G
en
Km
'Vtenwfr* en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Vrydag 1 October 1909.
No. 11062.
Buitenlandsch Overzicht.
de terlijluea
FEL1LLETOW
rriE.
weer
5,
iskeric, der
sen eni,
DEB
BETH,
ANN,
vKwutei» e*e.t
eteur der
Utrecht.
48ste Jaargang.
VERWARDE DRADEN.
<t ZOOJi,
i, Hurt m
sla|
9 05
9.09
9.83
9.55
re.- (Ma-
Telefoon No. 8*.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nomtners VIJF CENTEN
fiOWHE («AT
Naar het Duitsch.
De heer William Le Queux, vertegenwoor
diger te Londen van San Marino, heeft aan
Central News medegedeeld, dat de verkie
zingen der beide regenten hebben plaats ge
had. Gekozen zijn de edelman Marino Bor-
biconi en de landbouwer Giacomo Marcucci.
Zy zullen op 1 October in functie treden na
de gewone middeleenwsche formaliteiten,
waar gewoonlijk duizenden toeristen uit den
omtrek naar gaan kijken.
De geheel door Italiaansch grondgebied
ingesloten republiek San Marino is, -gelijk
men weet, de kleinste onafhankelijke staat
ter wereld. Zij beweert ook do oudste Staat
in Europa te zyn. Het aantal inwoners be
droeg volgens de jongste telling 11000. De
uitvoerende macht is toevertrouwd aan een
Groolen Raad van 60 leden, van wie twee
elk halt jaar tot Regenten (Capitani reggenti)
veel over ons allen nagedacht in deze laatste
dagen, en ik begrijp alles thans heel goed.
Bedenk eens, dat ge iets zeer liefs uw eigen
dom genoemd hadt, iets dat een voorlichtende
ster in uw leven geweest was, iets verhe
vens, grootsch, iets dat boven u stond,
en eensklaps verduisterde die ster en zonk
steeds dieper en dieper, zóó diep, dat zij het
volgende oogenblik onder uw voet verdwij
nen moest.”
„Daar scheen u de geheele wereld plot
seling pikduister toe, niet waar, en ge be-
vondt u daarin niet meer op uw plaats?”
„Dat was het juist wat ik ondervond, mijn
vriend. Het was mij als een kind in de
duisternis, vol huivering en angst voor on-
kende spookgestalten. Elke steun ontbrak
mij, angstig zag ik om naar een leidende
hand uit de duisternisik begon aan alles te
twijfelen, in mijn hulpeloosheid zelfs te ver
twijfelen, Daar geschiedde heden het on
verwachte. Zoudt ge niet diep bewogen Gods
goedheid pryzen, wanneer u gezegd werd:
niet het waa/delooze der ster deed haar ver-
bleeken, in het stof zinken, voor'eeuwig uit-
dooven iets onvoorziens, iets gewelddadigs
rukte haar onbarmhartig uit de voorgeschre
ven baan en slingerde haar onmeedoogend
io de onmetelyke diepte. Hoogere machten
verstoorden alleen, wat in hem grootsch,
verheven, edel is. Doordien God hem my
ontnam,” besloot zij onbeschrijfelijk teeder,
„heeft Hy hem mjj en Lilly wedergegeven.
Ik mag met smart, met stillen weemoed om
bem treuren, als ware hy my afgestorven;
hij was geen kwaad, slecht mensch, hy was
een ongelukkige.”
Hij gevoelde zich sterk aangegrepen. Tot
in het diepst zijner ziel ontroerd door hei
ligen eerbied, greep by Lizzy’s kleine han
den. Hy drukte ze zacht, als een broeder.
Ze te kussen zou hy thans niet gewaagd
hebben.
O, indien hy haar thans nog iets anders
dan zyn armzalige vriendschap had kunnen
aanbieden 1
Zy verzonken in diep stilzwijgen, nadat
zy elkaar banden hadden losgelaten, - zy
zaten stom tegenover elkander, hy afwach
tend of zy hem zou gelasten te blijven of
heen te gaan.
Een geheele poos bleef zy in gedachten
verzonken^
„Blyf nog even,” verzocht zy met angstig
smeekenden blik, toen hjj, om aan dezen
pijnlijken toestand een einde te maken, wilde
opstaan, „ik moet met u in overleg treden,
u is onze eenige vriend. U meent het op
recht, goed er. trouw met ons, en u moet
mjj zeggen of ik den juisten weg heb ingc-
slagen.”
Erik bleef slechts al te gaarne; bij zette
zich stil en, gehoorzaam weder tegenover
haar neer. Zyne handen grepen bjjna teeder
naar bet schaartje, dat nog warm was van
hare aanraking; zyn oogen hingen vol deel
neming aan bet peinzend gezichtje, dat de
ervaring gerijpt en bezield had. Zelfs de
kinderlijk afhangende haarvlecht was thans
in den hals tot een eenvoudige wrong opge
nomen; baar geheele lonkvrouwelyke gestalte
ademde ontwakend bewustzijn en geestkracht.
„Ik heb veel over ons nagedacht,” begon
zy, langzaam sprekend. „Voor de eerste maal
in myn leven! Jammer, dat iemand my van
te voren zei, hoe kinderlijk ik was, hoe on
bedachtzaam ik daarheen leefde; misschien
misschien was er veel niet geschied en
de arme, ongelukkige man zou misschien niet
in het verderf gestort zyn, want” een
donkere blos kleurde haar wangen „ik
heb het u onlangs niet willen bekennen, toen
ik het geld leende de arme man moet in
verschrikkelyken geldnood verkeerd hebben,
en ik vermoedde het niet; en al had hy het
mjj indertjjd gezegd, #at zou ik in myn on
ervarenheid daarvan begrepen hebben Het
groote verdriet: te verliezen, geheel te ver
liezen wat men als bet zyne beschouwde,
moet eerst over zulk een nietig bestaan als
het mjjne zyn heengegaan, eer men de diepte
der menscbelyke ellende begrijpen kan.
(Wordt vervolgd.)
stoot aan,zouden kunnen nemen. Als men
nu verneemt, dat de bisschoppen, verschei
den jaren nadat de republiek tot afschaffing
van het congregratieonderwys heeft besloten,
voor den dag komen met het verbod aan
katholieke ouders, hun kinderen naar de
openbare school te zenden, dan ligt de vraag
voor de hand, of er iets veranderd is in den
laatsten tyd. Heeft zich het karakter der
openbare school gewijzigd Gaat een anti-
elericale geest het staatsonderwijs doordrin
gen Deze vraag kan ontkennend worden
beantwoord. Nog pas enkele dagen geleden
heeft Doumergue, de minister van onderwijs,
lid van de radicaal-socialistische party, on
dubbelzinnig anticlericaal, verklaard, dat de
onderwijzer van de openbare school recht
had op bescherming vanwege den staat, maar
dat daartegenover op den onderwijzer de
plicht lustte, zich te onthouden van aansloot
gevende uitlatingen, hetzjj in, helzy buiten
de klasse. Meer dan ooit is de regeering
van zins de onderwijzers onder tucht te hou
den, de politiek buiten de school te weren
en zoo mogelyk buiten bet onderswyzers-
korps.
Dat de geestelijkheid in een waarlijk neu
trale openbare school per slot niet haar
ideaal zag, was bekend. Het schoen echter,
schryft de Temps van Dinsdagavond, dat zy
na een langen en vruchtoloozen stryd tegen
de neutrale school zich had neergelegd by
het onvermijdelijke en zich voortaan bepalen
zou by den eisch van vryheid van onderwijs
en by den eisch, dat de openbare school de
godsdienstige gevoelens der ouders zou eer
biedigen.
De Temps betreurt het zeer, dat de bis
schoppen hun terrein van actie op school
gebied thans uitbreiden en den stryd tegen
de openbare school zelf gaan aanbinden. Het
blad begrypt daarenboven niet, wat de gees
telijken daarbij denken te winnen. Wat zy
zullen bewerken, meent de Temps, is in de
eerste plaats, dat de voorstanders der open
bare school nog krachtiger de neiging zullen
voelen, haar te verdedigen.
Do Journal des Débats daarentegen prjjst
den herderlijken brief der bisschoppen als
gematigd en doordacht.
De Spaansche autoriteiten laten blijkbaar
niets onbeproefd om te zorgen, dat het bui
tenland zoo weinig mogelyk verneemt van
hetgeen te Barcelona voorvalt. Alle tele
grammen voor het buitenland worden on
verbiddelijk geweigerd, tenzij zij voorzien
zgn van het visa van den militaren gouver
neur en deze is slechts zelden te vinden,
zoodat leitelyk geen telegrammen voor de
Er schijnt in Montenegro weder een soort
samenzwering op touw te zyn gezet. De
onderluitenant Vassojewitsj verzamelde nl.
zyn compagnie, bracht deze onder het voor
wendsel, dat er een jacht op misdadigers
ondernomen zou worden naar een magazijn
van wapens en munitie, en beval den sol
daten zich van dat magazyn meester te ma
ken. Dezen weigerden echter het bevel op
te volgen.
De officier werd in hechtenis genomen,
en er werd onmiddellyk een krijgsraad bij
eengeroepen om de zaak te onderzoeken.
Elf personen, op wie tot dusverre nog
niet de geringste verdenking was gevallen,
hebben plotseling de vlucht genomen naar
Albanië en daaruit leidt men af, dat ook
zy in de samenzwering betrokken waren.
Welk doel men met het complot had, ligt
echter nog in het duister.
De herderlijke brief der Fransche bisschop
pen over de verplichtingen der ouders van
schoolgaande kinderen is een verrassing.
Sedert do opheffing der kloosterscholen, alzoo
sedert den tyd dat de meeste katholieke
ouders in de feitelylte noodzakelijkheid heb
ben verkeerd, bun kinderen naar de open
bare school te zenden, is er een krachtige
beweging gaande geweest voor de handha
ving der onzijdigheid van de openbare school
te zenden, maar wel hebben de geestelijken
er voor gestreden dat het onderwijs op de
openbare school dusdanig zon worden gege
ven, dat katholieke ouders daar geen aan-
buitenlandsche bladen worden afgezonden.
Maar ondanks alle pogingen, gelukt het
toch niet, de stad geheel en al van de bui*
ten wereld af te sluiten <n weten correspon
denten hunne berichten, al is het dan ook
langs een omweg, over de grenzen te krij
gen. En zoo blijkt dan, dat men in Spaan
sche officieele kringen van meening is, dal
de orde als hersteld kan worden beschouwd.
De mobiele colonnes, die uitgetrokken wa
ren om alle wapens in beslag te nemen, die
by di boeren in den omtrek gevonden wer
den, zyn in de stad teruggekeerd, en de offi
cieren hebben verklaaard, dat het in de ge
heele streek rustig is en dat de wijze, waarop
de regeering den opstand heeft beteugeld,
den boeren heilzamen schrik heeft ingeboe-
zemd.
De minister van binnenlandsche zaken
schijnt echter een andere meening toegedaan
te zyn dan de regeeringkringen.
Te Barcelona zelf gaat men nog steeds
voort met de zuivering der buitenwijken,
waar tot dusver de gevaarljjkste anarchis
tische elementen woonden.
Ten einde te voorkomen, dat er *s nachts
een aanslag zou worden beproefd, zyn al de
nauwe straten schitterend verlicht met boog
lampen.
Men voelt echter, zoo wordt uit Cerbère
aan den nMatin” bericht, dat er onweder in
de lucht hangt. Ieder is gedrukt, wetend,
dat hy bespied wordt en wikt daarom elk
zyner woorden.
De leekenscholen zullen niet heropend
worden De gouverneur, de heer Crespo, heeft
althans aan een deputatie van leekenondcr-
wyzers onomwonden verklaard, dat deze
scholen voorgoed gesloten zullen blyven.
36)
„Waar hebt ge hem gebracht?” vroeg zjj
volkomen kalm, en hy antwoordde ontsteld
„Ge weet het dus reeds?”
„Ik vermoedde het, toen Gusta my het
zonderlinge voorval in den bloemenwinkel
meedeelde. Wie anders kon zoo praten, zoo
denken dan bij!”
„En en ge draagt ’t moedig stamelde
hy met angstige bezorgdheid voor het jonge
schepsel, dat met zulk een zelfbeheersching
kalm, zonder klacht of tranen voor hem stond.
„Ik dank er God voor,” zeide zy eigen
aardig zacht.
Hy zag haar verschrikt aan. Groote goed
heid, begon het ook reeds in haar hoofd te
spoken Neen zy keek hem helder, kalm
aan, de fijne handen als in gebed gevouwen;
baar geheele verschijning drukte de deemoe
dige houding eeaer zich vroom voor God
buigende uit.
„Ge begrypt mij niet, beste vriend,8 liet
z(j er verklarend op volgen. „Ik heb veel,
Telefoon No. M’i
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Ad ver ten tien tot 1 uur des midd.
uitingen van Von Holstein en de Duitsche
vlootagitatie geven de „Times” aanleiding
tot een lang artikel waarin het blad betoogt
„dat er voor een Engelsch burger geen tyd
meer is om rastig in zijn bed te slapen,”
vooral nadat de Dreadnoughtkooijls ook Oos
tenrijk heeft aangegrepen.
Het City blad wenscht, dat de Engelsche
regeering den raad, door Holstein inder
tijd gegeven, ook zal opvolgen„Ieder nieuw
Duitsch schip geeft, afgezien nog van Frank
rijk, Engeland aanleiding twee nieuwe sche
pen te bouwen.”
Het opvolgen van dien raad is te nood-
zakelyker, daar in Duitscbland nog altoos
de vlootkoorts schijnt te heerschen, z^gt de
„Times”: „Duitschland mag zich niet ver
gissen over ons onbuigzaam besluit. Wy
zullen juist doen wat Holstein zegt, name
lijk er voor zorgen dat, vopr zoover het aan
ons ligt, geen Duitsch schip het noodzake-
lyke evenwicht tusschen de vloten zal sto
ren”.
De vrijzinnige ond-afgevaardigde v. Ger
lach deelt, naar aanleiding van het tegen
Schikking gevoerde geding, uit zyn eigen
ervaring eenige voorbeelden mede van de
wijze waarop de Pruisische ambtenaarsbent
by de verkiezingen invloed ten gunste van
de conservatieven oefent
Langen tyd heb ik in den kreits hertog
dom Lauenburg gewoond. Daar is eens het
volgende gebeurdDe kroits was in den
Rijksdag en den Landdag door den zeer
gezienen vrijzinnige Berling vertegenwoor
digd. Bismarck was woedend dat juist de
kreits waar zyn Friedrichsruh lag, altyd
een vrijzinnige afgevaardigde had. Hy achtte
voor den „slechten” uitslag van de verkie
zingen den al te „slappen” landraad graaf
Bernstorff verantwoordelijk. Daarom stelde
hy voor dezen heer een soort van sinecure
aan het ministerie van onderwijs in en be
noemde tot zyn opvolger een in bestuurs
aangelegenheden geheel onervaren, maar
zeer doortastenden heer v. Benningsen-Föder.
De heer v. Benningsen flanste een pamflet
tegen Berling samen, waarin hy van brand
stichting' en mishandeling van zijne moeder
beticht werd. De hooge meerderen wisten
van dit schriftuur. Vlak- voor de verkiezing
seinde de gouverneur van de provincie aan
den landraadScbiessen Sie losDaarop
werd het schotschrift verspreid. Dezelfde
landraad liet op den dag van de verkiezing
den leider van de vrijzinnigen te Lauenberg
in hechtenis nemen, omdat hy op straat ge
spuwd had. De landraad werd later in een
proces van de aanklacht van wederrechtelijke
vryheidsberooving vrijgesproken, omdat het
gerecht zijne onkunde van de wet zoo groot
achtte, dat het aannam dat zy zich het we
derrechtelijke van zyne handelwijze niet be
wust was geweest. In den tyd, dat ik
regeeringsambtenaar was, vroeg ik eens aan
een landraad, waarom hy niet zorgde, dat
een burgemeester, die door zyne drankzucht
ergernis wekte, eindelijk afgezet werd. Ant
woord: „Zonder dien man krygen wy in deze
streek van den kreits nooit conservatieven
gekozen.” Ik heb een hoog katholiek
geestelijke gesj roken, die mjj vertelde, dat
voor de herstemming het was in 1903 - -
by hem een regeeringsraad van de provin
ciale regeering te X was gekomen, om hem
te overreden, voor den conservatieven en
tegen den vrijzinnigen candidaat te werken.
De mededeelingen van Hermann Vom
Rath in de „Deutsche Revue” over de
S