van
ON.
mtybsm westen.
II
t
If,
7
1.70.
Meuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken,
No. Ill'
KENNISGEVING.
Buitenlandsch. Overzicht.
I
Verspreide Berichten.
I
UllLLETOX,
Dinsdag 8 Februari 1910. 48sle Jaargang.
7
lil
I
V-
Brusselsche
XVI.
(Wordt vervolgd.)
i j
Telefoon No. SI.
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is 1.25, franco per
post 1.70.
Afzonderlijke Nommers VIJF CENTEN
■i
(Dit het AmerikwDseb.)
(.(UlkMH I. COURANT.
igejoi te jong
ei/
(Maar, mjjnheer Honeykit, gy moogl deze
Renter seint nit Parijs, d.d. 5 Februari
Minister-president Briand heelt in den
ministerraad verklaard, dat de gevolgen der
overstroomingen van minder ernstigen aard
zjjn dan men aanvankelijk vermoedde en dat
het gevaar voor het uitbreken eener epide
mie als geweken kan worden beschouwd. Er
worden financieels maatregelen beraamd om
aan de slachtoffers vergoeding van de ge
leden schade te verzekeren.
De minister van buithnlandsche zaken
Pichon deelde mede, dat de voorstellen van
Frankrjjk omtrent den toestand in het Oos
ten geleid hebben tot een overeenkomst tas-
schen Frankrijk, Rusland, Engeland en Italië.
Aan het Kretensische comité zal worden
medegedeeld, dat de aanleiding tot de moei
lijkheden thans, naar het scbjjnt, uit den weg
geruimd is.
Het werd bjj den dag heater. Len spande
*1 «tjne krachten in om do elkwortols nit te
Dcitsoblakd.
Een der nieuwe dingen, die men in hot
Duitsclie strafwetboek wil brengen, Is do
bepaling, dat rechtbanken voortaan, afge
zien van do door haar op te leggen straffen,
bevoegd zullen zjjn dronkaards den toegang
lot herbergen voor zekeren tijd, tot een jaar
toe, te verbieden. In kleine plaatsen zal do
bepaling wel uitvoerbaar zjjn maar in groots
steden
Ekobland.
Vrjjdag waren er voor den zetel van oen
lid van het Lagerhuis voor do universiteiten
in Glasgow en Aberdeen 4449 stommen
uitgebracht op den conservatie! Henry Craik
en 3111 op den vrjjhandolsgexinden unionist
Pollook.
Kort voor aankomst van den hertog van
Connaught is in Cairo een verdacbto Hindoo
gearresteerd. e
27)
«Goed, als het zoover is, zal ik er met
Dockery over spreken. Mijn hoofddoel is
daarbij, Q voort te helpen, want ik zie, dat
ge een bekwaam jongmensch zyt, en ge be
valt mij.-
.Kolonel, ik weet niet, hoe ik u danken
t „Doe er dan ook geen moeite toe. Ik zal
voldoende beloond zijn, als ge het blad flink
vooruit weet te helpen/
„Ik zal er myn best toe doen. Halt, bier
Koet ik uitstappen. Adieu 1“ i
De ziel van den jonkman werd door eenj
v betooverende gedachte vervuld, en wel door
deze, dat het bureau der courant voor Ned
Hobdy een school mocht worden.
Naar aanleiding van de stemming in den
Bondsraad over de scheepvaartrechten zegt
de Frankf. Ztg.
„Pruisen zegeviert over Duitschland. Het
ware een volkomen verkeerde opvatting te
meenen, dat bij deze stemming alleen de
paar staten die de minderheid vormden de
nederlaag leden. Die nederlaag gaat ver
over de grenzen dier staten want het Rijks
belang en de Rgksgedachten, die dour geen
der daartoe aangewezen autoriteiten be-
Khermd werden, hebben een groot nadeel
geleden, omdat de Pruisische agrariërs het
zoo wilden
„Pruisen zegeviert over Duitschland. Maar
„Zij mag u niet lyden, Honeykit.-
„Dat beteekent niets, dat zal wolkomen.-
„Zeker, Honeykit; maar ge hebt nog niets
om haar te onderhouden.
„Maak u daar maar niet ongerust over,
ik heb uitstekende vooruitzichten.
„Nu, dan is het hoog t(jd, dat ge iets b(j
de band neemt.-
„Ik ben nu eenmaal bier, en wil weten,
of de zaak spoedig haar beslag krijgt.-
„Ik weet niet, wat ge bedoelt, Honeykit.-
„Het wordt tyd. Ge weet heel goed, wat
ik bedoel.-
b „Ge weet, dat ik den man niet gedood
Len kuchte eens, opdat men hemzouhoo-
ren naderen, keek door de deur en zei
„Hoe gaat het hier
„Ha, daar is mijn waarde vriend!- riep
Honeykit. „Treed binnen, Gansell.-
Len trad binnen, gaf Hobdy de hand, zette
zich op een stoel on zei:
„Mijnheer Hobdy, ik ben met de voorbe
reidende maatregelen bezig om de „Picket-,
die te Dogwood gedrukt wordt, over te ne
men. Daar gy niet in de gelegenheid zjjt
uw dochter naar school te zenden, ben ik op
het idee gekomen, haar op het bureau te
laten werken.
is de stemming in den Bondsraad werkelijk
een overwinning? De minderheid protesteert
tegen de overweldiging. Zij verklaart, dat
de Pruisische voorstellen het federatieve
karakter van het Ryk aantasten, de eendracht
onder de Duitsche Bondsstaten verstoren, en
het vertrouwen in de onschendbaarheid der
Ryksgrondwet schokken.
„Zoo iets werd nog niet gehoord in
Duitschland
„En de meerderheid ?4 Twee stemmen min
der, en Pruisen had in plaats van een
overwinning een eclatante nederlaag geleden!
Loonde de inzet werkelijk het blootstellen
van de autoriteit van den leidenden Bonds
raad. De autoriteit is ook na de overwinning
genoeg geschokt. Want bij het meerendeel der
staten, die ten slotte met Pruisen stemden, b
de verbittering, en bet gevoel overweldigd te
zjjn niet minder groot dan bij hen die tegen
stemden. Hun belang, economisch en politiek,
is hetzelfde als van de tegenstanderszy
hebben slechts toegegeven onder den invloed
van Pruisische beloften of Pruisische be
dreigingen. Het is een terrorisme van de
ergste soort, waardoor Pruisen overwon. En
de leidende staatsman in Pruisen, die toch
ook nog Rykskanselier is, draagt de ernstige
verantwoordelijkheid, als hy by de behande
ling in den Rijksdag zich op hetzelfde stand
punt blyft plaatsen als in den Bondsraad.
„Want daar van de agrarische Rijksdag-
meerderheid toch niets te verwachten is, is
de hoop van allen die een Duitsche, en geen
Pruisische jonkerpolitiek in het Ryk wenschen,
gevestigd óp het Buitenland, op Nederland en
Oostenrijk.
„Zonder hun toestemming kan Pruisen
geen scheepvaartrechten heffen op Rjjn en
Elbe. Hier is dus nog een klip, waarop
Pruisen stranden kan, en naar wij hopen
stranden zal. Maar dat de laatste hulp
voor de Rijksbelangen en de Ryksgrondwet
uit het buitenland moet komen, dat de
vreemdeling weer het laatste woord spreken
moet in binnenlandsch-Duitsche geschillen,
die wij alleen niet in staat zyn te beslechten,
juist als in de smadelykste tijden van de
ergste oneenigheid dat is inderdaad een
treurige nederlaag van de Duitsche Ryksge-
dachte.
„Pruisen heeft in den Bondsraad overwon
nen. Maar Duitschland is de overwonnene”.
In de zitting der Beiersche Kamer van
Afgevaardigden is Vrijdag een conflict ont
staan tusschen de kamer en de journalisten.
De aanleiding daartoe was een officieele
mededeeling van het bureau der kamer aan
den deken van de journalisten-kamerver-
roeien, maar ze schenen slechts in aantal
toe te nemen. Eindelijk gaf een milde regen
uitkomst.
„Het is vandaag te nat om te ploegen,
Lenqubees,- zei Bob Gansett, toen de familie
aan de ontbijttafel zat.
„Ik ben er blij om,- merkte mevrouw Gan
sett op, „want Len heeft zich op het land
bijna doodgewerkt. Je zult wel gemerkt
hebben, kind, dat bet leven van een farmer
allesbehalve gemakkelijk is. Nog een kop
koffie, Len? Het duurt nog lang vóór het
middageten gereed is.“
Er was reeds eenige tyd verloopen sinds
de kolonel over zyn plannen gesproken had,
en echter had Len Ned Hobdy nog niets van
zijn verlangen meegedeeld, haar op zyn bu
reau te willen laten werken of, beter gezegd,
te willen laten leeren. Hij had haar dik
wijls gesproken, zonder evenwel degelegen-
ieifl er toe gevonden te hebben. Na het ont
bijt ging hij op weg om haar een bezoek te
brengen. Als gewoonlyk trof hij haar in het
bosch aan. Zij trad hem te gemoet, doch hij
miste de gewone vroolijke uitdrukking in haar
schoone oogen. Zij stond toe, dat hy hare
hand greep en haar een kus gaf.
„Wat is er voorgevallen, Ned?-
„Ach, mijnheer Len,“ zuchtte zy, „ik weet
niet, wat ik beginnen moet.-
„Zeg mö, wat er aan icheeltmisschien
De Burgemeester van Gouda, brengt over
eenkomstig art. 15 2e lid der Wet van 26
Mei 1870 (Staatsblad no. 82) ter algemeene
kennis, dat gedurende dertig dagen van den
7en dezer maand tot en met den 8en Maart
a.s. ter Secretarie dezer Gemeente ter inzage
van belanghebbenden is nedergelegd de Staat
aanwyzende de uitkomsten der meting en
schatting van gebouwde of ongebouwde eigen
dommen, welke vernieuwing, wijziging van
grenzen of eenige andere verandering heb
ben ondergaan, alsmede de uitkomsten en
uitspraken bedoeld in de artt. 23, 40, 41 en
43 der bovengenoemde Wet.
Gouda, den 7 Februari 1910.
De Burgemeester voornoemd,
R. L. MARTENS.
jl
slaggevers, waarin werd gezegd „dal sedert
eenigen tyd by langer durende kamer
zittingen de journalisten op ostentatieve
wyze hunne plaatsen gezamenlijk hebben
verlaten waaruit wordt opgemaakt, dat
zy door hun optreden klaarblykelyk invloed
willen oefenen op den duur der verhandelin
gen in de Kamer van Afgevaardigden.”
Het katnerbureau meende daarop te moeten
wyzen en de journalisten te moeten mede-
deelcn „dat de president der kamer beslist
over den duur der zittingen iedere poging
der jouinalsten om op eenige wyze invloed
daarop te oefenen moet met beslistheid wor-„
den afgewezen.”
Het is te begrijpen dat dit schrijven op de
journalistentribune groote sensatie wekte,
niet alleen om den „schoolmeesterachtigen
vorm der mededeeling”, doch ook als een
ongerechtvaardigde bemoeiing met de vrijheid
der journalisten, om rekening houdend met
het ter perse gaan der bladen den arbeid
te staken, als zy meenden, dat het tijd was.
De journalisten besloten daarop den verslag
gevers arbeid voor de kamer te staken, en
inmiddels maatregelen te beramen voor hun
verdere hunding.
Telefoon No.
A DVERTENTIEN worden geplaatst van
15 regels a 50 Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des tnidd.
Als protest tegen het drijven der rechter-
partij» om de leekenseholen gesloten te
honden, beeft het bestuur van den repubh- |#k in riclrtiD([ suppe„ heeft gedaan-
kouiech-socialislBchen bjnd te Madrid be- hoe. bii wien. door wien. bliift «elit«r pan on«*n
sloten een openbare belooging op het getouw
te zetten tegen 13 Februari om aan te dringen
op opening dier scholen en onmiddollyko
uitvoering van Moret’s programma.
Dergelyke meetings zullen in alle groote
steden georganiseerd worden.
Volgens de laatste berichten maakt het
Staatsblad een decreet openbaar,waarby de
leekenseholen worden heropend, mits zy vol
doen aan de bjj de wet gestelde eischen.
De Brusselsche „Tempt>”-correspondent
maakt melding van een artikel van de hand
van Louis Teste in de „Patriote”, waarin de
schrijver een quaestie bespreekt welke meer
malen de aandacht heeft bezig gehouden van
hen, die een diepere studie maakten van de
persoon van Leopold II, de vraag nl., of de
overleden vorst ooit het denkbeeld heeft ge
koesterd België en Frankrijk onder zijn
schepter te vereenigen.
Werkelijk moet de koning in het tijdperk
tusschen de jaren 1870 en 1880 de mogelijk
heid van een soort unie, tusschen beide rijks,
waarbij de volken hun volkomen zelfstandig
heid zouden behouden, doch een gemeenschap-
pelyken soeverein zonden hebben, niet onbe-
kan ik u helpen.
Zij veegde hare tranen af, streek het haar
terug en zei: „Honeykit is in huis. Ik kon
niet verdragen, hem met vader over my te
hooren spreken, en daarom ging ik heen. Ga
niet naar binnen, anders zult ge met hem
in twist geraken. Ik smeek u, ga niet,"
vleide zij.
„Ik moet gaan; maar ik zal niets doen,
wat de zaak kan verergeren. Wacht hier,
tol ik terugkom.-
Zonder te antwoorden, zette zy zich op
een boomstam neer. Len snelde heen. Hobdy
en Honeykit waren in een druk gesprek ge
wikkeld. Vóór hy de deur bereikte, hoorde
Len een opmerking, die hem onwillekeurig
dwong te blijven staan en te luisteren.
„Zy is te jong, zeg ik u,- zei Hobdy.
Daarna Honeykit’s stem een stem die
men niet licht vergat als men baar eens ge
boord bad:
„Zij mag voor sommige jonge
z(jn, maar voor my is zij bet nij
„Maar, uiyuuccr auiicykli, sy' uiuvjji uoz.o
zaak niet te licht opnemen; zy is voor m(j
van te ernstigen aard.-
„Als ge niet zoo zwaartillend waart, zoudt
ge terstond om den priester sturen.
„Ik kan haar nog niet missen wacht nog
wat.-
„Dat hebt ge steeds gezegd.-
staanbaar geacht hebben. Dit denkbeeld zou
by hem op zyn gekomen in de eerste jaren
na de uitroeping der derde republiek, in den
tyd, toen het nieuwe régime nog op geen
voldoende grondslag steunde, terwijl toch
een terugkeer tot het bonapartisme, legeti-
misme of orleanisme volkomen uitgesloten
scheen, dus in de dagen, toen de graaf van
Chambord van het Belgische grondgebied
verbannen werd.
Bewijsstukken, zelfs aanwijzingen van
eenige beteekenis voor de juistheid van deze
onderstelling bestaan niet. Wel valt niet te
ontkennen, dat koning Leopold met zekere
voldoening den val van het keizerrijk be
groette. Toen de eerste vertegenwoordiger
van de Fransche republiek by het Belgische
hof zyn geloofsbrieven aanbood, werd hy met
opvallende welwillendheid door den koning
ontvangen. Echter, ook in de talrijke nage
laten dokumenten van den Belgischen gezant
in die dagen te Parys, den bekenden generaal
baron Chazal, waarinOions zoon den corres
pondent toestond te bladeren, is geen spoor
gevonden van eenige zinspeling op een dergo
lijk pogen.
Het denkbeeld, waarvan Louis Teste in
zyn artikel gewag maakt, vindt dus geenerlei
bevestigingtoch, verzekert de „Temps”-
correspondent, twyfelt men in zekere kringen
niet aan het feit, dat koning Leopold werke-
hoe, bü wien, door wien, blyft echter een open
vraag.
s