mei
LAZEN,
ISSEN
1.
--4-
HT
Nieuws- en Advertentieblad voor Gouda en Omstreken.
Dinsdag 13 September 1910.
No. 11352.
49ste Jaargang.
pn
lilerde Kerkglazen
>SKEHK
)E,
streken
rei
Actie tegen Reactie.
iglijders
werkelijke knip
VPERS,
mofabriek.
RAMM,
&ZOOH.
FEUILLETON.
BEKENDMAKING
van dag en plaats der najaarskeurlng
volgens de wet op de
PAARDENFOKKERIJ 1901.
VoorbereidendMilitairOnderricht.
1
1
er te berichten
sgeld elke week
noemd,
den
Minder sober in zijn toelichting dan de
minister bij die van het wetsontwerp,
waarin heel veel „als bekend mag worden
verondersteld”, en die eigenlijk maar één
ii.
eefsel
sschen.
gekleurd 1
i kleur, zoo
nikt wordt.
[ere wasch
oschadigeu
sbben doen
rschieten,
ink dan
ns aan j
t woord
mlighLJ
No. 2897.
«den SALON-
Janskerk, der
ilngen enz.
tT DBR
ABETH,
inde Kunsten enz.,
directeur der
te Utrecht.
NT.
evers - Goud»
f 1.05.
(lillIkSCIIE UOIRANT
Telel.on No. M. v
De Uitgave dezer Courant geschiedt dagelijk
met uitzondering van Zon- en Feestdagen.
De prijs per drie maanden is f 1.25, franco per
post 1.70.
Aizonderlijke Nommers VIJF CENTEN.
Een Hengst, na bovenvermelden termjjn
aangegeven, wordt van de keuring uitgesloten
tenzij de Commissie geen bezwaar tegen toe
lating heeft en de eigenaar of houder vóór
den dag der keuring eene som van f 10.—
by voornoemden Secretaris stort.”
Inschrjjvingsbiljetten voor de keuringen zul
len op vrachtvrije, schrifteljjke en ondertee-
kende aanvragen aan eigenaren en houders
van Hengsten door den Secretaris der Pro
vinciale Regelings Commissie, den Heer J.
H. van der Torren te Gouda, verstrekt
worden.
GOUDA, den 10 September 1910.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
W. KROMHOUT, 1. s.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
GOUDA, maken bekend:
dat de gewone Rjjkskeuring van tot dek
king bestemde Hengsten van ten minste
2 jaar in het najaar van 1910 voor Zuid-
Holland zal gehouden worden te Leiden op
19 October, Rotterdam op 20 October, Dor
drecht op 21 Oct. Dirksland op 22 October.
Voorts vestigen zy de aandacht van be
langhebbenden op den inbond van de artt.
4 en 5 van het Koninklijk Besluit van 14
Augustus 1901 (Stbl. 204), gewijzigd bij
Koninklijke Besluiten van 25 Juni 1906
(Stbl. 135) en 6 November 1906 (Stbl. 278),
ter uitvoering van de artt. 8, 11, 13, 19 en
21 van de Wet op de Paardenfokkerij 1901,
luidende
Art. 4. „Tot de najaarskeuringen worden
toegelaten alle Hengsten die ten minste 2
jaar oud zijn. Tot de voorjaarskeuringen
worden alleen toegelaten:
a. Hengsten, die daartoe aangewezen zijn
by de najaarskeuringen van het voorafgaande
jaar;
b. Hepgsten, die volgens eene schriftelijke
verklaring van een geëxamineerd Veearts
wegens ziekte niet op de najaarskeuringen
van het voorafgaande jaar hebben kunnen
komen
c. Hengsten van 3 jaar of ouder, die uit
het buitenland of uit eene andere provincie
ingevoerd zijn, na de najaarskeuringen van
het voorafgaande jaar
d. drie-jarige Hengsten, die de eigenaars
of houders om aannemelijke redenen, ter
beoordeeling van de Provinciale Regelings-
Commissie niet als twee-jarige in het najaar
te voren lieten keuren.
Art. 5. „De eigenaar of houder, die een
Hengst ter keuring wenscht aan te bieden,
is verplicht daarvan ten minste 3“ weken
vóór de keuring vracht vrjj eene schrilteljjke
en onderteekende aangifte te zenden aan den
Secretaris der besrokken Provinciale Rege-
lings-Commissie met opgave van
a. naam en woonplaats van den eigenaar
en houder;
b. naam, ouderdom, ras, kleur enbjjzon-
dere kenteekenen van den hengst, benevens,
iadien deze in een stamboek is ingeschreven,
stamboek en stamboeknummer
c. zoo mogelijk afstamming van den hengst
zoowel van vaders- als van moederszijde en
naam en woonplaats van den fokker.
Latere aanmelding voor den
aanstaanden Wintercursus.
24)
.Franke zondert zich tamelgk af," sprak
zg op snaakschen toon, .maar dat doe ik
niet. Wanneer n ons een jong heer tot
huisgenoot gal zon u ons leven werkelijk
aangenamer maken."
De onde Vos zat achter zgn courant in
zijn vuistje te lachen. Franke trok minach
tend de lip op.
Met een gevoel van verlichting greep de
heer des huizes deze wending aan. Ge zult
met mjj overtuigd zjjn, Hinze, dat de belan
gen der dames den doorslag geven."
Hinze stond met veel gedruisch op. .Na
tuurlijk,* zeide hg. Vervolgens maakte hg
een buiging voor bet gezelschap en verliet,
zonder iets te zeggen, de kamer.
.Nu gaat hg naar Thorbeeken” zei Franke,
,en ik zou wel eens willen hooren, hoe on
gunstig hg bg Dora Thorbeeken over je
spreekt, arme Trude 1 Die is namelgk zgn
vertrouwde
Toen de beide meisjes later in haar kamer
waren, zeide Franke: .De geschiedenis met
briefkantwordt
agezonden door
laltbommel.
Christiaan Müller bljjft toch maar een domme
streek, TrudeJe gelooft het stellig niet,
dat weet ik wel. Maar je kent hem niet I
No ik kan hem links laten liggen!"
Gertrude keek glimlachend naar haar
jonge nicht, die, met de handen boven het
hoofd, beur haar in orde bracht en diepe
zuchten liet hooren. .Christiaan Möller
heeft een goeden smaak," dacht ze, ,en zg
is geen kind meer."
In den gang hoorde men langzame, slee-
pende voetstappen. Frauke luisterde.
,’t Is vronw Siemens", zeide'zg daarop en
ging nu voort met heur haar in orde te bren
gen. .Vroeger, toen ge nog niet hier waart,
liep de onde ziel hier eiken avond in den
gang heen en weer. Ze ging niet naar haar
kamer, voordat papa en Hinze ter rust gegaan
waren. Dat beeft dikwijls tot twaalf uur en
nog langer geduurd. Stel je vooren dat
in die winterkon 1 Zjj had dan een oud paarde-
dek om den schouder geslagen. Soms zat ze
ook op een stoel, die niet ver van mijn deur
stond. Als Hinze naar de stad was, heeft ze
daar dikwijls tot in den morgenstond geze
ten, totdat hjj thuis kwam*.
.Waarom fvroeg Gertrude beklemd.
,Ik weet het niet I Ze zei, dat ze eerst
slapen kon, wanneer alles in de rnst was. Ik
heb oom Hinze verzocht, dat hjj vroeger naar
bed zon gaan, maar dat doet hjj niet*.
Gertrude ging op den rand van Frauke’s
bed zitten, sloeg de arm om het liggende
meisje en zei.Mgn beste, kleine Franke, je
moet niet meer .oom Hinze zeggen."
.Ik doe alles, wat je wil, schoolmeester,
als je lief bent. Ik heb het je beloofd als je
morgen papa naar den bouwval meekrj)gt
schenk ik je Hinze. Ik ben moede", voegde
zg er bg, terwgl ze op baar gemak ging lig
gen. ,Ik verheug me nu reeds over den dag
van morgen. Wat voor een jas zal papa aan
hebben f Hg heeft er geen of hoogstens een,
die tien jaren geleden in de mode was, en
een hoed heeft lig ook nietEn ik weet
werkelijk niet, of hg wel laarzen heeft. Nu
ziet’men
dat Franke von Knee verstandig be
gint te worden. Op het laatst zal ik nog
trotsch worden op mjjn kind I"
.Kind, dat is het rechte woord. Trnde
Je hebt in deze acht dagen iets moeder
lijks gekregen. Ik kan me eigenlijk niet voor
stellen, dat iemand verliefd op je zou kunnen
worden, misschien Christiaan Möller, die beeft
zoo iets vaderlijks tegenover mjj. Nn, ik kom
onder goede bescherming. En dan is groot
moeder Marx er ook nog, als dat niet helpt.
Ten slotte wordt Franke von Knee nog een
model-kind
Zg was spoedig weer in goeden luim en
ging nu opzitten in bed. .Zeg eens Trnde,
ik ga nog niet slapen, ik verheug me te zeer
over morgen. Papa misschien weer ge
zond, papa in de laan, in den bouwval I Bg
tante Möller inrten Monnikenbof I In Berlijn 1
In Italië!"
.Houd toch op, Franke!"
.Morgen zal het gebeuren! Morgen zullen
wg je ook laten zien, waarom je Zandgravin
beet, en Vos zal je vertellen, wat gebeurd
is met Trude Groede en met haar linnen
kleed."
,Je slaapt al half, Franke!"
,Wg hebben dat linnen kleed nog, ofschoon
Trade Groode reeds meer dan vgfhonderd
jaar dood is.het hangt in de kast
Een oogenblik later sliep zg.
Gertrude sliep nog niet. .Wat zei ze?
Zjj kan zich niet voorstellen, dat iemand op
me verliefd wordt Wie wil mg hebben
Wie zal mg eenmaal beminnen?" dacht zg.
,Het moest een flink man zgn, zeer ver
trouwd, zeer manlgk en bg moet me trouw
liefhebben. Het moet een man zgn als graaf
Hans, mgn grootvaderblond baar, grgze
oogen, sterk en hoog van gestalte. Maar
waar is zoo iemand En hoe zou hg er
toe komen om aan mg te denken juist
aan mg? Aan die vronw uit mgn voorge
slacht. Trade Groode 1Neen, aan Trude
von Knee. Wie wil mij hebben Wie zal me
beminnen?...” (Wordt vervolgd.)
gezichtspuntje motiveer;, begint het
Comité te verklaren „dat het de quaestie
of men het wenschelijk of onwenschelijk
acht, dat de getrouwde vrouw buitenshuis
loonarbeid verricht, gfeheel buiten beschou
wing wil laten”. »En terecht al te uit
gebreid zou anders het vraagstuk worden
al te veel meeningen, beschouwingen, tra
dities, feiten, filosofieën, voorspellingen
zouden dan in beroering worden gebracht
Het Comité richt zich uitsluitend tegen
het aan de orde zijnde ontwerp. Het be
toogt, dat alleenlijk ongevraagd ontslag
aan een ambtenaar mag worden gegeven,
indien dat geschiedt in het belang van
den dienstdat het bewijs van schade,
aan den dienst toegebracht door huwelijk
der ambtenaressen, in ons land bij lange
na niet is geleverddat ervaring in het
buitenland, na een ongestoorde werking
van verscheidene jaren veel eerder naar
het tegendetel heenwijst„en dat het
bovenal in hooge mate onbillijk moet wor
den geacht, en een ongewenscht gevoel van
rechtsonzekerheid moet doen ontstaan bij
alle, zoowel mannelijke als vrouwelijke
ambtenaren, wanneer wettelijl^ verkregen
diploma’s op dergelijke willekeurige wijze
door de wet voor een groot deel prac-
tisch weer waardeloos zouden worden
gemaakt’.
Verder toont het aan, hoe de, door den
minister verwachte, ethische en sociale
gevolgen zullen achterwege blijven,' en
andere die ook hij niet wenscht, en die het
Comité bij name noemt, in grooten getale
hun entrée zullen maken.
Verzoeken om adhaesie-betuigingen zijn
verzonden aan verschillende vereenigingen
hoe meer vereenigingen van mannen en
vrouwen zich aansluiten, hoe sterker de
actie worden kan naar binnen en naar
buiten.
De Ver. voor Vrouwenkiesrecht nam zich
reeds voor, de actie van het Comité te
steunen, en ook de Nat. Vrouwenraad zal
niet achterblijven.
Twee prae-adviezen kwamen ongevraagd
het Comité hun hulp aanbieden één door
mej. Joh. Naber op eigen initiatief inge
diend als medelid in de Nutscommissie
De BURGEMEESTER van GOUDA brengt
in herinnering
Voor deelneming aan den aanstaanden
„wintercursns” kunnen zich alsnog aanmelden:
a. de Lotelingen, die reeds in het vorig
jaar hebben geloot, en in verband roet bet
door hen getrokken nummer in aanmerking
komen om in het volgend jaar by de militie
te worden ingelyfden
b. de jongelieden, die op 1 Juni van het
loopend jaar nog niet militieplichtig waren,
of, op dien datum wel militieplichtig zynde,
zich ter zake van uitoefening van of opleiding
tot landbouw, handel of nijverheid enz. op
vermelden tijd buitenslands ophielden.
Voor de lotelingen, hiervoren onder a ge
ld, moet de aanmelding geschieden bjj
Officier, met het onderricht belast, en
wel by den aanvang van het eerste oefe-
ningsuur van den aanstaanden wintercursus.
Voor de jongelieden, hiervoren onder b
genoemd, behoort de aanmelding te geschieden
zoo spoedig mogeljjk en rechtstreeks bjj den
Inspecteur der Infanterie te ’s-Gravenhage,
onder opgaaf van het juiste adres van den
belanghebbende en van de Geirieente, waar
hjj het onderricht wenscht by te wonen, en
onder overlegging van de bescheiden, waaruit
blykt, dat by tot het doen zijner aangifte
vóór 1 Juni jl. niet was gehouden.
Jongelieden dezer categorie, die reeds in
dit* jaar moeten loten en van wie alzoo te
voorzien is, dat zjj wellicht slechts gedu
rende één wintertydperk het onderricht zul
len khnnen volgen, zullen, zoo zjj in eene
garnizoensplaats wonen of zich daartoe naar
eene naburige garnizoensplaats wenschen te
begeven in de gelegenheid gesteld worden
in te halen, hetgeen zjj door niet-bjjwonen
van het onderricht in het vorig wintortjjd-
perk hebben verzuimd.
Vestigt voorts de aandacht up het navol
gende
Het onderricht heeft plaats ten minste 4
uren per week het begint 1 October of zoo
spoedig mogeljjk daarna, en duurt tot einde
Januari.
In de eerste helft van Januari a.s. zal
voor hen, die in aanmerking komen om in
het volgend jaar bjj de militie te worden
ingeljjfd, gelegenheid worden gegeven tot
het verwerven van een bewjjs van voorge
oefend heid.
De bewjjzen van voorgeoefendheid zjjn
drieërlei
een bewjjs van militaire bekwaamheid
een bewjjs van lichameljjke geoefendheid, en
een bewjjs .van militaire bekwaamheid én
lichameljjke geoefendheid, i
De lotelingen, die een dezer bewjjzen ver
werven, worden, op hunne aanvrage, ingeljjfd
bij het korps en geplaatst in het garnizoen
hunner keuze, vour zoover zjj daartoe ge
schikt zjjn en dit met de belangen van den
dienst is overeen te brengen. Bezitters van
het in de laatste plaats genoemd bewjjs heb
ben echter in deze den voorrang boven be
zitters van een der beide eerstgenoemde
bewjjzen.
De houders van een bewjjs van militaire
bekwaamheid en lichameljjke geoefendheid
hebben bovendien aanspraak om vóór anderen
in aanmerking te komen tot inljjving voor
korte oefening (vier maanden).
Om bjj de indeeling in het volgend jaar op
de hiervoren vermelde voorrechten aanspraak
te kunnen maken, moet het bewjjs van voor
geoefendheid worden verworven in Januari
a.s. Alle vroeger verworven bewjjzen zjjn
alsdan van onwaarde.
GOUDA, den 9 September 1910.
De Burgemeester voornoemd,
R. L. MARTENS.
Telefoon No. 82
ADVERTENTIEN worden geplaatst van
15 tegels a 50‘ Centen; iedere regel meer
10 Centen. Groote letters worden berekend
naar plaatsruimte.
Inzending van Advertentiën tot 1 uur des midd.