ra 5^ EDELE HARTEN. No. 11470. Zaterdag 28 Januari 1011. 40e Jaargang. G'S ADE IO-A-. FEUILLETON Zoon. nSTïe^x-Txrs-eïx^.d.-v-ertexi.txe'blsLcL vocrG-0-a.d.a, OrrxstxelcQxx. Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen Eerste Blad. wing! KIVADRIP- ddig wordt na tion van andere n te brengen, roode dooreo, Nanning, doch woord »K.ma ize fabriek af- i Telefoon Interc. 82. Zelfs geen Wapenstilstand. M HANNA. en VOEDERS oorton vogel». öosthaven 31, jeg 10. IER D leeds "WO adruppels f M*- j geregeld tijdig ontvangen van sn, vermakelijk- i dan in onze UR. ter f 1.05. 8 uur, Lezing Visser voorde iersvereeniging nds-credietban- 8 uur. Liefda- van -Piet in udsche Jongens GOIJDSCHE COURANT. Dit Nummer bataat uil twee bladen en het geïllustreerd Zon dagsblad „Pak me Mee”. wxx Utao.hr I i alk nrerW 1 kHwm.DoM I whw—Ver- I Hf wiahMimb I rk. Gakaurita, I en>. Mea koe I fabóckMMrk. I MM, Arahm. I Aldenhnijsen, .m., algemeen© leelvereeniging i* Reunie” 8 uur. Lnnie Salomon^ la e. 0. van den iuwenkiesrecht. vrouw in de We stippen dit slechts lie” des avonds den vergadering ran Oud-Onder- ig Gouda. bord” 8‘/j uur 'ergadering van Ciesvereeniging genrood” n. m. nd” Jongelie den ook naar de meerderheid bij hem slechts een voortdurend ge reken hor kom ik ill reu voldoend aantal districten aan de meerderheid der MemmenKuiper de man; bij wien alles politiek is, vwn wien iedere letter schrift, ieder gesproken woord altijd meer den indruk maakt dat de auteur geheel ..verpolitiekt” is die ieder betoog, hoe gewaagd ook, aandurft om zijn vooropgezet doel te bereiken van wien men ieder woord twee keer moet bezien, of er niet een dr^ai in zitman van groot? kennis, /van bedwelmende welspre kendheid en onovertroffen journalis tieke behendigheid, maar die tenslotte al deze in zekeren zin bemjdens- waardige eigenschappen haast steeds op een wijze aanwendt, die den uit eigen oogen ziende zoo zeer anti pathiek h. En het is Lohman's eer, dat hy, ook nadat hij met dr. Kuiper in coalitie was gegaan, om deze gebre ken vipi zijn vroeger?ti tegenstander de oogen niet hoeft \villen «luiten. Uit den laatste» tijd |ierinneren wij ons bijv, den strijd tusschen Lohman en Kuiper om het Kabinet- Heemskerk, dat dr. Kuyper, mok kende omdat hij niet gekend was in zijn ontstaan, op de geniepigste wijze bestreed. Dat ging Lohman te vet en hier zien wij weer het eerlijk karakter van dezen edelman Loh man ha<l den val van-hrtTninisterie- de Meester sterk afgekeurd en nog herinnert men zich den acherpeft aanval in zijn blad (De Nederlander) op hen, die dit plan hadden door gezet. Maar eenmaal het nieuwe ka binet aan het bewind, eischte Loh man ook daartegenover een loyale houding en die miste men te ©enen male bij Kuyper, die zelfs reeds dreigde, dat de anti-revolutionaire partij zich op eigen linie zou terug trekken, indien niet genoeg naar haar wensclïen werd geluisterd. Uit dien strijd is Lohman zege vierend te voorschijn gekomen nieuwe waardigheid van voogd flor en gelukkig. Het verhief mij in mijn eigen oogen, dat ik, de zestienjarige knaap, reed» de beschermer en de steun zou ztpr v&feen hfflpeloos we zen. Ik gevoelde mij mfyi „Uw vertrouwen in den toekomsti- gen erf heer zal niet teleurgesteld wor den, bravo oude I Ge hebt' do zorg voort uw kleindochter in goede handen gelegd. Sluimer zacht en onbezorgd in uw graf,” zeide ik bij mij zei ven. Omtrent Hanna’» toekomst was ik onbezorgd. De gedachte, «lat Hanna grooter worden en trouwen zou, kwam toen nog niet in mij op. I k dacht, dat zij altijd bij on» zon blijven dat zij als een zuster zorgvuldig beschermd en ook als zoodanig bemind zou worden en op deze wijze een misschien wel droevig, maar onbezorgd leven zou leiden. Volgen» de destijds heerschende ge bruiken ontving de oudste zoon des huizes een vijfmaal grooter aandeel in het vermogen, dan de jongere kinde- ren-^Mfepn eerbiedigden het door den tijd jJKettigde gebruik en kwamen /wijk, er nöoit tegen in verzet, ofschoon onze familiebezittingen geen majoraat wa ren. Daar ik de oudste zoon was, zou dus eenmaal hei grootste gedeelte van het vermogen mij toebehooren, en daarom beschouwde ik het, ofschoon PRIJS DER ADVERTENT! RN: Van 1 -5 gewone regels met bewijsnummer f 0.56 Elke regel ma‘t-.0.10 Bij «Ine achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen i wee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van I 5 regels f 0.35 bij vooruit betaling, elke regel meer 1» els. ll<N'l;nn<>« f 0.25 per regel. Gnwvte letter» «m randen naar plaatsruimte. Lohman en Kuyper, de kopstuk ken van het Protestantsche deel der kerkelijke coalitie, hebben vrede ge sloten. Na 1elkaar geruimen tijd op de vin- nigfltel wijze bestreden te hebben, heeft taen den volke kond gedaan, dat het nu uit zou; zijn niet omdat men elkaar had overwonnen, ook niet omdat men elkaar had overtuigd, evenmin omdat de strijders uitgeput waren, maaromdat er een eind moest komen ter wille van de nooit volprezen coalitie. Wij willen in het minst niet den zoeten vrede verstoren rust zij den onvermoeiden, hoogbejaarden strijders gaarne gegund maar deze jongste pennestrijd met haar diepen achtergrond en met haar kluchtig slot, is het waard, dat wij er nog een oogenblik bij stilstaan. Dat men ons dan verwijte te leven van den „afval” der coalitie Ons deert dit niet. Of is het soms onze schuld, dat „rechts” zoo veel „afval” oplevert en, wat hoofdzaak is, krijgt men niet juist als nauwlettend toe schouwer bij zulke twistgedingen vaak een kijk op de twistenden, die ons niet gegund wordt juist wijl er zoo veel uit te leeren valt En wie, die met de politiek meeleeft, zou een gratis geboden les versmaden Zeer zeker niet hij, die gelijk thans de vrijzinnige, o n d e r ligt in den strijd. Lohman contra Kuyper! Klinkt het ^niet ah een bekend ge luid ons in de ooren De ouderen onder ons hebben het meegemaakt, de jongeren weten ’t door hooren zeggen De strijd Loh- man-Kuyper is er niet een van heden of gisteren. Kuyper hukte den kop. Maar op ('ooi. die niet „echt wa genschot" was. nam hy revanche en Wrntholt moest Zijn jasje keeren. of ook hem zou hetzelfde lot wachten. De strijd nu om Cool’s val ligt ons allen nogver>ch in het geheugen en onze lezers weten, hoe ongezouten Lohman zijn meaning voor de voeten van Kuyper en zijne getrouwen heeft geworpen even aan en komen nu tot den vrede”. De Nederlander (Lohman) was nog midden in zijn repliek, toen De Stan daard (Kuyper) plotseling den strijd beëindigde, omdat aan alles een einde moet komen. Maar Kuyper wilde voldoen „aan den eisch, die door elk twistgeding aaq mannen broeders wordt gesteld" en daarom vergaf hij „van harte" al hetgeen hem in Lohman’s aanval op de anti- rev partij en den persoon van dr. Kuyper gekwetst had en verzodn hij Lohman evenzoo van harte om vor- geving van wat hem persoonlijk had gekrenkt. ÏMt leek alles heel Hef, maar toen kwam Lohman in De Standaard verklaren (anders kwam het niet onder de oogen van de lezers van dat blad dat dr. Kuyper bij het beëindigen van zijn polemiek het geschil geheel verkeerd had voor gesteld „(hetgeen dr Ivuyper in een driestar weer ontkende), maar wat méér zegt, de Savomtn «oilman schreef, dat hij gaarne vergeving wilde vragen voor hetgeen in den aanval van De Nederlander dr. Kuy per persoonlijk mocht hebben ge kwetst, mita en nu komt het „daaronder niet begrepen worde datgene, wat tegen u, als leider «ener partij of als Kamerlid, is geschreven en 11 mocht heb_ben gehinderd, ver mits ik mij ook voor de toekomst het recht en de verplichting moet voor behouden, datgene t«* zeggen en te schrijven wat naar mijne meening in het publiek belang noodig ia, ook al raakt dit, tengevolge van de rigen- ging ik op d||dii.it* mijns vaders zitten en liet met gebiedende gidaalstn'kknn mijn blikkert over «lo tafel zweven; daarna wondde ik mij tot den knecht, die bostiende, on zeide op korten, ge biedenden toon: „Een couvert voor juffrouw Kanna!”, waarbij ik op het woord „juffm« oen heel bijzonderen- nadruk legde. Sjrto iets had men nog nooit gezien Hanna at gowoonlyk in het kamertje dmakiiinennuiijre, omdat Mi kola» er, ounank» het v«*rlangen mijner mowler, nrxrit in toegestemd had, dat zijn kleindochter aan onze maaltijden «feelnam. „Wat sou daarvan terechtkomen? Zij moest liever be hoorlijk loeren bedimum dat was veel passender Voor haar Ik voerde dus <wm nimiwigheid in. De goede pater glimlac hte en trachtte dit door een sluifje ©n zijn zijden zak doek te verborgen madame «l’Yves zag, ondank» haar goedhartigheid, deze nieuwigheid met schele oogen aan, want zij was afkomstig van oen oude, adellijke familie en volbloed aristo crate. Franz, de jonge bediende, keek mij met open hiond on zóó verbaasd t aan, dat ik mij genoodzaakt zag mflïH J bevel te herhalen „Een couvert voor juffrouw Hannav iV (Word| vervolgd.) Woningtoezicht, ur, vergadering acommuisie van nog gymnasiast zijnde, rneds als tuyn mgtmdom. Mijn vader was een dpr rijkste land* eigenaar» uk dan omtrwk, en ofathoon, on» geelaoht zich met op vorstelijke rukdommen kun beroemen, zoon!» me* nige magnatenfamilie. genoot het«|<wh een oud-ad^llijken wwatanil, die ons niet alleen ons dagelijkach bhawi, inbar ook een aangenaam en onbezorgd te ven onder het ouderlijk dak verzekerde. Ik wi»t dus, dat ik eenmaal een rijk man axm zijn, en zag derhalve Hanna's toekomst onbezorgd («tgemoetimmer» ik wist, dat zij, indien het hoodig was, steeds bescherming en hulp by my zou kunnen vinden, welken ook hetlyvens- pad zou zyn, dat zij wikte inslaan. Mot deze gedachten sliep ik in. Den volgenden morgen aanvaardde ik on- middeliyk het my toeveitrouwde aufbt van beschermheer en wel op een hoogst tejlachelijke en kinderlijke wijze. En toch, wanneer ik er nu aan donk, kan ik zekere ontroering niet onder drukken-; Toen ik met Kazimierz aan het ontbijt kwam, waren pater Lode* madame d’Yves, de gouvernante, ,en mijn beide zusjes rewte aan «Ie on- bijttafel vereenigd Mijn zusjes zaten, znoals gewoonJijk, op haar hooge rieten stoeten, bengelden en schuifelden m«*t haar voeten en babbelden vroolnk met elkander. Met ongewone waardigheid 8) Ik kon geen woorden vinden om haar te troosten en drukte haar zwij gend aan myn hart, ah haar broeder lijke beschermer. Ik kon niet bidden duizenderlei verwarde gevoelens en indrukken vulden mijn hoofd en mijn hart, en de meest verschillende voor stellingen doemden voor de oogen mijns geestes opslechts één enkele, duidelijk omlynde gedachte steeg uit dien chaos opdeze namelijk, dat ik voor dit hulpelooze, kleine wezen, dat met haar bleek gelaat en half geslo ten oogen tegen mij aanleunde, zoo noodig mijn leven moest laten en de geheele wereld voor haar den hand schoen moest toewerpen. Inmiddels was mijh broeder Kazimierz ook ge komen en knielde achter ons neder; w ook een deel van het dienstpersoneel lijke heerenhuis de „herberg” g< was naderbij gekomen. Pater Lodewijk werd. Ik ontkleedde mij en te hield de bij ons dagelijks gebruikelijke avondoefening en las daarna een ge- g bed, waarop wy allen gezamenlijk ant woordden. Toen pater Ixidewijk, bij de gebeden voor de overledenen, hun namen noemde en wij bij dien van Mikolaï het „zalig zijn de dooden 1” uitspraken, begon Hanna luide te snik ken. In dit oogenblik deed ik de hei lige belofte, om den plicht, welken de ontslapene mij op het hart gedrukt had, zelfs ten koste van de grootste offers getrouw te vervullen. Het was de belofte van een knaap, die nog niet kon voorzien, hoe groot de verantwoordelijkheid, en mogelij kerwijze ook het offer, zou zijn, dat hij in zijn jeugdige offervaardige geestdrift op zich had genomen. Na de gebeden scheidden wy, om een Weinig rust te gaan zoeken. ,Ik liet Hanna over aan de zorg van de huishoudster, de, oudé Wenzrowska, wie ik opdroeg, den nacht bij haar door te brengen, en niet in haar ka mertje, maar in de kamer, welke zij van nu af aan, als myn bescherme linge, bewonen zou. Ik zelf begaf mij, «na de weeze hartelijk gekust te heb ben, naar het aangrenzende gebouw, waar ik met mijn broeder en pater Lodewijk woonde, en dat in het eigen- lij en legde mij te bed. Ondanks de droefheid over MikolaJ van wien ik zeer veel gehou den had, gevoelde ik my in myne PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaalf 1.25 Idem franco per post-1-50 Met Geïllustreerd Zondagsblad- 1.50 Idem franco per post-1.90 Abonnementen worden dagelijk» aangenomen aan ons BureauLange Tirmokwkg 04, bij onae Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren. Telefoon Intere. 82. Uitgevers A. BEKMAN EN ZOON. Lohman en Kuyper gingen een» samenbeiden noemen zich anti revolutionair. Zelfs een godsdienstig verschil onderscheidt hun beider partijen niet. Maar er is toch een dflepe oorzaak, die de afscheiding der Lohmanmanen in het leven riep Het stuitte Lohman langer tegen de borst onder de leiding van dr. Kuy per te staan. Ziehier de geheele quaestie. En wij kunnen ons Lohman’s houding zoo goed indenken. Waar lijk, bij hem behoeft men geen oogen blik te denken, dat hij óók eens leider wilde zijn. Wie de Savornin Lohman kent, weet wel beter. In tegendeel, zwaren strijd heeft het hem gekost, voor hij den grooten stap deed, voor hij zijn partij ver liet, om een nieuwe, van dr. Kuyper onafhankelijke, te stichten. Die scheiding heeft ook voor ops groote beteekenis. Op zichzelf behoeft een uiteenvallen van een politieke partij in twee deelen den tegenstan der nog niet altijd te verblijden. Maar hier was de oorzaak der split sing een rechtvaardiging van de grieven van de onzen tegen onzen geduchten tegenstander Kuyper. Daarom halen wij deze geschiede nis nog even naar voren. Al wat vrijzinnig dacht, verzette zich sinds jaar en dag tegen de verafgoding, die in de antirevolutionaire partij viel waar te nemen. Wat Kuyper, de van God gegeven leider, deed, was goed gedaanIedere frontver andering van Kuyper werd onmid- delijk door de gedweëe volgelingen meegemaakt. De Deputatenvergade- ringen knikten maar ja en amen gedachten wisseling kende men in Kuyper’s partij niet, zelfs niet op de hooggeroemde Deputatenvergaderin- gen, die naar dr. Kuyper’s getuige nis, alleen maar moeten dienen om de broederen te „bezielen”. Een ieder onzer gevoelde het gevaar van een partij, die zoo uitsluitend het instrument was in handen van een leider, die voor tiets terugdeinsde. Daartegen kwam een groeiend ver zetzij, die voor ren yrije ontwik keling van ons publieke leven ge voelden, beseften 1 maar al tv zeer het gevaar van zulk een „domme kracht” in handelt van dr. Kuyper Het stond echter niet aan dr onzen om daarin verandering te1 brengen, ons geluid drong ftirt tot Kuyper’s getrouwen door. Door een streng- gehandhaafde eenzijdigheid in Kuy per’s partij-pers vernamen de kleine hij den niets, wat Kuyper niet ge schikt voor hen óórdeelde. HqJ was puur politiek clericpiMuir. Dit werd Lohninu te uiachtig en zoo keerde hij ten slotte den grooten demagoog den rug toe. Het moet voor den eerlijken Lohman ren ver ademing geweest zijn, toen hij zich uit het knellende ‘partijverband van dezen partij-paus had losgrmaakt. En het bleek dan ook m^ar al te duidelijk uit Lohman’s verder op treden, dat hij daar niet thuis ge hoorde, dat hij\er, om het ronuuit te peggen, te good voor was. Lohman wil ook in de staatkunde met Gods ordinamiën rekenen, even als Kuyper. Het Jzij £oo in de prac- tijk zien wij, datjdit hun beiden niet gelukt en dit „Meginsel” heeft daar door voor ons Mrinig méér beteeke nis dan een /hrase, waaraan men nu eenmaal gjhecht is. Maar er is een groot verschil tusachen Lohman en Kuyper en dit maakt Lohman voor ons zoo veel aantrekkelijker Lohman is een man uit één stuk, een man op wiens woord men staat kan maken, die niet in „trekken” zijn kracht zoekt en wieps „kleur” niet verschiet naar gelang der om standigheden. Stel daartegenover Kuyper sterke figuur voorzeker, maar in haast alle opzichten het tegendeel van Loh man. Kuyper. die als democraat hoopte te sterven, regeerde als de oudste conservatiefKuyper zocht altijd de overwinning, zocht boe

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 1