tcap :ah aar ÏVEN. .DA 'UB. :ikous, /Weitws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken. 47ste Jaarnainr No. 10737. I k FEUILLETON. OzxcLex Oxxs. I; inder MERKEN LOOM, I Donderdag 10 September 1008. Bij het einde der vacantie. gelordJl.'. wi i 3 1908. lallij, die ipen (begrijpen s Jenever Naar het Duitsch. n toepassingen lerde Por- rlt. Zy geven rs niet kunnen geen imitatie i aantal onge- op aanvraag. Ld Jè Co. ’k Behoef nauwelijks te vreezen, dat, na hetgeen ik gezegd heb over het onder- t Hij doen >ft en vaar, lelijk euwe varia der- [rijn, onze met leer, PONEERD. ie Wet. liquet van het IPPE. ar bij ms Jz. ledendaagsche VLOEILICHT licht, asverbrnik NT, in modellen te icht s.v.p. voor een zeldzame IENNIS- ,N MET en kerkbrand- elykate en ge lei voor Heereu lerschoenwerlq I. Müller C» Men lette goed ierk.— iw«rk,«alMtarlM, u-aaniann. Arakan een boek. Hij spreekt niefijot enkele ovdtigen. Hij is mf|«r dan een God, igoj Jiojén de •Technieken Telef. 117. algemeen, dooriU gedacht zal x ©idsdienstonder- aanvulling vari een leemte. welke haar tante had laten aanstaan. Den volgenden dag hy lag nog te bod kreeg de vorst met de post een brief van Afra’s tante, welke hem geheel vernie tigde. Hy luidde„Ik zie, dat ge slechte bedoelingen met mijn nicht heb. Zoo be handelt men een verloren persoon, niet echter een eerbaar meisje en in geen geval zyn verloofde. Ook heb ik vernomen, dat ge zeer lichtzinnig geleefd en groote schulden gemaakt hebt. Het is onder deze omstan digheden myn plicht, myn nicht te redden. Als gy dit schryven ontvangt, zyn wy ver trokken. Ik houd u nog in zooverre voor een cavalier en man van eer, dat ge ons niet zult volgen of het ons lastig maken." De vorst sprong op en maakte snel toilet. Telkens vroeg hij zich af of hy krankzinnig geworden was. Hy kon dien plotselingen ommekeer van zyn schoonen roman, ja van zyn geheele lotsbeschikking niet begrijpen. In minder dan geen tyd stond hy voor het hotel van Afra. Hier bevestigde hem de portier, dat de dames dien nacht vertrokken waren. „Weet ge misschien ook, waarheen vroeg de vorst, terwyl hy de portier een ruime fooi in de hand stopte. „Naar Londen," antwoordde de portier „de dames zyn naar het Wester-station ge reden." Tcreeg de zaak haar beslag. Des avonds trof hy de beide dames in het Karltheater aan. Gedurende een spannend tafereel op het tooneel, waaraan mevrouw Lindenström al haar opmerkzaamheid wydde, gaf Wen denstein achter haar rug Afra de tien dui zend gulden in een couvert, dat hy haar snel en ongemerkt in de hand stopte. Toen zy Wendenstein haar gelaat toewendde, keek hy haar vragend aan. Zy glimlachte. Tel kens als hij haar in de oogen blikte, viel deze glimlach er als een sluier overheen, als wilde die het onmogelyk maken er in te lezen. Na afloop van den schouwburg soupeerden de beide dames met den vorst in een elegant hotel, en daarna begeleidde Wendenstein haar naar huis en wel tot voor de deur harer woning. Afra wist het zoo aan te leggen, dat hier een levendig gesprek ontstond, en toen haar tante naar binnen ging, maakte zy van de weinige oogenblikken dat zy' alleen waren gebruik om haar volle armen om den hals van den vorst te slaan en hem hartelyk te kussen. „Ge zyt dus over my tevreden, myn engel P“ vroeg Wendenstein. „Hoe zou ik zulks niet?" antwoordde zy. Daarna knikte zy hem vriendelyk toe en verdween te gelflker tyd achter de deur Jeruzalem allen dooV wezen, Komt, zij Jiaar dat Jeruzalem ook blik gericht. Zijn wij niet t louter verstandelijk onderwijs zonder u opdat wij weten dat daarin geen vrede ligt. Belijden wij de souvereiniteit Gods erkennen wij Zijn onaantastbaar recht op elk gebied, gelooven wij in Zijn koninkrijk, de heerschappij van Zijn geest in alles en in allen -J- en dat doen wij immers als christenen dan behoort ook de school Hem toe, moet het onderwijs van Zijn geest doortrokken zijn. Ja, ’t is een moeielijke, maar zeer schoone taak, die van den onderwijzer, als zij in dat licht wordt bezien. Daar zijn gaven van hoofd en hart beiden voor noodig; ’t vraagt om een godsdienstige gezindheid, die ook zonder woorden zich uit, om een persoonlijkheid waarin wer ken en bidden zijn vereenigd, om een wensch waarin God komt tot het kind, dat is de geest van alles wat waar, schoon, goed, rein en heilig is. Met dat onderwijs is de noodlottige eenzijdigheid bezworen, is de vorming harmonisch en ’t evenwicht hersteld. wolkan.i Hiji is een God v#m i_FJ, antwoordt‘als wijspreken, di j^ n ons ge tuigt als heilige macht, die 4 peJsAlijü zich als 5|eml ,Jap het ibetere. Ij ÉL h« ii tdtM vin natuur? Van G< elkaar nu 25) Ik zit «enigszins krap, tante houdt de beurs krampachtig dichtdoe mij derhalve een pleizier met een paar duizend. Ik ben be sloten mgn tante in den steek te latendeze tirannie is eenvoudig ondraaglijk, en gij volgt mij, niet waar? Uw Afra.” Wendenstein was met dezen brief ten zeer ste ingenomen, want hg had thans de volle zekerheid, dat de bekoorlijke verschijning met de vijf millioen hem toebehoorde. Maar waar zou hg geld vandaan halen F Zuchtend kleedde hg zich aan, nam een rijtuig en ging er op uit. Hg kwam bij verschillende geldschieters, maar allen wezen hem met een mooi praatje af. Eindelijk vond hjj een oprecht man, die hem kalm verklaarde, dat de vorst bekend stond overal groote schulden te hebben, dat hjj hem derhalve niet zonder genoegzame borgstelling zoo’n groote som kon geven. Wendenstein speelde open kaarthet rijke huwelijk kwam als vastataande voor, on zoo IFNEMERS EUKRIJO- IUIDEN MET IEREIDINU JN. - P-r fleBch 0.70 0.80 0.90 1- i.io 1-20 1.35 1.50 1.80 2- 2.30 EW. 1- 1.50 180 t. korting, 'A JSTABE. [j Godsdienst liutt zich J wifeen, 4’djimin .hls ge|eiü Otw gojtlsd jspfokaij I onderaerlta 'jsclen Item jgodsdifcn# I J eiM, Jo&rj <l<fop»aaiModjinm«ll is? En wpP dat nietjf v$|i fii ééne les godsdienstwgevoi Meer nog’ dan I i 54 - «3 vaagden Heer zijn de vredo) Van God geleerd ,’Jtj zou jocnL kunnen zijn dat we' elkaar dog niet goed; begrepen. Er is in godsdienstige zaketr,,^ helaas, (zooveel misverstand, Valt God geleerd, dat doet immers zotri denken .'aan godgeleerdheid, theologie en* ’t zoi$'knnnen lijken! alsof' ik tevreden was alj godsdienstige kennis op het onder- wijs-pregj-amma wasgeplaatst, ’k Zou zeggen dat eenige godsdienstige kennis niemand misstaan zal die aanspraak wil maken op den naam van beschaafd. De onwetendheid, zelfs van geleerden, is soms 1 verbazingwekkend. Maar onmiddellijk moet ik waarschuwen tegen de vereenzelviging van godsdienstige kennis met godsdien- stig-zijn. We willen en mogen niet ander maal eenzijdig verstandelijk worden. Waar godsdienst opgaat in verstandsarbeid, in kerkleer, dogma’s, begrippen en voorstel lingen waar het godsdienstig-zijn bestaat in de erkenning en aanvaarding van zekere geformuleerde waarheden, in de juiste beantwoording van catechismus vragen, daar is eveneens te kort gedaan aan 't gemoedsleven, de innerlijke er varing, de eigen overtuiging, waarin wij rechtstreeks door God worden geleerd en opgevoed. Zeker, onder wat langs vele wegen tot ons komt, is veel waarheid. Gods openbaringen schitteren ook in de wereld om ons heen. Maar de erkenning daarvan heeft dan pas waarde, als ons binnenste ermeê overeenstemt. De beste beschrijving van een bloem weegt niet op tegen het eigen genot van haar kleur en geur. Wij moeten het zelf heb ben gevoeld, zelf doorleefd. Godsdienst moet dragen een zuiver persoonlijk ka- GOÜDSWWIRANT feletocn No, Si. De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks met uitzondering Van Zon- en Feestdagen. De prijs per drie maanden is 1.25, franco per post 1.70. Afzonderlijke Nonimers V IJ F C E N T E N. 'rakter. GodTVóök niet ë«n Gl®van Vtsrre, tot wien alleen een priester L opgaan. Hij is niet verborgen achter d«etters van 'j uitverkorenen, zwijgend voor1] jTOESPI^AAK gehouden in^i ,de Rembnstrtótsche Kerk, op Zondaij; 6 SeJtembF En al hw kinderen zulle| geleerd Izijn, en groot za| ’uwer zopen. wjjs in ’t zijfi aan het opzettelijk wils als de t jGij zendt uw kinderen, ’k hoop getrouw, ten) catechisatie, majir toch niet om hun oUa'r de godsdienst' bij iwijze van’ afzon- lijS leervake laten onderwijzen. Gij zoudt ''daarmede 'tfe godsdienst onrecht doen jl j door haar mdt godsdienstleer te venwarren. J Godsdienst |aat zich nu eenmaal niet onder- wiizen. lA’rtJmin ,uis,| het geldof ziqji laat godsdienst kan wordtin ge- Jsnnis omtrentgodsdienstige vt&agstukkenj eif verschijn- (vordfjn bijgebracht, maar tot [komfc de mimsch krdclitens ftrfuigingl(uit gemoedsbeweging, is? En wdlaiAditwijjis, spreekt liet vanzelf .jat «ui persqo^f en niet van een iifflobd khn! uitgaan dip 't ti^’gevóel opwekt. .1 op de dijtpchisatiemeer nog dan in de school, zal 1 dat in tujiuis- gezin moeten geschieden, door woord en voorbeeld der ouders. Zij zijn het immers die de eerste indrukken zetten in 't kin dergemoed in lien stelt het kind aan vankelijk een onbepaald vertrouwen. Alles is om^f^ed met gezag. Jarenlang, zelfs levenslang kunnen de indrukken der jeugd nawerken, of plotse ling, als ze reeds uitgewischt schenen, te voorschijn komen. Wij menschen worden toch voor een deel door invloeden gevormd, of, beter gezegd, de invloeden die op ons werken, dragen bij aan de ontwikkeling van den aanleg dien we meebrengen in het leven. Die aanleg is gedeeltelijk godsdienstig en die godsdienstige aanleg is in zijn vorming ook van de opvoeding afhankelijk. Neen, verwachten wij niet alles van de school of catechisatie, waaraan de opvoe ding wordt overgelaten, maar wel veel van samenwerking. Van God geleerd, wordt het kind aller eerst in zijn ouders, in den huiselijken kring. Daar krijgt het geweten zijn eerste ontwikkeling of misvormingdaar komen goede eigenschappen voor den dag Telefoon No. 8V A f) V E H T E N T I E N worden gepl aatst van 11—5 regels a 50 Centeniedere regelmeer 10 Centen. Groote letters worden berekend naar plaatsruimte. Inzending van AdveTtentiën tot 1 uur des inidd. of worden ze onderdruktdaar gaat het plichtsgevoel spreken of ^vijgen daar treedt de eerbied voor het' heilige naar voren of wordt boosheid gekweel^. Maar gij weet wat het huisgezin kan zijn of piet izijn, hoe daarin het gevoelsleven kan worden gekweekt of geknot, voor welke gedachten en beginselen daar de kiemen kuiihen gelegd worden. „En al ijuw kinderen zullen van God geleerd en( groot z(al de vrede uwer ifoken zijit” j 5iaker, mijne vrienden, dat zal ook in die profetie ligt waarheiddie algemeene belofte zal in vervulling gaan. Maar niet Vanzelf. 1M is ook in de geestelijke we reld orde 3en règelinaat. Zonder goede Opvoeding <in degelijk onderwijs zal’t niet geschieden, il Zoolang ouders hun plicht verzuimenzoolang er met de opvoeding geen ernst wordt gemaaktzoolang slechte voorbeelden het kinderoog treffen en ’t kind niet ademt in een gezonden, geeste lijken dampkring zoolang is er van levenseenheid met God geen sprake. Zoo lang er nog is een droef kinderleven, zoolang wordt de levensvrede niet gevon den. En blijft het onderwijs wat het veelal nog is, africhting en wapening tot den stoffelijken strijd, of bijbrengen van louter verstandelijke kennis, dan kan God het werk Zijner opvoeding niet verrichten, en de zegen Zijner gemeenschap niet worden genoten. Hoe staat het met ons? Zien wij in dat er een te kort is en heeft de onder vinding ons geleerd dat wij iets missen? Wie zelf niet is opgevoed, kan immers bezwaarlijk anderen opvoeden. Zijn wij genoeg van God geleerd Hebben wij ons genoeg door Hem laten opvoeden? Ik vraag nu niet dat weet ge naar uw gedachten omtrent God, uw be grippen en voorstellingen, uw godgeleerd heid, uw theologie, maar naar uw hart, uw gezindheid, uw levensbeschouwing, uw levenspractijk, uw verhouding tot God. Leeft ge in gemeenschap met God Is Zijn wil u heilig Kunt ge niet buiten Hem Hebt gij Hem lief met alles wat in u is Buigt gij voor Zijn heiligheid Wendenstein begaf zich naar Dornberg. Ofschoon Holandine ziek was, word hjj ter stond ontvangen. Gejaagd vertelde hg, wat hem overkomen was. Holandine strekte de hand uit naar een enveloppe, die op de tafel lag, en reikte die aan den vorst over. Het waren een paar woorden van Afra’s hand. „Lieve gravin! Omstandigheden, waar over ik liever zwijgen wil, noodzaken mg plotseling Weenen te verlaten. Vergeef mg, dat ik heenga zonder afscheid van u geno men te hebben. Mgn tante voert mg naar Londen als gevangene om zoo te zeggen. Uw ongelukkige Afra.“ ,Ik moet bekennen,* sprak Dornberg, „dat ik de heele geschiedenis erg vreemd vind. Het heeft veel weg van zwendel." „Hoe kun je dat nu zeggen, Ottol" ant woordde de gravin met oprechte veront waardiging. „Zg staat ten gevolge harer erfenis onder contröle harer bloedverwanten, en daar zjj nog niet meerderjarig is, moot zg zich schikken, dat is alles." „Het ergste is maar," mompelde de vorst, terwgl hg zennwachtig op en neer liep, „dat ik op een ongehoorde manier gecompromit teerd ben. Ik durf mjj onder deze omstan digheden in den eersten tjjd waarlgk niet op straat vettoonen," (Wordt vervolgd.) leb onzer ppenbaartFklsjgoweten, ■bcttr". IMuW'" !M uw kind), dat Hnl ftti het den fcanleg til glukkig malin,'wantg! tqtjl'löod ^escl -.u Je ..u (fefed, Wegrijden odlcffin pijofeet die in zijftflbesóhriivitig vanlf 1 „rW tXkot& z<rf jn Hee1 zóodUt hun vreue grool 'teyreden i zonder nu

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1908 | | pagina 1