i
snee
HET DOHPSHim.
DON,
-J
Maandag 22 Februari 1909.
Nu. 10876.
47ste Jaargang
Een defensie rapport.
l
Buitenlandsch Overzicht.
AO
1
FEUILLETON.
Ie, Gouda.
l PfllP-
Itsehe
i
jgheden.
SCHOP
lEMANj
on.
EER
.LAN
talag-e.
or verlichting.
TEN,
ij Email-
a artikelen.
Nieuws* en Advertentieblad roor Gouda en Omstreken
-jj»! - -
4
anbevelend.
voorkeur de
i
KMANAZn.
(Wordt vervolgd.)
1
Roman van G t o B o Hut w i o.
Uit hot Dnitsch vertaald.
ENEN
lRS
.1
IQ ds,75ds
Drogisten
'ERDAM.
1, Apotheker
ren 198 en bij
vervoli
grjjnsc
0.6(1 per tl.
,0.64
oncurreerende
eid met de
Gouda,
igsveen.
LEIDINGEN
e op het gt -
99)
Ines stond voor hem, luisterend, den blan
ken hals gebogen, gqreed zyn laatsten zucht
op te vangen. Plotseling opende hg echter
weer de oogen en wierp een vernietigenden
blik op baar.
„Het is voorbij; ik leef nog/ zei bij, met
pijnlijk gezicht de hand op de borst druk
kend. „Was ik maar in deze benauwdheid
gebleven Had ik op' deze wijze de wereld
mnar verlatenden jammer der mijnen
voorbijuit het bereik van ’t strafgerecht
Neep, dat geluk had ik ook toenmaals niet.
Teen viechte men den bijpa levenlooze op,
die pa gen langdurige ziekte weer herstelde.
De doodwttffe den zondaar nog niet en in
zijn vaderland kon hij niet blijven. Een
valpche npam hielp dep vluchteling in de
nieuwe wereld zijn brandmerk ip ’t volks
gewoel verbergen. O! ik ellendeling, die
geloofde de smart der mijnen te kunnen
nacht, toen ik het laatste, het geldige tes-
tameut, waarin hij zijn broeder Raoul tot
erfgenaam
„Zwyg!" riep Ines, ontroerd door den toon
van zpn stem, hoewel zy zijn woorden am
per verstond. „Dat testament
„Toen ik er mee wegsloop, uit de sterf
kamer en er mee bij u kwam, als met den
tooverslehtel, die my het paradijs in uw
armen zou openen en gij het gewichtig do
cument in ’t vuur wierpt, toen zeidet gy
„Waarom rijt gij oude, vergeten wonden
open?" viel Ines in en riekte hem haar
hand toe. „Het gevolg van den roes en den
jubel over gdstilden haat bracht mij toen in
de war.“
Ehlers keek haar even zwijgend aan en
zei toen ruw„Het was het genot der be
vrediging van uw misdadige heb- en zelf
zucht, en geen roes. Het was het breken
van den laatsten band eener hartelooze be
rekening, dat, toen gij my in het door my
zelf geweven net verward zaagt, u deed zeg
gen „Een woord van mij, en het bagno
staat voor je open
„Ik was toen niet goed by zinnen," zei
Ines.
„Dat is niet waar!" riep Ehlers. „Maar,"
vervolgde hy, „gij hadt gelijk, het bagno
aan en niets op de wereld lachte
mij’ tegen. Alle illusiön waren vervlogen en
liOIIISCIIE Uil Rl VI.
Natuurlijk wordt nu de conclusie
strekt tot afschaffing van het voorberei
dend militair onderricht niet over
wogen, of men het niet juist moet ver
beteren en wel zoodanig, dat betere
resultaten .worden bereikt.
Nauw verbonden met deze opvatting
over de oefeningen buiten de kazerne is
die omtrent het viermaanderinstituut. Dit
zotf de* brug naar het volksleger kunnen
worden, maar onze commissie wil het
afschaffen. Waarom
Omdat tegenwoordig geheel ongeoefen-
den, louter doorx hun lotingsnummer, als
viermaanders worden ingelijfd en dat toch
tegenover de achtmaanders te gek is.
Waar moet het heen, als eens het ver
schil tusschen acht- en viermaanders nog
niet met een vergrootglas te bespeuren
valt En van verbetering ervan kan niets
komen. Dal zou den volkslegermannen in
de kaart spelen zijn.
Neen, men gooit het over een anderen
boeg. Dat van de jaarlijks ruim 52000
ingeschrevenen ter loting slechts 17500
voor den militiedienst worden aangewezen,
is wel een beetje kras. Dat getal kan
wel worden verhoogd, mits de oefentijd
niet' wordt verkort, Nu is dat mogelijk
door de derde herhalingsoefening af te
schaffen, den diensttijd bij deïtóitie en
bij de landweer te' zamen metM' jaar te
verkorten en door verhooging van het
budget met een millioen. Dan kan het
contingent met 4700 man worden uitge
breid. Dat men daarmede het omgekeerde
doet, wat noodig is om tot een weerbaar
volk, het volksleger, te komen, kon onze
militairistische commissie niet schelen.
Overal elders duurt het dienstverband
veel langer, het rapport stelt voor het
aanzienlijk te verkorten.
Het behoeft geen bevreemding te wek
ken, dat de Commissie „het blijvend ge
deelte” noodig acht. Vooreerst om de
mobilisatie te dekken. „Het dekken van
de mobilisatie op te dragen aan de land-
weerafdeelingen in de grensdistricten kan
naar het oordeel der Commissie niet
ernstig gemeend zijn”. Het is jammer
voor de Commissie, maar zelfs minister
Bergansius wilde dit eenig juiste stelsel
van mobilisatiedekking toepassen. Her
haaldelijk is aangetoond, dat het dekken
van de mobilisatip door het blijvend ge
deelte hoogstens 7500 man over 40
garnizoenen verdeeld niet ernstig be
doeld kan zijn. Evenmin kan dit voor
kadervorming in ernst eenige beteekenis
hebben. Wel daarentegen voor militairen
bijstand, voor politiediensten, doch bij een
Reuter seint uit Brussel, 19 Febr.
Naar aanleiding van het gebeurde met den
Russischen anarchist Seiliger, die, toen hy
vervolgd werd wegens afdreiging en bet
nederleggen van een bom, te Gent twee
politieambtefiaren, dia hem wilden arrestee-
ren, doodde, hebben de vertegenwoordigers
van alle Russische socialistische partyen to
Brussel een communiqué uitgegeven. In dat
stuk herinneren zy aan de door h»»n <>p het
congres te Stuttgart in het jaar 1907 afge
legde verklaring en zeggen zy, dat de agents
provocateurs gewelddaden en beroovingen up
touw zetten, teneinde daardoor de revolu-
tionnairen in discrediet te brengen en aan
landen met liberale opvattingen een voor
wendsel aan de hand te doen om de emi
granten te verjagen en hen daardoor weder
te werpen in de armen van de Russische
justitie. En daarom, zegt het communiqué,
is het de plicht van alle revolutionnairen de
agents provocateurs krachtdadig te bestrijden
en hunne pogingen te verijdelen.
We hebben nu twee rapporten aan den
Algemeenen Bond, van R. K. Kiesver-
eenigingen uitgebracht. Het eerste handelt
over het kiesrpcht-vraagstuk en werd door
vijf heeren uitgebracht, die „medebren
gende de overtuigingen, die den boven
toon voeren in verschillende kringen en
standen des volks” .^„een en ander
maal en nogmaals (hebben) beproefd
elkanders afstanden te verkleinen, elkan
ders inzichten onder ééne formule te
brengen, maar gelukken mogen is het
niet”. Het kiesrechtrapport (216 b(z.)
bevat dan ook niet één antwoord op de
gestelde vragen, maar laat telkens eene
meerdej- en minderheid, ja, zelfs meer
dere minderheden der commissie aan liet
woord.
Het tweede rapport handelt eigenlijk
niet over het defensie-vraagstuk, zelfs
niet over het legervraagstuk, maar tracht
de vraag te beantwoorden, of nu reeds
de militie- en de landweerwet behooren
te worden gewijzigd om te krijgen ver
korting van oefeningstijd en oefening ge
deeltelijk buiten de kazerne, met of zonder
verhooging van contingent en met of
zonder verhooging van het getal en den
duur der herhalingsoefeningen en zoo ja,
hoedanig moet die wijziging -aijn en welke
kosten zullen aan wettelijke maatregelen
in dien geest verbonden zijn. Een be
perkte taak dus, doch verschil van mee-
ning' bleef ook daarbij tusschen de com-
missie-leden op onderscheidene punten
niet uit. Teneinde echter het gewrijf en
geschrijf, dat het verschillende meeningen
bevattende kiesrechtrapport had uitgelokt,
te ontgaan, hebben de vijf heeren ten
opzichte van verschillende punten de
eigen meening opgeofferd aan de meer
algemeene zienswijze en bovendien, om
verwarring van denkbeelden te voorkomen,
niet van alle afwijkende meeningen, van
elk der leden in het bijzonder, melding
gemaakt in het rapport (38 blz.).
De Algemeene Bond van R. K. Kies-
vereenigingen krijgt dus één antwoord op
de gestelde vraag en gevaar voor ver
warring is er niet.
Naast dit voordeel, voor een volgzame
kiezersmassa van groot belang, voegt
zich nog een tweede. In de Eerste Kamer
deelde de heer Van Voorst tot Voorst
dit mede „Er is een verrassende over
eenkomst tusschen de conclusie der com
missie en de plannen door den Minister
ontvouwd in de Memorie van Antwoord
Reuter seint uit^Centa, 18 Febr.
Naar aanleiding Jtan een aahval op
Spaansch grondgebie?Fop den luitenant van
de burgerwacht, gepleegd door Mooren, aan
hangers naar men vermoedt! van den roover
Valiente, zijn drie colonnes, bestaande uit
infanterie, berg-artillerie en rif tirailleurs,
hedenochtend onder bevel van den plaatse-
lyken gouverneur naar Benimsala en Sastil-
lejos vertrokken. Tegen 12 uur ’s middags
hoorde menllkanonsclioten.jjvermoedeljjk ge
richt op de versterkte woning, waar Valiente
een schuilplaats had gevonden.
ernstigen toestand als in 1903 is het
blijvend gedeelte ontoereikend en is er
tijd genoeg een of twee lichtingen buiten
gewoon op te roepen. Onze militie is geen
politie.
Als eene politieke partij geen verder
strekHfcnde verlangens heeft ten aanzien
van het defensie-vraagstuk dan de mi
nister Sabron meent in de a.s. regeer
periode te kunnen verwezenlijken, kan zij
met de openbaarmaking daarvan slechts bij
de komende verkiezingen invloed oefenen.
Welnu, indien de R. K. staatspartij dit
Rapport aanvaardt, zal zij, duidelijker dan
vroeger hare kamerfraktie doen zien, dat
zij ons volk niet weerbaar zal maken, i
maar het militarisme openlijk steunt. Dat I
ook op militair terrein de reactie hoo^n ll
viert en dat de overeenstemming tusscflK
hare verlangens en de plannen-Sabron
opnieuw aantoont, dat het Kabinet reac-
tionnair is.
vervangen door wanhoop. Daarom zucht ik
het water op en Toen ik genazen eff
tot inzicht gekomen was, was het te laat.
Ik trachtte den gebroken band tusschen ons
niet te herstellen, maar myn haar vergrysde
en myn hart werd ziek."
Hij greep haar hand en hield die va»t
met een kracht, die meer dan woorden ge
tuigde van zyn geweldige ontroering en ver
volgde „Dood voor de wereld, dps ook
dood voor u. Maar door u, lues de Beau-
remont, geslingerd in een helleleveM; een
leven van armoe en ellende, bezwaard met
gewetenswroeging, verteerd door verlangen,
nergens een uitweg ziende, had ik ten tweede
male het beulsambt op my toe moeien pas
sen. Toen wilde ik terugkeeren en my
aan den strafrechter Qveideveren, maar de
achting voor myn familie hield my terug
niet de vrees voor straf."
Zy lachte luid. Hy stiet haar terug en
vervolgde: „Weet ge hoe ik myn liefde tot
u verstikte Door mij uw beeld voor den
geest te halen, zooals ge nu werkelijk voor
my staat. Als dan myn gloed weer opvlam
de, riep ik fnjj uw dankbetuiging, het woord
bagntj! bagrj()_! t oe, tot dat uw schoon beeld
my walgde éiS ik met afgryzen vervuld
werd."
op de Oorlogsbegrootjhg voor 1909.
Wanneer men nu weet, dat de Minister
geen kennis heeft gedragen van den
arbeid der Commissie en dat door haar
reeds de hoofdlijnen harer werkzaamheid
waren vastgesteld, dan geven diens plan
nen redenen tot geruststelling”. Men kan
natuurlijk vragen, of deze gelijkvormig
heid ook haar oorsprong vindt in de
omstandigheid, dat onze Generale Staf
zoowel de vader van de denkbeelden in
het Rapport als van die in de Memorie
van Antwoord is
Eene speciaal Katholieke beschouwing
over het militaire vraagstuk zal men
tevergeefs in het Rapport zoeken. Het
militaire programma der Katholieke Ka
merleden, waarin o.m. staat„dat de
vraag moet worden onderzocht, of bij
den tegenwoordigen stand van zaken eene
^Kmtgave van meer dan twintig millioen
jk *s\jaars 1 voor het leger gewettigd is”,
fs woriit eenvoudig genegeerd. Wellicht,
ht omdat er na het verscheiden van den
is heer jBahlmann, ook 'geen Katholiek Ka
rn merUd meer was, dat zich door dit pro
gram gebonden achtte. Maar ook van
anaere punten, welke vroeger tot de spe
ciaal Katholieke behoorden, wordt niet
gerept.
Daarentegen wil het Rapport eene mi-
litairistisch-reactionnaire oplossing, welke
bij onzen huidigen Minister instemming
moet vinden. De commissie heeft zeer
ernstig overwogen, welke redenen men
kan aanvoeren ter verdediging van verdere
verkorting van den eersten oefentijd.
„Onze eerste oefentijd, zooals de Militie-
wet 1901 dien bepaalt, voor volledige
oefening van ongeoefende miliciens der
onbereden wapens 879 maand is
reeds beduidend korter dan bij onze na
buren, waarin wij toch wel onze meest
waarschijnlijke tegenstanders zullen moeten
zien”. Ziedaar, de „zeer ernstige” over
weging, welke zoo zou men verwach
ten zou moeten sluiten met de con
clusie, dat wij onverwijld een een-, twee-
of drie-jarigen eersten oefentijd moeten in
stellen. Blijkbaar durfde onze Generale
Staf-Commissie dit niet aan.
Over oefeningen buiten de kazerne is
de commissie heel slecht te spreken,
voorzoover zij tot verkrijging van mili
taire bekwaamheid moeten dienen. Daarbij
worden de klachten der ouderwetsche
militairen hoog aangeslagen, die niet
gaarne den sergeant bij de theorie missen
en even ongaarne militaire onderwijzers
naar dorpen ziel) gaan, waardoor hunne
„militaire” eigenschappen achteruitgaan,
vergeten en myn schuldig geweten tot zwij
gen te kunnen brengen Hy sprong op en
riep„En dat alles dank ik u’k Heb
bet doorgeworsteld, dat ellendig leven, de
gevolgen van ondank en verraad Ik had
den moed niet ten tweede male de band aan
mijzelf te slaandaartoe was ik te lafhar
tig geworden. Ik moet boeten voor de mis
daad, uit waanzinnigen hartstocht voor u
bedreven, de dwaze bedwelmende liefde, die
my tot werkUfijf~wlaagde van uw grenzer
looze begeerte. Te man, die steeds een
goed heer voor fnyXwas, wiens volle ver
trouwen ik genoot, en die u haatte, u, die
zyn laatste jaren vergiftigde, de man, die
my met zyn laatstén handdruk gehoorzaam
heid beval
„Je dachy toch anders, Frits," viel Ines
hem fleemenu in de rede, „toen je na ’t ster
ven van Beauremont by my waart."
„Ik dacht njets nietsriep Ehlers,
zyn rechteih^&'d bezwerend opheffend. „Ik
kon niets meer denken, slechts voelen nog
het begeerlnk geluk van uw bezit, zooals
uw huichelachtig gedrag my hopen deed
O! gjj verstand het uitstekend, den ver
liefden dwaas met uw lachjes en lonkjes te
betooveren totNffi het versland verloor, u
tot Beauremont’s erfgename maakte en zich
zelf tot een schurk." x
Hy ademde zwaar en Vervolgda„In den