itcap
10PPE.
.4
TS,
HET DORPSEIim
iH THEE*
-4
G<5
;aö
land!
■Vteww#- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Koepokinenting.
Woensdag 10 Februari 1909.
\o. 10800.
Buitenlandse!! Overzicht.
t
FEUILLETON.
NEER
3LLAM
nchtne.
3
tBULlBit,
47sle Jaargaim
3
k ZONEX.
Verspreide Berichten.
Feestdagen.
1.25, tranen per
C EN T F.N.
ide Jenever
\et n ittrUraiul.
ilNKMAN 4 Z»
we-
baar bg
'ERS Jz.
;aan ie »oor IS
;elnieaw hoogaral
igeruild.
tvoenng van ge-
bevelende
IJL,
^RT Lx.
EN SOLIED
erk.
SMITS.
emeten werk.)
JNBETALINÖ.
Telefoon 5263.
KirneraelksIBot
Eu,
ieKleiwegsteeg.
Roman van G kok a Hahtwio.
Uit het Daitsch vertaald.
fiOlWIE 101111 \T.
feleloi. n No. 89.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
niet, uitzondering, van Zon- en
De prijs per drie maanden is
(Kist 1.70.
Afzonderlijke Nommers V IJ F
De financieele commissie uit den Duitschen
Rgksdag is nog geen stap verder gekomen
Telefoon lo. Of
ADVERTENTIES worden geplaatst van
15 regels a .50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des inidd.
IERK te letteu
▼AM
:m.
4 worden afgeit'
ie pakjes van vy
en een Ned. om
▼an Nommer et
van nevenstaand
le Wet gedepo-
gloeiden en baar slapen klopten.
„Maar juffrouw Greta,” zei Olaf, „nie
mand kan o dwingen een besluit tegen uw
zin te nemendat verzeker ik u.“
„Niemand, niemand!” fluisterde zy, naar
den grond starend. „Dat zegt gg zoo kalm,
zoo rustigmaar weet gy, wien ik in dat
huis aantrof, wien ik zag, wie my volgde
Olaf verbleekte en klemde de tanden op
elkaar. „Wie?” vroeg hy, „wie was de el
lendige Klanssen toch niet
„Ja, hy was het,” zei ze met een zwaren
zucht.
„En gy vroeg hy, haar veelbeteekenend
aanziende.
Zy staarde voor zich, terwijl een eigen
aardige glans over baar gelaat tuog en zei,
diep bewogen en gebroken„Hem te zien,
die eens myn alles was, den vader van myn
kind, de oogen, die my eens zoo in verruk,
king brachten, hem, wiens byzyn my de
hoogste vreugde verschafte, wiens verraad”
(zy schrok) „Hem, wien ik in myn ziel be
graven waande, zoo diep als myn kind in de
aarde.” (zy wrong de handen) „En nu stond
hy plotseling voor me, bleek, bevend, ver
ward, als een vreemde, en toch zoo goed
bekend.” (haar lippen trilden) „O, myn vriend!
wat er by dien aanblik in my omging!”
„Gjj wist toch niet, dat ge hem daar ont
moeten zoudt,” zei Olaf beslist. „Anders
Reuter seint uit Parijs, d.d. 8 Febr.
In de zitting der politierechtbank, die beden
de zaak der betoogers van de „Action
Framjaise” moest behandelen, drongen met
luid rumoer een 300 tal betoogers binnei
ondanks het verzet der boden en agenten.
De president moest de zitting opbeffen en
de zaal doen ontruimen.
Reuter seint uit Konstantinopel, dd. 8 Febr.:
Uit Konstantinopel wordt aan de „Neue
Freie Presse” bericht, dat de Russische
ambassadeur geweigerd beeft het Turkscbe
tegenvoorstel ia ontvangst te nemen, en als
reden daarvoor heeft opgegeven, dat het
geen antwoord is op het Russische voorstel
en dat hy morgen een antwoord hoopte te
ontvangen, dat een aanbod Éou bevatten.
Later gaten ook de ambassadeurs van
Frankryk, Engeland en Duitschland aan de
Porte den raad het Russische voorstel aan
te nemen.
Reuter heeft uitvoerig geseind op welk
een schitterende wyze de Fransche gezant
Regnault door den Sultan is ontvangen, toen
hy Moelay Hafld in diens residentie zyn
geloofsbrieven kwam overhandigen.
Thans wordt uit Tanger gemeld, dat daar
ernstige geruchten in omloop zyn, volgens
welke Regnault de opdracht beeft, den Sul
tan over te halen een leuning uit te geven,
tot een zekér bedrag, met mijnrechten tot
waarborg.
In Earopeesche kringen heerscht hierover
groote ongerustheid, aangezien een derge-
lyke handelwijze in stryd zou zyn met den
fceest van de acte van Algeciras, en allicht
aanleiding zou kunnen geven tot oneenigbeid.
Frankrijk.
Vier camelot», P^rysche straatventers,
worden vervolgd wegens beleediging van
een openbaar ambtenaar. Zy hadden op de
boulevards stukjes speelgoed verkocht, voor
stellend, hoe de kellner Matthis president
Fallières aan den baard trok, „Tiré la
barbichette” heette bet speelgoed.
Duitschland.
Te Potsdam en te Berlijn zijn een aantal
Engelsche speurders aangekomen, om te
De commissie, die verleden jaar door de
Belgische regeering is belast met een onder
zoek naar de oorzaken van de typhu<*epi-
demie, beeft haar rapport uitgebracht. Vol
gens dit rapport moet de epidemie wurden
toegeschreven aan het gebruik van oesters.
Een vragenlijst is rondgestuurd aan vele
Belgische doktoren, met het verzoek, nauw
keurige inlichtingen in te winnen over mo
gelyke typhusgevallun, die in hun praktijk
mochten zyn voorgekomen.
Volgens het rapport hebben 159 genees-
heeren geantwoord, dat zy, in de drie maan
den dat de epidemie duurde, typhuslyders
hebben behandeld. Te zamen zyn bet 410
gevallen. Van deze 410 meenen de doktoren
258 te mogen toeschryven aan het gebruik
van oesters.
Een onderzoek, ingesteld naar de borkomst
van deze oesters, heeft uitgebracht, dat zy
van Zeeland kwamen, in 75 gevallen, en met
name van lerseke. In 3 gevallen waren het
oesters van Ostende. In de meeste gevallen
was niet meer na te gaan, waar de oesters
van daan kwamen.
De commissie is door het onderzoek over
tuigd, dat de oesters niet besmet zyn ge
worden tydens het verblyf by de Belgische
oesterhandelaren.
De commissie neemt aan dat de oesters in
de oesterbanken besmet zyn geweest. Wat
is de oorzaak van de besmetting der oester
banken Is hier een blijvende of een tyde-
lyke oorzaak werkende De commissie kan
deze vragen niet oplossen. De meeste kweek
plaatsen van de besmet bevonden oesters
liggen niet op Belgisch gebied. Maar wel
kan de commissie als haar meening uit
spreken, dat de besmetting aan een tydelyk
gevallen in strafzaken aan de strafkamer
van het cassatiehof onttrokken en opgedra
gen zou worden aan de vereenigde drie
kamers van het hoogste gerechtshof.
De strafkamer van het cassatiehof had
nl. in die dagen het in 18’94 vgen Dreyfus
gevelde vonnis van den krijgsraad in onder
zoek, en hierbij kwamen zoo vreemde din
gen aan bet licht over de wyze, waarop het
proces gevoerd was geworden, dat tot de
veroordeeling had geleid, dat het toestaan
van de revisie door de kamer van strafza
ken, zoo goed als zeker was. Dat moest
men nu trachten te voorkomen.
Van verschillende zyden werd het ont
werp bestreden, o.a. in den senaat door
Waldeck-Rousseau, die verklaarde, dat „door
deze wet een bepaald proces aan den aan
gewezen rechter zou worden onttrokken,
om het aan een rechter te kunnen geven,
dien men zich hiervoor uitkoos.
Niels echter mocht baten. De door.de
sophistieebe redeneering van Charles Dupuy
en den minister van justitie Lobret verblinde
Kamer en Senaat lieten zich overschreeuwen
door de nationalisten en namen bet ont
werp aan.
Thans heeft minister Briand bet oogenblik
gekomen geacht, deze smet op Frankrijk’s
wetgeving uit te wisschen.
Zyn voorstel, dezer dagen by het parle
ment ingediend, tot afschaffing der „loi de
dessaisissement” en tot herstel van den
vroegerea toestand, werd door de Kamer
terstond aangenomen.
Niettegenstaande in 1899 de regeering
verklaard had, dat het hier geen uitzonde
ringsbepaling betrof, doch een maatregel,
welke bestemd was de omstandigheden,
waaruit hy werd geboren, te overleven, is
de beruchte wet, welke een zuiver voort
brengsel was van partyhaat, verdwenen,
zonder dat zich een stem er tegen verzet
heeft.
Zy bad haar treurig werk verricht!
De BURGEMEESTER van GOUDA, over
wegende dat in deze gemeente een geval
van pokken is voorgekomen,
brengt ter algemeene kennis dat op iederen,
Vrijdag des morgens te 9 uur, in het Gast
huis voor ieder die zich daartoe aanmeldt,
gelegenheid zal bestaan om zich geheel
kosteloos te doen inenten of herinenten.
Gouda, den 9 Februari 1909.
De Burgemeester voornoemd,
R. L. MARTENS.
Den 30sten Januari 1899 werd door het
kabinet-Charles Dupuy eon wetsvoorstel by
het parlement ingediend, bekend geworden
onder den naam „loi de dessasissement”,
waaraan voortaan de behandeling van revisie-
wel er Zaterdag nog geen beslissing over
dit voorstel is genomen, lydt het wel geen
twjjfel, dat de regeering er zich by neer zal
leggen, omdat de kansen voor het totstand
komen van een vergelijk veel gunstiger zyn,
indien de wetsontwerpen en bloc behandeld
worden. Daarbij komt, dat de conservatieven
en bet centrum niet gediend zyn van bet
liberale bemiddelingsvoorstel, om, in de plaats
van de belasting op nalatenschappen, een,
door de bondsstaten te heffen, ryksver-
mogensbelasting in te voeren, met /|ien ver
stande, dat elk jaar bij de begroeting opnieuw
zou vastgesteld worden, lioevele maande-
lyksche termynen er van die belasting geïnd
zullen worden. Ook de vertegenwoordigers
van de bondsstaten bleken teg^u het liberale
bemiddelingsvoorstel gekant. Maar er zal nog
wel langs anderen weg een schikking te
vinden zyn.
werkende oorzaak moet worden geweten.
Hoe moeilyk het moge zyn, de oorzaak
van de besmetting der kweekplaatsen te
vinden, toch moet in die richting het onder
zoek worden voortgezet. Voorts moet er een
voortdurend toezicht in ’t leven worden ge
roepen, opdat een herhaling van de besmet
ting door oesters worde voorkomen.
Zoowel de kweekplaatsen als de bewaar
plaatsen van oesters en mosselen wil de
commissie aan stelselmatig toezicht onder
werpen.
89)
Tegen tien ure ’s morgens ging Olaf op
weg naar ’t pension, waar Greta verblijf
hield en kreeg, op zyn vraag naar juffrouw
Eblers, ten antwoord dat deze al meermalen
naar hem had gevraagd. Dit deed hem bet
hart sneller kloppen. Schroomvallig en toch
ongeduldig klopte hy aan de aangewezen
deur. Had zQ „binnen” geroepen? Voor
zichtig opende hy de deur, bleef even be
sluiteloos staan en trad toen binnen, de ka
merdeur achter zich sluitend. Verschrikt
liep hy naar de sopha en vroeg haastig
„Juffrouw Greta! wat is dét? Wat scheelt
n?” Zy keerde haar gelaat, nog vochtig
van vergoten tranen, naar hem toe, sprong
op van de sopha en riep handenwringend
„O, mijn vrieqdin dit buis al moest
ik van honger sterven in dat verschrik
kelijke huis ga ik nooit! Nooit!”
Zjj was zeer opgewonden, haar wangen
In Petersburg verwacht men elk oogen-
blik de arrestalie van graaf Witte.
De procureur-generaal heeft een onder
zoek ingesteld naar de vraag, in hoeverre
graaf Wille, ais minister-president, betrok
ken is geweest by de zaak-Lepoesjin-Azef
en daarvoor ter verantwoording kan worden
geroepen.
Hy wordt beschuldigd, dat hy als presi
dent van den ministerraad rechlstreeksche
betrekkingen heeft onderhonden met ter
roristische en revolutionuaire partyen, en
in verband mei die beschuldiging wordt zyn
arrestalie verwacht, evenals die van zyn
vroegeren chef de cabinet, Gerassimof, die
Ihans aan het hoofd der politieke en ge
heime politie sthat.
Hel scbynt, dat Stolypin zich op zyn toefit
om de waarheid te zoeken, door niets en
door niemand wil laten tegenhouden, zelfs
niet door zyn voorganger en heftigs ten tegen
stander, graaf Witte.
met het wetsontwerp betreffende de belasting
op nalatenschappen, maar toch is er in de
vergadering van Zaterdag iets gebeurd, dat
een bemoedigende aanwijzing in de richting
van een vergelijk is. De conservatieven heb
ben in die vergadering het voorstel inge
diend, om de stemming over het eerpte artikel
van het ontwerp aan te houden en middeler
wijl aan een ondercommissie op te dragen,
de ontwerpen betreffende de heffing van di
recte en indirecte belastingen in bun geheel
te behandelen. De conservatieve woordvoer
der gaf te verstaan, dat de ontwerpen niet
een voor een, maar het een in verband met
het andere moesten overwogen worden. Hoe-
hadt ge denkelyk dien gang niet gedaan.”
„Vluchten I” lispelde Greta. „Vluchten,!
was myn eerste gedachte, toen ik tot be
zinning kwam. Vluchten zoover de hemel
blauw is en er menseben op aarde leven,
onder welke ik myn leed verbergen kan.”
(Zy omklemde Olaf’s band.) „Maar wat baat
my vluchten Waar zal ik rust vinden
„Laat den schuldige vluchten,” sprak Olaf
vast. „Gevoelt bij zich niet gedrongen u
uit den weg te gaan, het zal n door den
tijd wel lichter vallen, een en dezelfde lucht
in te ademen lichter dan hem.”
Zy wendde zich af en drukte haar bran
dend hoofd even tegen de koele vensterrui
ten. Toen zy zich omkeerde was haar hou
ding kalm, en bedaard zei ze „Ge moet
geduld met me hebben. Ik moet u zoo dank
baar zyn, u, in wien ik in myn ongeluk zoo’n
trouwen vriend en beschermer gevonden heb.
Gelooft gy, dat die vluchtige ontmoeting
metmet Klaussen, voor my nog gevolgen
zal hebben
„U hebt het in uw hand hiervoor te wa
ken,” antwoordde Olaf, „want n sprak gis
teren nog van een Iweede betrekking.”
„Ja, Victoriastraat 14,” vief Greta leven
dig in.
Hij keek verrast o? ei vroeg„Een ver
dieping hoog
„Ja, één verdieping boog; architect Win
ter,” antwoordde ze.
Hij lachte en zei, zyn baard strijkend
„Neem me niet kwalyk^ maar ik moet lachen
om het zeldzaam toeval, want juist deze
betrekking wilde ik u aanbevelen. Ik ben
met die familie bevriend, en, wat hoofdznak
is, men zal u daar als lid van ’t gezin be
handelen. Ten bewyze daarvan zal mevrouw
Winfer zelf by n komen, om u naar haar
woning te brengen, als u er niet op tegen
zyt.”
„Heden nog vroeg Greta bewogen.
„Zonder twijfelhier aan huis. Neemt u
er genoegen mee
Greta sprong op en een blos kleurde baar
wangen, toen ze zei„En wat wal kan
wat zal ik doen
„Alleen vertrouwen stellen,” antwoordde
hy. „Is dat te veel
„Te veel vroeg ze fluisterend. „Iets dat
me zelfs verheugt t”
„Dan zal alles wel in orde komen,” sprak
hy, haar hand drukkend. „Dan zullen wjj
ons daaraan maar bonden. Ik sla er voor
in, dat u bet by myn vrienden goed zult
hebben.”
„Hartelyk, recht harteiyk dankmyn
edele vriend 1“
„Tot wederzien, juffrouw Greta, tot
derzien 1“
(Wordt vervolgd.)
laatcruM «M.
wthimA.
raa «Ha rwarta
«iakeSm ia
Mrlrt—rt.
ia,AraW.