Opruiming ADVERTENTIES Buitenlandsch Nieuws. Brieven uit de Hofstad. JBi xxnexi.lari.<aL- VERGADERING VAN DEN GEMElNTERAA EPelterij eaa. D. SAMSOM. om de wettelijke voorschriften met het kanomieke recht in overeenstem ming te brengen. De meerderheid der bisschoppen en der geloovigen wenschte dit vergelijk, maar de Paus bleef onbuigzaam en zoo verloor de Fransche kerk behalve de inkomsten van staatswege, ook nog die, welke zij aan de vroomheid van vroegere geslachten dankte. De gees telijkheid heeft toegegeven, doen de toestand is droevig geworden, aldus Houx. Wat zal er van de traditio- neele godsdienst van ons land worden, vraagt hij verder. De toestand in Frankrijk wordt nog met den dag slechter, steeds minder wordt het aan tal geloovigen, steeds minder hun offervaardigheid voor de kerk, steeds minder het aantal van hen, die zich voor den geestelijken dienst willen laten opleiden, omdat zij met handen arbeid hun schamel loon misschien zullen moeten aanvullen. Het is goed, dat een bekend en goed katholiek er nog eens op gewezen heeft dat de verantwoordelijkheid voor den toestand alleen gelegd moet worden op het Vaticaan. In de Italiaansche Kamer had de socialistische fractie een motie inge diend omtrent de duurte der levens middelen. De motie luidde aldus „De Kamer, gegeven de aanzienlijke duurte der levensmiddelen welke üog ge voeliger gemaakt is door de werkloos heid in verschill. vakken gedurended en winter en de crisis in eenige takken van nijverheid, noodigt de regeering uit een reeks maatregelen voor te stellen strekkende tot een zoo snel mogelijke en blijvende verlaging van den buitengewonen prijs van het volks- voedsel, inzonderheid dien van brood, vleesch, visch en suiker." De afgevaardigde Salandra had inlichtingen gevraagd over de beloofde hervormingen, daarop heeft nu de minister-president Luzzatti geant woord, dat men in het kabinet ver trouwen moest hebben. Hij verzocht hun, die aarzelden of twijfelden, tegen de Regeering te stemmen, want het kabinet wilde aanblijven met het noo- dige gezag of anders zonder wroeging aftreden. Een motie van vertrouwen in de Regeering werd aangenomen met 261 tegen 88 stemmen en 9 blanco's en met groote meerderheid werd de socialistische motie verworpen. Het schijnt de Turken in Yemen nog allesbehalve goed te gaan. De regeering is voornemens 600.000 man reserve op te roepen, ten einde het staande leger, dat 400.000 man sterk is, op een millioen soldaten te brengen. Ofschoon in sommige kringen dit be sluit in verband gebracht wordt met de wrijving tusschen Bulgarije en Turkije, is het vrij zeker meer met do werkelijkheid in overeenstemming dat het gaat in verband met den opstand in Yemen. Er heeft weer een gevecht plaats gehad waarbij de Arabieren aan de winnende hand waren. Slechts een aangekomen versterking deed de kans keeren. Volgens een officieel tele gram, dat dus dentoestand voor Turkije wel niet te donker gekleurd zal hebben, verloren de Arabieren 200, de Turken 60 man. Frankrijk. De mergelgraver Rigout, die den 26»bon Januari door een aardstorting in een mijn nabij Rouaan werd opge sloten, kan volgens de deskundigen niet gered worden. De aanwezige inge nieurs hebben verboden met het red dingswerk voort te gaan, daar dit levensgevaarlijk werd voor de redders zelf. Duitsohland. Het lijk van Paul Singer is in een zaal van het gebouw van de Vorwftrts op een katafalk geplaatst. Zoldering, muren en vloer van die zaal zijn met zwarte stoffen behangen en belegd, en op den achtergrond van het hoofd einde staan palmen en bloeiende azalea's. .Bij de kist liggen alleen kransen van de Jamilie. Intus3chen zijn in het gebouw van de Vorwftrtaf uit heel Duitscliland kransen aj(M|Bkomen, om op het graf neergeleg<rjé worden, en uit alle oor den van de wereld telegrammen van rouwbeklag. Onder andere hebben van hunne deelneming laten blijken de sociaal-democratische arbeiders- Êartijin Nederland, de Deensche partij, et Zweedscho partijbestuur, de Bul- faarsche socialisten, het Russisch- oodsche arbeidersverbond te Genève, de Weensche arbeiderspartij, de soci- alistische partij te New York enz. Te Wiesbaden hebben gisteren de geneesheer dr. Selio en de koopman Julias Fritz, beiden uit Berlijn, als ▼alsche spelers terechtgestaan. Dr. Sello heeft, hoewel hij pas 37 jaar oud is, een bewogen leven achter zich. Hij heeft zeven jaar in de geneeskunde gestudeerd en in dien tijd 100.000 mk. van zijn ouderlijk vermogen opge maakt. Nadat hij tot doctor bevor derd was, ging hij naar Engeland, Frankrijk en Italië, envervolgens is hij een tijd lang een van de genees- heeren van koning Leopold geweest. Later werd hij te Milaan opera-zanger. Daar leerde hij met valsch spelen aan den kost te komen. Hij sloot zich aan bij een anderen valschen speler, zijn medebeklaagde Fritz, en samen begonnen zij nu in de speelclub te Baden-Baden hun oneerlijke praktijken in toepassing te brengen. Te Wies- baden ontdekte men eindelijk, dat zij geteekende kaarten gebruikten. Uit brieven, die men te hunnen huize vond, bleek, dat zij leden van een internationale bende waren. Voor de rechtbank hebben zij een volledige bekentenis afgelegd. Fritz is tot anderhalf jaar, dr. Sello tot een jaar gevangenisstraf veroor deeld. Belgie. Het opzienbarend proces, dat advo caat Frischauer tegen prinses Louise van België voert, is nu geëindigd. Frischauer had prinses Louise vóór de rechtbank te Weenen gedaagd, om uitbetaling van zijn salaris ad 500.000 fres., benevens de teruggaaf van 13.807 fres., voorschotten. Bij scheidsrech terlijke uitspraak is nu aan Frischauer 168.169 fres. toegekend, benevens het bedrag der voorschotten. Prinses Louise heeft deze gelden dadelijk laten uitbetalen. Engeland. Tusschen de boekdrukkerspatroons te Londen en hun personeel is sedert eenigen tijd een conflict uitgebroken. De arbeiders eischen een verkorting van arbeidsduur (voorloopig tot 50 uren per week, te beginnen met het volgend jaar tot 48 uren per week) en vele drukkerspatroons dagblad drukkerijen zijn in dit geschil niet betrokken weigeren hierop in te gaan. Zij hebben arbitrage voorge steld, die door de arbeiders is gewei gerd. Verschillende patroons hebben zich reeds met de vakvereeniging de typographen verstaan, maar andere, en hieronder mede de voornaamsten, hebben hun personeel uitgesloten. In een vergadering van de Fede ration of Master Printers is thans besloten de uitsluiting uit te breiden tot de provincie, indien het conflict tq Londen niet tot oplossing komt. Intusschen tracht de regeering be middelend op te treden Op een scheepsbouwwerf te Cowes is een gevaarlijke brand uitgebroken. Men vreest, dat de model- en machine kamers zullen afbranden. Twee tor pedovernielers kon men nog juist bijtijds redden. Portugal. Ter gelegenheid van den derden ver jaardag van den moord op Dom Car los zijn er Donderdag in verschillende kerken te Lissabon missen opgedragen. Er is niets bijzonders voorgevallen. Maar Woensdag is de anders steeds zoo rustige stad Coimbra het tooneel geweest van hevige ongeregeldheden, naar gezegd wordt als gevolg van de uitdagende houding van het konings gezinde dagblad Nova Patria. Een woe dende menigte heeft het verenigings lokaal van de monarchistisch-katho lieke club verwoest, de meubels kort en klein geslagen, naar buiten ge worpen en verbrand. Even schande lijk is de bende opgetreden in een vergaderlokaal der Franquisten. Zin gende troepen volk trokken door de stad. De burgerlijke gouverneur van de stad wist ten slotte de orde te herstellen. Italië. Eenige redacteurs van het te Napels verschijnende blad „Mattino" hebben dezer dagen een vrij dwaze grap uit gehaald. Ongeveer een jaar geleden werd al daar tijdens een heftigen storm de Via Caracciolo verwoest, een van de mooiste kaden der stad. Tot dusver had het stedelijk bestuur zich niets hieraan gelegen laten liggen en eenige redacteurs van de Mattino bedachten toen het volgende om de aandacht der vroede vaderen eens op deze straatruïne te wijzen. Zij lieten er een marmeren steen aanbrengen met het volgende inschrift: Hier rust in vrede de Via Caracciolo de zee heeft haar gedood en de vroede vaderen hebben haar begraven. Deze grafsteen is op den eersten jaardag van haar dood hier door de Mattino aangebracht. Een mooie krans met linten werd aan den steen geheoht en een der re dacteurs hield voor de toegestroomde menigte een soort „lykrede". Den geheelen dag stroomde het nieuwsgierigen, maar 's avonds kwam de politie en deze nam steen en krans mede. Jeukende Huidziekten. Niets kwelt u meer dan een jeukende huidziekte. Aambeien zijn door hun pijnlijk karakter bijzonder lastig te verdragen. Het jeuken ervan maakt u bijna krankzinnig. Zij verwoesten uw slaap en maken u mismoedig en weg kwijnend. Nooit krijgt ge de minste verlichting, of gij staat, zit of loopt. Eczema is niet alleen onoogelijk, maar ook besmettelijk, en het breidt zich schrikbarend vlug uit. De prik keling is zoo onuitstaanbaar, vooral wanneer ge warm wordt, dat gij bijna niet kunt nalaten om uw huid open te krabben. Huiduitslag, puisten, schurft en gor delroos zijn eveneens zeer pijnlijk en in staat om u moedeloos te maken. Voor aambeien, eczema en iedere jeukende huidaandoening is Foster's Zalf zonder wederga. Zij doet onmid dellijk de kwellende prikkeling bedaren en geeft een ongekend gevoel van rust. Alnaarmate de aanwending der zalf wordt voortgezet, heelt de jeuken de oppervlakte der huid, en de vol harding van den patient wordt ten slotte beloond door een volkomen en duurzame genezing. Foster's Zalf prikkelt de huid niet en doet haar ook niet te vlug opdrogen. Over de geheele wereld oogstte zij door, haar uitstekende hoedanigheden niet anders dan lof. Verzekert uj dat gij de echte Foster's Zalf krijgt. Ze is te Gouda verkrijg baar bij de heeren Wolff Co., West haven. 11 Toezending geschiedt franco na ontvangst van postwissel f 1.75 voor één, of f 10. voor zes doozen. LXIIX. Onze wethouder voor de bedrijven is met den directeur van de gemeente telefoon op reis. In München zullen ze de nieuwste snufjes op telefoonge- bied gaan bestudeeren. Ik hoop er het beste van en ik zal al gauw voldaan zijnnamelijk wanneer het resultaat van deze studiereis zal worden, dat onze telefoon weer even goed worde als zij jaren lang was. Meer verlangt hier niemand, maar met minder zul len wij ons dan ook niet tevreden toonen. Ziet, wanneer men lang wachten moet, vaak verkeerd aangesloten wordt, de toestellen dikwijls slecht werken, wanneer men voor ieder nummer dat men aanvraagt „Haag" of „Schevenin- gen" moet zeggen (alléén „Schevenin- gen" zou m.i. voldoende zijn', terwijl als men er niets bij zei,* dit den Haag kon beteekenen) dit alles ward nog met lijdzaamheid te dragen, indien men het vroeger niet beter gewend ware geweest. En dit is bij ons het geval. Het was alles prachtigde Haagsche telefoon was een model-in richting. Zelfs in het veelgenoemde buitenland vond ik het nergens beter. Tot op een goeden, of eigenlijk kwa den dag een filiaal voor Scheveningen werd opgericht. Toen begon het lijden. De overgangstoestand was abominabel slecht, maar dit zou slechts kort duren, zoo verzekerde de directie en men bleef dus op beterschap hopen. Nu, ik erken 't gaarnehet is niet meer zoo erg, maar de oude toestand is nooit teruggekeerd. En dit is voor een stad als de onze, waar haast 15 millioen gesprekken per jaar gevoerd worden (dat is 41.000 per dag) niet van zoo gering belang. Daarbij komt nog dat de ongeduldige in den goeden, ouden tijd zijn woede kon koelen, door op nieuw te bellen tot men gehoor kreeg en ook dit is uitonze toestellen heb ben geen bel meer, men neemt een voudig den hoorn van de haak en heeft dan te wachten, tot de telefoniste u helpt. Deze nieuwe methode moge voor de op zware proef gestelde zenu wen der telefoon-dames veel vóór heb ben ik zal 't allerminst ontkennen een feit is, dat de slechte bediening daardoor voor velen nog verdrietiger is geworden. En nu kan men wel kla gen bij de Directie, maar dit helpt niet; de oorzaak voor de ontevreden heid ligt niet bij de telefonisten, die even welwillend zijn als voor een jaar, maar bij de nieuwe organisatie, waaraan weinig te veranderen scheen. Tenmin ste, tot dusver gaven de autoriteiten weinig uitzicht op verbetering. Maar de eerste autoriteiten zijn er nu op uit. Op München is onze hoop gevestigd. Wordt die vervuld, dan zal menigeen een extra potje Beiersch willen ledigen op den bloei van deze goede stad, die dan voortaan door den reohtgeaarden Hagenaar niet alleen meer om haar bier in eere zal worden gehouden. Moge ons geduld niet op al te zware proef worden gesteld! En anders maar een interpellatie in den RaadAls dat niet helpt, helpt niemendal. Die arme Burgemeester en WethoudersDaar gaat geen raads zitting meer vooibij, of ze worden ge- interpelleerd. Vroeger, in den goeden ouden tijd, was een interpellatie iets bijzonders, een delicatesse voor Raad en Ipubliek. Toen*maakte men'alleen van het recht om het Dagelijksch Be stuur te] interpelleeren gebruik, wan neer er iets belangrijks voorgevallen wastoen leefde het publiek mee met een interpellatie, was men benieuwd naar den uitslag. Tegenwoordig vraagt men niet eens meer naar den uitslag in elke zitting een stuk of wat inter pellaties] over de grootste futiliteiten dikwerf en niemand luistert er meer naar. Eén verstandig besluit nam de Raad qftp tijd geleden: al die zwaar wichtige interpellaties werden voortaan naar het slot^der yergaderingen ver wezen de bijeenkomst is dan reeds goeddeels verloopen en wie nog aan wezig is, hunkert na een samenzijn van eenige uren naar de buitenlucht. Dat men zoodoende van het nuttige recht van interpellatie eenvoudig een caricatuur maakt, schijnt den heerert niet te hinderen. Mij wél Wat mij ook zoo treft bij de behan deling, of beter gezegd mW-behande- ling van zaken in onzen gemeenteraad, is het groote gemis aan actualiteits- gevoel, dat den heeren kenmerkt. Zoo werd in de jongste zitting geïnterpel leerd over de circulaire, door B. en W. aan de patroons gezonden met verzoek om mededeeling van het loon, dat de bij hen in dienst zijnden ge nieten. Daartegen was oppositie ge rezen. Oppositie, die ik, zooals mijn getrouwe lezers weton, niet deel. Maar dit doet thans niet ter zake. Er was over geschreven ingezonden stukken verschenen in de couranten, velen (vooral de gaarne knoeienden) waren ontevreden.Gevolg een interpellatie in den Raad. Een der vertrouwens mannen der burgerij stelt een aantal vragen aan B. en W. over deze zaak, een ander keurt de circulaire kortweg af. Nu denkt men temeer waar de interpellatie dagen vooraf was aange kondigd dat namens B. en W. zou geantwoord worden. Zeker, maar in een volgende vergadering, misschien 'over veertien dagen. Denkt men nu heusch, dat zulk een werkwijze de burgerij bevredigt Toch, ik geef de kans op beterschap nog niet geheel op. Deed de Raad den laatsten tijd gemiddeld per zitting één punt af (behalve natuurlijk de zooge naamde revue, waarover niet gedis- cussiëerd wordt), in de jongste ver gadering haalde men er twee. Het waren wel twee tijdelijke voorzienin gen, waarover men m. i. in enkele minuten uitgepraat had kunnen zijn, maar^r is dan toch vooruitgang. De burgemeester riep den heeren, toen zij door elkaar kakelden, zoodat niemand zich meer verstaanbaar kon maken, toe Wij zijn toch in den Ge meenteraad van 's-Gravenhage". Hadde ik zitting in dit hooge col lege, ik had den burgemeester een „juist, mijnheer de Voorzittertoe gefluisterd. Van den Burgemeester gesproken, ziet men wel, dat hij, 'gelijk uw brief schrijver voorspelde, kalmpjes aanblijft, zonder dat iemand moer denkt aan alle feruchten over een aanstaand aftreden? In baron Sweerts gaat door met de harten te winnen zijner burgers en burgeressen. Gaf hij niet pas nog ver lof voor een serenade in het hartje der stad En is er grooter vreugde voor de kleine luijden denkbaar, dan wanneer de huzaren op een mooien, alleen een beetje kouden avond midden op de Groenmarkt een gratis concert aanbieden Dat was een feestVan alle kanten kwamen de menschen aan gehold en weldra was het zwart van het publiek. Natuurlijk had men het plan geheim gehouden, maar militaire muziek 's avonds in het centrum der stad zorgt vanzelf voor een talrijk gehoor. En politie hebben wij in over vloed om voor het verkeer te zorgen daar was op de Groenmarkt een macht op de been, als moest er slag geleverd worden, maar het gebeurt dan ook niet iederen dag, dat iemand 25 jaar voor zitter is van een vriendenkring, die het noodig oordeelt zoo'n jubilaris publiekelijk te huldigen. Toch zij onze burgervader voorzichtig. Ik voorspel hem, dat er weldra vele vereenigingen zioh zullen aanmelden, die in het ge lukkig bezit van een jubilaris zijn en waarom zou 25 jaar het minimum zijn? Maken wij ons niet op om het kope ren kroningsfeest te gaan vieren. Van gebrek aan Oranjeliefde weet ik mij vrij en ik durf my dus eenigen spot veroorloven, te meer, daar het mij bekend is, dat ook onze Koningin voor dit feest weinig gevoelt en alleen de aangeboden beleefdheid niet heeft willen van de hand wijzen. Het wordt dus een feest de co mité-leden wonen in, straten, waar de „Meedoeners" zich niet kunnen ver- toonen waaraan de uitgaande „men" niet zal meedoen. De feestvreugde zal zich beperken tot de kringen der dienstmaagden, militairen en hun bei der vriendenkringen. Neen, dan zullen we in 1913 beter feestvieren. Alles wijst er op, dat dit zaakje goed aangepakt wordt en dat moet ook. In 1913, jaar van onze honderdjarige onafhankelijkheid en opening van het Vredespaleis*) moet ons land en bovenal onze residentie een goed figuur tegenover de buiten wereld maken. Dit zal ons trouwens geen windeieren leggen met het oog pp toekomstplannnen op internationaal gebied. Ik zou zoo zeggen, ook de Tweede Kamer moet dan klaar zijn om in haar nieuwe gedaante ingewijd te' worden. Er zit thans eenige gang in de uit- breidings- en verbouwingsplannen en de tegenwoordige minister van water staat is er net de man voor om dit nu eens keurig tegen 1913 op te knap pen. Dat het tegenwoordige Tweede- Kamergebouw onvoldoende is, erkent ieder, die er mee te maken heeftde noodige ruimte is reeds aangekocht voor de uitbreiding en een huurder van een perceel, dat men noodig had en waarin sinds jaren een zooveelste- rang variété was gevestigd, is tegen behoorlijken prijs uitgekocht. Het werk kan dus weldra aanvangen. Dat men daarbij niet al te karig te werk ga! Zuinigheid, best. Vooral nu onze schat kist steeds leeg ie, maar dat mag ons niet doen voorbijzien, dat Nederland, vooral nu ons land steeds meer de aandacht van het buitenland trekt en dit op zoo hoogen prijs stelt (ik bedoel hier natuurlijk niet de „belangstelling" om de Vlissingsche versterking) een waardig Parleipent moet hebben, dat men den afgezanten en anderen be zoekers uit vreemde landen kan toonen, zonder dat ons het nare gevoel be kruipt van den armen man, die niet goed weet hoe hij voor een rijk bezoe ker zijn armoe moet verbergen. Bij dezen bouw, waarvoor op lange termijn kan geleend worden, dus niet op een paar duizend gulden gelet. Maar gestreefd naar een even mooi ais prac- tisch gebouw, dat daar prijken zal'als een monument van 20-eeuwschen voor uitgang en kunstzin. Het behoeft daar om geen millioenen te verslinden die bewaren ze liever voor neen, over militaire zaken ditmaal geen woord. Mijn brief zou te lang worden HAGENAAR. De Vredestempel doet nu reeds als reclame dienst. Dezer dagen viel mijn oog op een advertentie, waarin een huis te koop werd aangeboden, met zoo veel kamers enz tuin en „uitzicht op het Vredespaleis" En op diezelfde plaats, waar nu Carnegie's stichting verrijst, stond eens een heer lijk bosch. Dat „uitzicht" was mij, en ik spreek uit ervaring, meer waard; wij zijn er in dit opzicht niet op voor uitgegaan. H. Staten-Generaal. EERSTE KAMER. Vergadering van Vrijdag 3 Februari. Staats begrooting. De minister van Financiën erkent, dat de financieele toestand meer dan gewone zorg vereischt, en dat het noodig is om maatregelen tot verkrij ging van nieuwe middelen zooveel mogelijk te bespoedigen. De minister hoopt dat nog dit jaar het debietrecht op tabak en de tariefs- verhooging zullen kunnen tot stand komen. Het debietrecht-ontwerp zal binnen enkele dagen de Tweede Kamer bereiken, en het tarief-ontwerp zal binnenkort 'volgen. Daarna zal de Rijksinkomstenbelasting volgen, of liever, die is ook reeds op weg. Volkomen sluit de minister zich aan bij hen, die een welvaartspolitiek wil len drijven. Wie zou dat niet willen Maar het komt slechts aan op de wijze hoe. Wij hebben flinke kolonies en prachtige havens. Maar dan moeten we ook zorgen dat onze havens ge zocht blijven, en dat zij onze kolonies, onzen handel blijven voeden, en waken tegen maatregelen, waardoor onze havens zouden kannen gesloten, en onze handel gefnuikt zou kunnen worden. Uitvoerig verdedigt de minister daarna zijn financieel beleid. Verwacht mag worden dat het ge raamde tekort over 1911 beneden de '6.8 millioen blijven zal. De minister doet nog de toezegging, dat hg ernstig zal overwegen onze schatkistpromessen op de openbare markt te brengen, in plaats van ze uitsluitend bij de Nederlandsche Bank te plaatsen. Laatstgenoemde instelling zal over 't algemeen wat minder als geldschietster gebezigd worden in de toekomst. Nog deelt de minister mee, dat de wetsontwerpen betreffende de ver ruiming van het beleggingsveld der Rijkspostspaarbank in verren staat van voor Weiding verkeeren. Hierna vangen de replieken aan. Uitvoerig verdedigt de heer Staal zich tegenover den feilen aanval van den heer 't Hooft ten aanzien van zijn beleid, als minister'van Oorlog. De heer 't Hooft, den heer Staal beantwoordende, zegt tot zijn optreden tegenover dezen alleen genoodzaakt te zijn geworden in 's lands belang, en wei omdat de heer Staal weigert in te zien den geheel onvoldoenden algemeenen toestand van ons leger. De vergadering wordt verdaagd tot Maandag-middag half 2 uur. Dan is de begrooting van Buitenlandsche Zaken aan de orde. De Alg. Ned. bond van mineraal waterfabrikanten en bierhandelaren heeft den minister van justitie ver zocht tu bevorderen, dat aan art. 337 Wetb. van Strafrecht worden toege voegd de volgende'bepalingen „Hij die opzettelijk flesschen, krui ken, syphons, fusten of andere voor het daarin afleveren van dranken be stemde voorwerpen, voorzien van eens anders naam of firma of van het merk, waarop een ander recht heeft, weder rechtelijk verkoopt, te koop aanbiedt, of levert, in voorraad heeft ten ver koop of ten einde ze te gebruiken voor het daarin afleveren van dran ken, welke niet vervaardigd zijn door of betrokken van dengene, wiens naam, firma of merk op het de dran ken inhoudende voorwerp voorkomt wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geld boete van> ten hoogste drie honderd gulden. Gelijke straf wordt toegepast op hem, die opzettelijk eens anders naam of firma of het merk, waarop een ander recht heeft, voorkomende op eenig in het eerste lid genoemde voorwerp, wederrechtelijk onkenbaar of onlees baar maakt of op eenigerlei ir,wijzo daarvan verwijdert." Dergelijk verzoek werd ook in 1905 aan den minister van justitie gedaan Yan de" 56 vereenigingen in den Haag door het comité tot viering van het koperen feest der Koningin tot medewerking uitgenoodigd, waren 42 vertegenwoordigd op een bijeenkomst, die gisterenavond in het gebouw -Concordia", Hoogezand, werd ge houden. Al deze corporaties hadden zich. hetzij definitief, hetzij in beginsel, bereid verklaasd tot deelneming. Be sloten werd dat vermoedelijk op 6 Maart a.s. tusschen 3 en 4 uur een aubade, gevolgd door een défilé voor het paleis'zal plaats hebben, waartoe reeds de noodige Koninklijke toeste: >ming werd verkregen. Voorts zal er geen afzonderlijk comité van uitvoering worden samen- reld, doch zullen de voorzitters van deelnemende vereenigingen zich tot zulk comité vormen. Er zullen zoowel dames als heeren aan de aubade deelnemen en kinderen alleen boven de 12 jaar, terwijl voor jongeren een plaats zal worden gereserveerd in de nabijheid van het Paleis. Een zeer uitvoerige bespreking over de vraag op welke wijze de dirigent zal worden aangewezen, zonder de gevoeligheid te kwetsen van een der directeuren der deelnemende zangver- eenigingen, had tot uitslag, dat uit een drietal dirigenten, reeds op de vorige vergadering candidaat gesteld, de heer Beyersbergen van Henegou wen, directeur der Nationale Zang school, werd gekozen. De gezondheidstoestand van den heer mr. J. G. Patfin, commissaris der Koningin in Zuid-Holland, die zeer ernstig ongesteld is, was gisteravond iets gunstiger, doch blijft zorgelijk. VRIJDAG 3 FEBRUARI. Voorzitter: De Burgemeester. Tegenwoordig zyn de hh. van de Velde, Nederhorst, Herman, Prince, van der Torren, van Eijk, Knuttel, van Galen, de Jong, van der Ree, van Iterson, IJsselstijn, Dessing, Ko- lyn, Jaspers, Muylwijk en Jongenbur ger. Afwezig de hh. Bokhoven en Ver geer, beiden met kennisgeving. De Voorzitter deelt mede dat door Ged. Staten zijn goedgekeurd: 1°. de Raadsbesluiten van 20, Jan. 1. nrs. 15, 19, 22 en 23 tot wijzi ging der gemeentebegrootingen dienst 1910—1911. de Raadsbesluiten van 20 Jan. .1. nrs. 16, 17 en 18 tot afstand in erfpacht aan P. Verkaik van een stukje grond aan de Wachtelstraat. 3°. tot verhuren van gerioleerden rond bij de Vrouwensteeg aan V. immers en bij het "Weeserf aan H v. d. Pool. 4°. tot het beschikbaar stellen van een lokaal in het voormalig Bestede- lingenhuis voor het houden van een cursus van den Typografischen Studie kring „Gouda". Deze mededeelingen worden aange nomen voor kennisgeving. Ingekomen 1. Twee suppletoire begrootingen n.l. van het van Iterson-Ziekenhuis en een van het Isr. Armbestuur. Worden ter visie gelegd. 2. .Twee brieven van Mevrouw van der Garden en van Mevrouw Lambrechtsen van Ritthem, daarbij kennisgevende dat zij om geheel per soonlijke redenen ontslag nemen als lid der Commissie van Toezicht op de Stad-Muziekschool. Aangenomen voor kennisgeving. 3. Een rapport van B. en W. op het in hunne handen gestelde adres van den Goudschen Bestuurdersbond. Dit luidt aldus Gouda, 31 Januari 1910. Bij een den 3 September 1910 ont vangen adres verzoeken de heeren B. Scholten en A. Fokkers Jr., respec tievelijk Voorzitter en Secretaris van den Goudschen Bestuurdersbond, in opdracht van deze plaatselijke federa tie van vak- en andere vereenigingen 1°. om in de bestekken van gemeen tewerken bepalingen te willen opnemen omtrent minimum-loon en maximum- arbeidsduur, en 2°. om in die bestekken te willen bepalen, dat het den aannemer niet geoorloofd is, met de arbeiders, die voor het door hem aangenomen werk werkzaam zijn, overeen te komen, dat .fgeweken wordt van hetgeen omtrent doorbetaling van loon, wanneer de arbeiders niet in staat zijn, hetzij we gens ziekte, hetzij wegeps eenige an dere dringende reden, hetzij wegens tijdelijke verhindering bij den arbeid door slecht weer of gebrek aan mate riaal, hun Werkzaamheden te verrich ten, is bepaald bij de artikelen 1638c en 1638d van het Burgerlijk Wetboek (Wet op het Arbeidscontract). Zij verzoeken voorts om dit adres niet, gelijk met vorige soortgelijke adressen is geschied, in handen van ons College te stellen ter afdoening, zoodat er van eene ernstige behande ling dezer voor de arbeiders zoo be langrijke aangelegenheid (volgens de adressanten althans) geen sprake is en dan ook nimmer sprake is ge maar op dit adres van ons een bere deneerd prae-advies te vragen. Bij het adre» is gevoegd eene Me morie van Toelichting, waarin ter toe lichting van het tweede verzoëk niet anders voorkomt dan eene herhaling van het verwijt dat de Raad een ter zake vroeger ingediend adres den 22 Augustus 1909 in onze handen heeft gesteld ter afdoening, hetgeen de adressanten grievend noemen, en de mededeeling van ons antwoord dat er naar onze meening nog geen vol doende ervaring betreffende dit onder werp was opgedaan om voor te schrrj ven dat afwijking van den inhoud van de vermelde wetsartikelen niet geoor loofd is. De wenschelijkheid der bij het eerste verzoek gevraagde bepalingen wordt, wijl volgens de adressanten het ver moeden gewettigd is dat bij den Raad het besef van het groote belang daar van nog niet voldoende is ontwaakt, op uitvoerige wijze bepleit, o.a. door er op te wijzen dat in de bestekken van gemeenten van ongeveer gelijke grootte als Gouda in de laatste jaren bepalingen betreffende maximum-ar beidsduur en minimum-loon zijn op genomen. Op ons voorstel is dit adres in onze handen gesteld om daarover advies uit te brengen. Daartoe overgaande meenen Wij ten aanzien van het eerste verzoek te kun nen volstaan met in herinnering te brengen dat de Raad bereids voor ruim negen jaar is ontwaakt tot het besef, waartoe men hem thans wil brengen. Bij besluit van 3 September 1901 heeft de Raad immers reeds be palingen vastgesteld betreffende mini mum-loon en maximum-arbeidsduur, welke in de bestekken voor de uit voering van gemeentewerken zouden gelden. Deze bepalingen zijn opgeno men in het Gemeenteblad N°. 131 en gedrukt verkrijgbaarzij worden steeds in de bestekken vermeld of daarin wordt naar het gedrukte nummer van het Gemeenteblad verwezen zij zijn voor de aannemers bindend en ons is niet ter oore gekomen dat zij zijn overtreden. Wij yoegon daaraan toe dat, zoolang deze bepalingen bestaan, door ons slechts uiterst zelden toe stemming is verleend tot overwerk. Dit alles had toch aan de adressanten, die zoo lichtvaardig anderen gebrek aan ernst toedichten, volkanen bekend kunnen en behooren te zijn Wat betreft het tweede verzoek der adressanten, wij wenschen ten allen overvloede aan te stippen dat de aan gehaalde, bij de Wet op hot arbeids contract aan het Burgerlijk Wetboek toegevoegde, aytikelen 1638c en 1638d zijn uitzonderingen op artikel 16386, inhoudende dat geen loon verschul digd is voor den tijd, gedurende wel ken de arbeider den bedongen arbeid niet heeft verricht. Artikel 1638c be paalt dan, in hoofdzaak, dat de arbei der evenwel zijue aanspraak op loon voor een betrekkelijk korten tijd be houdt, wanneer hij ten gevolge van ziekte of ongeval en voor een korten, naar billijkheid te berekenen tijd wan neer hij tengevolge van zeer bijzon dere, buiten zijne schuld ontstane om standigheden verhinderd is geweest zijn arbeid te verrichten, wordende onder deze zeer bijzondere omstandig heden begrepende bevalling van de echtgenoote des/ arbeiders, zoomede het overlijden en de begrafenis van een zijner huisgenooten of bloed- of aanverwanten het laatste lid van het >1 zegt echter dat van do bepa lingen van dit artikel bij schriftelijke enkomst of bij reglement kan worden afgeweken, terwijl de Regee ring bij de schriftelijke behandeling Wet uitdrukkelijk verklaarde dat partijen vrij staat tyj schriftelijke overeenkomst of reglement in het on derwerp naar wederzijdsch goedvinden te voorzien. En artikel 1638d schrijft voor dat de arbeider aafiBpraak op zijn loon zal behouden, indien hij bereid is den bedongen arbeid te verrichten, doch de werkgever daarvan goen ge bruik maakt, hetzij door eigen schuld of zelfs ten gevolge van hom persoon lijk betreffende toevallige verhinde ring; ook ten aanzien van dit artikel geldt dat bij schriftelijke overeenkomst of reglement van deze bepaling kan worden afgeweken, terwijl do Regee ring verlÉ&arde „Door de bevoegd- «%heid des werkgevers ouTvan dit voor- „schrift afwijking te bedingen zullen „intusschon alle moeilijkheden, die hij „in een bepaald geval uit de toepas „sing der wetsbepaling mocht voor- „zien, gereedelijk kunnen worden af- „gesneden". Hieruit volgt, dat de wetgever, van de uitvoering der in de beide artike len vervatte uitzonderingsbepalingen moeilijkheden in de praktijk voorzien de, aan partijen, dat wil zeggen aan don werkgever en aan zijne arbeiders, uitdrukkelijk heoft gegeven de be voegdheid ora onderling overeen te komen en om te bedingen dat de uit zonderingen niet en de algemoene rogel van artikel 1638b wel zou golden. Bij de invoering der Wet op het arbeidscontract bleek al spoedig, zoo als te voorzien was, dat van de zijde der arbeiders zou worden getracht, ook door verzoekschriften als namens den Bestuurdersbond tót Uwe Ver gadering gericht, om de in de Wet neergelegde bevoegdheid buiten toe passing te houden, en dat door de werkgevers daartegenover alles zou worden gedaan om zich te verzetten tegen iedere verkorting hunner rech ten. En nu zou eene bepaling in de be stekken voor de aanneming van ge meentewerken, waarbij afwijking van de in de arakelen 1638c en 1638d van het Burgerlijk Wetboek vervatte uitzonderingsbepalingen ongeoorloofd werd verklaard, ongetwijfeld zijn eene verkorting van de rechten van den aannemer, welke niet door den wet gever is gewild, integendeel zou zijn in strijd met zijne bedoeling. Geheel eens zijn wij het met adres santen, waar zij in hunne Memorie van Toelichting schrijven „dat de Gemeen- „te, als zedelijk lichaam, waar zij als „werkgeefster optreedt, ten plicht heeft „een voorbeeld van goede werkgeefster „(te zijn)". De Gemeente heeft naar onze meening dat voorbeeld te geven door aan hare arbeiders zulke arbeids voorwaarden toe te staan, als ter plaatse tot de beste gerekend mogen wordenmaar naar onze vaste over tuiging mag zij allerminst, zooals door de adressanten wordt gevraagd, bij de uitvoering van een aangenomen ge meentewerk, waarbij zij zelve slechts indirect partij is, ingrijpen ten koste van den aannemer-werkgever, door hem de uitoefening van eene hem bij de Wet gegeven bevoegdheid onmogelijk te maken. Daartoe wenschen wij niet mede te werken. Nu wordt wel door de voorstanders van een dergelijk ingrijpen beweerd dat, let men althans alleen op de finan cieele zijde van de zaak, dit ingrijpen niet behoeft te zijn ten koste van den aannemer, daar deze de meerdere kosten door eene hoogere aannerairi&s- som wel zal verhalen op de gemeonte- aanbesteedster. Maar dit is, voorloopig althans, onjuist. De ervaring is daartoe nog veel te kortde omvang van het risico, dat de aannemer loopt, kan bij gebreke yan ondervinding nog vol strekt niet worden begroot. Dit deelden wij de adressanten reeds mede in be schikking op hun eerste op deze zaak betrekking hebbende, in onze handen ter afdoening gestelde adres. En nu doet het ons leed dat do adres santen in hun laatste adres met Memo rie van Toelichting zich er toe bepalen uit te spreken dat „te dezen opzichte ten onrechte op „ervaring" wordt ge wacht", in stede van zei ven eenigo* cijfers te geven uit hunne ondervinding of die van anderen. Blijkbaar kunnen zij dienaangaande niets berichten. Ons is het evenmin mogen gelukken te vernemen welke ondervinding te dezen opzichte is opgedaan. Afgescheiden van onze principieele bezwaren meenen wij dus dat groote voorzichtigheid ten deze geboden blijft. Wij hebben mitsdien de eer den Raad in overweging te gevon aan de adres santen te doen weten dat bepalingen omtrent minimum-loon en maxinlum- arbeidsduur reeds lang in de bestekken voor gemeentewerkon worden opge nomen en dat hun verzoek om in die bestekken te doen voorschrijven dat afwijking van het bepaalde in de arti kelen 1638c en 1638rf van het Bur gerlijk Wetboek niet geoorloofd zal zijn, niet voor inwilliging vatbaar is. Aan den Raad der gomeente Gouda. Tor visie. 4. Brieven van den heer W. Krom hout en de overige ambtenaren der secretarie en van den commies ten kantore van den Gemeente-ontvanger, dank betuigqpde voor do verhooging van hun salaris. 5. Een brief van G. Landwohr, mede dankzeggende voor de verhoo ging van zij» salaris. 4 en 5 worden ter visie gelegd. tl. Adressen van de h.h. R. Moer kerk, M. Gelijns, J. E. W. Harmsma, J. van Eijk, S. Olman, L. Boer en A. van Reeden, verzoekende in aan merking to mogen komen voor perio dieke verhoogingen. De heer IJ s s e 1 s t ij n Toen in de vorige vergadering het besluit viel, dat de Raad do verhoogingon zou vast stellen, haddon wij de meening dat het oen wijs beleid zou zijn, wanneer B. en W. ons inlichtingen gaf en het is daarom dat ik voorstel dezo adressen te stellen in handen van B. en W. om advios. Zal worden gestold in handen van B. en W. om advies. 7. Een adres van F. 0. W. Begeer en 63 andere» om het water der Turf markt te dempen. Dit a<Jres luidt aldus: Aan den Edelachtbaren Gemeenteraad van Gouda. Geven met vorschuldigden oerbiod te kennen P. C. W. Begeer en drie en zestig onderteekenaars van bijgaand adres, allen bewoners van de Turf markt of Blauwstraat, dat er naar hunne bescheiden meoning geen beter terrein voor de uitbreiding van de Markt denkbaar is dan de Turfmarkt na demping kan aanbieden dat er reeds meermalen over de demping van 't water aan de Turf markt is gesproken met het oog op de gevaarlijke passage op Donderdag, 't onderhoud van bruggen en kaai muren, en vooral in 't belang der gezondheid van de bewoners. Om deze gewichtige redenen verzoeken zij U zeer beleefdelijk thans tot de dem ping van 't water aan de Turfmarkt enz. wel te willen overgaan. 't Welk doende, P. C. W. BEGEER. Gouda, 1 Februari 1911. Zal worden behandeld bij punt 7 der agenda. 8. Een adres van P. Rooseboom en een aantal andere landbouwers om het voorstel der marktcommissie tot uitbreiding niet aan te nemen. Dit adres luidt aldus Gouda, 2 Februari 1911. Edelachtbare Heeren van den Ge meenteraad van Gouda. Edelachtbare Heeren. Geven met verschuldigen eerbied te kennen ondergeteekenden voorko mende op de hier aan vast bevestigde lijst, zijnde allen landbouwers enbig- genkooplieden. die de Goudsche Markt bezoeken. dat zy tot hun leedwezen vernomen hebben, dat er plannen en zelfs zeer dure plannen bestaan om de biggen- markt van plaats te doen veranderen dat zij vermeenen, dat het vee en de producten van een bóer een eerste phiats behooren in te nemen op de Groote Markt te Gouda, dat dit sin ds onheugelijke jaren altijd het geval was. dat voor het oud roest, mandenwerk enz. enz. gemakkelijk voor die paar markturen een plaats te vinden is achter of bezijden do Kerk, dat voor tie kramen in iftanufac- turen linten, enz. enz. van Rotter- damsche kooplui en anderen govooge- lijk een plaats to vinden is op de Westhaven, zooals met de kermis, dat ondergeteekenden zich veroor loven U Edelachtbare Heeren vau de Gemeenteraad een plan aan de hand te doen tor verdeeling van het markt plein Do noorderkant van hot marktveld tusschen de oafé's Belvedère en Har monie af te zonderen voor lammeren en schapenmarkt, nuchtere en gras- kalveren en koeienitiarkt naar gelang het jaargetijde zulks meebrengt, dat er aanvoer is. De westzijde van het marktveld van af Café „de Zon" tot aan do Melk- salon van Verboom (Goudsche Melk inrichting) voor de biggen, vervolgens do kippenmarkt van af de melksalon tot aan of over de Groe- nendaal, dan de fruitmarkt als er aanvoer is van af de Groonendaal tot het zuid punt van het marktveld en zuidoost zijde tot over de goudsmidswinkel van den heer Olifiers. En de kaasmarkt van af den heer Olifiers tot aap Hotel „de Zalm" dus de oost- en noordzijde van de Markt. Het wegen van de votto varkens (aanvoer niet zoo groot) te dopn plaats hebben naast het keurhuisje achter de Waag, op een schaal overdekt met een bokapping van gegalvaniseerd ijzefr of aparte inrichting van hout opge trokken. Er moot in het oog gehouden wor- len, dat de vette markt niet vooruit gaande is, wel de biggenmarkt. En biggen worden niet gewogen. De waag blijft dan geheel vrij voor kaas, dat de kaasaanvoer in het najaar van zelf niet zoo groot is, als wanneer do fruitmarkt op zijn drukst is, dat de fruitmarkt behoorlijk afge paald kan zijn met touwen, waardoor do passage uit do Wijdstraat niet ge stoord wordt en geen gevaaf oplevert, dat voorzoo ver er dan nog plaats over mocht zijn, dezo ruimte voor kramon het eerst gegevon zal worddn aan ingezetenen, die het langst de markt bezocht hebben, dat voor het behoorlijk verhandelen van de koopwaar in klinkende munt (afrokenon en wisselen van bankpa pier) er ontegenzeggelijk koffiehuizen voor noodig zijn onmiddellijk in de omgeving om gevrijwaard te zijn voor regen, wind, stof, vriezend weer en sneeuw. Redenon waarom ondergeteekenden beleefd verzoeken de burgerij niet op onnopdige kosten te jagen, daar do meerdere inkomsten van marktgeld niet te voorzien zijn. 't Wolk doendo, PIET ROOZEBOOM te Montfoort en 56 anderen. Zal worden behandeld bij punt 7 der agenda. (Wordt vervolgd.) VAN MANTELS COSTUMES. BLOUSEN, KOKKEN tot zeer fage prjjzen. Aanbevelend Specialiteit in Mantels en Costumes. Getrouwd: H. A. SCHOUTEN Med. Doet*. Arts te Bergen op Zoom EN SOPHIE W. A. LEIGNES BAKHOVEN, die, ook namens wederzijdsche Familie hun dank betuigen voor de belang stelling bij hun huwelijk ondervonden. Arnhem, 4 Februari 1911.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 2