A J
HET DORPSKIND.
No. 10864. Maandag 8 Febrnari 1909. 47sle Jaargang.
Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
FEUILLETON.
KENNISGEVING.
o
I
het
aan-
CIO,]
NEMAN Z«
lancery Lane,
ii 172 Engeland
enige afdoende
1
I
loosheid
zei
B‘/„ dubbele flesch
T egte, Zaltbommal
.otterdam.
lage.
I. Czn. Rotterdam
Roman van Georg Hartwig.
Uit het Duitsch vertaald.
Dit No. bestaat uit twee bladen.
EERSTE BLAD.
T«let«««
ADV E R T E N 'I 1 E N worden gepl latst van
a 50 Centen; iedere regel meer
(h'oote letters worden berekend
bezit de wonder-
in tot het drinken
vijn, absint enz.)
:en. tlötCOZ A
onopgemerkt en
de zuster of dé
ie het hem toe
ïweten, en zonder
.tiënt ooit behoeft
redding te dau-
heeft het huise-
ezinnen hwsteld,
haamte en oneer
tot levenslustige
smaakthet heeft
:n rechten weg
gemaakt en het
igjaar verlengd,
lit ongeëvenaard
dt gratis aan hen,
i, een boek met
•nster. Het poe-
Ikomen onscha-
tie in alle tajen
i poeder is ver
en in het vol-
LFF Co.
n het attesten-
ie er aanvraag
i gratis proeven,
vendt U direct
in Koffie, Thee,
er, water of in
noodig is, dat de
weet.
Telefoon Aio, £2.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering van Zon- enFeestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nomfners V IJ F’ C E N 1' EN.
kNU
goed zal
zijn geen
die gaten I
feit, dat I
Sunlight 1
worden,A
edanig-
.10,000 f
ooning
er, die
hing Jy
De i^chterzijde en
kiesrecht.
Men mag aannemen, dat bij de aan
staande verkiezingen door de vooruitstre
vende vrijzinnigen als één man zal worden
aangedrongen op grondwetsherziening ten
einde te komen tot algemeen kiesrecht.
De Vrijzinnig-Democratische Bond en het
Ned. Werklieden Verbond spraken zich
reeds uit in dien zin, dat grondwetsher
ziening op den voorgrond behoort te staan
en wij denken, dat de Liberale Unie in
dezelfde richting zal sturen.
Intusschen heeft de tegenwoordige re
geering, in hare verklaring van 10 Maart
van het. vorig jaar gesproken van een
nader onderzoek van het vraagstuk der
grondwetsherziening, en in het voorloopig
verslag op Hoofdstuk I van de staatsbe-
grooting werd dientengevolge gevraagd
of dit onderzoek had plaats gehad en ten
aanzien van welke punten naar het inzicht
van het ministerie wijzigingen in de grond
wet zouden moeten worden aangebracht.
Het antwoord der Regeering luidde
het onderzoek heeft nog niet plaats gehad,
het behoort niet uitsluitend het kiesrecht
te betreffen, de grondslag van de voor
bereiding van een voorstel tot grondwets-
15 regels
10 Centen.
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des ipidd.
er zeker nog wel ééns op gewezen wor
den, welke zonderlinge redeneeringen er
ter rechterzijde in zwang zijn tot aanbe
veling van dit sinds jaren bereden stok
paardje der anti-revolutionnairen.
Hoor, hoe de deputaten van October
1907 als mannen-broeders van beginsel,
de trotsche verklaring afleggen, dat ons
kiesrecht niet m a g zijn individualistisch,
maar moet zijn organisch, en hoe zij
daarom voorstanders zijn van een gezins
hoofdenkiesrecht, desnoods aangevuld met
een capaciteiten (individualistisch) kies
recht, terwijl er volgens hen een uitweg
moet gevonden worden om vooral de in
dividualistische kiezers van tegenwoordig
niet te ontkiezeren.
Hoor, hoe een lid der katholieke kies-
rechtcommissie wel is waar de invoering
van een volledig organisch kiesrecht op
het oogenblik nog niet mogelijk oordeelt,
„omdat onze volksgemeenschap, door het
liberalisme ontwricht, hare natuurlijke or
ganisatie nog niet volledig heeft terug
gekregen”, maar toch een kiesrecht, toe
gekend aan de gezinnen, een eerste stap
acht in de richting van het organische,
corporatieve kiesrecht, terwijl hij dan
naast de gezinshoofden, ook nog aan die
mannelijke Nederlanders, die niet als
lid van een gezin kunnen worden be
schouwd, het kiesrecht wil toekennen,
omdat zij nog wel geen gezinshoofd zijn,
maar toch de onmiddellijke geschiktheid
hebben om gezinshoofd te worden.
«Maar waartoe is het noodig verdere
staaltjes te vertoonen van redeneeringen,
waarin het hooggeroemde beginsel van
organisch kiesrecht tegelijk wordt gesteld
en ontwricht
Het is toch zonder meer wel duidelijk,«ik,
dat, al mag men in overdrachtelijken zin j
het gezin een organisme noemen, een
kiesrecht van gezinshoofden daarom nog
niet meer of minder organisch is dan het
als individualistisch uitgekreten algemeen
kiesrecht. Niemand heeft dat destijds dui-
delijker aangetoond dan de antirevolu-
tionnaire prof. Fabius, die in dat opzicht
op het oogenblik een medestander vindt
in den redacteur van „De Klaroen”, den
ver troffen
ars welbekend
CHT-lLIXll
Fabriekimsrk);
le, radicale en
van alle, zelfs
ekkige zenuw*
J ontstaan door
jeugdigen leeft pd
:e zwakte, Bleek
- Hoofdppn
Maagpjjn
Onvermogen
enz. Uit-
Wat waart gjj? Wat zou je lot geweest
zijn zonder m(jn liefde P”
Klaussen boog het hoofd onder dien woor
denvloed als onder een dracht zweepslagen,
die hij niet ontwijken kon en een gevoel
van machteloosheid benauwde hem tot stik-
kens toe. fiy achtte het beneden zich, haar,
die hem zoo vurig beminde, te beschuldigen
van medeplichtigheid aan hetgeen gebeurd
was, maar hjj vroeg zich af hoe hij had
kunnen* hopen op een gelukkigen echt met
een vrouw', vfi^ke hij reden go-even had
hem als menseti te minachten, en jvier vex-
leden hem, den lichtvaardigen zwerver, plov
seling een donkere schaduw deed zien
„Je hebt gelijk,” zei bjj, haar blik ontwij
kend, „mij je ontevredenheid te toouen, maar
hetis mij onmogeljjk je zoo dankbaar te zijn
en te blijven als je verlangt. De meest be
dwelmde komt eenmaal tot bezinning. Twist
dus niet met m(j, dien je eens door je boeiende
aantrekkelijkheid betooverd hebt.”
„Dwaas, die je zelf aan ’t kruis nagelt
en mij er bjj.” riep Ines hartstochtelijk uit,
„die hel geluk den rug toe draait, omdat zjjn
geweten hem met den stok dreigt. Een ge
weten als een blank vel papier, waarop eun
paar inktdroppels gevallen zijn. Waar en
wat zou je heden zijn, met jopw geweten,
als die droppels niet gevallen waren?”
(Wordt vervolgd.)
87)
Toen hoorde zjj hem een kamerdeur slui
ten en verder niets meer.
Even bleef ze nog staan, om baar ontroe
ring meester te worden, en vertrok toen met
loome schreden.
Klausseq meende een oogenblik zwaar ge
droomd te hebben. De werkelijkheid scheen
hem; te ongeloofeljjk, te ongebeurlyk. Hij
begon zenuwachtig, akelig te lachen, ’t welk
klonk als ’t noodlot uitdagend, maar hem
toch iets lucht gaf, Hjj dacht anders te
stikken.
De gedachte, dat mevrouw von Fronkstein
aan haar bedreiging gevolg zou geven, dreef
hem naar den salon terug en om deze het
praten te beletten nam hjj met luidrnebtigen
oy^tmped zelf, hej. woord. De inwendige
storm, die zich n^ar buiten moest openbaren,
verleende hem een bijzondere welsprekend
heid. Hjj toekende en schilderde nu met
De BURGEMEESTER van GOUDA,
brengt overeenkomstig art. 15 2e lid der
Wet van 26 Mei 1870 (Staatsblad no. 82)
ter algemeene kennis, dat gedurende dertig
dagen van den 8en dezer maand tot en met
den lOen Maart a. s. ter Secretarie dezer
Gemeente ter inzage van belanghebbenden
is nedergelegd de Staat aanwjjzende de
uitkomsten der meting en schatting van ge
bouwde of ongebouwde eigendommen, welke
vernieuwing, wijziging van grenzen of eenige
andere verandering hebben ondergaan, als
mede de uitkomsten en uitspraken bedoel,d
in de artl. 23, 40, 41 en 43 der bovenge
noemde Wet.
Gouda, den 6 Februari 1909.
De Burgemeester voornoemd,
R. L. MARTENS.
woorden in even gloeiende kleuren als anders
met zjjn penseel, en hoe langer bjj dit mas
kerspel volhield, boe meer zjjn leedgevoel
in zjjn woordenrijkheid wegzonk, waartoe een
goed glas wjjn ook iets bjjdroeg.
„Nu,“ zei Jflliëtte tot Ines, bjj het afscheid
nemen, „als ik je man eenige jaren vroeger
ontmoet bad, zou ik even zoo gehandeld heb
ben als jjj. Het eenvoudige went en verveelt
zoo gauw.”
Zwijgend waren Ines en haar man thuis
gekomen en zuchtend wierp Klanssen zich
in een luierstoel, treurig en diep terneerge
slagen.
„Zie zoo,” zei Ines tot hem, „nu zijn we
weer vrjj; alles is geregeld.”
Hjj knikte, ’t Was zeker het beste, Ber
lijn te verlaten, maar iets in zijn binnenste
verzette er zich geweldig tegen.
't Had hem onuitsprekelijk verlicht als hjj
openhartig had kunnen zjjn tegenover Ines,
doch daar kon geen sprake van wezen.
„Wjj moeten ons vertrek nog een paar
dagen uitstellen,” zei hjj haastig. „Die druk
kende hitte zal mij nog doen bezwijken. En
nu bid ik je, laat mjj gaan rusten.”
Zjj zag hem wantrouwend aan en zei
scherp: „Je wilt zeggen, ontsla me van je
tegenwoordigheid en wees tevreden met myn
luimen. Waar is nu dat vuur in je oogen,
dat dartel temperament van daar straks
I.lll IN IL Illi III\T.
naar door zoovelen te vergeefs is gezocht
geworden, en waarnaar te zoeken nog
steeds door artikel 80 der grondwet aan
den kieswetgever tot plicht wordt ge
maakt
slampamper, die in groote zorge-
1 er maar op „los trouwt”, zoo
izer .dagen een aanhanger van het
„christelijk” beginsel, „wordt hoofd van
pen organisch, deel der maatschappij, dus
kiezen” In het zijn van gezinshoofd zal
men inderdaad niet alleen geen positief,
maar zelfs geen negatief kenteeken van
geschiktheid en maatschappelijken welstand
kunnen ontdekkenen als de kieswet-
Tak, die dan tenminste nog negatieve
kenteekenen aanwees, reeds ongrondwettig
heette, wat zou men dan wel onder de
tegenwoordige grondwet moeten zeggen
van een wetsvoorstel, dat uitging van een
kenteeken, dat zoo lieelemaal niet met
geschiktheid en maatschappelijken wel
stand rekening houdt, als het zijn van
hoofd van een gezin
De Regeering zal dus, blijft zij door
den uitslag der verkiezingen in dezelfde
handen als thans, vermoedelijk wel tot
de slotsom moeten komen, dat invoering
van het haar sympathieke gezinshoofden
kiesrecht grondswetsherziening tot voor
waarde heeft.
Intusschen, de invoering van het alge
meen kiesrecht te bevorderen, daar zou
het kabinet zich niet toe kunnen leenen,
heet het in de Memorie van Antwoord
op het Voorloopig Verslag, en de anti-
revolutionnaire partij heeft destijds als
haar gevoelen uitgesproken, dat de op
neming in art. 80 der grondwet van een
blanco formule niet kan worden
vaard.
In die „blanco formule” nu lag inder
daad een mogelijk maken van de invoe
ring van algemeen kiesrecht en als zoo
danig is dus een blanco-artikel 80 van
de tegenwoordige Regeering zeker niet
te wachten. Dan wellicht, gelijk de de
putaten het op 17 October 1907 wilden,
een vast leggen in artikel 80 der grond
wet van het gezinshoofden-kiesrecht De
tijd zal het leeren, maar intusschen mag
Voor vreemden heb je zonneschijn, wat voor
mij P”
„Ga op reis als je wiltik blijf hier,” zei
hy somber.
„We praten r.u niet over reizen,” zei ze
driftig, „ik spreek over je handelwijze. Ik
meer, het recht te hebben en ook waard te
zijn, door je erkend te worden. Waarin heb
ir'je teleurgesteld? Wat heb ik je al niet
verschaft en meer dan je <wrtU)egeerde-P”
„Zeg het maar kort, dat je mg gekocht
hebt,” viel hij bitter uit.
Zjj trad op hem toe en zei: „Hans, waar
toe dwingt me je koelheid 1 Je weet hoe
onstuimig ik je bemin en daarom moet je
uitsluitend my toebehooren. Geen spier van
je lichaam, geen gewaarwording van je ziel
moogt ge mg onttrekken. Ik alleen wil je
alles, je afgod zijn,
„En mij aan den leiband voeren. Geef
dit op, die tijd is voorbij. Zóó kunnen twee
wezens niet in elkaar opgaan, dat ieder per
soonlijk van zich zelf een nul maakt. Wie
dat geluk noemt, liegt.”
„LiegtP” riep zjj heftig. „Liegt? en dat
zeg je my P Jjj, die van de wereld en je
zelf niets meer verwachtte, jjj, die ik uit
knellende boeien verlost heb. om je te bren
gen in een wereld vol genot, waarnaar je
ziel hunkerde? Dacht je dat de markiezin
de Beanremont geen echtgenoot kon krggen P
herziening kan eerst met vrucht worden
gelegd na de verkiezingen, en op het
oogenblik is het onmogelijk om te ver
klaren, op welke punten naar het inzicht
der regeering wijzigingen in de grondwet
moeten worden gebracht, want het on
derzoek daarnaar heeft nog niet plaats
gehad.
Gelijk bij het optreden van deze re
geering te verwachten was, zal er dus
van grondwetsherziening eerst sprake
kunnen zijn in de volgende wetgevende
periode. Immers, men mag wel zeggen,
dat onder de motieven, welke hebben ge
leid tot den bekenden en noodlottigen
aanval op het Ministerie-de Meester, de
vrees voor het in behandeling komen van
‘de voorstellen tot grondwetsherziening van
Minister Rink een voornamy plaats heeft
ingenomen.
1 Dat het ministerie*Heemskerk het werk
der grondwetsherziening niet dadelijk we
der op zou nemen, dat lag om zoo te
zeggen voor de hand.
Toch ontkomt het tegenwoordig minis
terie niet aan den drang naar wijziging
van de grondwet, en dat wel hierom,
omdat ook ter rechterzijde de conserva
tieven gedreven worden in de richting
van oplossing van het kiesrechtvraagstuk.
Zoo zegt dan ook de tegenwoordige
regeering herziening van het kiesrecht
achten wij wenschelijk, en zoplang wij
niet door de uitkomsten van het onder
zoek betreffende de grondwetsherziening
van het tegendeel overtuigd worden, zijn
(wij van meening dat grondwetsherziening
aan herziening van het kiesrecht vooraf
behoort te gaan.
I Geen wonderHet befaamde gezins
hoofdenkiesrecht, waarvoor de Regeering
sympathie zegt te gevoelen, zou toch on
getwijfeld zonder grondwetsherziening ge
vaar loopen af te stuiten op dezelfde
grondwettige bezwaren, diedestijds tegen
de kieswet-Tak in het geding zijn ge
bracht. Of meent men, dat de kwaliteit
van gezinshoofd door tegenstanders van
kiesrechtuitbreiding zal beschouwd worden
als het positieve kenteeken van geschikt
heid en maatschappelijken welstand, waar.
ippel drank
pen gehad,
n droppel drank
ad. Reeds na het
is ik zoo goed als
ook ten hoogste
tielijk middel. Ik
aanbevelen.
Ie Wed: Dirks,
te Haarlem
ierk waardige
gratis toege-