II
d
EDELE HARTEN.
No. 11471.
49e Jaargang.
Maandag 30 Januari 1911.
behalve Zon- en' Feestdagen.
II
it
•s
n
Buitenlandse^ Nieuws.
n
lEULLLIOA
1
2bTie-cL-ws- exx ^.d.-Trextezxtie1olsud. voer G-oxxda, OxxxstxelcexL.
Verschijnt dagelijks
Emtsn leixxd..
Ben ik Kiezer?
Telefoon Interc 82.
de lijfrente worden
de 75 ze-
S-
kind to
marken.
dor een
un, rustig
dan de best
van medelijden
60UDSCHE COURANT.
logs-
stegen.
Oohtenrijk-Hongaiuje.
Een rijk eigenaar te Miskolfcz, in
Hongarije, leefde sinds eenigen tijd
in onmin met zijn neven en nichten.
Onlangs is hij gestorven en vermaakte
marinebegrooting weer
Admiraal Montecucoli
tranen in de oogen.
„Laat mij naar o w
vroeg zij. y, ;was. De goede priester, die Hanna
Daar ik wist, dat de doodkist was vroeger reeds onderricht gegeven had,
In ’t algemeen is Australië niet een
land waar de Europeesche pers zich
bij voorkeur mee bemoeit. Echter is
in ’t begin dezer maand in het Au
stralisch Gemeenebest, de 10-jarige
vereeniging van de afzonderlijke staten
herdacht. Vóór 1900 bestond het
vijfde werelddeel uit zes afzonderlijke
staten.
In 1900 verkreeg men overeenstem
ming tusqchen de wenschen en ver
langens der zes verschillende staten
en het moederland, Engeland.
Op 1 Januari 1901 trad een wet in
werking waarbij de zes „staten” eeM
eenheid werden. Het merkwaardige
van Australië is juist, dat het op ’t
gebied van sociale wetgeving het oude”
Europa vèr voor is. Do regeering be
staat uit leden van de Labour-partij,
de arbeiderspartij, die bij de laatste
algemeene verkiezingen in Mei van
het vorige jaar een sterke meerderheid
in het Bondsparlement wist te ver
overen.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaalf 1.25
Idem franco per post- 1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad 1.50
Idem franco per post- 1.90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange
Tiendkweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel ei^de Postkantoren.
Telefoon Interc. 82
tels in het Lagerhuis en beschikt in
den Senaat ook over een zuivere
meerderheid van 10 leden.
Bij de behandeling van de begroo-
ting van Binnenlandsche Zaken heeft
de Fransche Kamer Vrijdag een paar
belangrijke beslissingen genomen.
Allereerst nam do Kamer een motie
van Jaurès aan, waarbij de regeering
werd uitgenoodigd zoo spoedig mogelijk
don leeftijdsgrens voor het ouderdoms
pensioen op 60 jaar te brengen en do
verzekering tegen invaliditeit te orga-
niseeren.
En verder nam zij een beslissing
inzake het optreden van den revolu
tionairen Afbeidsbond, de C. G. T.
Zooals reeds gemeld is, heeft de
afgevaardigde Berry een interpellatie
gehouden over het optreden der 0. G.
T. Hij vroeg opheffing van haar
rechtspersoonlijkheid en Laivelle wilde
haar door den rechter ontbonden zien.
Briand zette opnieuw het standpunt
van de regeering uiteen. De revolu
tionairen hadden tijdelijk de macht
in handen, maar weldra zou hun door
de meerderheid de leiding worden
ontnomen.
Ontbinding zou een slechten indruk
maken op de arbeiders. Toch zal de
regeering niet schromen zoo noodig
krachtdadig op te treden tegen het
ij„_ n n m
Ten slotte werd een motie van de
afgevaardigden Grosdidier en Verlot
met 398 tegen 3 stemmen aangenomen,
waarin verklaard werd, dat de Kamer
het standpunt der regeering goedkeurt,
en vertrouwt dat zij de ontwikkeling
viyi de vrijheden der vakverenigin
gen zal verzekeren en deze houden
binnen het terrein, haar door dé wet
ten voorgeschreven.
In Oostenrijk-Hongarije zijn do
en-:""1--
stemde er niet alleen mede in, om
Hanna gelegenheid te verschaffen tot
eene meer uitgebreide ontwikkeling,
maar prees mij ook om mijn ijver.
„Ik zie,” zeide hij, „dat ge ernstige
pogingen aanwendt, om het vertrou
wen, dat de stervende in u stelde, te
rechtvaardigen. Nu ge zelf nog maar
een kind zijt, strekt u dit tot eero,
aangenomen dat ge hierbij evenveel
volharding als ijver aan den dag zult
leggen.”
Ik bemerkte dat de geestelijke over
mij tevreden was. Waarschijnlijk
schepte hij er meer vermaak in, dan
hij er zich boos over maakte, dat ik
plotseling de rol van den heer des
huizes op mij genomen had. De oude,
man moest zeker overtuigd zijn, dat,
ondanks het kinderlijke in mijn op
treden, de beweegredenen toch zu ver
en goed waren en het zandkorreltje,
dat door hem in mijn hart was ge
plant, begon te ontkiemen. Overigens
was ik bepaald een lieveling van den
bejaarden priester. In mijn ki iderjaren
had ik steeds vrees voor hem gekoes
terd, maar sedert ik mijn jongelings
jaren ten einde liep, begon ik hem
meer te beheerschen al spoedig had
ik zijn zwak voor mij bemerkt, en ik
was volstrekt niet angstvallig, dit te
mijnen gunste te exploiteeren.
(Wordt vervolgd.)
aangekomen en Mikolaï juist gekist
werd, wilde ik eerst gaan zien, of
alles gereed was, alvorens Hanna er
heen te leiden. Terwijl ik mij naar de
sterfkamer begaf, ontmoette ik madame
d’Yves, en verzocht haar een ©ogen
blikje op mij te wachten, daar ik iets
met haar te bespreken had. Nadat ik
een oogenblikje gebeden had bij het
lijk van den ouden Mikolaï en de
laatste maatregelen voor zijne begra
fenis getroffen had, keerde ik naar
de Franchise terug, on verzocht haar,,
na verloop van de eerste wéék van
den rouwtijd, Hanna in de Fransche
taal en de muziek te onderwijzen.
„Monsieur Henri,” antwoordde ma
dame d’Yves, die er ongetwijfeld boos
over was, dat ik zoo zelfstandig te
werk ging, „ik zou het gaarne doen,
want ik houd veel van het jonge
meisje, maar ik weet niet, of dit
overeenkomt met de plannen uwer
ouders, zooals ik ook ernstig twijfel,
of zij ook bijzonder ingenomen zullen
zijn met de positie, waarin u Hanna
wilt plaatsen. Toch vooral niet al te
veel voortvarendheid, monsieur Henri
De weigering der FranQaise maakte
mij in niet geringe mate boos intus-
schcn verschafte het mij eenigen troost,
nat ik bij Pater Lodewijk gelukkiger
HANNA.
9)
„Om u te dienen, mijnheer!" ant
woordde Franz, op wien mijn gebie
dende toon blijkbaar indruk gemaakt
had.
Ik moet bekennap, dat de „mijnu
heer”, die deze betiteling voor het
eerst vaiï de lippen van den bediende
Koorde, nauwelijks in staat was een
lachje Van zelfvoldoening te onder
drukken het aangenomen stijf-deftige
gezicht kwam den „mijnheer" hierbij
echter te hulp. Een oogenblik later
was het couvert gereed, de deur ging
open en Hanna verscheen in een zwart
rouwkostuum, dat de kamenier en de
huishoudster des nachts voor haar ver
vaardigd hadden. Zij was zeer bleek
ep haar oogen getuigden van over
vloedig vergoten tranenhaar zware
gouden vlechten werden door een
zwarten strik saamgebonden en daal
den op haar rug af. Ik ging haar te
gemoet en leidde haar naar de tafel.
Mijne hoff^kheid en dé ongewone
vrije beschikking van ten minste f 100
(nominaal) ingeschreven in de Groot
boeken der Nationale Schuld, of van
ten minste f 50 ingelegd bij de Rijks-
postspaarbank, bij een bij de wet ge
noemde vereeniging die rechtspersoon
lijkheid bezit.
Eicamenkiezers zijn zij, die aan de
eischen van bekwaamheid door of
krachtens de wet gesteld, hebben vol
daan en benoemltiar zijn tot eenig
ambt, tot de veJrulling van eenige
betrekking of totale uitoefening van
eenig beroep <4^ bedrijf, m. a. w. on
derwijzers, ambtenaren, apothekers,
enz. enz.
Aan hen, die huh belasting nogf niet
voldeden, mogen we dus raden, deze
ten spoedigste ie voldoen, opdat dit
geen reden zou kunnen worden door
onwillekeurig verzuim het kiesrecht
te moeten missen. Bij de aangifte voor
loonkiezer is het niet verplichtend het
juiste bedrag op te gevende wet
gever heeft gerekend geen enkele on
juiste opgaaf te ontvangen.
Voor alle categorieën, behalve de
belastingkiezers, is de aangifte telken
jare opnieuw noodig.
Nu de tijd daar is, van 1—15 Febr.,
verzuime niemand zich op te geven.
Voor alle gewenschte inlichtingen
verklaren de vrijzinnige kiesvereeni-
gingen zich gaarne beeeid.
Ziedaar een vraag, die thans, nu
gedurende de eerste helft der maand
Februari a.s. de gelegenheid wordt
opengesteld zich ter gameente-secre-
tarie als kiezer te doen inschrijven,
een ieder bezig houdt.
Immers, wij behoeven niet te betoo-
gen, welk groot belang elk burger bij
kiesrecht heeft.
Er komen in Gemeenteraad, Pro
vinciale Staten en Eerste en Tweede
Kamer zooveel onderwerpen ter sprake
die de belangen des volks raken, dat
elk man, het aan zich zelf en aan de
gemeenschap verplicht is te zorgen,
dat hij, door gebruik maken van zijn
kiesrecht, directen en indirecten in
vloed kan uitoefenen op den gang van
zaken in gemeente, provincie en staat.
En de vrijzinnigen mogen wel waak
zaam zijn.
Voor Ben, (Jie voor de eerste maal
op de kiezerslijst moeten worden ingeX
schreven, en ook voor hen; die zich.’
telken jare opnieuw daarvoor moeten'
opgeven, vermelden wij hieronder aan
wie volgens de wet het kiesrecht wordt
verleend.
De Kieswet onderscheidtbelasting-
kiezers, huurkiezers, loon kiezers, spaar-
bankkiezers en examenkiezers.
Om kiezer te kunnen zijn moet men
wezen mannelijk Nederlander en den
leeftijd van 25 jaar hebben bereikt
vóór of op 15 Mei dezes jaars. Voor
kiezer voor den Gemeenteraad moet
men bovendien zijn aangeslagen in
een plaatselijke directe belasting.
Belastingkiezers zijn zij, die zijn aan
geslagen in een of meer der Rijks
directe belastingen en hun aanslag
hebben voldaan, of vóór of op 1 Maart
zullen hebben voldaan.
Voor déze categorie is het niet noo
dig zich aan de gemeente-secretarie
op te geven, daar voor deze de plaat
sing op de kiezerslijsten ambtshalve
geschiedt.
Als belastingkiezer wordt ook be
schouwd de mede-eigenaar eener on
verdeelde nalatenschap, waarvan in
het afgeloopen dienstjaar grondbelas
ting is betaald, mits zijn aandeel in
den aanslag daarvan flfinstens één
gulden bedraagt.
Aangifte voor de kiezerslijst is in
dit geval noodig.
Huurkiezers zijn zij, die als hoofden
van gezinnen of als alleenwonende
personen sinds 31 Aug. 1910 tot 1
oor-
ge-
w zei
Vrijdag, dat marine niet zoo duur
was als oorlog. Ondertusschen vroeg
hij toch maar even 312 millioen kro
nen in 6 jaar meer, ’t Is toch wel
leuk dat oorlog en' marine zoo elkaar
de schuld geven.
In het Gemeenebest bestaat leer
plicht van 614 jaar, het openbaar
onderwijs is overheerschend, en tus-
schen de verschillende staten, bestaat
vrijhandel, ofschoon voor het geheele
rijk een hoog beschermend stelsel is
ingevoerd.
Hoe kwam de Arbeiderspartij zoo
plotseling aan zulk een groote meer
derheid Daarvoor zijn verschillende
oorzaken
1°. Een belasting ope de onverdiende
waardevermeerdering van grond is
ingevoerd.
2°. Een 8-urige arbeidsdag is voor
alle bedrijven tot regel gemaakt,
terwijl binnenkort een wekelijksch
arbeidsplan van 44 uur 4 uur
op Zaterdag zal worden inge
voerd.
3°. Een omvangrijk systeem van
arbeidsbescherming is ingevoerd, al
leen de ziekteverzekering is nog aan
particulieren toe vertrouwd.
4°. Zijn er looncommissies gevormd,
waarin arbeiders en patroons gelijk
zijn vertegenwoordigd en wier uit
spraak bindend is.
5°. Op de jongste begrooting is 24
millioen gulden uitgetrokken voor
ouderdomspensioen, waarop vrou
wen op 60-jarigen en mannen op
65-iarigen leeftijd recht krijgen, ter- v
wijl invaliden vanaf hun 16e jaar op revolutionaire optreden der C. G. T.
pensioen aanspraak hebben, zonder m
tot eenige bijdragen verplicht te
zijn. En al deze wetgevenden arbeid
is verricht door de arbeidersregee-
ring zelf, onder het kabinet Fisher
of onder drang en met mede
werking der Labour-partij.
meeste steun heeft zij zich vei**
«eïard door haar propaganda voor den
aitf’ilf.iop van groote stukken land, die
in kleine gedeelten werden ver-
woent, met zeer gemakkelijke beta*
fingscondities. Hierdoor was het dui
zenden arbeiders mogelijk ook een
1 eigen boerderij te beginnen.
In staten waar deze „landhonger”
reeds gestild was, ging de Labour*
Partij dan ook niet vooruit.
Verder was zij op godsdienstig ge
bied volkomen neutraal, zoo zelfs dat
zij zich ten opzichte van den eisch
van verschillende predikanten om den
bijbel op de Staatsschool in te voeren,
onzijdig hield.
AI deze dingen hebben er toe mee
gewerkt om de Arbeiderspartij een
zoo groote overwinning te doen be
halen. Zij bezet nu 44 van de 75 ze-
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer- 0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f 0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel.
Groote letters on randen naar plaatsruimte.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
Febr. 1911 hebben bewoond, krachtens
huur, een huis of een gedeelte van
een huis of twee huizen of gedeelten
van huize» in dezelfde gemeente met
of zonder bijbehoorenden grond enz.,
waarvan de huurprijs per week be
draagt voor Gouda f 1.75; voor Ca-
pelle a. d. IJ. f 1.50; voor Krimpen
a. d. IJ., Nieuwerkerk a. d. IJ. en
Schoonhoven f 1.25; voor Alfen, Am-
merstol, Bodegraven, Boskoop, Gou-
derak, Haastrecht, Krimpen a. d. Lek,
Lekkerkork, Moordrecht, Ouderkerk
a. d. IJ., Oudewater, Woerden, Reeu-
wijk en Waddinxveen f 1.—
Loonkiezers zijn zij, die van af 1
Febr. 1910 tot en met 31 Jan. 1911
bij niet meer dan twee personen, on
dernemingen, openbare of bijzondere
instellingen in dienstbetrekking of als
inwonende zoon in het bedrijf of be
roep der ouders werkzaam zijn geweest
en als zoodanig over dat jaar een in
komen hebben genoten van f 9.Ar
week' voor Gouda; f 8.voor CapFllo
ag. d. IJ.; f 7.voor Krimpen a. d.
^«Nieuwerkerk a. d. IJsel en Schoon-
npvenf 6.50 voor Alfen, Bodegraven,
Boskoop, Gouderak, Haastrecht, Krim
pen a. d. Lek, Lekkerkerk, Moordrecht,
Oudewater, Woerden, Reeuwijk of
Waddinxveen; of dat zij op den len
Febr. 1911 in het genot zijn vaneen
door eene onderneming, openbare of
bijzondere instelling verleend pensioen
of verleende lijfrente van gelijk be
drag; met dien verstande dat door
hen, die in beide gevallen verke©ren,
zoo noodig, ter bereiking van het ver-
eischte bedrag, het inkomen, het pen
sioen en de lijfrente worden samen
geteld.
Wordt het inkomen berekend met
vrije woning of inwoning, of vrije kost
en inwoning, dan bedraagt dit voor
Gouda in het eerste geval f 87.50 per
jaar en in het tweede geval f 212.50
per jaar, en kan hét geldelijke inko
men daarbij worden getrokken. Voor
elke gemeente in dit district zijn voor
de beide genoemde gevallen verschil
lende bedragen vastgesteld, die aan
de gemeente-secretarie kunnen worden
aangevraagd.
Bij de berekening van het inkomen
mag ook worden gevoegd de bedragen
door de vrouw verdiend, en de helft
van de door minderjarige kinderen
ingebrachte verdiensten.
Spaarbankkiezers zijn zij, die van af
1 Febr. 1910 tot en met 31 Jan. 1911
den eigendom hebben met recht van
omgeving schenen het arme
beklemmen en het verlegen te
Toen wist ik nog niet, dat
groot verdriet een eens
hoekje weldadiger waj^/
gemeende betuigingen i
en vriendschap. Het is dus niet onmo
gelijk, dat ik de arme Hanna bij deze
gelegenheid tamelijk tot overlast ben
geweest door mijn streven om haar
mijn taak van beschermer zooveel
mogelijk ten goede te laten koihen.
Zij bewaarde het stilzwijgen aan het
ontbijt, en antwoordde slechts met een
enkel woord op mijn vragen, wat zij
eten of drinken wilde.
„NietsDank u, mijnheer 1”
Dit „Dank u, mijnheer!” deed mij
pijnlijk aan, vooral, omdat Hanna ge
woon was, vertrouwelijker met mij om
te gaan en mij eenvoudig met „jonge
heer" aansprak. Waarschijnljjk brach
ten de wijze van mijn optreden, sedert
den dood van haar grootvader, als-
;mede de volkomen veranderde ver
houdingen, haar nog meer in verle
genheid, dan waarjioe zij van nature
reeds geneigd was. Onmiddellijk na
het ontbijt nam ik haar ter zijde, om
haar te zeggen
„Gij moet weten, HannaL dat ge
jiVan nu af aan mijn lieve zuslier zijt
,en dug niet meer „mijnheer” tégen
mij moogt zeggen!”
„Goed, mijn jongeheer
Mijn toestand tegenover het jonge
meisje, was op dit oogenblik hoogst
zonderling. Ik wandelde met haar in
de kamer op en neder, zonder te
weten, wat ik haar zou zeggen. Ik
had haar zoo gaarne hartelijk getroost,
indien dit mogelijk geweest ware,
zonder van den ouden Mikolaï en zijn
overlijden te spreken; want dit zou
haar smart opnieuw wakker geschud
en haar nauwelijks gedroogde tranen
weder hebben doen vloeien. Eindelijk
zette ik mij met haar op een lage sofa
in een hoek van de kamer neder,
vlijde haar hoofdje aan mijn borsten
streek zachtjes over haar gouden lok
ken. Zij leunde op mij als op een be
minden broeder, en vermoedelijk was
het het zoet gevoel van vertrouwen
dat nu in haar hart ontwaakte, dat
opnieuw haar tranen deed vloeien. Zij
weende bitter en ik trachtte haar te
troosten, zoo goed ik kon.
„Begin nu weer niet te weenen,
lieve HannaDenk er liever aan, dat
uw grootvader nu in den hemel is
ik zal alles in het werk stellen, om..."
Ik was zelf niet in staat verder te
spreken, want ook mij stonden de
grootvader gaan,7
„Laat mij
jongeheer