ises.
s
rs,
UN.
SGEN”.
SCHOP
I
iOON,
HET DOBPSHIND.
Ir"
No. 10877:
irk*
Dinsdag 33'Februari ItMM). 47ste Jaargang
en Advertentieblad roor Gouda en Omstreken.
Maart
Buitenlandsch. Overzicht.
S/Zoon.
FEL1LLETOX.
it Pain-
uilNehe
iigheden
talage.
1
tch.
aanbevelend.
en
In de troonrede, waarmede de Khedive
I
[NEMAN A Zi.
(Wordt vervolgd.)
SN SOLIED
SMITS.
meten werk.)
ïoncnrreerende
ER
EK
N
!L,
5 Kleiwegeteeg.
JRT
I -
V
IOCMCH
OCRS
50 di,7Scts
n Dmgis™
tTERDAM.
SR, Apotheker
even 198 en bjj
f, Gouda,
ugsveen.
r LEIDINGEN
ie op het ge-
Roman van Gio rö H ait wig.
Uit bat Duitsch vertaald.
de jongste besprekingen in bet Spaansche
blad El Mundo weder herleefd. En in de
debatten hoort men dikwjjls een toon, die
herinnert aan hetgeen prof. De Louter in
zjjn veelbesproken Gids-artikel over de Neder-
landsche diplomaten schreef.
Prof. Franz uit Charlottenburg schrjjft
aan de Frankf. Ztg. een artikel, waarin bjj j
de schuld over de gebreken der diplomatie
wijdt aan de opleiding.
„De schuld wordt geweten aan het feit,
dat de meeste der gezanten van adel zijn
maar meent men nd werkelijk, dat deze
toestand zal verbeteren als er nog een paar
„Konzessionsscbulze” van burgerlijke af
komst in het corps worden opgenomen?
vraagt hij.
De fout zit ergens anders, naar prof.
or verlichting.
TEN,
ij Einail-
e artikelen.
te wreken, kon mjj geen verlichting geven,
want de hoop, n voor mjj te zien sidderen
is lang dood. Maar toch bad ik één arm
zalige troost in mijn lijden, n.l. de lichtzin
nige, verkwistende levenswijze der Beaure-
monts, vader en zoon,*
„Zeer waarzei Ines. „Zjj hebben beiden
wat z|j verdienden.*
Hjj bad haar nitval niet gehoord maar
staarde, in gedachten verdiept, strak op bet
gebloemd tapijt. Eindelijk sprak hij verder:
„Op een beeten Julidag vond ik daarginds,
des namiddags, een vagebond aan den weg
liggen, verwaarloosd, ziek en bewusteloos.
Ik hief hem op. De beer, op wiens kan
toor ik werkzaam was, was armverzorger,
en deze liet den arme in een ziekenhuis op
namen. Zjjn naam behoefde de zieke niet
te noemen. Een nommer, aan t hoofdeinde
van zijn bed, was alles wat noodig was van
te kennen
Ines was op dit oogenblik zoo in baar
eigen gedachten verdiept, dat zjj deze, op
eentonige wijze gesproken en als tot zich zelf
gerichte, woorden van Eblers niet hoorde.
Zij zag in ’t vertedene. Zjj zag de gebeur
tenissen, zooals Ehlers ze daar in koortsige
opwinding deed herleven, zooals zg ze toen,
even geslepen als gruwzaam, voorbereid en
uit had helpen voeren. Ze zag zich weer
in baar boudoir, in het oude slot te Genève,
legde op den goeden invloed, die sommige
invoerrechten zouden hebben op de werk
loosheid.
De beer Balfour sprak ook, naar hjj be
weerde, tot verdediging van het amendement.
Wjj lezen echter in zijn rede dit bloempje
„Waar bet om gaat is niet de vraag of
het Britsche volk geld verdienen kan, maar
of het, van zgn verdienste, zoo goedkoop
mogelgk kan koopen wat bet wenscht te
bezitten.”
En iets verder
„Het zou een groote dwaasheid zyu een
land kunstmatig te doen vóórtbrengen, wat
het niet zoo gued kan produceeren als een
ander land.”
Beide bloempjes werden daverend tuege-
juicht door de aanhangers der regeering
en gaven minister Churchill aanleiding in
zjjn dupliek da hoop uit te spreken, dat de
leider der oppositie tevreden mocht zgn over
den loop van het debat. Indien hg tevreden
was, was de regeering het ook, voegde de
minister er met een sneer bjj.
In zgn repliek had de heer Churchill met
nadruk verklaard, dat thans ais zeker mag
worden aangenomen, dat de unionistische
partg koren, vleescb en hout wenscht te be
lasten. Daartegen kwam geen der sprekers
van de oppositie in verzet, voor zoover al
thans uit de korte verslagen van de zitting
van Vrydag bljjkt.
Het protectionnistische amendement op het
adres van antwoord werd met 276 tegen
107 stemmen verworpen.
Wjj hebben reeds met een enkel woord
melding gemaakt van wat Christensen, de
vorige eerste minister en nog de leider van
de aanzienlijke gematigde party in den
Deenschen Rijksdag, bij het debat over de
voorstellen in zake ’s lands verdediging over
de Denen in Noord-Sleeswjjk heeft gezegd.
Het lijkt ons de moeite waard zgn woorden
uitvoeriger weer te geven.
Hg had eerst gesproken over den tijd,
dadelijk na den oorlog van 1864, dat de
Denen aan een vergeldingsoorlog dachten en
zich daarvoor alvast in den wapenhandel
oefenden. Daarop volgde een tjjd, dat men
naar een verbond met een groote mogend
heid uitzag, en wederom lag daaraan de
begeerte ten grondslag om met de stamge-
nooten in Znid-Jutland vereenigd te worden.
Sedert jaren wil men echter in Denemarken
ook van een dergeljjk verbond niet meer
weten, maar houdt men aan ’s lands onzij
digheid vast.
Daarmede hebben de Denen echter geens
zins de hoop opgegeven om met de broeders,
luisterend naar den voetstap van den man,
die om haar een misdadiger werdhet ruime
slot als uitgestorven, het dienstpersoneel
verwijderd, slechts zjj en de vertrouwde van
baar man. beiden wakend en wachtend. Zg
voelde weer haar bloedsomloop versnellen,
zg boorde weer Ehler’s naderende schreden.
Zjj herdacht haar triomf, toen hjj met het
testament binnen kwam; hoe behendig zjj
hem dat afhandig wist te maken en bet
jubelend in den brandenden baard wierp
„Ik heb mjj vergeefs afgevraagd,* ging
Ehlers gedempt voort, „waarom het toeval
juist mjj dien arme deed vinden en wat mjj
bewoog den ellendige aan zgn ziekbed te
bezoeken. Ik had veel eer reden hem te
ontwijken, want hjj was een Franschman.*
Ines, eerst met baar eigen gedachten be
zig, hoorde pas zjjn laatste woorden. „Een
Franschman, zegt ge?* vroeg ze onwille
keurig.
Kalm maar ernstig richtte Ehlers zjjn
diepliggende oogen op haar en zei„Ja, een
Franschman. Weken lang zweefde hjj tus-
schen leven en dood. Maar welk belang
hebt u hierbij, Ines de Beguremcmt? - Met
verwoest lichaam, gebroken hart en door
wroeging gefolterd geweten, dicteerde hjj mij
op zekeren avond een brief aan zgn vader.
Van toen af hield ik van hem.*
„Van wienP* vroeg Ines gejaagd.
Telefoon No. M.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijks
met uitzondering’ van Zon- en Feestdagen,
De grijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nummers V IJ F C E N T E N-
Franz meent. Iedereen gelooft, dat de aca-
demisch-wetenscbappeljjke opleiding slechts
aan de Hoogescbool verkregen wordt, en
voornamelijk door de studie in de rechten.
Het referendaris-examen wordt in Duitsch-
l&nd, ook na de verandering, als het eenige
bestaanbare bewijs van wetenschappelijke
kennis opgevat. En zoolang dat bet geval is,
is elke verbetering ónmogelijk.
„Alle gebreken, zoowel van de diplomatie
als in de boogere bestuursbetrekkingen,
spruiten uit deze kwaal, uit deze achter
lijkheid voort. Want dit is achterlijkheid.
Ook al zouden alle diplomatieke kosten door
burgerlijke worden bezet, er komt niet meer
leven, meer bekwaamheid, meer geest in
zoolang wjj bljjven hechten aan het monopolie
der juristenschiïol.
„Maar wg komen ook niet vooruit, als wg
de diplomaten uit andere beroepen gaan
reci uteeren'. Een moderne opvatting van de
beroepstaak, een nieuwe geest worden daar
door niet verkregen.
„Wat wg noodig hebben zgn andere vak
ken van onderwijs, andere leerlingen, een
geheel nieuwe studie-richting, die in over
eenstemming is met de taak die te. wachten
staat. De Engelschen kunnen wg slechts
evenaren, als naast de oude universiteit ook
de in den loop der vorige eeuw ontstane
nieuwe instellingen van onderwijs als hooge-
scheien voor diplomaten worden beschouwd.
Onze diplomatie Igdt aan eenzijdigheid van
opleiding.
„En daarom: weg met het juristenmono-
polie I”
Bg de behandeling van het adres van
antwoord op de Engelsche troonrede beeft
bet Lagerhuis zich uit te spreken gehad over
vrijhandel of bescherming. De heer Austen
Chamberlain had een amendement op bet
adres voorgesteld, waarin wordt gezegd
„dat bet Huis betreurt, dat in de Troonrede
geen gewag wordt gemaakt van maatregelen
om de markt voor Britsche en lersche voort
brengselen uit te breiden en de vraag naar
werkkrachten te vermeerderen door een her
vorming van bet fiscale stelsel, die den groei
eh de stabiliteit van onzen handel zou be
vorderen, een middel zou verschaffen om te
onderhandelen over de verlaging van buiten-
landsche invoerrechten en den Britscben
overzeeschen handel zou ontwikkelen door
invoering van een stelsel van voorkeurrechten
ten behoeve van de verschillende deelen van
het rgk.
De beer Chamberlain lichtte zgn amen
dement toe met de overbekende motieven,
waarbg hjj ditmaal bijzonder den nadruk
In de jongste zitting der Duema is de
beraadslaging geëindigd over de interpellatie
van de uiterste reehterzgde en de nationa
listen in zake de terroristische uitspattingen
in den Kaukasus. In den loop der vjjf zit
tingen, die aan deze zaak gewijd zgn ge
weest, waren de debatten nu en dan zeer
stormachtig. De interpellhnten beschuldigden
den stadhouder van den Kaukasus, graaf
Worontsof Dasjkof, van gemis aan doortas
tendheid en plichtsverzaking, waardoor de
separatische beweging van de Kaukasische
volkstammen en de onderdrukking van bet
Russische element der bevolking begunstigd
werd. De vertegenwoordigers van den stad
houder, baron Nolde en senator Miikiewitsj,
verdedigden hef beleid van Woreoteef, dié,
naar zg zeiden, ernstig bezig was mot de
voorbereiding van hervormingen. Eerst na
de tenuitvoerlegging dier hervormingen zou
de rust kunnen hersteld worden. Ten slotte
werd een motie der Octobristen aangenomen,
waarin een grondig onderzoek verlangd wordt
van de misbruiken bg het plaatselgke be
stuur, een uitgebreide' bestuurshervorming
en reorganisatie der politie en andere takken
van dienst, terwijl aangedrongen wordt op
betere behartiging van de belangen der
verschillende stammen.
De zitting werd 's nachts te 12 uur ge
sloten.
100)
„Ik wil alles goed maken,* zei Ines, op
hem toetredend.
„Wat wilt ge goed maken?* vroeg hjj,
op zgn ingevallen borst slaande. „Dat ge
broken hart hier? Mjjn verloren jeugd?
Myo vernietigd bestaan Mgn gewetens-
knagingen? Met welk toovermiddel kunt
fijdat?*
„Met agn goeden wil,* fluisterde zjj, den
eens zoo setaonen man schuw aanziende.
.Nèg is het .niet te lakt, nég is er hulp,
maar niet hier, niet hierKeer naar Anqerika
terug. Mgn bulpvaartfgheid zal grenzeloos
zgn. Gg zelf kunt bepalen wat ge hebben
wilt* Vorder maar.*
Hjj steunde van pijn terwjjl groote droppels
op zijn voorhoofd pareld®. Toen vervolgde
hg, als had hg haar laatste woorden niet
gehoord„Een Baak vergat ik u nog te
zeggen, mevrouw. De gedachte, mjj aan u
wier land nu Doitsch gebied is, weer ver
bonden te worden. Die houp moet blijven
leven tot zg is vervuld. Maar die vervul
ling verwachten wg zei^Christensen
niet meer van het zwaard, maar alleen van
de grootmoedigheid en den rechtvaardigheids
zin van het Duitsche volk.
Wg weten, dat het Duitsche volk ook
broederen heeft, die onder vreemde heer
schappij leven, en dus zal het een beroep op
zgn rechtvaardigheidszin begrijpen. Daarom
zullen wg blyven kloppen op die rechtvaar-
digbeidsdeur tot zjj eons wordt geopend.
Inmiddels wenschen de Denen niets anders,
dan dat hun Deensche broeders over de
grens zich ais trouwe Duitsche burgers zuHeu
gedragen. Recht te vragen en recht te
doen is de weg tot vereeniging. Wjj kennen
geen anderen. Zou er ook een staat ons
een verbond aanbieden en daarbij bet schoonste
uitzicht op herstel van het verlorene openen,
wjj zouden zeggenNeen. Wg willen, dat
vrede en werkelijke vriendschap met den
nabuur heerseben en het rechtsgevoel tus
schen ben overwinne.
De strgd in Duitschland over de gebreken,
die de Duitsche diplomatie aankleven, is na
„Van Hector de Beauremont, den zoon
van Raoul
Zjj gaf een schreeuw. Had zjj den mar
kies, toen hjj baar het lot zjjns zoons af
schilderde, toen maar de verzoenende hand
geboden en steun verleend I
Nu verrezen de doodeu uit hun graven
en daagden haar uit ten strjjd.
Ehlers legde zjjn hand op zijn pjjnlyk
drukkende borst en vervolgde: „Toen kreeg
ik kennis van den toestand in mjjn vader
land van mjjn thuis, van mijn familie, die
ik met mijn gewaandeu dood bedroog, en
van alles wat er in mgn afwezigheid met
de mgnen voorgevallen was, en mjjn
plichtgevoel ontwaakte, Ines. Voor mjj
zelf vorder ik niets, maar voor mgn zuster,
voor alles wat gjj haar hebt doen Ijjden,
wat gjj haar aan liefde, vrede en echteljjk
geluk hebt ontroofd, vorder ik rekenschap.*
Hjj moest even rusten; zgn keel was als
dichtgesnoerd.
„Ik zal baar niet meer zien, en dat zal
mjjn boete zgn,* mnrmelde Iri. „Ik wil ook
den eerlooze niet zien, die plicht vergeten
haar verliet en u. Ines, in de geopende ar
men viel; Ik heb de kracht niet den ellen
deling de hersenpan te verbrgzelen.*
Telefoon No.
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
Reuter seint uit Rome, d.d. 20 Fabr.
De oud-president van den ministerraad
Sonnino heeft aan zjjn kiezers een staat-'
kundige brief gericht over de militaire
quaestie. Hjj zegt daarin, dat het hoogst
noodzakeljjk is krachtig de verdediging der
grenzen ter hand te nemen en de bewape
ning van het leger te voltooien.
Ook dienen maatregelen te worden ge
nomen lot uitbreiding der jaarlgksche con
tingenten en tot vermindering der vrijstel
lingen, door invoering van-|een| tweejarigen
diensttijd.
Omtrent de buitenlandscbe politiek zeide
de oud-ministerBjj de zorg, die het oogen
blik baart, kunnen wjj toch de verdragen
en ententes tusschen andere staten, die ten
doel hebben den algemeenen vrede te> besten
digen, zonder onze belangen te schaden, met
sympathie begroeten. Het Drievoudig Ver
bond is gedurende de laatste jaren bljjven
medewerken tot het behoud van den alge
meenen vrede, doordat het niemand bedreigt
en niemands belangen schaadt en nooit een
beletsel is geweest voor grootere harteljjk-,
heid in de betrekkingen van een der ver
bonden landen met andere staten. Toch is
het hoogst wenschelgk, dat de diplomatie
een middel vindt om snel allen twgfel, alle
misverstande» uit den weg te ruimen, die
tusschen de verbonden mogendheden zouden
kunnen ontstaan en dat de vertrouweljjke
harteljjke betrekkingen tusschen onze
regeering en die van onjen buurstaat her
steld worden.
GÜUDSCHE CftlRANT.