iG e'» EDELE HARTEN. I iTieww-s- eaa.-^cl’Trextexi.tieToleLca. vocx G-o^xcLet ezx Oxxxstrelczezx. Maandag S3 Januari 1911. No. o 11465. 49e Jaargang. en. Op den Index Buitenlandse^ Nieuws. i ibis IT. •fl FEUILLETON I Verschünt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. Sixïteru leuxd- lalen in ge- II I DB pUDE BEDIENDE. Telefoon Interc. 83. I, tail. in gaspan- vit geëmail- atters, 44 ct. •zins bescha- len fabriek»' iterrinen in potten, van ierde fruit- n voet. jhand, En door zulk een verbod om i ons blad en ons Zondagsblad in te zien, kon de appetijt wel eens juist Iopgewekt worden! rfdeeUiig ;rk. els van fijn L Gouda. n. jhoteltjes in GOUDSCHE COURANT. nur. Liefda- ran „Piet in iche Jongens eregeld tijdig itvangenvan vermakelijk- an in once 1 stuks. telgoederen. Saxe décor, irv. Porc. in en soorten. ;uks ontbijt- z wiebel dé- /eel andere jlfde décor el. k. ikeur-, Bit- jn glazen, irtij bescha- Aardew. en r niets. De heer X. in de Nieuwe Zuid- Hollander plaatst ons royaler op den Index. In canda venenum. (Het vergif zit iin den staart). De schrijver is blijk baar beducht voor onze propaganda. I. „Veel Katholieken zullen wel niet geabonneerd zijn op de G. Ct., maar 't zou mogelijk zijn (sic!) dat ze, aangelokt door het Zondagsblad, een abonnement bestelden”. Aldus deze schrijver. En dan vertelt hij op ge zag van een Katholiek weekblad, ihoe gevaarlijke lectuur de roman .uit „Pak me mee” is. Zoo komt de. schrijver tot zijn conclusie „Noch (de Goudsche Ct. noch haar Zondags blad prijke op Roomsche tafel.” j Wij staan op den Index Maar de Roomsche schrijver zij i voorzichtig. Men heeft in zijn partij uur, Ijzing laser voorde svereeniging ï-oredietban- In de Fran«che rffiner is gisteren 'de interpellatie Berry over de onrust stoker!) van de G. G. T. aan de orde gekomen. Van het antwoord van Briand kunnen we nog slechts een klein gedeelte weergeven, omdat Vrij dag a.8. de debatten worden voort gezet. Volgens Briand wordt de con- fóródation gevormd door 70 h 80 syn dicale federaties en arbeidsbeurzen, achter welke 3000 werkliedenvereni gingen staan. Die werkliedenvereni gingen zyn echter niet aansprakelijk voor de besluiten te Parijs op zeker oogenblik genomen. Eenige rad draaiers hebben de leiding in handen genomen, maar reeds nu toonen de arbeiders neiging zich van die tiran nieke overheersching vrij te maken. Briand was tegen ontbinding van de Iconférédation, omdat dit zou worden i opgevat als een aanslag tegen de vrij- iheid der vakverenigingen. Wel zijn de noodige maatregelen genomen om te beletten dat de anti-militaire pro paganda de kazerne binnendringt. I Dezelfde afgevaardigde Berry heeft in de kamer een voorstel ingediend 26, 28, 108 ct. 124 ct. iremmers. i in gewoon deze belasting voor landsvorsten en vorst innen te schappen. Ondank* de ver dediging van het artikel door den minister werd het toch verworpen. Wel probeerden de conservatieven nog om ep een slinjcscho manier deze beslis sing te niet te doen, maar dit ge lukte hun niet. Ook voor landsvorsten zal dus deze belasting gelden. Zoowel in de Roomsche Nieuwe Zuid-Hollander als in de antirevolu tionaire Nieuwe Courant heeft een inzender (respectievelijk de heeren X. en A.) de pen opgenomen tegen ons blad. Wij zijn gevoelig voor de belang stelling, maar vragen ons toch af, of de redacties-zelve niets beters tegen ons konden uitbrengen, nu ons blad zich in vrijzinnigen geest uit sprak, dan door de opname van deze onbeduidende, anonyme stukskens. Over beide een paar woorden. De Nieuwe Courant heeft het in het bijzonder over ons hoofdartikel „De Antithese” (Goudsche Ct. van 14 Januari jl.). Daarin werden de beginselen der rechterzijde volgens den heer A. niet weerlegd of be streden, maar slechts ironisch voor gesteld; Dat de ironie óók een wapen is en een, dat, mits goed gebruikt, vaak scherper wonden kan dan een ernstig betoog, is den schrijver wellicht onbekend. Het zij zool Maar wij willen den heer A. gaarne de maat vol meten. Komt hij met een verdediging van de Antithese (de tijden zijn er echter niet gunstig voor), zoKo zullen wij gaarae en met den meesten ernst met hem den degen kruisen. De schrijver springt dan plotse ling op het Heldersche conflict, waarbij hij spreekt van „den ma- rine-admiraal, die voor een dominéé op den loop ging. Dat zijn je zee helden! Toch, maar andere stof als majauen van het Kaliber Tromp en de Ruijter”. De heer A. houde ’t on», ten goede, maar iemand, die van een zeer ernstig conflict zulk eene voorstelling geeft, toont een mwjmuiiw8. F®i «j moed, ,dien wij hem niet benijden, i zijn schaapkens niet meer in de Hij,(leze, eens,.wat ook van rechts in de Eerste Kamer in het zoo juist verschenen Voorl. Verslag over de Marinebegrooting gezegd ishet d”, 8»/, uur, L afd. Gouda leid”. tyaen, Markt, tig Zangver- ins”. •d" 81/, uur nadering van svereeniging volgens welk wetsvoorstel gewone winkeliers geen revolvers zullen mo gen verkoopen, terwijl wapenhande laars van hun verkoop nauwkeurig boek moeten houden. X>e aanslag op Briand zal met dit ontwerp wel in verband staan. De door de Democraten aangewezen speaker voor de aanstaande congres zitting is een typische Amerikaan, een echte volksman. Los van vormen en tevens een geleerde van naam, Champ Clark is bijna een kwarteeuw lang eerste hoogleeraar aan een der boste universiteiten van Missouri. Hij is een man uit één stuk met vaste be ginselen. Hij beschikt over groote redenaarsgaven maar spreekt nooit te- dikwijls of te breedvoerig, maar altijd zakolijk en te rechter tijd. De juiste pian voor de Democratische partij in de Vereenigde Staten. Zijn aanstaande functie is een zeer belangrijke, er is na den president zeker gj?en die zoo veel invloed op de regeering hoeft als de voorzitter van het Huis van Afge vaardigden. Zijn taak is o.a. te on derhandelen met den Senaat en tevens treedt hij op als middelaar tusschen volk en president. De minister van Binnenlandsche Zaken iu Pruisen Von Dallwitz had donderdag verklaard dat de landraden |n heel Pruisen de beste en onpartij- digste ambtenaren ter wereld waren. Dit naar aanleiding van een aanval van den nationaal-liberalen afgevaar digde Von Friedberg. Deze gaf nu gisteren met zijn antwoord een geheel anderen kijk op de zaken. Kolommen vol van de Duitsche bladen vullen de mededeelingen van machtsoverschrij- <ding, willekeur en wetsverdraaiing van landraden, dpor Von Friedberg in den Landdag meegedeeld. Men staat gewoon verstomd van welke mogelijke en ónmogelijke dingen de Jandraden gebruik maken om hun wettelijke verplichtingen te ontkomen. Het toont maar al te duidelijk aan (dat de agrarische jonkers in Oost- Pruisen, Posen en Hommeren vooral zich door geen middelen laten weer- .houden om de conservatieve partijen te bevoordeelen. In den Rijksdag echter heeft het conservatieve regee- ringsblok een nederlaag geleden. Bij de behandeling van de wet op de belasting van toenemende waarde had de commissie van voorbereiding een amendement ingediend om de door de regoering voorgestelde vrijdom van De beslissing in take de Open bare Leeszalen kan het Katholieke orgaan doen zien, hoe ook onder hare coalitie-genooten het vrije onder zoek warme aanhangers vindt, hoe weinig velen ter rechterzijde nog gevoelen voor Index^politiek. Met verbieden komt men er niet meer. De Nieuwe Zuid-Hollander weet dit opperbest: Anders had zij in haar nieuwjaa^rswensch den R.-Kath. Volksbond; niet behoeven toe te wenschen, dat geen leden van die Roomsche organisatie het petitionnement voor Algemeen Kies recht zouden teekentn Ook onder de Katholieken open baart zich eenig frisch leven. Het is niet langer tegen te houden. En daarom zij men voorzichtig met ons te plaatsen op den Index. Zoo’n „argument” keert zich zoo licht tegen wien het gebruikt. En dit zouden wij betreuren, wij hebben ook onze vijanden lief. 7’/a uur. De hetoperette- lirectie van PRIJS DER ADVERTENTIÊN: Van 15 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer- 0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f 0.35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. 3) Ik was droevig gestemd en mismoe- OJ ~r IIWtj- - t gymnasiumwas volstrekt niet schitte rend,, wat, voornamelijk hierin zijn oor zaak moest hebben, dat ik yog niet gewepd; was aan het schoolleven en my., daarin nog niet goed thuis ge voelde,, zoodat ik dikwüls hulpeloos en radeloos, wa», Ik w»8 bang voor den toom van. mijn vader en voor de strepgg, .ernstige blikken van pater Lodewijjk^/die mij zelf te Warschau ha4, ftfgehaajdi, en yerljewde dus in - een«- trooatidnoxen gemoedstoestand, ping, die calligraphic genoemd werd, Een>14»pp.1|Werd. de keukendeur ge-r v J opemii.-en de .oud» Mikolaï, met een rooden neus van 4e .kou, trad naar buiten; in «ju., hand «droeg hij een tWëhUdqWet^Wee kannetjes room er op, ;en. waa4<Wj4ooi; 4e sneeuw;» naar het^Imwwnhuia,Zoodr» hü my gewaar ■M°»,manibeste jonge- hew^.en tWMwet,»ooT veel overhaasting op den grond, dat Frankrijk. Daar Gisolnte, de revol verheid van de tribune der Fransche Kamer, in zijn gevangeniscel steeds heftige aan vallen van waanzin had, heeft Je rech ter van instructie hot verhoor gestaakt en droeg hij drie krankzinnigenartsen op een onderzoek in te stellen naar de geestvermogens van den man. 1 Düitbohland. In de Marine-gurnizoenskerk te Kiel, heeft gisteren een plechtige lijkdienst plaats gehad voor de, bij het ongeval met de „U 3” omgekomen kapitein- luitenant Fischer, luitenant Kolbe en den torpedist Rieper. De drie lijkbaren waren voor het altaar geplaatst; prin ses Heinrich van Pruisen, benevens de prinsen Waldemar en Sigismund, Jogden’ op elke doodkist, een grootpa krans van witte bloemou^UMlm- Ver volgens hield de opper-marinopreni- kant een toespraak, waarin hij de overledenen als gevallen helden her dacht, waarna onderofficieren de dood kisten der officieren naar den lykwagen brachten. Onder begeleiding van treur muziek zette zich de lijkstoet vervol gens in beweging naar het station. Achter den lykwagen liepen tal van hooge inarine-ofticieren, alsmede de vice-admiraais Schroeder en l^ans. De kisten werden onder het vpren van saluutschoten in den trein geplaatst, die de overblijfselen naar Darmstadt en Berlijn zou brengen. De begrafenis, van den torpedist had plaate op het garnizoenskerk hof te Kiel. Ook Margoulin heeft Vrijdag na een lang verhoor bekend en toegegeven, dat hij de hem ten laste gelegde om vangrijke wissel-, en oorkonde ver val- schingen gepleegd had en dat hij zijn gezellin, Erna Fröhlich, er toe verleid de als „dame in den rouw" voor Frau Kommerzirinrat plecht te poseeren, ten einde de handteekening dezer dame te geven. zal hem wellicht een toontje lager doen zingen. A. besluit met de onwaarheid, dat we niets hebben om de men- schen te „trekken” door ontvouwing van eigen beginsel. We moeten vol gens hem leven van den afval van anderen, met welken „afval” in casu de Antithese der rechterzijde bedoeld is I Het is A. zeker niet bekend, dat onze geheele staatsin richting product is van het liberale beginsel en dat de programma’s der rechtsche partijen goeddeels, juist waar, het op „trekken” aankomt, van de vrijzinnigen zyn nageschreven. De Goudsche Ct. zal Christen- menschen niet trekken. Aldus de geachte schrijver. Onze lezers weten het nu: zij zijn geen Christenen volgens den inzender in het antirevolutionaire blad. Zij zullen zich weten te troosten toch was haar zulk oen lot benchorgji. Maar dit zijn herinnoringon, die hier nog niet ter plaatse zijn. Ik zal hier echter nog een» terug komen op de snoeverijen van den oude. Ik heb hem zelf hooren vertellen, dat de paarden der ulanen op een goeden dag wild waren geworden on er plot seling achttien duizend van hen voor de slagboomon van Warschau kwamen aanrennen. Hoeveel menschen er ver trapt geworden waren, en welke vree- selijke tooneelon er plaats gehad heb ben, alvorens men ze weder had op gevangen kan men zich denken! Een anderen keer vertelde hij nu niet in de dorschschuur, maar te huis, in tegenwoordigheid van on» allen „Niemand zal beweren, dat ik niet dapper gevochten heb. Waarom zou ik ook niet dapper kunnen vech ten Ik herinner mij nog, dat wy een» in oorlog waren met de Ooeten- ryker». Ik stond in het gelid, zeg ik, toen eensklaps de opperbevelhebber op mij kwam toerijden, den opperbe velhebber der Oostenrykers bedoel ik, die van de vijandelijke linie kwam en tot mij zeide„Huchodolski, ik ken u,” zeide hij„wanneer wij u hadden kunnen grijpen,” zeide hii, zou de oorlog reeds lang geëindigd zijn.” (Wordt vervolgdj sta jelui daar te gapen, als de mond van een kanon Dan zetten de dorsch- vlegels hun arbeid weder op de maat voort, maar al spoedig begon de oude weder „Mijn- zoon schrijft mij, dat hij generaal is geworden bij koningin Palmyra. Het gaat hem daar zeer goed, zegt hij, en hij ontvangt een groot traktementhet moet «laar ook zeer koud zijn, zegt hij.” Terloops zij hier opgemerkt, dat het met de kinderen van den oude zeer slécht gesteld stondhij had werkelijk een zoon, maar deze was een echte deugniet, die, nadat hij tot een jongen man was opgegroeid, allerlei bedrijven aan de hand had gehad, maar tenslotte de wijde wereld ingegaan en spoorloos verdwenen was. Zijn dochter, die inder daad eene schoonheid moet geweest i zijn, was met een knecht uit den om trek gehuwd geweest, doch kort daarop gestorven, na het leven geschonken te hebben aan een dochtertje. Dit meisje heette Hanna, en wm een lief tallig maar zwak kind, en van nage- i noeg gelijken leeftyd als ik. Ik her- i inner mij nog zeer goed, dat zij deel nam aan ons gemeenschappelijk sol datenspel; Hanna stelde de hulptroe pen voor, met welke ik tegen onzen gemeenschappelyken vijand, de brand netels, te velde trok. Zy was zacht aardig en goedig als eon engel, en PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaalf 1.25 ^EESH N Idem franco per pöst- 1.50 E Met Geïllustreerd Zondagsblad- 1.50 VEI Idem franco per post - 1.90 W Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLa.ngh Ttbmdiiwbg 64, by onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren. Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. het Duitsch? Och, kom! Toen wij bijach, hoe heet het weerbij Ijeipzig en de duivel weet, waar anders - n°g» tegenover de Duitschers stonden, spraken wij geen Duitach met hen, maar riepen alleen„leggen I Liggen 1” en onmiddellijk lagen ze alle honderd op hun rug. Behalve de reeds gemelde gewoon- ,ten, had de oude Mikolaï er nog een zeer eigenaardige. Zelden sprak hy over zijn vroeger leven, maar was hij eena goed geluimd, dan bleef hij ein deloos vertellen, en loog alsof het gedrukt stondhij had daarbij vol strekt geen kwade bedoelingen, maar de gebeurtenissen verwarden zich in zijn oude hersenen, en zijn levendige verbeeldingskracht stelde hem alles wat hij in zijn jeugd van vechten en oorlogvoeren gehoord had, voor, alsof hij het zelf had bijgewoond, zoodat hij alles aan mijn grootvader of aan zich zelf toeschreef, en rota vast aan zijn eigen verhaal geloof hechtte. Hield hij, bij het dorschen in de schuur, het toezicht op de arbeider», dan vertelde hij hun menigmaal zulke avontuurlijke gevallen, dat «lie ver baasde boeren de armen lieten zak ken en, op hun dorsohvlegels leu nend, met open mond naar hem ble ven staan luisteren. Zoodra Mikolaï dit bemerkte, riep hij hun, toe; „Wat hij de beide kannetjes omstootte. Daarna omhelsde en kuste hij mij. Van dat tijdstip af sprak hij mij steeds met „jongeheer” aan, maar de omge- stootén roomkannetjes kon hij gerui- men tijd nog niet vergeten. „Daar draagt me een mensch bedaard zijne kannetjes, zonder aan iets te denken,” bromde hij, „en dan moet juist de jongeheer aankomenWaarom had hij geen ander oogenblik gekozen!” dig, .waut,(myu eerste rapport van het enz. Mijn vader bedreigde my, wegens mijn onbeduidende vorderingen in het schoonschrijven en in het Duitsch, dat I hij mij zou straffenmaar hij werd van het ten uitvoer brengen zijner bedreiging weerhouden, deels door i mijne tranen en mijne belofte van beterschap, deels ook door de bemid- deling mijner goede moeder, maar hoofdzakelijk door het levendig mis baar van Mikolaï, die van een schep- uueiuu werd, nooit had gehoord, en het Duitsch leeren ten eenenmale overbodig achtte. „Wat moet dét nu weer beteeke- nen?” knorde hij. „Is de jongen dan eep ketter, of een Zwaab r Kende mynheer de kapitein dan Duitsch, of verstaat onze tegenwoordige meester Spotnaam, dien de Polen aan de Düitacners geven. ■s I-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 1