I
s
n
&Cö.
et titaan
3SEL met de
I» PHtJL'
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
t
on
ver
Buitenlandse!) Overzlcbl.
pak.
iden.
SHjtnhoert,
aglijders
RNEORG*
EMHUIS.
J
OxxoLex Ons.
No. 10765. Dinsdag 13 October 1908. 47ste Jaargang.
FEUILLETON,
van
I
d< resultaten
j
Het kan U
kM Co.
t
3, drogist,
op 14 dez.or.
Extract
es bekroond.
kldoster
(Wordt rerrolgd.)
1 werkelijke hulp
r briefkaart wordt
nagezonden door
Zaltbommnl.
Waart 1908.
■aftt 12.
4DIJ8 GOUDA
53)
,Ja.“
i
soa gekocht
armoede en
Dat is nu,
irnik maken.
BLOK.
:h ten* doel om
ge huisBitadelgke
o veelnnodig te
yk aaft ininge-
lénlè vèHcoopen.
komt geheel ten
areeniging ,Ar-
andere regeering overdraagt, deze laatste
zich in het bezit stelt van het land. België
daarentegen beweert, dat het artikel alleen
slaat op streken, nog niet door eenigen be
schaafden staat bezet.
De minister zal uitdrukkelijk moeten ver
klaren, van welke voorwaarden hij de goed
keuring van Engeland voor de annexatie van
den Congostaat door België wil afhankelijk
stellen.
Naar bet Duitsch.
gisten in groots
and, Frankrijk,
Rivür Kolonie
V
Uit Sofia wordt gemeldIn de laatste
jaren werden herhaaldelijk pogingen gedaan
door onbekende personen om by nacht het
groote divisie-buskruitmagazyn te naderen.
Dezer dagen werd weder een poging onder
nomen, waarbg schoten gewisseld werden
tusschen de aanvallers en de schildwachten..
De politie was daardoor in do gelegenheid
de aanvallers te ontdekken, wy'l een hunner
in den voet gewond werd. Het waren vyf
Serviërs, onder wie twee oud-onderolftcieren
van het Servische leger. Ten gevolge daar
van gelastte de regeering de uitwijzing van
300 te Sofia wonende Servische werklieden.
De Servische gezant protesteerde daar
tegen, en eveneens tegen de mededeeling in
Servische bladen, dat de aanvallers in dienst
waren van Servische autoriteiten of door het
consulaat tot den aanval waren omgekocht.
Teirtoon M2
A D V E BTENTIEN worden gepliatót
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
inzending van Advertentiën tot 1 uur des multi.
De verschillende bladen in Frankrijk be
spreken de redevoering, waarin de minister
president voor zijn kiezers in het departe
ment Van zgn politiek program ontwikkelde
en partij koos voor vrijheid en gelijkheid,
maar beslist stelling nam togen het anti-
patriotisme en anfi-militairisme.
De Radical juicht de woorden van Cle
menceau toe en prijst den tact, waarmede
den politieken toestand van Europa be
sproken heeft.
De Gaulois is opgetogen over den keurigen
zinsbouw der schitterende oratie, maar zoekt
er tevergeeefs eenig houvast aanClemenceau
gebruikt prachtige woorden, die echter niet
in overeenstemming zgn met zgn houding en
daden.
De Aurore vindt, dat Clemenceau den
propagandisten van het anti-patriotisme op
correcte wijze zeer duidelijk heeft verteld
waar het op staat.
Janrès in de Humanité
Clémenceau spreekt zgn banvloek uit over
heel de socialistische en internationalistische
beweging, van welker omvang en beteekenis
hg geen flauw begrip heeft.
En of hy nu daarna ook al beweert, dat
hg groote sociale hervormingen wildat
gemaakt heeft in enkele troetachtige staten
in bet westen en het z.g. midden-westen,
heeft van Roosevelt het verzoek gekregen,
zoo spoedig mogelyk naar zjjn eigen slaat
terug te koereu en daar de bedreigde Re*
publikeinscbe belangen te gaan verdedigen.
De New York Herald noemt een aantal
staten als twijfelachlig. D.w.z.do plaat-
selyke politieke leiders van beide groote
partijen verzekeren dat zy er zullen winnen.
Het z(jn o.a. Maryland, West*Virginia, Ne
braska, Missouri, Wisconsin, en Colorado.
Voorts, natuurlgk, New York. Van de meeste
overige staten schijnt met eenige stelligheid
te kunnen worden voorspeld, welke der beide
groote partijen het er zal winnen.
Woensdag heeft Bryan te Chicago het
Mississippi-congres toegesproken. H(j werd
door de gedelegeerden met even groote geest
drift ontvangen als Taft den vorigen dag.
Bryan hij is immers uit op stemmenvangst
vertelde het Congres dat bij het volko
men een» was met al de plannen tol rivler-
verbetering, al zon het nog zooveel geld
moeten kosten. De rede van Bryan, dleêen
aaneenschakeling was van gemeenplaatsen,
maakte toch een voortreffeljjken indruk, wijl
zg werd voorgedragen met al de oratorische
virtuositeit, waarover „de redenaar met de
zilveren tong uit Nebraska” zoo ruimschoots
beschikt.
k eene ver-
i baat vindt
Sangóinose
n 300 gram
JRER,
VroefiVhfafveU.
Co.
Deh Haag.
iNDEL, Gouda,
IK8E jVwutMr-
A. SCHEER,
iwijk, P. V. D.
iN. VAN DHR
KASTELEIN.
Binnenkort worden in bet zoogenaamd
weer onafhankolyk en zelfstandig geworden
Cuba de verkiezingen gehouden voor de hooge
regeeringsamblen en voor het huis van afge
vaardigden. De neger-partjj heeft de lijst
bekend gemaakt van baar candidalen. Het
zgn in het geheel 22 namen, alle van negers
of mulatten. De candidatenljjst was door
814 kleurlingen-kiezers onderteekend. De
negers hebben geen candidalen gesteld voor
zetels in den Senaat noch voor plaatsen In
het college van kiezers, dat den president
moet aan wijzen, Zy doen das niet mee aan
den verkiezingsstrijd om het presidentschap.
Die strijd zal gaan tusschen de aanhangers
van generaal Gomez en generaal Menocal,
welke beide partijen ook in den Senaat en
in het Huis van Afgevaardigden tegenover
elkaar zullen staan.
Aanvankelijk hadden de negers wel een
candidaat voor het presidentschap, Patricia
dela Torre, maar tenslotte heeft deze kleur
ling er toch maar van afgezien eo zich laten
candideeren voor het Huis van Afgevaar
digden.
De datum der verkiezingen is vastgesteld
GoiimiE toiinvT.
.Niets voor mg, alles voor anderen, het
het verder, een opgaan in bet geheel. De
zelfverloochening beeft slechts waarde als
bron der waarlijk Christelijke, onbaatzuchtige
liefde. Deze liefde ondervinden en den wa
ren zin des levens begrijpen is één.1
Een volgenden keer ontmoetten zij elkander
des avonds op het St.-Markusplein.
De volle maan kwam juist om den hoek
van het paleis, zoodat zij door twee rijen
der kleine zuilen van de open gang door
scheen en de laatste met haar zilveren schijn*
-sei overgoot.
Holandine bleef plotseling staan en keek
Makoenin scherp aan. „Zeg mij eens, mijn
vriend, gelooft gg aan de onsterfelijkheid der
ziel, aan een leven hiernamaals? Ik meen,
daar er eerst een eindelooze tjjd was, waarin
ik er niet was, dat er weder een eindelooze
t|d zal kpmen, waarin ik er niet zal zijn.
Maar dan denk ik wederals dat zoo is, dan
ia ons laven hier op aarde eenvoudig doel
loos. Ik leef slechts om te leven of, zooals
de natuurvorsebers leeren, om de soort in
stand te houden.
Maar welk doei heeft - - als dit zoo is
het bestaan der soort Als de geheele
wereld aan deze wetten gehoorzaamt, welk
doel heeft dan de wereld Als uit niets
iets ontstaan is, alleen om er te zijn, dan
moet toch dit zyn een doel hebben? Welk
is dat echter, als alles weder vergaat, zon
der een spoor achter te laten?*
„Ik verwonder my er over, gravin,* ant
woordde Makoenin, die met gebogen hoofd
zwijgend naast haar geloopen had, „boe
scherp gy denkt en boe juist uw slotsommen
zjjn. Wat mg betreft, ik geloof, dat men
het doel van ons bestaan, ja deze geheele
wereld niet kan vattenmaar ik ben over
tuigd, dat dit alles niet doelloos kan zijn,
en dat is my voldoende. Ik geloof niet, dat
met den dood alles gedaan is. De mystieke
invloed der afgestorvenen door bet medium
der herinnering schijnt Tolstoi een bewijs,
een waarborg er voor, dat wg de levende
kracht der afgestorvenen in ons ondervin
den en dat er tevens een voortduring hun
ner betrekkingen tot ons, tot deze wereld
bestaat.* A
„Ik geloof u te begrijpen.*
Op zekeren dag hoorde Makoenin in de
nabijheid der Rialtobrug zich ploteeling by
beteekent niet veel. Deze hervormingen
zullen vanzelf verloopen in het zand van den
conservatieven tegenstand, welken hy door
zyn geheele regeeringsactie wekt en ver*
groot; en mochten ze tot oen goed einde
worden gebracht, dan zal het toch alleen
zjjn door do hulp on den steun van ditzelfde
socialisme, dat Clemenceau zoo verafschuwt
en bestrydt. Dat zal zyn Itraf zjjn.
De zeer invloedrijke kaids M’Tongi Glaoui
en Si Aissa-bon-Omar, die alle drie uitge
strekte particuliere bezittingen in het Zuiden
hebben, waar zy als autonome vorstjes heer-
schen, hebben een verbond gesloten, waarbij
zy zich verbinden trouw te blijven aan
Moulay Hafid, maar zich krachtig te zullen
verzetten tegen den invloed, die op dezen
wordt uitgeoefend om hem over te halen
de macht van de groote kaids te knotten.
Een correspondent van de Temps bevestigt
uit Marnin den dood van Boe Amama, den
man, die dertig jaren lang de gednchtste
tegenstander is geweest van het Fransche
ge/.ag in Algiers. Reeds in ’78 is getracht
hem govaugen te nemen; tijdens de campagne
van Tunis dacht hjj het oogenblik gekomen
om het juk der christenhonden at te werpen
en wist hjj een opstand aan te stoken, welke
in ’81 begon met den moord op luitenant
Weinbrenner. De Franschen leden aanvan
kelijk verliezen, maar eindelijk slaagde de
colonne Innocenti er in Boe Amama tot op
Marokkaansch grondgebied terug te dringen.
Hy bleef nochtans muiter en eerst in 1906
werd zjjn tegenstand voor goed gebroken.
Bijna zeventig jaren oud, is hy gestorven.
Het verloop van den verkiezingsstrijd in
de Vereenigde Staten begint den Republi*
keinschen partijleiders wat meer zorgen te
baren, dan zy aanvankelijk hadden kunnen
voorzien en verwachten. Vooral voor den
loop van zaken in New York, dat met zjjn
byna veertig stemmen in het college, dat den
president moet kiezen, van zoo groote be
teekenis is voor den einduitslag, begint het
te spannen. Tammany Hall, de zoo weinig
scrupuleuze, maar daarom niet minder suc-
cesvolle politieke organisatie, is met alle
kracht aan het werk voor do Democratische
candidates en Hughes, de gouverneur van
den staat New York, heeft in Chanler een
zeer populairen en daarom gevaarleken te-
gencandidaat tegenover zich.
Hughes, die in bet belang van de «Audi-
datuur-Taft een verkiezingspropagandareis
Felefotn Mo. M2.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
j>ost 1.70.
Afzonderlijke Nómrners VIJF CENTEN.
„Zeer waar,* zei Makoenin, „en daarom
moet men, ais men het levensdoel begrijpen
wil, niet den geleerden vragen, niet den ont
wikkelden, doch bet volk, den waarljjk leven
den mensch, zooals Tollstoi bet noemt.*
„Hoe stelt ge u derhalve een gelukkig
bestaan, overeenkomstig de natuur, voor?"
vroeg Holandine.
„Als eerste voorwaarde stel ik de vlucht
uil de tegenwoordige beschaafde maatschap
pij,* antwoordde Makoenin, „de terugkeer
lol de natuur."
„Derhalve heeft Rousseau, de evangelist
der natuur, zooals men bem noemt, eigenlijk
toch gelijk gehad.*
„Zeker.*
„Het is eigenaardig,* reide Holandine
thans, „dat gy als geleerde eigenlijk nog
geloovig zjjt.“
„Ik ben niet geloovig, antwoordde Ma
koenin glimlachend „ik was het en ben het
weder geworden, omdat alleen bet geloof
ons een werkelijke oplossing geeft. De we
tenschap heeft steeds uitstallend bet be
perkte voor oogen, de godsdienst alleen
geeft ons antwoord door het begrip van het
oneindige. Als ik besta, is er ook een reden
voor mijn bestaan, en de laatste reden is
God.
zyn naam roepen. Toen hy het hoofd om
wendde, ontdekte hjj Holandine, die hem
wenkte, in een gondel. Makoenin slapte,
zonder een woord te zeggen, in en zette zich
tegenover de gravin.
„Ik weet niet," begon Holandine, „maar
de trots der geleerden heeft voor my dikwijls
iets belachelijks. De wetenschap spreekt ons
over alles alleen op de eenige vragen die
ons werkeljjk iuteresseeren en kwellen „Wat
is bet leven? Wat is de dood?* geeft zij
ons geen antwoord.*
„Omdat de wetenschap,* antwoordde Ma*
koenin, „steeds slechts de verschijnselen na
gaat, niet echter de oorzaak. Bovendien
komt my onze geheele trotsche cultuurwereld
dikwjjls als een groot gekkenhuis voor. Het
schijnt bjjna onmogelijk, daarin verstandig
en goed te blijven. Wie niet meehuilt, wordt
gehoond en belasterd; wie het goede wil,
uitgestootenwant in deze maatschappij heer-
seben slechts eigenbelang en laster, haat en
njjd.*
„Ik vond kort geleden,* merkte Holandine
op, „in het boek van Mantegazza dat ge mg
gebracht hebt, een zinsnede, die uw woorden
volkomen bevestigt. Mantegazza zegt„Voor
het menftebdom is bet weinig eervol, doch,
helaas, maar al te waar, dat geluk en be
schaving steeds In tegenovergestelde verhou
ding tot elkander staan.*
Reuter seint uit Boedapest, d.d. 10 Oct.
In de commissie voor de buitenlandhcbo
zaken van de Oostenrykscbe delegatie ver
klaarde baron Aehrenthal in antwoord op
de gisteren gehouden redevoeringen, dat
Oostenrijk-Hongarye ten opzichte van Servië
met vriendschappeiyke gevoelens bezield is
en niet zal nalaten dit metterdaad te toonen.
De regeering is van plan ter gelegenheid
van de bijeenkomst der Donau-conventie
voor te stellen, dal ook Bulgarye en Servië
in deze commissie vertegenwoordigd zullen
worden. Oostenryk-Hongarye zal ook zyn
toestemming verieenen tot internationale
regeling van de Donau-scheepvaart aan de
Ijzeren Poort en by Braila. Er worden
vertrouwelyke besprekingen omtrent deze
quaestie gehouden met Roemenië, den in-
tiemen vriend van Oostenrijk. De minister
constateerde, dat ondanks de welwillende
houding van Oostenryk-Hongarye er zich
een vyandelyke strooming tegen haar open
baart in Servië. Tengevolge van de gerui-
men tjjd onderhouden agitatie in Bosnië en
Herzegowina bracht de tyling van de in
leving groote opgewondenheid, men zou
kunnen zeggen algemeene geestverwarring
te Belgrado teweeg. Naar aanleiding van
de genomen militaire maatregelen en de
opgewondenheid, die te Belgrado heerscht,
vroeg Oostenrijk ophelderingen. Ofschoon
de Servische regeering geantwoord heeft,
dat deze maatregelen geen agressief karak
ter hebben, moet Oostenrijk toch met groote
oplettendheid het oog honden op de hande
lingen van de Servische regeering. Oosten
rijk kan niet toetaten, dat de agitatie in
Bosnië en Herzegowina nog krachtiger wordt
voortgezet. Onze houding tegenover Servië
zal geheel afhangen van de houding van
Servië tegenover ons”.
De Londensche correspondent van de In-
dépendance deelt mede, dat de Engelsche
minister van buitenlahdsche zaken Sir Edward
Grey, zoodra het Lagerhuis weder bijeen is,
zich nader zal hebben te verklaren over zjjn
uitlating, dat Engeland ingevolge artikel 34
van het verdrag van Berlijn het recht heeft
voorwaarden te stellen voor de overneming
van den Congostaat door België.
Dit artikel toch eischt do toestemming van
de mogendheden, die het verdrag van Berlyn
toekenden, wanneer eenige mogendheid land
in bezit neemt in Afrika. Sir Edward be
weert, dat, wanneer de eene regeering zich
terugtrekt uit een gebied en dit aan een