rs,
1
HT
LUCHTKASTEELEN.
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
48ste Jaargang.
Maandag 3 Mei 1909.
No. 10934.
De Deputatenrede.
FELILLETOX.
t
illsche
{{■lijders
verkelyke hulp
SNZORfl»
NHL'IS.
1
2
XVI- I Q.,
KIESRECHT.
T
I
CHEH
ERS
>0 ets,K cis
Drogisten
rtRDAM.l'
B, Apotheker
ven 198 en bij
Telefoon No. M.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dag-el ijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post f 1.70.
l' Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
daar-
r aan
een veeg uit de pan.
(lijkt derhalve, dat inderdaad
van
,riefkaart wordt
gezonden dor*r
altbommcl.
DIJS GOUDA
Ileiwegsteeg.
tlNG
hoenwerk
mleder.
AKKEN.
eten werk
(Naar het Duitscb.)
n en
|k het
ikken,
ederft
noch
tellen
tp en
i ten doel om
e huishoudelijke
veel noodigte
jk aan minge
in te verknopen,
tornt geheel ten
reenigiug 9Ar-
ilykMa en f»
el voor HeerM
erechoenwerk,
I Müller l Ce
Men lette coed
terk.-
iwwdt, letaNtwlM,
«Hm»».
(tIH IISl IlE COIBANT
In de kunst van volksmennen, van het
opzweepén eener groote menigte tot fana
tisme, wordt Dr. Kuyper door weinigen,
overtroffen. Ondanks hef*'khmmen zijner
jaren is de suggestieve kracht van zijn
woord, de bezieling der schare, door zijn
optreden gewekt, onverzwakt gebleven.
Nog steeds heeft hij zijn mannetjes in de
hand en voert hen waarheen hij wil.
De rede, door] den grootenfagitator op
de Deputatenvergadering uitgesproken, is
een echt staaltje van Dr. Kuyper’s dema
gogische talenten. Calvijn werd ten too-
neele gevoerdjjen deJschimJfvan dien
groeten reformator, toevallig 400 jaar
geleden ter ziele gegaan, moest dienst
doen omjde „volgeIingenXvan| Calvijn”
aan te vuren tot dubbelen ijver bij de
komende stembus. De antithese, door
Minister Heemskerk voorzichtiglijk op den
achtergrond gehouden en achter de „these”
weggemoffeld, werd stoutmoedig weder
voor ’t voetlicht geschoven en met eei)
beroep op Christus’ woord als noodzake
lijk voorgesteld.
De ware tegenstelling op politiek ge
bied, die tusschen het behoud en den
vooruitgang in democratische richting'
werd met groote woorden en holle phrasen
weggedoezeld.
Geloofsverdeeldheid werd als grondslag
van practische politiek geproclameerd, op
een wijze die zelfs den coalitie-genooten
verzorging en bewaking had laten ontbre
ken.
Waarom zij zoo gehandeld had, was een
der vele onbegrijpelijke dingen, waarvoor
haar man nooit een verklaring had kannen
vinden.
In de gang ontmoette Rudolf zijn vader,
gekleed om nit te gaan. Beiden hadden sa
men bjj Jnliane gewaakt en daardoor was
de vervreemding, in den loop der jaren tns-
sehen den heer Ysaak en .zijn zoon ontstaan,
gedeeltelijk geweken.
„Wilt n uitgaan, vader?”
„Ja zeker. Je bent ook nog niet bjj
baar geweest. Dolf. Ik wil haar gaan zeg
gen, dat je niet kondt komen wegens de
kinderen.”
Vader en zoon begrepen elkaar. Het ge
zicht van den laatste klaarde op; de eerste
haalde diep adem. Het geleek een zucht,.
Andermaal waren er ongunstige berichten
van Sneehusen gekomen, die Binettes aan
wezigheid aldaar dringend vorderden. Dit
geval maakte op den heer Ysaak weinig
indruk, zjjne schoondochter zou bjj niet mis
sen, doch bjj zjjn thuiskomst boorde bjj uit
een der achterkamers hare Inide, schelle
stem, die blijkbaar tegen Rudolf gericht was.
moogt ge gedeeld staan, zoodra deze
antithese trilt, huivert de zenuw in uw
gevoel vanzelf op.” (welk een bombast,
die vanzelf ophuiverende zenuw in iemands
gevoel
Mén ziet, hier wordt weder hetzelfde
lied getokkeld, waarmede reeds zoo vaak
met succes de „mannenbroeders” zijn
gehypnotiseerd. Tegelijkertijd twee
vliegen in één klap 1 krijgt hiermede
Minister Heemskerk, die van deze onver
draagzame methode om het eene volks
deel tegen het andere met geloofsvoor
stellingen op te zetten, niets moest hebben,
Het
ondanks '^fejpOgingen van het hoofd
het Kabigev^ftn bij de stembus een gema
tigder, vérzoenender toon te doen weer
klinken, door den leider der calvinistische
Gideonsbende weder de oude, onverzoen
lijke, onsympathieke leus wordt aange
heven. Tevens is ’t nu wel duidelijk voor
ieder die ooren heeft om te hooren, wie
het zijn die ten onzent de antithese
stellen, dat is, op grond van verschil in
geloofsovertuiging den strijd op politiek
gebied wenschen te zien gevoerd. Men
zal bij de stembus onzerzijds een krachtig
protest vernemen tegen dit dooreenmengen
van geloof en politiek. En wie het in zijn
hoofd mocht krijgen, daaruit te conclu-
deeren, dat wij den geloofsstrijd op po
litiek terrein overbrengen, zou blijk geven
van een bedénkelijk gemis aan logica
of van e'en bedenkelijke mate van kwade
trouw.
Wij zullen derhalve met alle kracht
hebben te strijden tegen de begripsver
warring, door Dr. Kuyper moedwillig
aangekweekt bij een groot deel der kiezers,
om slechts te ontkomen aan de ware
antithese op staatkundig terrein: conser
vatisme contra democratie.
O zeker, ook Dr. Kuyper heeft in zijn
Deputatenrede het voorgesteld alsof de
Calvinisten op het voetspoor van Calvijn
tegen alle conservatisme gekant moeten
zijn. Maar indien dit woord meer was
dan een holle klank, dan had Dr. Kuyper
behooren front te maken tegen een coa-
onsympathiek is gebleken, getuige het
geen enkele katholieke bladen over dit
schermen met Calvijn gezegd hebben.
Van de politieke tegenstanders der
coalitie kregen de hoorders ter Deputaten
vergadering wederom die verwarde en
scheeve voorstelling, welke bij dergelijk
demagogisch bazuingeschal schijnt thuis
te behooren. Als „liberalisten” werden
alle partijen, die niet van de coalitie
deel uitmaken, op één hoop gegooid, over
één kam geschoren en met sonvereine
onverschilligheid voor de diepgaande ver
schillen tusschen die partijen gesproken
van „der liberalisten huis”, dat volgens
Dr. Kuyper „uitgewoond” isde „vol
slagen onmacht der liberalisten om het
bewind te voeren”, enz.
Met grooten omhaal van woorden werd
verder betoogd, dat een antirevolutionair
Minister ni.et veel antirevolutionairs kan
tot stand brengen en dat in het algemeen
van het verwezenlijken der liefste wenschen
van de antirevolutionairen ook onder een
„christelijk” Kabinet niet veel kan komen.
Toch moesten de kiezers van anti
revolutionairen huize maar opnieuw voor
de coalitie in ’t geweer. En indien er
onder de deputaten mochten zijn geweest,
nuchter genoeg om zich de vraag te
stellenmaar waartoe dan die voort
durende combinatie met christelijk-histo-
rischen en katholieken, wanneer deze ons
toch niet geeft, wat wij verlangen dan
kwam daarop als alles afdoend antwoord
de antithese eischt dit van u I Met de
gebruikelijke drogredenen werd hierop
nader aangedrongen, ,,’t Nederlandsche
volk”, aldus de man der antithese, „is
slechts één van zin, als ’t vöor het be
houd en de eer van ’t vaderland gaat,
maar in generale levensopvatting zijn we*
niet één, maar onherroepelijk twee. De
tweedracht, die het hier geldt, zaaide de
Christus zelfdit was zelfs het doel van
zijn zending. „Ik ben niet gekomen om
vrede op aarde te brengen, maar het
zwaard.” Wij mogen geen ander stand
punt innemen, dan waarop Christus ons
zelf plaatste.
Bij tal van afgelegen vraagstukken
voor I Den ganseben dag moet op ben ge
past worden. Dan is bet brood droog, de
melk zuar, bet eten niet gaardan weer
hebben ze in de goot gezeten, natte voeten
gehad, en God weet wat nog meer. Je brengt
honderden dingen op het tapijt, waarvan
geen verstandig menseb iets afweet. Laat ze
loopen net als andere kinderenze zjjn
waaraebtig niet beter, omdat het jonw kin
deren zijn
„Heb je dan werkelijk geen gevoel voor
die arme schapen, die zoo bang voor je
zjjn kon Rudolf zich niet onthouden uit
te roepen.
„Houd nu eindelijk sens op met je pree-
kendat geeft bjj mij toch niets, dat moest
je al lang weten. Dat de kinderen bang
voor mfj zjjn, zal geen Cbrlstenmensch ver
wonderen dat wordt er wel ingébracht.”
Rudolf verliet de kamer, om verdere nut-
telooze praatjes te ontgaan. Hjj had niets
meer gezegdin zjjn vreugde over de ge
ruststellende verzekering van den dokter,
bad hg zich gedrongen gevoeld zijne vrouw
daarvan mededeeling te doemvWellicht
maakte zjj zich toch ongerust, ondanks den
scbjjn van onverschilligheid dien zjj trachtte
zich te geven, te meer daar zjj wel eenige
schuld had aan hetgeen de kinderen over
kómen was; zjj moest toch zelve inzien, dat
zjj het bun te allen tjjdo aan de nóodige
litie met christelijk-historipche en conser-
vatief-kathoiieke elemental, waardoor
hij erkende het zelf Iran de wenschen
der antirevolutionairen fich niets terecht
komt. Ongetwijfeld, ook een verbond met
de vrijzinnigeuASIu den antirevolutionairen
nimmer brengen de afschaffing van den
vaccinedwang.^dfe invoering der doodstraf
en dergelijke specifiek-antirevolutionaire
verlangens.
Maar was ’t him ernst met hun weerzin
tegen alle conservatisme, en sproot die
weerzin inderdaad voort uit hun calvi
nistisch beginsel, dan zouden zij, krach
tens dit hun beginsel, zich moeten scharen
aan ónze zijde dan zou „de zenuw in
hun gevoel ophuiveren”, wanneer zij op
het politieke erf mannen vonden, die niet
roepen „Heere, Heere”, maar die naar
Christus’ woord den wil des Vaders
doendan zouden zij, om Christus’ wille,
zich moeten afkeeren van de „witgepleis
terde graven” en het „adderengebroedsel”
der huichelaars, der „mannen met oude
plunje”, der eigengerechtigde schriftge
leerden, onverschillig of dezen zich als
Pharizeeërs of als Calvinisten aandienden
dan zouden zij, indachtig aan dat andere
Woord van Christus„aan de vruchten
kent men den boom”, reeds lang deG“-«
juiste plaats op politiek terrein hebben 1
Weten in te nemen en de coalitie derf
rug hebben toegewend.
Maar de arme, gehypnotiseerde „man-/
nenbroeders” laten zich blindelings leiden
waarheen hun paus hen voeren wil.
Het zal een schoone, doch zware taak
voor de onzen zijn, in de komende dagen
van strijd zooveel mogelijk kiezers te
onttrekken aan de hypnose van de De
putatenrede en hun het besef bij te bren
gen, dat, wie de anthitese stelt, krachtens
zijn calvinistisch beginsel, juist op grond
daarvan op politiek terrein behoort samen
te gaan met onze mannen, aangezien wie
met Calvijn van alle conservatieven de
gezworen vijand is, geen vrede kan hebben
met een coalitie, waarin het conservatief
element den boventoon voertdoch om
Christus’ wil de democratie heeft te
steunen. Deze eenvoudige consequentie
„Zie maar, hoe je ’t met die bengels klaar
speelt! Probeer het maar op jouw manier,
maar mij kunnen ze van bet Ijjf blgven. Ik
heb er al lang over gedacht: we doen bei
den het best, met van elkander te gaan. Ik
heb er nu genoeg van, óf mijn recht wordt
erkend, en je nftngt je niet langer in mijn
aangelegenheden, waartoe de kinderen be
hooren, óf je weet wat er volgt. Jnliane
is niet ziek, zjj stelt zich zoo maar aan.”
Een half uur later verliet mevrouw Bi-
nette het huis, zonder van iemand afscheid
te hebben genomen. De beer Ysaak vernam
van zjjn zoon bet overige. Er was niets
bijzonders voorgevallen, .Rudolf vermoedde,
dat mevrouw Lily Tarborg, die bjjna twee
uur bjj Blnette geweest was, deze had op-
gehitst. Hjj bad getracht zich te verdedi
gen, niet opgewonden, maar ernstig en ver
standig daarop was het antwoord gevolgd,
dat de oude heer had geboord.
Hoezeer Rudolf geljjk had, toen hjj zjjne
vrouw er opmerkzaam op maakte, dat Juli
ana nog niet aan het gevaar ontkomen was,
toonden reeds de volgende Hagenhet kind
stortte weer in en vier dagen later moest//'
Blnette de dood van Jnliane gemeld worden.
(Wordt vervolgd.)
47)
Ook in de volgende dagen veranderde bare
zienswijze niet, hoewel naar de meening van
den dokter het loven van het kind gevaar
Hap. De mtdedeeling van een ommekeer ten
goede, die Rudolf haar na zeven dagen bracht,
Ontving zjj met een smadelijk lachje. Die
‘lach ergerde hem, daar hjj aan den doorge-
stanen angst der laatste dagen dacht/lijj lïatk
nog een Acbilles-hiel, zooals hg tot ïgn eigen
verwondering zich zelven bekbnnen meeat.
„Heb je er dan geen enkele maal aan ge
dacht, dat Juliane had kunnen sterven?”
„Neen, die zou zonder dokter evengoéd
boter geworden zjjn. Jelui - jg en ie va
der hangt van dwaasheid aan elkaaZ maar
ik weet wol, waarom jelui zoo handelt.”
„Maar Binette, zie je dan niet, dat onze
kinderen zwak zjjn?” vroeg Rudolf niet zacht
verwjjt.
„Ja, zeker zie Ik dalmaar wat
aan te doen? Die onzin ia niet lan
te zien. Waar ter wereld komt zoh iets
De BURGEMEESTER van GOUDA,
Gelet op art. 38 al. 2 der Kieswet,
Brengt ter openbare kennis
dat de met redenen omkleede beslissingen
van bet Gemeentebestuur op de ingekomen
verzoeken om vopboterrog van de Kiezers
lijst, in haar geheel op cte Secretarie der
gemeente voor een ieder Ier inzage zijn
nedergelegd en in afschrift Negen betaling
der kosten, verkrijgbaar zgo gesteld.
Gouda, den 30 April 1909.
De Bungemeester,
R. U MARTENS.
Telefoon No. ST.
ADVERTENTIES worden geplaatst van
1f regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.
<4