DOPING. Langs Vreemds Paden. LOON, lelhuis, UIS, ERF en 5 op een der zijde van de vaarin sedert icces fiandel 'tvante art(- Nieuws- en Advertentieblad roor Gouda en Omstreken No. 10634. FEUILLETON. eijsers Inkt (inrichting, ICHTBRtNDERS nenmantels. ^in alle stijlen. FELS em, van den ‘lieer' aar veilen en Buiteniandscli Overzicht. Zaterdag 9 Mei 1908. 47ste Jaargang. van De r 2123 groot tikelen. te vragen, wie die man mot zyn ongunstig niterlQk toch was. (Wordt vervolgd.) BESTE ADELIJK ND. •Hen die deze lerfst bloeien is 500 bloem- n, Ranonkels, gon las voor rvan vanaf 1 ke in pracht •50 25 voor Notaris llLLF.K them, zal op EN lleu 18 uur in DE alle grootten. ld, sphoon 117. station. llll.LF.UOM heel en al t vroeger reeds a, trent Eulenburg onderzocht. I' en de Pruisische De Duitsche minister Sydow is niet geluk kig met zijn voorstellen. Nadat de Ryksdag de subsidie-aanvrage voor de „Norddeutsche Lloyd” in den geest der Economische ver- eeniging had gewijzigd, kwam het regeerings- voorstel aan de orde, om de ambtenaren in de Oostmarken een toelage te geven. Van vrijzinnige zijde werd voorgesteld, de onder officieren van die toelage uit te sluiten, omdat zij geen ambtenaren zijn in den geest der wet. Minister Von Sydow antwoordde, dat de rijks ambtenaren in de Oostmarken niet slechter betaald moeten worden dan de manifestatie voor het monarchistisch beginsel, aan hetwelk Duitscbland zyn grootheid en zijn macht heeft te danken en uit hetwelk ook Oostenrijk zijne krachten put. Ik heb steeds in den onwrikbaren trouw van mijne volken de noodige kracht gevon den voor de vervulling van mjjn zware taak. Het groote aantal der bier bijeengekomen Duitsche vorsten is de meest sprekende bevestiging van ons innige en onverbreekbaar verbond, dat niets anders dan vredelievende bedoelingen heeft en dat, dank zij de vre delievende gezindheid der andere mogend heden, zijn taak zal blijven vervullen tot in de verst verwijderde toekomst. Ik smeek den Heer, dat Hy Uwe Ma jesteit, de Duitsche vorsten en de keizerin, wier tegenwoordigheid ik vooral op buiten gewonen prys stel, onder Ztfn heilige hoede zal nemen”. De keizer ontving het volgende telegram van den koning van Italië: „Tn het janr, dat Uwe Majesteit uw 60-jarigo regeering herdenkt, sluiten alle vorsten en staats hoofden zich aan bij de heilbeden, de ge lukwensten en de betuigingen van toewij ding van de volken de monarchie. Van gan- scher harte verklaar ik in te stemmen met de gevoelens van toegenegenheid voor u, die de keizer van Duitscbland, onze bondgenoot en vriend, heden persoonlijk zal uitspreken.” De Keizer antwoordde daaropIk ben zeer gevoelig voor de vriendelijke attentie van Uwe Majesteit om mij te feliciteeren op den dag, dat keizer Wilhelm, onze bondge noot en vriend en de Duitsche vorsten om mij vereenigd zyn. Ik breng uwe Majesteit persoonlijk dank en verheug my over dit nieuwe bewijs van den innigen band en de groote vriendschap, die ons verbindt. Keizer Wilhelm heeft hedenmiddag op alle ambassades zijn kaartje afgegeven. 82) Beata las de verrukking in zijn oogen, en over haar eigen schoonheid beschaamd blozende, kon zy hêm slechts vriéndelijk toe lachen. Toen Arthur van de eerste verrassing was bekomen, putte hy zich uit in woorden van verrukking en geestdrift, zoodat Beata in het geheel niet wist, wat zy op zooveel hulde zou antwoorden. „Indien ik u in deze kleeding zoo buiten gewoon beval, signor Arturo,” zeide zy ein delijk, „zal ik my hierin laten photogra- pheeren, ten einde u het portret te kunnen schenken dat ik u onlangs heb beloofd.” „Daarmee zult ge my oneindig gelukkig maken, Beata. Maar weet je wel, dat ik bijna bang word voor zooveel schoonheid als ge nu ten toon spreidt?* „Bang worden? Waarom?* „Ik vrees, dat ge zoo by menigen man den hartstocht zult opwekken, en by den vurigen aard uwer landslieden kon dat wel ééns onaangename gevolgen hebben.* „U heelt gelijk, signor Arturo,* aldus den ganschen soorten f 1.50; -• Nu planten, te planten •75 per ico ze jarenlang bloemen voor gemakkelijke liet bedekt te Reuter seint uit Weenen, d.d. 7 Mei, om trent het jubileum van keizer Franz Josef, het volgende: Keizer Franz Josef was het Duitsche keizerlijk paar tegemoet gegaan naar het station Meidling, vanwaar de keizerlijke trein langs de ceintuurbaan naar Penzing, het station van Schönbrunn, reed. Om het sta tion en tot aan het kasteel Schönbrunn stond een Aanzienlijke menigte geschaard, die de twee keizers warm toejuichte. Ondanks den regen wachtte een talrijke menigte het voor bijrijden der Duitsche vorsten langs de Mariahilfstraat af. Alle bladen heeten de Duitsche vorsten met warmte welkom en spreken hunne vreugde uit over de betooging van hed”n, die een bewijs is van de vriendschap, die beide vul- ken verbindt. De Duitsche Keizer en de Keizerin met gevolg kwamen hedenochtend me| keizer Franz Josef te Penzing aan. Keizer Wilhelm hield op het kasteel een rede, waarin hij zeide er zich in te verheugen, dat door de genade der Voorzienigheid deze samenkomst had kunnen plaats vinden. „Twee geslachten”, zoo vervolgde hy, „hebben gezien, hoe Uwe Majesteit 60 jaren van uw leven beeft ge wijd aan het welzyn en den voorspoed van uwe volken. Het hart van Uwe Majesteit moet met rechtmatiger. trots en groote vol doening vervuld zi:n bij de blijken van de liefde en de dankbaarheid, die uwe onder danen u toedragen. Niet alleen uw eigen onderdanen echter, maar de geheele wereld gevoelt voor u eer bied en bewondering. De drie hier ver- eenigde generaties van Duitsche vorsten zien in Uw Majesteit een voor hen navolgens- waardig voorbeeld. Door een arbeid van 60 jaren hebt gij ons een schitterend voorbeeld gegeven wy zyn daarom gekomen als trouwe vrienden en bondgenooten om getuigenis af te leggen van de hartelyke gevoelens van innige vriend schap en toewijding aan den edelen vorst, den trouwen bondgenoot, den machtigen vredesverzekeraar, voor wien wy ’s Hemels rykste zegeningen afsmeeken”. Keizer Franz Josef antwoordde daarop „Ik acht my gelukkig van Uwe Majesteit de betuiging te hebben mogen ontvangen van de vriendschap, die Uwe Majesteit, de son- vereineu, vorsten en vertegenwoordigers van de Hanze-steden mij toedragen. Deze ver zekering zal behooren tot de aangenaamste herinneringen van mijn leven. Ik verzoek u de verzekering te willen aanvaarden van Te Bordonara trok het elegante en voor naam uitziende paar zeer de aandacht, want, zooals Arthur had voorzien, bestond het pu bliek slechts uit eenvoudige landlieden. Arthur keek eerst toe, terwyl hy met genot zyn glas vurigen Syracuser wyn dronk. Daarna kreeg hy zelf ook lust om met Besta eenige toertjes te maken. Tot duiver was er nog geen enkele wan- zetten on ons maar niet zoo kalmweg dat meevallertje in den zak laten steken. Wanneer de Belgen integendeel de kolonie niet prijsgeven, maar haar internationalisee- ren, dan legt Engeland terstond beslag op de geheele streek. Wat zal daar echter Frankryk van zeggen? en Duitscbland? Het laatste land zal den Congostaat nog liever in handen der Franschen zien, dan in die van de buurlui over het Kanaal. Maar in ieder geval, hoe ge hel ook draait, er zullen altyd internationale verwikkelingen te vreezen zyn. Niettegenstaande de wel willende houding van den heer Beernaert tegenover Engeland, geloof ik toch, dat wy een streepje voor hebben bij de Belgen. De leider der liberale fractie in Spanje, Moret, heeft Dinsdag in do Kamer de voor waarden gecritiseerd, waarop de toewijzing kan plaats hebben van de aanbesteding der nieuwe oorlogsschepen. Hy wees er op, dat men van de wet was afgeweken, daar er gesproken wordt over het aankoopen van sommige materialen in het buitenland. De minister van marine en do minister- president bestreden de zienswijze van den heer Moret, en deden opmerken, dat de be doelde materialen niet in Spanje zelf te krij gen waren, aangezien zo in Spanje niet worden vervaardigd. Het Berlynsche Schwurgeficht heeft in het vonnis, waarbij bet den houtvester Lewan dowski tot drie jaar gevangenisstraf ver oordeelde, verklaard, dat de beklaagde blyk had gegeven van even eerlooze karakter eigenschappen als zyne vrou v, daar hu niet alleen van den levenswandel van zyue vrouw op de hoogte geweest was, maar dien ook begunstigd had. Wat er ten huize van mevrouw Lewan dowski (gelyk wjj laatst al gezegd hebben, is z(j een baronnesse v. Korft van zlcbzelve) voorviel, is niet te beschrijven. Niet alleen gaf zy zichzelve met allerlei mannen af, maar zy baalde tal van jonge meisjes, die by hot proces als getuigen gehoord zi,n, over, hetzelfde te doen. Zelfs getrouwde vrouwen kwamen onder haren zedeloozen invloed. Waren die vrouwen eenmaal gevallen, dan dwong zy haar tot voortzetting van haren onzedeljjken levenswandel, met het dreige ment, dat zjj anders hare mannen zou in lichten. Het bedrijf van mevrouw Lewan dowski was zeer winstgevend en uit allerlei bijzonderheden bleek, dat Lewandowski er volkomen in ingewijd was en er profijt van en Donderdag n afslag van en bewijs van Notaris. ing der koop- >oveel vroeger en. mengde zich donna Lucia in het gesprek „ik heb ook al gezegdBeata zou goed doen met zich niet zoo mooi te kleeden. Ge moest ten minste dat medaillon thuis laten, kind.* „Maar moeder, waar denkt ge aan Signor Arturo’s geschenk! Neen, dat nooit!* „Goed, doe dan je faldella of de canestrina af,“ „Welk een idee, moeder!* riep Beata vroolyk lachend uit. „Heeft u ooit een meisje zonder die dingen gezien?* „Trek dan een minder mooie japon aan. „Die zou goed passen bij het andere!* „Beata heeft gelijk,* zei Arthur; „het zyn niet de kleeren of de sieraden, die haar zoo verleidelijk makenom minder bekoorlijk te zyn, zou zij andere oogen, een ander gelaat, andere voetjes moeten nemen. Daar dit ech ter onmogelyk is, moet ze wel gaan zooals zy is. Voorzichtigheidshalve wil ik toch echter een goed mes meenemen.* „Eh, signor Arturo, u schijnt het er voor te houden, dat hier roovers zyn. Wat denkt u wel van ons? In het binnenland, ja, daar is het niet bepaald veilig; maar hier vlak by Messina? Doch voorzichtigheid kan nooit kwaad. Wacht, ik zal u een voortreffelijk mes van myn echtgenoot brengen,* zei donna Lucia en snelde de kamer uit. Na een poos kwam zy terug met een groot Feietoi n Mo. 62. De Uitgave dezer Courant, geschiedt, dagelijk met. uitzondering van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco pei post. 1.70. Afzonderlijke Nommers V IJ F CENTE N. Pruisische collega’s, voor wie een verhoogde bezoldiging is toegestaan. En met kracht verzette von Sydow zich er tegen, dat de onderofficieren zouden worden uitgesloten. Doch de Rijksdag nam met 167 tegen 137 stemmen bet voorstel der vrijzinnigen aan, en plaatste dus de onderofficieren buiten de categorie van de ambtenaren, aan wie ver hoogde toelage zul worden toegekend. De Frankf. Ztg. verneemt uit Berlijn, dat tegen prins Philipp von Eulenburg und Her- tefeld een bevel tot inhechtenisneming is uitgevaardigd wegens meineed; het kon echter niet worden uitgovoerd, daar volgens de verklaring van den door de rechtbank aan gewezen geneesheer de prins ernstig onge steld is, en niet vervoerd kan worden. De Kreuz. Ztg. deelt mede „Nog voordat de acten van het proces te München te Berlijn ontvangen waren had de officier van justitie een aanklacht wegens meineed tegen prins Philipp von Eulenburg ingediend. Hot is buiten twijfel dat daarbij streng naar de voorschriften van het straf procesrecht zal worden gehandeld. De Prui sische justitie heeft geen aanmaning van de zyde der publieke opinie noodigen als on langs met zeer doorzichtige bedoelingen be weerd werd, dat de Keizer zelf krachtig optreden gewenscht heeft, dan komt dit be richt post festum, afgezien nog van het feit, dat geen Pruisisch rechter van instructie zulk een aanmaning noodig heeft. Slechts op één punt stemmen wjj met de Harden-pers volkomen ovqreenHet is een dringend staatsbelang, dat die vuile zaak nu eons ge- w/GKdt opgeruimd. Wjj hebben i/gezegd, dat de geruchten om- iurg grondig moeten worden Daarvoor, is nu gelegenheid sche reenter zal zyn plicht doen.” De „Univer” Weeft den heer Flourens geïntervieuwd, dez oud-minister van buiten- landsche zaken in Frankrijk, in verband met de onlangs tastgestelde nieuwe grens regeling van Kameroen. Het gesprek kwam ook op den Belgischen Congostaat, en toen gaf de heer Flourens zyn opinie over den politieken toestand. Wanneer we het geval aannemen hoe wel dit niet zeer waarschijnlijk is dat de Belgen besluiten den Congostaat op te geven, aangezien zy de noodzakelijke marine niet kunnen onderhoudenwat kan er dan ge beuren Frankrijk kry'gt dan, tengevolge van het bestaande verdrag, de erfenis; maai de Engelschen zullen dan een zuur gezicht breed mes, dat Arthur ternauwernood in zyn borstzak kon bergen. „Ik ben nu gereed,* zeide hij. „Beata, om ’s Hemels wil, wees toch niet zoo ijdelDaar staat ge nu al een vol uur voor den spiegel u naar alle zijden te keeren on te wenden, en kunt u zelve maar niet genoeg bewonde ren. Maak er nu maar gauw een eind aar, ge zyt mooi genoeg. Plak nog even de pleis tertjes op uw wratten en ga dan mee.* „Afschuwelijke lasteraar!” riep Beata. „Waar heb ik wratten?* „Nu, op uw neus toch! Eén met zes, on één met vier baartjes er op.* Donna Lucia vond die plagerij allerver- makelykst. „O, die jongelui!* zeide zy, „Toenik jong was, deed ik precies zoo. Wat heb ik toen ook mjjn vrijer geplaagd!* (.OlhSIlli: COURANT. Telefoon Mo. 62 A D V E R T E N 1 I E N worden gephatsf 1—5 regels a 50 Centen; iedere regel meer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van Ad verten tien'<ot I nut des m :<M. myn innig^* dankbaarheid”. Ik magnlezo betuiging van hartelijke toe genegenheid wel aanvaarden als een plechtige m liy'’ F F Z. t.nnt. LzïF W a n O It 10f 10/> 11 (V1 n C’1.1 - hetwelk Duitscbland zyn grootheid en klank vernomen, on Arthur had geen berouw Beata dit genoegen gedaan te hebben. Plotseling verscheen er in het gezelschap een persoon van donker uitzicht. Hy keek den kring rtfhd on liet eindelijk zyn vurige oogen op Beata’s bekoorlijke figuur ruston. Het was een man, groot en slank, en in het best zijner jaren. Zyn uiterlyk was het te genovergestelde van aantrekkelijk er lag oen harde, bijna wreede en boosaardige trok in zyn gelaat, terwyl zyn onheilspellend som bere oogen zyn voorkomen nog afstooteljjker maakten. Hy sprak geen woord, doch wendde geen oog van Beata af. Eindelijk werd Arthur dat aanstaren zat, en hy stond op om Beata te verzoeken naar huis terug te keeren. Eer hy echter by haar kon komen, was de vreemde reeds op Beata toegeschoten en had haar ten dans gevraagd. Het meisje nam zijn arm, zonder hem eigenlijk goed aangezien te heb ben, Eerst toen de dans ten einde was, zag zy op en verschrikte innerlijk van zijn zon derlingen blik, waarmede hy haar scheen te willen doorboren. Zij zag naar Arthur om; doch deze liad niet bemerkt dat zij den loer reed» had vol bracht, daar hy bezig was, eenigen boeren x- ...ïz. js_ uiterlyk toch was.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1908 | | pagina 1