AS W MEUK MsleUen.^ H als IANT iürWT. ESSEN EDELE HARTEN, No. 11473. J f KtUiUKTOX. akenaon L Zoon. em. - ff Woensdag 1 Februari 1911,. 49e Jaargangf XTï.e"ü‘W’s-exi.^x.d.T7’ex,tezx,tïe'blsbd. ■voorG-oij.d.a, ezxOxxxstxelcezx- Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. - Feiten tegenover Theorie. P' i Telefoon Interc. 82. Kaden Totaal kaas vee vleesch huiden 3.250.000 PANNA- (Wordt vervolgd.) r n n BIJL, BAART L?. 8 urnfr Lozing Visser voorde iprsvereeniging trds-credjetbpn- Artikelen boter tarwe rogge gerst haver vlas koolzaad at onze jèft tot te en in tide succes BB. er t 1.05. in f909 212. H.L. 28.5 27.7 43.4 48.2 ffl.vermnkdijk- dan in ópze ange Groep? sring Kleerm (Jerlmg Hulp- betooverende oogen recht innig aan keek, dan drong hij tot het hart door. Zijn gelaatstrekken waren regelmatig en edel gevormd, alsof zij door den beitel van een beeldhouwer voortge bracht warenzijn huidkleur was teederom zijn min of meer opge trokken kersroode lippen speelde een allerbekoorlijkst lachje, waarbij een dubbele rij parelwitte tanden te voor schijn kwam. Zoodra Selim echter in toorn ontstak en met zijn makkers aan het vechten geraakte, dan was de zoete betoovering, die anders over geheel zijn wezen uitgespreid lag, plotseling als weggevaagd en werd men bijna door vrees voor den zacht- aardigen jongeling bekropen. Dan schenen zijn oogen overlangs uit te rekken en fonkelden als die van een wolfde aderen in zijn hals zwollen op, zijn gelaat werd donkerrood en de Tartaar ontwaakte in hem de ware Tartaar, die onze voorvaderen zoo vaak in den oorlog hebben leeren kennen! Maar dit duurde slechts een oogenblikdaarna barstte Selim in tranen uit, smeekte om vergeving en omhelsde zijn tegenstander, die hem dan gaarne vergaf. Hij had een hart van goud en was steeds met edele neigingen bezield. Hij was echter zeer dikwijls verstrooid en lichtzinnig en maakte in zijn studie, ondanks zijn ns Genopgeh** 8 uur. Liefda- van „Piet in idsche Jongens PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post Met Geïllustreerd Zondagsblad Idem franco Abonnemenl TiePdbwbg Telefoon Interc. 82.' JN VAN EEÊN worden in verzegelde i vijf, twee en i een tfed. on» ding van Nom- s, voorzien van d Merk, vol- rt- gedeponeerd. de uitvoering de orders aan- groote bekwaamheden, slechts matige vorderingen, want hij was lui. In overeenstemming met zijn ondoor dachte en onbeteugelbare natuur was hij een voortreffelijk ruiter, die oven goed kon schieten en vechten als paardrijden. Wij beminden elkander als twee broeders en stoeiden en twistten wel dikwijls, maar waren toch altijd weer spoedig goede vrien den met elkander. De vacantie en de meeste vrije dagen bracht ik in Chor- zeli door, of Selim bij ons. Ook nu, na de begrafenis van Mikolaï, zou hij de Kerstvacantie geheel bij ons door brengen. Omstreeks vier uren in den namiddag, kort nadat het diner afge- loopen was, vertrokken de overige gasten. De korte winterdag liep reeds ten einde, het avondrood schemerde door de vensters, en om de met sneeuw beladen en in een rossigen glans ge hulde hoornen vlogen de kraaien kras send en schreeuwend rond. Groote vluchten dezer zwarte vogels trokken hit het bosch over den vijver, om zich hier in de laatste stralen der wegster venden dag te verlustigen. In het vertrek, waar wij ons sedert het middagmaal bevonden, heerschte diepe stilte. Madame d’Yves had zich als naar gewoonte in haar kamer te ruggetrokken, terwijl pater Lodewijk met groote stappen in de kamer op en neder wandelde, en mijn beide zusters op het tapijt onder do tafel zoodanig met elkander stoeiden, dat de gouden lokken, die de beide hoofd- jes sierden, in elkander verward raak ten. Hanna, Selim en ik hadden ons op een sofa nabij het venster neder gezet en volgden met onze blikken het wegkwijnende daglicht, dat zich achter het bosch aan de overzijde van de rivier ter ruste begaf. Weldra was de duisternis geheel gedaaldpater Lodewijk verliet ons, om zijn Ave te gaan bidden, mijn zusjes volgden elkander naar een aangrenzende ka mer en zoo bleven wij alleen. Selim wilde reeds beginnen te keuvelen en te schertsen, toen Hanna vol angst dichter bij mij schoof en fluisterde „Ik ben zoo bang, jonge meester, ik ben bang.” „Vrees niet, mijn kleine Hanna,” antwoordde ik, terwijl ik haar naar mij toetrok„steun maar op mij, gij zijt immers bij mij en behoeft dus niet bang te zijnKijk eens, ik ben ook niet bang en zal u altijd weten te beschermen I” r-’en Woning- traat, te 2 uur dands-eommis- rg”. 98 Qenoegen”, Abonnemepts- kan pooit *e- sjpelgrs. enoegep” #pal oeriftg Vereen. 1P Bij ons te huis was hfl aller lieve ling, alleen mijn vader had een „maar” tegen hem misschien gevoelde zijn vadertrots zich gekrenkt, doordat de jonge Tartaar beter kon schieten en vechten dan ik. Daarentegen vond hg in madame d’Yves een warme aan hangster, die niet dulde, dat er iets van hem gezegd werd immers, hij sprak Fransch als een geboren P&rij- zenaar, en, wat hier hoofdzaak wa^, hij vermaakte de Eranyaise, met zijn voortdurend gebabbel en zijn schert sen, beter dap wij allen. Reeds ten tijde van Bithold hadden Dawidowitsph voorvaderen zich hifr nedergezet op een domein, dat Jajn Sobieski, geschonken had aan een Mirsa Dawidowitsch, die kapitein was bij de P&tizajpkische huzaren en onder de muren van Weenen wonderen van dapperheid moet verricht hebben. Nqg heden hangt hei portret van dezen veklhptt CPhorzeli; j» n «5.Z K.G. 606. K.G. 27.3 H.L. „wordenis er een strooming opge- „komen, die het vervaardigen van „minderwaardige kaassoorten wil be- „ïemmerenbeginnen nieuwere inzidn- „ten op het gebied van boerenwonin- „genbouw en in het bijzonder van „stalinrichtingen baan te breken zijn „nieuwe hulpmoststoffen in gebrek „genomenwordt met kracht door „kweekers van erkende bekwaamheid „gewerkt aan de verbetering der varjë- „teiten onzer landbouwgewassen be- „gint men meer waarde te hechten „aan het zuiver vermeerderen en win- „nen van zaaizaad beginnen verschil- „lende gemeenten hun woeste gronden „in cultuur te brengen.” Inderdaad, het is aangenaam ook van de zyde eener protectionische Re- geering te hooren dat „er veel is wat bemoedigt” 3°. Als derde reden eindelijk van den bloei van den landbouw mag ook nog worden genoemd een goed geleide Staatszorg, geheel gericht op de tech nische verheffing van hot bedrijf en op aanmoediging of ondersteuning van het eigen initiatief. 'J)e drie genoemde factoren hebben elk voor zich en alle te zamen mee gebracht, dat de Nederlandsche land bouw zonder protectie waarlijk de ver gelijking met het beschermde buiten land zeer goed kan doorstaan. Bescherming bleek men te kunnen missen, de productie wist zich te ver heffen zonder kunstna; tige prijsverhoo- ging van het product. Wel echter is de hier bestaande handelsvrijheid zon der twijfel voor die ontwikkeling van den Jandbouw een zeer gunstige factor geweest, omdat ze, alle bedrijfsmate- rialen onbelast latend, den landbouwer in staat stelde niet alleen goed maar ook goedkoop te produceeren. Het beste bewijs, dat de landbouw niet verkeert in een „toestand van inzinking”, is het feit, dat van den kant van de Nederlandsche protecti- onisten niet meer om landbouwbescher- ming gevraagd wordt. Doch daarmee groeven zij zich den grond onder de voeten wegimmers daarin ligt de erkenning, dat de 29 percent van de bevolking die in den landbouw hun bestaan vinden, geen profijt zouden hebben van de door hen verlangde protectie. dat op de Duitsche boerderijen over de grens, niettegenstaande de prijs van het Duitsche graan f 1.5 a f 2.5 hon ger is dan op de Groningsche markt, ten gevolge van de aan de protectie te wijten minder intensieve bewerking van den bodem een gemiddeld aan merkelijk minder groote opbrengst van alle landbouwproducten wordt ge maakt de gemiddelde opbrengst van den Duitsohen bodem bedraagt trou wens bijna 2000 K.G. tarwe per Hectare, tegen die in Nederland ruim 2600 K.G. 2°. In de tweede plaats is de blöei van den landbouw toe te schrijven aan de coöperatie en een sterk ont wikkeld vereenigingsleven, dat gedra gen wordt door de belangstelling en de toewijding der leden coöperatieve boter- en kaasfabrieken verrezen overal in den landeonderlinge contrólever- eenigingen van melk en andere zuivel producten, veefokvereenigingen eet. werden opgericht. En voor het bewijs der stelling dat onze landbouw onder het vrijhandels- stelsel door eigen kracht tot bloei is geraakt, kunnen wij ons al weder be roepen op een officieel staatsstuk van den Minister van Landbouw, die be hoort tot de partij welke protectie schrijft in haar vaandel. De Memorie van Toelichting op zijn begrooting voor het jaar 1911 behelst nl. oen pleidooi voor het toekennen van een subsidie aan de Koninklijke Nederlandsche Landbouwvereeniging voor het houden van een Nationale Landbouwtentoon stelling, vnl. om de gelegenheid te openen om .te doen zien „wat in de verschillende deelen van Nederland bereikt is,” niet alleen ten opzichte van de rundvee- en kleinveefokkerij, doch ook ten aanzien van alle overige takken van ons land- en boschbouw- bedrijf. En van de „velerlei rijke ervaringen die tot algemeen eigendom zullen kun nen worden gemaakt” noemt de Me morie om slechts „enkele voorbeelden uit vele aan te halen” de volgende. „Zoo is door de reorganisatie van het „Nederlandsche Paardenstamboek de „basis gelegd voor meer rationeele „teeltheeft de Nederlandsche boter- controle een hoog staande plaats ver overd wordt daarnaast aan het tot „stand komen eener kaascontröle „krachtig gewerktis het maken van „Cheddar en Cheshirekaas een nieuw „onderdeel van ons zuivelbedrijf ge- 2.000.000 4.000.000 2.000.000 109.450.000 174.000.000 toeneming 64,450.000 In tien jaar tijds de waarde van den export van de voornaamste landbouw producten t regen omen met bijna 60 percent Geen wonder dat het tegenwoordig protectionistisch Kabinet in de Troon rede van 21 September 1909 kon zeg gen dat „de toestand van land- en tuinbouw niet onbevredigend kan wor den genóemd”. Volgens het officieele lahdbouwverslag bedroeg de uitvoer waarde van alle landbouwproducten in 1907 ongeveer 210 millioen gulden. Een voorbeeld van schitterende re sultaten van de politiek der self-help levert ook het bollenbedrijf. Uit het gedenkboek, uitgegeven bij gelegen heid van het vijftigjarig besta ah der Algemeene Vereeniging voor Bloem bollencultuur, blijkt dat het pantal leden van 200 in 1860 steeg tol 3200 in 1909 het aantal bezoekers van de bloembollenbeurs te Haarlem nam toe van 2281 in 1893 op 4602 in 1909 het aantal op het aanzegshuis te Haar lem behandelde manden klom van 5690 in 1896 tot niet minder dan 16.014 in 1909het aantal H.A. bollenland, in 1860 nog slechts 300 H.A., bedroeg m 1909 4000; een raming van de waarde van den bollenexport wijst een stijging van 1 op 12 millioen gulden, terwijl sinds 1897 de totale export steeg van 5‘/2 millioen KG. op onge veer 18 millioen in 1909. Wie een verklaring wenscht voor dezen gestadigen vooruitgang, kan haar niet vinden in de protectie, Want het bedrijf is onbeschermd, doch heeft haar te zoeken in de volhardende krachtsinspanning der bloembollen kweekers en handelaars zei ven. Bedrijven op zulke grondslagen op gebouwd, bezitten in zich zelf de kracht tot gezonde ontwikkeling. Dat onze tuinbouw in al zijn ver takkingen over het algemeen blijk geeft van welvaart en voorspoed, is niet voor tegenspraak vatbaar en er mag wel eens nadrukkelijk op worden ge wezen, dat de indrukwekkende voor uitgang in den export van onze tuin bouwproducten heeft plaats gehad onder het vigeerend vrijhandels stelsel. De bollenkweekers wenschen dan ook geen bescherming, zij hebben zich zelf in moeilijke omstandigheden gered en nog zeer goed den wonderlijken in druk, dien dit portret op mij maakte. Kapitein Mirsa zag er bijzonder schrik wekkend uit met zijn bruin gelaat, dat met tallooze litteekens doorploegd was, met zijn scherp vooruitstekende juk beenderen en zijn onheilspellend glin sterende oogen, die den toeschouwer steeds schenen te achtervolgen, of hij er recht voor of ter zijde stond. Mijn vriend Selim vertoonde intusschen niet de geringste gelijkenis met zijn dap peren voorzaat. Zijn moeder, met wie zijn vader in de Krim gehuwd was, was geen Tartaarsche, maar een Kau- kasischewijd en zijd noemde men haar de schoonste aller schoonen en de gelijkenis tusschen haar en haar zoon moet volmaakt geweest zijn. Ja, Selim was een wonderschoone jonge ling I Hij had geen Tartaren-oogen, maar, ondanks den bijna onmerkbaar schuinen stand, groote, prachtige, voohtigglinsterende oogen, waarin een trek van zwaarmoedigheid lag oogen ■ooals nagenoeg alleen bij de Geor- gerinnen aangetroffen worden, en die, wanneer zij rustig kijken, een onuit sprekelijk zoete betoovering uitoefe nen. Ik heb nooit meer dergelijke oogen gezien en zal er wel nooit meer zoo zien. Wanneer Selim iemand iets ver- ik herinner mg zopht en hem tegelijkertijd met zijn f 1.25 - 1.50 - 1.50 per post - 1.90 m worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLanöe 4, bij onie Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren. 4-r Ter illustratie en meer dan illustratie is ook niet bedoeld dat inderdaad onze Groningsche boeren meer uit den grond weten te halen dan hunne onder protectie levende Duitsche buren, moge nog dienen GOIJDSCHE COURANT. PRIJS DER ADVERTENTIE^ Van i--5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 EIJse regel meer - 0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f 0.35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. zij zullen zich weten te redden, zoo lang de Regeering van h,et eigen land hun niet de middelen dakrtoe ontneemt. Ook hier kan wederom oen beroep worden gedaan op <te’ getuigenis van een voorstander vanbeschermende rechten. De oud-Minisf|6r Mr. de Marez Oyens, zeide, toen hij bij gelegenheid van een automobieltocht door den bollenstreek, aan de internationale jury der Haarlemsche Bloeinbollententoon- stelling aangeboden, het „automobilis me horticole” verheerlijkte gij bol lenkweekers zijt wel beleefd de wel willende gezindheid def Regeering te herdenken, maar ik heb steeds den indruk gekregen, dat gij u toch eigen lijk meestal zelf geholpen hebt en dat de opeenvolgende ministeries maar heel weinig voor u hebben gedaan. Gij zijt dan ook echte automobilisten, „zelfbewegers” op het gebied van den tuinbouw.” Geldt niet ditzelfde ook voor den landbouw Doch hoe zijn deze getui genissen van twee protectiönisten van naam dan te rijmen met de opvatting dat onze vrijzinnige handelspolitiek, onder welke zulke schitterende resul taten werden verkregen^ er eene is „die zich kenmerkt door spierloosheid en karakterloosheid” Het komt ons voor dat deze bowling in strijd is met de ^oor hen zelden gereleveerde De bloei van den Nederlandschen landbouw is voornamelijk toe te schrij ven aan drieërlei oorzaak 1°. De toegenomen energie bij den boerenstand, zich uitend vooral in een woekeren met den grond en met de bedrijfsmiddelen. Dit mag onder meer worden afgeleid uit de volgende cijfers betreffende de toeneming der producti viteit van den bodem. De jaarlijksche productie per Hectare was nl. voor gem. in 1876-1880 aardappelen 112. H.L. 21.2 17.4 36.1 37. 427. 21.1 H.L. I f 2Jooabj bekend isL vragen de protec- tiokisten invoering [van beschermende rechten om „den nationale#ju-beid te bevorderen” en de vaderlafidsche nij verheid „op te heffen uit flen toestand van inzinking’4 waarin zy vdrkeert. Mag men dus de protectiquisten ge- looven, dan is het wel droevig gesteld met onze volkswelvaart. Doch door hen wordt tot dusver verzuimd daar- vap het bewijs te leveren. Laten wij achtereenvolgens* eens on- 'derpoeken hoe het met de bronnen van onze volkswelvaart gesteld is. In het vorige opstel gaven wy reeds enkele cijfers waaruit blijkt (handel allerminst reden klagen. Hoe staat het dan rfiet den tftndöouw? i Bij de bespreking der protectionis tische beweging zagen wij i dat het Nederlandsche Landbouw-coijnité van bescherming niet wilde hooren en dit onomwonden in zijne conclusie heeft uitgesproken. En heeft dat fiere ver- trouwen in eigen kracht niet aan de verwachting beantwoord? Dank zij het gezonde verstand der landbouwers en hunne vertegenwoor digers, die van geen kunstmatige mid delen wilden weten, verkeert de land bouw thans in bloeienden toestand. Dat inderdaad gunstige resultaten zijn ver kregen moge blijken uit de cijfers, welke de tot het protectionistisch Ka binet behoorende Minister van Land bouw, Nijverheid en Handel heeft ge geven bij de behandeling van de Staats- begrooting van 1909. Zij betreffen dep toenemenden export van verschillende landbouwartikelen Waarde van den export in guldens. 1897 1907 28.800.000 38.000.000 Toeneming 9.200.000 21.000.000 32.000.000 10.f 8.000.000 22.< 22.000.000 26.000.000 4.000.000 5.000.000 6.000.000 1.000.000 tuinbouwprod. 15.000.000 23.000.000 8.000.000 aardappelmeel 4.400.000 9.000.000 4.600.000 strookartoD 3.250.000 6.000.000 ï.750.000

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 1