MAN,
I als
ANT
e,s
BOEM EN RIJEDOM.
De nieuwe Minister
van Oorlog.
Mo. 11456.
Donderdag 12 Januari 1011:
49e Jaargang.
□SvLitom land.
WILLETON
ndel
ikerlj
voer 3-O'u.d.a ©za OxxxstxelcexL.
Verschijnt».dagelijks behalve Zon- en Feestdagen
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
Telefoon Interc. 82.
beslist politiek
r
Z‘j
(Wordt verVolgd.)
1
f
en en banden
ie sorteeriag
1EN, LAN-
ZWEEPEN,
l'ASSC'HEN,
u VOEDERS
>rten Vogels.
osthaven 31,’
g 10.
geregeld tijdig
ntvangen van
vermakelijk-
lan in onze
14—16.
o.
I W E en 2e
A7 voorradig;
jalon Alden-
rvergadering
inst afd. van
Den
ren
Tiendew eg 04, bij
Telefoon Interc. 82.
lander” beklaagt en een heftigen
pennestrijd begint, komt Dr. Kuyper
leuk verklaren, dat de afgevaardigde
voor Goes een heel hoogstaand en
bekwaam man is, maar dat hij van
die driftbuien heeft, waarin hij niet
geheel verantwoordelijk is voor wat
hij schrijft, maar dat dit alles hiet
zoo erg is, omdat hij, Dr. Kuyper,
zoo heel anders aangelegd is en een
engel van een mensch zoodat er
geene ruzie uit zal kunnen voort
komen, die der coalitie schade doet.
Waarschijnlijk, zullen na dit alles
zelfs zij, die nu juist niet dwepen
met het „genre” waarin Dr. Kuyper
excelleert, ons niet moeten toegeven,
dat dit genre op zicheelf onverbe
terlijk is
rdia”, opvoe-
’Arc” door de
GOIDSUIE cm R n T.
Pllfts DER ADVERTENTIES:
Van 15 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel mevr - - 0.10
Bij drie achtereen volgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f 0.35 bij vooruit
betaling. elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 por regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
PRIJS VAN’ HET ABONNEMENT:
Per kwartaalf 1 25
Idem franco per post- 1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad- 1.30
Idem franco per post-1.90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLanok
Tikndeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren.
Ondertus8chen leert deze heele
historie, dat Dr. Kuyper’» invloed
nog zeer groot is, en dat mannen
als Heemskerk en De Savornin
Lohman dergelijke handelwijze ver
dragen, is het beste bewijs, dat ze
weten, dat Oiumen's*Afgevaardigde
iederen dag in staat is, als hij dat
wil, de coalitie en met de coalitie het
ministerie, dat daarop* tost, te doen
ineenstorten. En dus wordt h. i. nog
altijd de politiek van de Rechterzijde
beheerscht door Dr. Kuyper.
Met deze omstandigheid zal aan
de Linkerzijde terdege rekening moe
ten worden gehouden. Dr. Kuyper is
tegeduchter en gevaarlijker tegenstan
der in de politiek, naarmate hij
niets meer te verliezen heeft, en
dus slechts kan winnen. Het is hem
nu gelukt een volbloed volgeling in
het ministerie te krijgen, die hem
niet zooals zelfs Talma en De Waal
Malefijt overkwam, ooit openlijk zal
desavoueeren. Dat is de schaduw
zijde van het optreden van den heer
Colijn als minister. En de heele
historie van de oplossing van de
crisis zal hen, die als wij, het
Kuyperianisme eene ramp voor het
land achten tot dubbele voorzich
tigheid aansporen.
8 uuf. Alge-
van de Goud-
miging.
7*/j «nr. O®
r het operette-
directie van
ie. „Ons Ge-
.bonnements-
e Ned. Too-
iwige Strijd”,
salon Alden-
jadering afd.
iew. Bond.
8 uur. Bios-
ontmootten zij ontsnapte krankzinnig!)
ze hebben allo booten Weggenomen.
Czemski knarst op de landen.
Daar hoeren zij geroep hi geschreeuw.
„Voorwaarts I H<4 klinkt, als werd
er hevig gevochten. L liet een strijd
tusschen tie waanzinnigen Een voor
uitspringende klip belet hun hot uit-
vei klippen on
kunnen zij zien,
zicht Zij klimmen
rotsblokken heennu
wat daar voorvalt.
Hemel! Een zeilboot!
Daarom wordt, gevochten. Drie par
tijen zijn te onderst heiden. De waan
zinnigen zijn gernakkelyk te herken
nen, en «laar zijn tie beambten van
het gesticht, enkelen gewapend, de
moesten slechte van stokken en stee
nen voorzien.
Maar wie is die derde partij?
Erik en Czemski naderen ongemerkt
als zij de strijdenden op ongeveer
honderd meter af stands genaderd zijn,
slaakt Czemski een kreet en wijst voor
zich uit: „Kapitein Alslöv I"
Erik blijft eveneens staan. Wie is
die vrouw die tiaar meestrijdt?
„Mijn vrouw I” roept hij op het
zelfde oogenblik uit en snelt, zoo vlug
zijn boenen hom zulks veroorloven,
voorwaarts.
In Frankrijk heeft de verkiezing
van een president voor de Kamer
plaats gehad. Dat is oen mooi baantje.
*t Geeft 36000 guitton per jaar, vrije
woning, auto's, rijtuigen, tafelzilver
euz. Deze verkiezing was een vrij be
langrijke, omdat rij de eerste was na
de algemeone verkiezingen, die een
200tal nieuwe leden in «lo Kamer
brachten. Daarbij komt nog dat deze
verkiezing ditmaal een beslist politiek
ka rak tor droeg.
Candidnten waren do vorige Kamer
president Brisson, die de verpersoon-
iüking is van den ant i-cloricalon en
radicalen partijgeest. Deschanel, ook
bwioorend tot de democratische lin
kerzijde, doch met sterke sympathien
voor do moer gematigde rechtsche
Republikeinen. Dan was nog gesteld
Guesdo, door de geunifioerdo socia
listen, die hot Brisson niet konden
vergeven, dat hij zich bij hun talrijke
aanvallen op Bri.ind en zijn rogeertng
steeds zonder voorbehoud aan do zijde
der lafste schaarde.
Delcassé, do bekende nmvorwerpw
van hef ministerie Clemenceau, had
oen candidatnur geweigerd zeker uit
loyaliteit tegenover Brisson, die hem
op het paard getild had. Voor De
schanel werd nogal op Franseho ma
nier gewerkt. Er word op gewezen,
dat hij zulke schitterende feesten kot)
geven enz.
Do uitslag van do lo stemming
was, dat Brisson 250, Deschanel 211,
Guesdo 46 on Delcassó 9 stemmen
kroeg.
Bij do tweede stemming word Bris
son gekozen mot 272 stommen togen
197 op Deschanel.
Bij de verkiezing van vier vice-
presidenten is ook Bortaaux gekozen,
do voorman der radicale socialisten,
die Briand nog al oons in moeilijk
heden brachten. Dat zal deze dus wol
niot erg prettig vinden.
Gisteren is door Bothniann Heil
weg. aL minister-president <le Prui
sische Landdag geopend.
Wie nog iets van deze rogeering
verwacht had, zal nu wel ontnuchterd
wezen.
Do troonrede was alleen belangrijk
om wat or niet instond.
Niets over het inslechb» Pruisische
kiesrecht, niets over hervorming van
do directe belasting van il<* toepassing
der Poolsche onteigeningswet geen
Stelle" absolutie wordt gegeven door
en met de aanvaarding van het
Kamerlidmaatschap voor Ommen.
Duidelijk was het toen, dat de leider
slechts binnengekomen was om weldra
weer achter de ministertafel plaats
te nemen. En toen „zekere omstan
digheden" dit verhinderden, scheen
het, alsof Heemskerken Lohman’s
haan koning kraaien zou. De heer
Heemskerk stak geen vinger uit om
den zoo zwaar ben&rden veldheer
bij de decoratiezaak te redden, en
onthield zich zelf met zorg van ieder
woord waaruit kon opgemaakt worr
den, dat hij voor zijn persoon of het
ministerie althans aan diens onschuld
geloofde en de heer Lohman vroeg
nog om meer licht en noemde dit
noodig, nadat de bekende boete
doening was uitgesproken met het
pathetische slot, waarin de spreker
verklaarde, dat het hem diep zou
grieven, als zelfs een van zijne poli
tieke tegenstanders hem het ver
trouwen in zijn woord onthield.
En toen Dr. Kuyper door deze
onaangename perkara, die met een
nonliquet van den eereraad eindigde,
nog niet eens heelemaai heen was.
kwam de voor hem niet minder com-
promitteerende Van Heeckeren-zaak,
zoodat de heeren Heemskerk en De
Savornin Lohman toch zeker met
eenig recht konden meenen van dien
kant niets/meer te vreezen tc hebben.
Maar wgt geschiedt?
Bij de algemeene beschouwingen
voor de Staatsbegroting houdt de
van God gegeven leider eene rede
voering waarin, hij op zoo scherp
mogelijke handhaving van de poli
tieke anti-these aandringt, en de
machtelooze Heemskerk is gedwon
gen te betuigen, dat hij deze rede
met „waardeering” heeft gehoord.
En geen vier weken later kegelt hij.
trots alle tegenwerking van den heer
Lohman, den Minister van Oorlog
omver, om plaats te maken voor
een der zijnen, en als de heer
Lohman zich daarover in „De Neder-
60)
„Hoe komen wij beneden, Czémski
vraagt Erik met gebroken stem. Czemski
wijst op een stuk van het koord dat
zij gebruikt hebben en dat nog oven
den muur hangt. Hij bindt het zwij
gend aan een vooruitstekende punt
van den muur vast en geeft Erik een
teeken zich daaraan naar beneden te
laten glijden.
O, die verwoesting Al die dooden
Beiden komen zich als moordenaars
voor. Waarom zijn zij óók niet omge
komen? Zou zulks niet beter geweest
rijn?
Neen, Erik herstelt zich en richt
zich op. Het betreft hier niet hun
eigen persoon zij strijden voor een
groote, heilige zaak. „Voorwaarts,
CzemskiDe Engelsche Staat is de
moordenaar, het vergoten bloed kome
over hem! Nu zal de onderdrukte we
reld van haar tiran bevrijd worden!”
En zooals hij daar thans te midden
der verwoesting staat, gaat hem plot
seling een licht op. Kortzichtig als hij
geweest wm, had hjj eerst nu de op-
Het jacht van hot gesticht, dat voor
anker ligt, is door de waanzinnigen
in beslag gen omena,
Wij moeten het eiland rondloopen,
tot wij een boot vinden," zegt Czemski.
Erik volgt hem. Het is klaarlichte dag
geworden, de zon komt op. Een frissche
westenwind waait van zee uit.
Zij bestijgen een hoogte, vanwaar
zij naar alle kanten kunnen uitzien.
De fraaie Shetland-oilanden zijn on
geveer honderd in getal, waar geen
dertig er van zijn bewoond. Het ge
sticht ligt op een der woeste en een
zaamste eilanden, op tamelijk verren
afstand van de hoofdgroep. Slechts
onduidelijk onderscheidt men de om
trekken van het groote hoofdeiland,
Mainland, in het oosten.
„Maar de brand moet toch daar
ginds gezien zijn men kan verwach
ten, dat er hulp zal opdagen.”
„Is dat niet een zeil daarginds
Czemski heeft zeer goede oogen.
„Dat is er niet één, maar het zijn
verscheiden vaartuigen die naar het
eiland koers zetten,” verklaart lüj.
„Hoe zullen wij echter ontsnappen,
eer het te laat is
Zij snellen weder voort langs de
kust. Neen, geen boot, geen plank,
waarop men zich zou kunnen redden.
Het eiland is klein en zij zullen het
weldra omgeloopen hebben. Overal
kingsreiziger. Ik wilde u gaarne een
voorstel doen betreffende een nieuwe
reis om.de wereld.”
Een ander komt op hen toe. „U
lijdt aan een chronische maagziekte,’'
roept hij barsch uit en haalt een schaar
te voorschijn. „Ter wille van uwe ge
zondheid is het noodzakelijk, dat ik
uw onderlijf met dit instrument open-
snij maar vlug, ik heb geen tijd te
verliezen, ik moot nog honderde pa
tiënten bezoeken.” Czemski pakt hem
van achteren beet en ontrukt hem de
schaar, die hij zoo ver mogelijk weg
werpt.
„Haal uw instrument terug, mijn
heer de dokter," zegt hij en geeft hem
een duw.
„Koude omslagen en licht verteer
bare kost!” merkt de waanzinnige
norsch op.
En daarmee snelt hij zijn schaar na.
De zonderlingste gestalten duiken
rondom hen op.
Men hoort roepen, schreeuwen, vloe
ken en huilen. Daar snelt de eerste
dokter voorbij, door de waanzinnigen
vervolgd, die hem grijpen willen.
„Hoe komen wij hier vandaan,
Czemski zegt Erik. „L* er geen
boot in de nabijheid, die wij ons kun
nen toeeigenen
Zij loopen het strónd langs, maar
alle booten zijn reeds bezet en op zee.
II.
Wat de politieke zijde v&n de
oplossing der crisis betreft, ze dunkt
ons niet beter te defineeren dan
door ze te noemen eene glansrijke
overwinning van Dr. Kuyper, en wel
op de heeren Heemskerk en De
Savornin Lohman. Het kan den
heer Heemskerk, die, als het vrij
stond, o. i. niets liever zou doen
dan gematigd regeeren, niet aan
genaam zijn, dat het departement
van Oorlog, dat hij zoo gaarne in
de neutrale zóne zou gehouden heb
ben, en welks bezetting door een
liberaal minister een zeker ca
chet aan zijn kabinet gaf, thans in
handen komt van een bijzonder fel,
zij het dan ook een zeer bekwaam
fcuyperiaan. Nu is het ons echter
duidelijk, waarom de premier op
Zaterdag 17 December geene hand
ftstak, om collega Cool te redden;
hij voorzag het nuttelooze daarvan
en wou de wi»»e nederlaag niet nog
grooter maken door zichzelven in
het strijdgewoel te wagen, en dat
hij daarin juist zag, hebben de feiten
bewezen, zelfs de tusschenkomst van
den heer De Savornin Lohman bleef
londer gevolg.
De staat van Dr. Kuyper’s tri
omfen over de „meer gematigden”,
is dus weer met één vermeerderd.
Die staat is nog wel eens waard
dat hij de revue passeert. Eerst
noemt de van God gegeven leider
dit kabinet „in onvoorzichtigheid
geboren”, waarvan het echte wa
genschot naar buiten dient gekeerd
te worden, zoodra het eene meer
derheid heeft. Spoedig daarop dwingt
hij het kabinet volle-face te maken
bij de Memorie van Antwoord op
Hoofdstuk I van de Staatsbegrooting
voor 1909, en de knieval is zoo
volkomen, dat van „allerhöchster
woord, zelfs niet van het beloofde
wetsontwerp op do lijkverbranding.
Och, zoo iets kan ook niet, terwille
Van de eensgezindheid in do coalitie,
o, pardon van liet blauw-zwarte bond
genootschap in Pruisen worden zulke
ontwerp<*n niot naar voren gebracht.
Dat ia te gevaarlijk. Bevordering der.
binnenlandsehe kolonisatie, ontginning
van woeste gronden, systematische
verbetering der verzorging van de
jeugd tot ontwikkeling der lichame
lijke en zedolijke krachten van wie de
school hebben verlaten. Ziedaar eenigo
punten uit de Pruisische troonrede.
De keizer achtte hot dan ook niet de
moeite waard voor zoo’n redevoering
van Potsdam naar Berlijn te reizep.
In den Duitechen Hijks/lag is Dinsilag
de lucifers-intorpellatie gehouden. De
vrijzinnige volkspartij vroeg: Is de
Rijks kanselier bereid mot hot oog op
de ernstige toestanden, die door de
belasting in de betrokken industrie
zijn ontstaan, de opheffing der luci-
fersbelasting van 15 Juli 1909 te
overwegen Do afgevaardigde Enders
somde de bezwaren tegen deze wet.
op. Hij wilde hot tekort, dat bij in
trekking zou ontstaan, dokken door
een successiebelasting. De minister
Wermuth betoogde in den breede, dat
nlen een wet zoo kort in werking niot
mocht intrekken, maar haar eerst den
tijd moest laten in te burgeren. Werden
de lucifers, door de belasting ver
drongen door andere voorwerpen dan
moesten ook di<« belast worden. Het
Centrum verklaarde zich bij monde
van graaf Opporsdorf voor intrekking.
Deze spreker gaf de linkerzijde do
schuld. Nadat de nationaal liberale
afgevaardigde Osann deze schuld voor
zijn groep had afgewezen, zotte de
conservatieve on agrarische directeur
van don „Bond der Landwirto” dr.
Diedrich Hahn het praatje van graaf
Oppersdorf voort. Ilij eindigde met
den pathotischen uitroop „Do poli
tieke noodzakelijkheid dwong «uih de
belastinghervorming aan te nemen.
Het. DuitJU'he volk dankt, ons voor
onze belastingpolitiek I”
Die dankbaarheid van het. Duit.acho
volk kan zich bij de aanstaande al-
gemeene verkiezingen voor don Rijks
dag wel eens op o<m voor den heer
II dm verkeerde wijze uit,en.
Zooals we onlangs ul schreven, heeft
de Kretenzer kamer een wet op de
dienstplicht aangenomen. Van deze
wet is het eerste artikel gelijkluidend
lossing van het probleem gevonden,
hoe hij zijn ontdekking had moeten
bekend makefi. Waarom zei hij neen,
toen men hem koningskronen, titels
en dergelijke aanbood? Had hij maar
ja gezegd, ja, tot alle staten Vol nijd
op elkander, hadden' zij honderd dui
zend milliarden goud gemunt de
waarde van het kostbare metaal ware
in een ommezien tot nul gedaald en
de «ontdekking het eigendom dor ge-
heele wereld geworden. Hoe was het
goud niet reeds in waarde verminderd,
nu het geheim nog slechts één staat
toebehoorde
Maar nog is het tijd, nog kan het
geschieden.
^Voorwaarts, CzemskiOnze tijd is
kostbaar, wij hebben geen oogenblik
te verliezen.”
Erik grijpt het koord én laat zich
naar beneden glijdenCzemski volgt
hem vlug.
Een heer, slechts gekleed met een
hoogen hoed en een boord, die met
een eind touw om zijn hals bevestigd
is, nadert hen en neemt beleefd den
hoed af.
„Het verheugt mij ten zeerste, dat
u eindelijk van uw vuurwagen zijt
af ges tapt,” zei hij hartelijk „niet waar
ik heb toch de eer den profeet Elias
te spreken? Mijn naam is James
Cook, de beroemde Engelsche ontdek-