden, die men in het binnen Teletot n No. S3. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN. nemen.* Arthur zag, dat Beata er zich een genoe gen uit maakte, hem te roeien: hjj wilde haar daarvan niet berooven en stapte dus lachend in het ranke vaartuig. Daarna wilde hjj haar er inhelpen, doch zjj lachte gnitig, en eer hjj bare hand kon vatten, was zp er reeds ingesprongen. Door den plotselingen schok geraakte de gondel evenwel hevig aan het kantelen, en bijna ware zjj omgeslagen. Beata schrikte van haar onvoorzichtigheid on klemde zich onwillekeurig aan Arthur vast, die als een acrobaat moest balanceeren om niet over boord te vallen. Hoe klopte hem het hart, toen Beata daar zoo tegen hem aan lennde en hij haar hart aan zjjn borst voelde kloppen! Helaas, dat zalig gevoel duurde niet lang; Beata trok zich van hem los en nam lachend op de roeibank plaats; vervolgens greep zij een der riemen en stiet het bootje van den kant af. „Hoe dom, hoe dom!“ sprak zp. „Daar had ik ons fregat bijna doen kantelen. Maar niet waar, signor Arturo, u neemt het mjj niet kwaljjk Een kind is altijd nog maar een kind!* Arthurs hart zwol van verrukking, toen hjj dat heerlijke wezentje in haar beminne lijke onschuld zoo aanvallig hoorde keuvelen. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, brengen ingevolge art. ia, i° der Drank wet ter openbare kennis dat bij hen is ingekomen het navolgende ver zoek om verlof voor den verkoop van alcohol- houdenden 'drank, anderen dan sterken drank, van J. van den IJssel, in de benedenvoorlocaliteit van het perceel aan de Wilhelminastraat, Wijk M No. ni. Binnen 2 weken, nadat deze bekendmaking is geschied, kan ieder tegen het verkenen van het verlof schriftelijke bezwaren inbrengen. Gouda, den 17 April 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS. De Secretaris, BROUWER. uit. „Het is geen wonder, dat ge hier zoo- vergenoegd geworden zyt. Maar geef my nn eens de riemen, want ge zult wel moede zyn; ik wil u aflossen." „Tot geen prys zei Beata lachend. „Trou wens, het zou toch niet gaan, want we kun nen nn niet meer van plaats verwisselen en van uit het midden kan men toch niet stu ren. Hahaha, nu heb ik u aan myn lymstok, signor ArturoU heeft my de besturing van de gondel afgestaan en nu hangt u van myn genade af. Ik kan u thans brengen, waar heen ik wil. Als ik boos was, dan zou ik omkoeren en u het uitzicht van den heuvel niet laten zien maar daar ik op het oogen- blik goed geluimd ben, zal ik u verder va ren.* „Oho, kleine guit," riep Arthur uit, „ge maakt van don nood een deugd. Ge weet zeer goed, dat ge in dit«malle kanaal ón mogelijk de gondel kunt kunt wenden, en ac iteruitroeien kunt ge van uw plaats at ook niet. Nu kan ik u uitlachen Beata lachte verlegen, omdat Arthur haar betrapt had, en zeide toen „U is zeer gevat, signor Arturomaar ik zon u toch nog wel iets willen vragen." „En wat is dat?" stelling acht die weigering gegrond. Rochetl® blyft dus gevangen. Het vonnis overweegt, dat de tegen Rochette ingebrachte beschul digingen zoo ernstig zyn en zoo ingewikkeld, dat het niet mogelyk is de gevolgen te niet te doen van een maatregel, dien de rechter van instructie genomen heeft in hot belang van het vinden van de waarheid. De kamer vindt geen voldoenden grond voor de ver nietiging van de beslissing van den rechter van instructie in de aantijgingen, die zyn uitgebracht tegen een der aanklagers van Jiochotte, van welken aanklager het heet, dat hij en onzedelyk persoon is en gehandeld zou hebben met lage bedoelingen. De rechtbank van Bar-lc-Duc heeft Woens dag neg geen uitspraak gegeven tegen Gus tave Lévy, dio terecht staat onder beschul diging van het leveren van ondeugdelijk vleesch aan het leger. Na het verhoor van getuigen en beklaagden volgde het requisitoir van d^n ambtenaar van het openbaar mi nisterie. De procureur der republiek was zeer streng in zyn oordeel. Hy kon voor de mis daad van Lévy geen verzachtende omstan digheden vinden, en hy eischte een zware straf, „een vonnis, dat voldoening zal geven aan ons dierbaar soldaatje, waar wy allen zooveel van houden en dat wy by de groote manoeuvres zoo gaarne volgen, maar waar men vooral veel van houdt in dat land van Lotharingen waar men niets vergeten is”. Door uw vonnis, riep do procureur der republiek, moet de Fransche soldaat ir. staat gesteld worden, gerust en vol vertrouwen voort te arbeiden met nog metr tucht en toewyding, tot heil van het vaderland. De verdediger van Lévy vroeg vrijspraak daar het onderzoek van het vleesch, volgens hem, gebrpkkig was geweest. De Russische Doema heeft zich Woensdag bezig gehouden met de begrooting van het ministerie van verkeerswezen. De begroo- tingscommissie had voorgesteld een som van 11,000 roebel van die begrooting te schrap pen, omdat de minister op onwettige wyze dat bedrag aan de goedkeuring des Tsaren had onderworpen tien dagen vóór do Doema- zitting. Graaf Robrinski, l:d der gematigde rech terzijde, merkte op, dat het de plicht der Doema was te zorgen voor de handhaving der fundamenteele wetten en aldus haar toewijding te toonen aan den monarch, wien immers niets aangenamer zou kunnen zyn dan dat de fundamenteele wetten worden geëerbiedigd. Hy stelde daarom voor aan die „Deze en geen andere!" klonk hót in zyn binnenste, en zyn gedachten verwijlden by het benydenswaardigo geluk van hem, die eens dit lieve* kind do zyne zou mogen noemen. Uit deze mijmerij werd hjj opgewekt door het vroolyk lachen en de zilveren stem van Beata, die hem toeriep: „Wat zet u daar oen norsch en verdrie tig gezicht, signor Arturo! U lijkt wel onze oude leeraar, als hy koliek heeft. Is u soms boos op my?" „Neen, neen, neen, kind; hoe zon men op u boos kunnen zyn? Er kwam my maar zoo iets in de gedachten; nu ben ik weer vroolyk." „Ja, ja, dat moet u altyd wezen, als u by my is; van treurige menschen houd ik niet, want ik ben altyd vroolyk on opgeruimd, en tot schertsen geneigd. Zie, nu verlaten wy den vyver en gaan een smal kanaaltje in, dat tot bewatering van den tuin dient en waarop we zeer goed kunnen varen. Niet waar, dut is aangenaam Ik heb hier aan weerskanten boompjes geplant, zoodat we als het ware door een laan varen. Nn komen we straks uit by dien heuvel dien u daar ziet. Van daar heeft men het uitzicht op de zee en kan men naar Calabrië zien.* u „Ja, ja, het is hier prachtig!" nep Arthur

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1908 | | pagina 1