Opruiming
ADVERTENTIES
Buitenlandsch Nieuws.
Brieven uit de Hofstad.
JBi xxnexi.lari.<aL-
VERGADERING VAN DEN GEMElNTERAA
EPelterij eaa.
D. SAMSOM.
om de wettelijke voorschriften met
het kanomieke recht in overeenstem
ming te brengen.
De meerderheid der bisschoppen en
der geloovigen wenschte dit vergelijk,
maar de Paus bleef onbuigzaam en
zoo verloor de Fransche kerk behalve
de inkomsten van staatswege, ook nog
die, welke zij aan de vroomheid van
vroegere geslachten dankte. De gees
telijkheid heeft toegegeven, doen de
toestand is droevig geworden, aldus
Houx. Wat zal er van de traditio-
neele godsdienst van ons land worden,
vraagt hij verder. De toestand in
Frankrijk wordt nog met den dag
slechter, steeds minder wordt het aan
tal geloovigen, steeds minder hun
offervaardigheid voor de kerk, steeds
minder het aantal van hen, die zich
voor den geestelijken dienst willen
laten opleiden, omdat zij met handen
arbeid hun schamel loon misschien
zullen moeten aanvullen. Het is goed,
dat een bekend en goed katholiek er
nog eens op gewezen heeft dat de
verantwoordelijkheid voor den toestand
alleen gelegd moet worden op het
Vaticaan.
In de Italiaansche Kamer had de
socialistische fractie een motie inge
diend omtrent de duurte der levens
middelen. De motie luidde aldus „De
Kamer, gegeven de aanzienlijke duurte
der levensmiddelen welke üog ge
voeliger gemaakt is door de werkloos
heid in verschill. vakken gedurended en
winter en de crisis in eenige takken
van nijverheid, noodigt de regeering
uit een reeks maatregelen voor te
stellen strekkende tot een zoo snel
mogelijke en blijvende verlaging van
den buitengewonen prijs van het volks-
voedsel, inzonderheid dien van brood,
vleesch, visch en suiker."
De afgevaardigde Salandra had
inlichtingen gevraagd over de beloofde
hervormingen, daarop heeft nu de
minister-president Luzzatti geant
woord, dat men in het kabinet ver
trouwen moest hebben. Hij verzocht
hun, die aarzelden of twijfelden, tegen
de Regeering te stemmen, want het
kabinet wilde aanblijven met het noo-
dige gezag of anders zonder wroeging
aftreden. Een motie van vertrouwen
in de Regeering werd aangenomen
met 261 tegen 88 stemmen en 9
blanco's en met groote meerderheid
werd de socialistische motie verworpen.
Het schijnt de Turken in Yemen
nog allesbehalve goed te gaan. De
regeering is voornemens 600.000 man
reserve op te roepen, ten einde het
staande leger, dat 400.000 man sterk
is, op een millioen soldaten te brengen.
Ofschoon in sommige kringen dit be
sluit in verband gebracht wordt met
de wrijving tusschen Bulgarije en
Turkije, is het vrij zeker meer met do
werkelijkheid in overeenstemming dat
het gaat in verband met den opstand
in Yemen. Er heeft weer een gevecht
plaats gehad waarbij de Arabieren aan
de winnende hand waren. Slechts een
aangekomen versterking deed de kans
keeren. Volgens een officieel tele
gram, dat dus dentoestand voor
Turkije wel niet te donker gekleurd
zal hebben, verloren de Arabieren 200,
de Turken 60 man.
Frankrijk.
De mergelgraver Rigout, die den
26»bon Januari door een aardstorting
in een mijn nabij Rouaan werd opge
sloten, kan volgens de deskundigen
niet gered worden. De aanwezige inge
nieurs hebben verboden met het red
dingswerk voort te gaan, daar dit
levensgevaarlijk werd voor de redders
zelf.
Duitsohland.
Het lijk van Paul Singer is in een
zaal van het gebouw van de Vorwftrts
op een katafalk geplaatst. Zoldering,
muren en vloer van die zaal zijn met
zwarte stoffen behangen en belegd, en
op den achtergrond van het hoofd
einde staan palmen en bloeiende
azalea's. .Bij de kist liggen alleen
kransen van de Jamilie.
Intus3chen zijn in het gebouw van
de Vorwftrtaf uit heel Duitscliland
kransen aj(M|Bkomen, om op het graf
neergeleg<rjé worden, en uit alle oor
den van de wereld telegrammen van
rouwbeklag. Onder andere hebben
van hunne deelneming laten blijken
de sociaal-democratische arbeiders-
Êartijin Nederland, de Deensche partij,
et Zweedscho partijbestuur, de Bul-
faarsche socialisten, het Russisch-
oodsche arbeidersverbond te Genève,
de Weensche arbeiderspartij, de soci-
alistische partij te New York enz.
Te Wiesbaden hebben gisteren de
geneesheer dr. Selio en de koopman
Julias Fritz, beiden uit Berlijn, als
▼alsche spelers terechtgestaan. Dr.
Sello heeft, hoewel hij pas 37 jaar
oud is, een bewogen leven achter zich.
Hij heeft zeven jaar in de geneeskunde
gestudeerd en in dien tijd 100.000 mk.
van zijn ouderlijk vermogen opge
maakt. Nadat hij tot doctor bevor
derd was, ging hij naar Engeland,
Frankrijk en Italië, envervolgens is
hij een tijd lang een van de genees-
heeren van koning Leopold geweest.
Later werd hij te Milaan opera-zanger.
Daar leerde hij met valsch spelen aan
den kost te komen. Hij sloot zich
aan bij een anderen valschen speler,
zijn medebeklaagde Fritz, en samen
begonnen zij nu in de speelclub te
Baden-Baden hun oneerlijke praktijken
in toepassing te brengen. Te Wies-
baden ontdekte men eindelijk, dat zij
geteekende kaarten gebruikten. Uit
brieven, die men te hunnen huize
vond, bleek, dat zij leden van een
internationale bende waren.
Voor de rechtbank hebben zij een
volledige bekentenis afgelegd.
Fritz is tot anderhalf jaar, dr. Sello
tot een jaar gevangenisstraf veroor
deeld.
Belgie.
Het opzienbarend proces, dat advo
caat Frischauer tegen prinses Louise
van België voert, is nu geëindigd.
Frischauer had prinses Louise vóór
de rechtbank te Weenen gedaagd, om
uitbetaling van zijn salaris ad 500.000
fres., benevens de teruggaaf van 13.807
fres., voorschotten. Bij scheidsrech
terlijke uitspraak is nu aan Frischauer
168.169 fres. toegekend, benevens het
bedrag der voorschotten. Prinses
Louise heeft deze gelden dadelijk laten
uitbetalen.
Engeland.
Tusschen de boekdrukkerspatroons
te Londen en hun personeel is sedert
eenigen tijd een conflict uitgebroken.
De arbeiders eischen een verkorting
van arbeidsduur (voorloopig tot 50
uren per week, te beginnen met het
volgend jaar tot 48 uren per week)
en vele drukkerspatroons dagblad
drukkerijen zijn in dit geschil niet
betrokken weigeren hierop in te
gaan. Zij hebben arbitrage voorge
steld, die door de arbeiders is gewei
gerd. Verschillende patroons hebben
zich reeds met de vakvereeniging de
typographen verstaan, maar andere,
en hieronder mede de voornaamsten,
hebben hun personeel uitgesloten.
In een vergadering van de Fede
ration of Master Printers is thans
besloten de uitsluiting uit te breiden
tot de provincie, indien het conflict
tq Londen niet tot oplossing komt.
Intusschen tracht de regeering be
middelend op te treden
Op een scheepsbouwwerf te Cowes
is een gevaarlijke brand uitgebroken.
Men vreest, dat de model- en machine
kamers zullen afbranden. Twee tor
pedovernielers kon men nog juist
bijtijds redden.
Portugal.
Ter gelegenheid van den derden ver
jaardag van den moord op Dom Car
los zijn er Donderdag in verschillende
kerken te Lissabon missen opgedragen.
Er is niets bijzonders voorgevallen.
Maar Woensdag is de anders steeds
zoo rustige stad Coimbra het tooneel
geweest van hevige ongeregeldheden,
naar gezegd wordt als gevolg van de
uitdagende houding van het konings
gezinde dagblad Nova Patria. Een woe
dende menigte heeft het verenigings
lokaal van de monarchistisch-katho
lieke club verwoest, de meubels kort
en klein geslagen, naar buiten ge
worpen en verbrand. Even schande
lijk is de bende opgetreden in een
vergaderlokaal der Franquisten. Zin
gende troepen volk trokken door de
stad. De burgerlijke gouverneur van
de stad wist ten slotte de orde te
herstellen.
Italië.
Eenige redacteurs van het te Napels
verschijnende blad „Mattino" hebben
dezer dagen een vrij dwaze grap uit
gehaald.
Ongeveer een jaar geleden werd al
daar tijdens een heftigen storm de
Via Caracciolo verwoest, een van de
mooiste kaden der stad. Tot dusver
had het stedelijk bestuur zich niets
hieraan gelegen laten liggen en eenige
redacteurs van de Mattino bedachten
toen het volgende om de aandacht
der vroede vaderen eens op deze
straatruïne te wijzen.
Zij lieten er een marmeren steen
aanbrengen met het volgende inschrift:
Hier rust in vrede de Via Caracciolo
de zee heeft haar gedood en de vroede
vaderen hebben haar begraven. Deze
grafsteen is op den eersten jaardag
van haar dood hier door de Mattino
aangebracht.
Een mooie krans met linten werd
aan den steen geheoht en een der re
dacteurs hield voor de toegestroomde
menigte een soort „lykrede".
Den geheelen dag stroomde het
nieuwsgierigen, maar 's avonds kwam
de politie en deze nam steen en krans
mede.
Jeukende Huidziekten.
Niets kwelt u meer dan een jeukende
huidziekte. Aambeien zijn door hun
pijnlijk karakter bijzonder lastig te
verdragen. Het jeuken ervan maakt u
bijna krankzinnig. Zij verwoesten uw
slaap en maken u mismoedig en weg
kwijnend. Nooit krijgt ge de minste
verlichting, of gij staat, zit of loopt.
Eczema is niet alleen onoogelijk,
maar ook besmettelijk, en het breidt
zich schrikbarend vlug uit. De prik
keling is zoo onuitstaanbaar, vooral
wanneer ge warm wordt, dat gij bijna
niet kunt nalaten om uw huid open
te krabben.
Huiduitslag, puisten, schurft en gor
delroos zijn eveneens zeer pijnlijk en
in staat om u moedeloos te maken.
Voor aambeien, eczema en iedere
jeukende huidaandoening is Foster's
Zalf zonder wederga. Zij doet onmid
dellijk de kwellende prikkeling bedaren
en geeft een ongekend gevoel van
rust. Alnaarmate de aanwending der
zalf wordt voortgezet, heelt de jeuken
de oppervlakte der huid, en de vol
harding van den patient wordt ten
slotte beloond door een volkomen en
duurzame genezing.
Foster's Zalf prikkelt de huid niet
en doet haar ook niet te vlug opdrogen.
Over de geheele wereld oogstte zij
door, haar uitstekende hoedanigheden
niet anders dan lof.
Verzekert uj dat gij de echte Foster's
Zalf krijgt. Ze is te Gouda verkrijg
baar bij de heeren Wolff Co., West
haven. 11 Toezending geschiedt franco
na ontvangst van postwissel f 1.75
voor één, of f 10. voor zes doozen.
LXIIX.
Onze wethouder voor de bedrijven
is met den directeur van de gemeente
telefoon op reis. In München zullen
ze de nieuwste snufjes op telefoonge-
bied gaan bestudeeren. Ik hoop er het
beste van en ik zal al gauw voldaan
zijnnamelijk wanneer het resultaat
van deze studiereis zal worden, dat
onze telefoon weer even goed worde
als zij jaren lang was. Meer verlangt
hier niemand, maar met minder zul
len wij ons dan ook niet tevreden
toonen.
Ziet, wanneer men lang wachten
moet, vaak verkeerd aangesloten wordt,
de toestellen dikwijls slecht werken,
wanneer men voor ieder nummer dat
men aanvraagt „Haag" of „Schevenin-
gen" moet zeggen (alléén „Schevenin-
gen" zou m.i. voldoende zijn', terwijl
als men er niets bij zei,* dit den Haag
kon beteekenen) dit alles ward nog
met lijdzaamheid te dragen, indien
men het vroeger niet beter gewend
ware geweest. En dit is bij ons het
geval. Het was alles prachtigde
Haagsche telefoon was een model-in
richting. Zelfs in het veelgenoemde
buitenland vond ik het nergens beter.
Tot op een goeden, of eigenlijk kwa
den dag een filiaal voor Scheveningen
werd opgericht. Toen begon het lijden.
De overgangstoestand was abominabel
slecht, maar dit zou slechts kort duren,
zoo verzekerde de directie en men
bleef dus op beterschap hopen. Nu, ik
erken 't gaarnehet is niet meer zoo
erg, maar de oude toestand is nooit
teruggekeerd. En dit is voor een stad
als de onze, waar haast 15 millioen
gesprekken per jaar gevoerd worden
(dat is 41.000 per dag) niet van zoo
gering belang. Daarbij komt nog dat
de ongeduldige in den goeden, ouden
tijd zijn woede kon koelen, door op
nieuw te bellen tot men gehoor kreeg
en ook dit is uitonze toestellen heb
ben geen bel meer, men neemt een
voudig den hoorn van de haak en
heeft dan te wachten, tot de telefoniste
u helpt. Deze nieuwe methode moge
voor de op zware proef gestelde zenu
wen der telefoon-dames veel vóór heb
ben ik zal 't allerminst ontkennen
een feit is, dat de slechte bediening
daardoor voor velen nog verdrietiger
is geworden. En nu kan men wel kla
gen bij de Directie, maar dit helpt
niet; de oorzaak voor de ontevreden
heid ligt niet bij de telefonisten, die even
welwillend zijn als voor een jaar, maar
bij de nieuwe organisatie, waaraan
weinig te veranderen scheen. Tenmin
ste, tot dusver gaven de autoriteiten
weinig uitzicht op verbetering.
Maar de eerste autoriteiten zijn er
nu op uit. Op München is onze hoop
gevestigd. Wordt die vervuld, dan
zal menigeen een extra potje Beiersch
willen ledigen op den bloei van deze
goede stad, die dan voortaan door den
reohtgeaarden Hagenaar niet alleen
meer om haar bier in eere zal worden
gehouden. Moge ons geduld niet op
al te zware proef worden gesteld!
En anders maar een interpellatie in
den RaadAls dat niet helpt, helpt
niemendal. Die arme Burgemeester
en WethoudersDaar gaat geen raads
zitting meer vooibij, of ze worden ge-
interpelleerd. Vroeger, in den goeden
ouden tijd, was een interpellatie iets
bijzonders, een delicatesse voor Raad
en Ipubliek. Toen*maakte men'alleen
van het recht om het Dagelijksch Be
stuur te] interpelleeren gebruik, wan
neer er iets belangrijks voorgevallen
wastoen leefde het publiek mee met
een interpellatie, was men benieuwd
naar den uitslag. Tegenwoordig vraagt
men niet eens meer naar den uitslag
in elke zitting een stuk of wat inter
pellaties] over de grootste futiliteiten
dikwerf en niemand luistert er meer
naar. Eén verstandig besluit nam de
Raad qftp tijd geleden: al die zwaar
wichtige interpellaties werden voortaan
naar het slot^der yergaderingen ver
wezen de bijeenkomst is dan reeds
goeddeels verloopen en wie nog aan
wezig is, hunkert na een samenzijn
van eenige uren naar de buitenlucht.
Dat men zoodoende van het nuttige
recht van interpellatie eenvoudig een
caricatuur maakt, schijnt den heerert
niet te hinderen. Mij wél
Wat mij ook zoo treft bij de behan
deling, of beter gezegd mW-behande-
ling van zaken in onzen gemeenteraad,
is het groote gemis aan actualiteits-
gevoel, dat den heeren kenmerkt. Zoo
werd in de jongste zitting geïnterpel
leerd over de circulaire, door B. en
W. aan de patroons gezonden met
verzoek om mededeeling van het loon,
dat de bij hen in dienst zijnden ge
nieten. Daartegen was oppositie ge
rezen. Oppositie, die ik, zooals mijn
getrouwe lezers weton, niet deel. Maar
dit doet thans niet ter zake. Er was
over geschreven ingezonden stukken
verschenen in de couranten, velen
(vooral de gaarne knoeienden) waren
ontevreden.Gevolg een interpellatie
in den Raad. Een der vertrouwens
mannen der burgerij stelt een aantal
vragen aan B. en W. over deze zaak,
een ander keurt de circulaire kortweg
af. Nu denkt men temeer waar de
interpellatie dagen vooraf was aange
kondigd dat namens B. en W. zou
geantwoord worden. Zeker, maar in
een volgende vergadering, misschien
'over veertien dagen. Denkt men nu
heusch, dat zulk een werkwijze de
burgerij bevredigt
Toch, ik geef de kans op beterschap
nog niet geheel op. Deed de Raad den
laatsten tijd gemiddeld per zitting één
punt af (behalve natuurlijk de zooge
naamde revue, waarover niet gedis-
cussiëerd wordt), in de jongste ver
gadering haalde men er twee. Het
waren wel twee tijdelijke voorzienin
gen, waarover men m. i. in enkele
minuten uitgepraat had kunnen zijn,
maar^r is dan toch vooruitgang.
De burgemeester riep den heeren,
toen zij door elkaar kakelden, zoodat
niemand zich meer verstaanbaar kon
maken, toe Wij zijn toch in den Ge
meenteraad van 's-Gravenhage".
Hadde ik zitting in dit hooge col
lege, ik had den burgemeester een
„juist, mijnheer de Voorzittertoe
gefluisterd.
Van den Burgemeester gesproken,
ziet men wel, dat hij, 'gelijk uw brief
schrijver voorspelde, kalmpjes aanblijft,
zonder dat iemand moer denkt aan alle
feruchten over een aanstaand aftreden?
In baron Sweerts gaat door met de
harten te winnen zijner burgers en
burgeressen. Gaf hij niet pas nog ver
lof voor een serenade in het hartje
der stad En is er grooter vreugde
voor de kleine luijden denkbaar, dan
wanneer de huzaren op een mooien,
alleen een beetje kouden avond midden
op de Groenmarkt een gratis concert
aanbieden Dat was een feestVan
alle kanten kwamen de menschen aan
gehold en weldra was het zwart van
het publiek. Natuurlijk had men het
plan geheim gehouden, maar militaire
muziek 's avonds in het centrum der
stad zorgt vanzelf voor een talrijk
gehoor. En politie hebben wij in over
vloed om voor het verkeer te zorgen
daar was op de Groenmarkt een macht
op de been, als moest er slag geleverd
worden, maar het gebeurt dan ook niet
iederen dag, dat iemand 25 jaar voor
zitter is van een vriendenkring, die
het noodig oordeelt zoo'n jubilaris
publiekelijk te huldigen. Toch zij onze
burgervader voorzichtig. Ik voorspel
hem, dat er weldra vele vereenigingen
zioh zullen aanmelden, die in het ge
lukkig bezit van een jubilaris zijn en
waarom zou 25 jaar het minimum zijn?
Maken wij ons niet op om het kope
ren kroningsfeest te gaan vieren. Van
gebrek aan Oranjeliefde weet ik mij
vrij en ik durf my dus eenigen spot
veroorloven, te meer, daar het mij
bekend is, dat ook onze Koningin
voor dit feest weinig gevoelt en alleen
de aangeboden beleefdheid niet heeft
willen van de hand wijzen.
Het wordt dus een feest de co
mité-leden wonen in, straten, waar de
„Meedoeners" zich niet kunnen ver-
toonen waaraan de uitgaande „men"
niet zal meedoen. De feestvreugde
zal zich beperken tot de kringen der
dienstmaagden, militairen en hun bei
der vriendenkringen.
Neen, dan zullen we in 1913 beter
feestvieren. Alles wijst er op, dat dit
zaakje goed aangepakt wordt en dat
moet ook. In 1913, jaar van onze
honderdjarige onafhankelijkheid en
opening van het Vredespaleis*) moet
ons land en bovenal onze residentie
een goed figuur tegenover de buiten
wereld maken. Dit zal ons trouwens
geen windeieren leggen met het oog
pp toekomstplannnen op internationaal
gebied.
Ik zou zoo zeggen, ook de Tweede
Kamer moet dan klaar zijn om in haar
nieuwe gedaante ingewijd te' worden.
Er zit thans eenige gang in de uit-
breidings- en verbouwingsplannen en
de tegenwoordige minister van water
staat is er net de man voor om dit
nu eens keurig tegen 1913 op te knap
pen. Dat het tegenwoordige Tweede-
Kamergebouw onvoldoende is, erkent
ieder, die er mee te maken heeftde
noodige ruimte is reeds aangekocht
voor de uitbreiding en een huurder
van een perceel, dat men noodig had
en waarin sinds jaren een zooveelste-
rang variété was gevestigd, is tegen
behoorlijken prijs uitgekocht. Het werk
kan dus weldra aanvangen. Dat men
daarbij niet al te karig te werk ga!
Zuinigheid, best. Vooral nu onze schat
kist steeds leeg ie, maar dat mag ons
niet doen voorbijzien, dat Nederland,
vooral nu ons land steeds meer de
aandacht van het buitenland trekt en
dit op zoo hoogen prijs stelt (ik bedoel
hier natuurlijk niet de „belangstelling"
om de Vlissingsche versterking) een
waardig Parleipent moet hebben, dat
men den afgezanten en anderen be
zoekers uit vreemde landen kan toonen,
zonder dat ons het nare gevoel be
kruipt van den armen man, die niet
goed weet hoe hij voor een rijk bezoe
ker zijn armoe moet verbergen.
Bij dezen bouw, waarvoor op lange
termijn kan geleend worden, dus niet
op een paar duizend gulden gelet. Maar
gestreefd naar een even mooi ais prac-
tisch gebouw, dat daar prijken zal'als
een monument van 20-eeuwschen voor
uitgang en kunstzin. Het behoeft daar
om geen millioenen te verslinden die
bewaren ze liever voor neen, over
militaire zaken ditmaal geen woord.
Mijn brief zou te lang worden
HAGENAAR.
De Vredestempel doet nu reeds
als reclame dienst. Dezer dagen viel
mijn oog op een advertentie, waarin
een huis te koop werd aangeboden,
met zoo veel kamers enz tuin en
„uitzicht op het Vredespaleis" En op
diezelfde plaats, waar nu Carnegie's
stichting verrijst, stond eens een heer
lijk bosch. Dat „uitzicht" was mij, en
ik spreek uit ervaring, meer waard;
wij zijn er in dit opzicht niet op voor
uitgegaan. H.
Staten-Generaal.
EERSTE KAMER.
Vergadering van Vrijdag 3 Februari.
Staats begrooting.
De minister van Financiën erkent,
dat de financieele toestand meer dan
gewone zorg vereischt, en dat het
noodig is om maatregelen tot verkrij
ging van nieuwe middelen zooveel
mogelijk te bespoedigen.
De minister hoopt dat nog dit jaar
het debietrecht op tabak en de tariefs-
verhooging zullen kunnen tot stand
komen. Het debietrecht-ontwerp zal
binnen enkele dagen de Tweede Kamer
bereiken, en het tarief-ontwerp zal
binnenkort 'volgen. Daarna zal de
Rijksinkomstenbelasting volgen, of
liever, die is ook reeds op weg.
Volkomen sluit de minister zich aan
bij hen, die een welvaartspolitiek wil
len drijven. Wie zou dat niet willen
Maar het komt slechts aan op de wijze
hoe. Wij hebben flinke kolonies en
prachtige havens. Maar dan moeten
we ook zorgen dat onze havens ge
zocht blijven, en dat zij onze kolonies,
onzen handel blijven voeden, en waken
tegen maatregelen, waardoor onze
havens zouden kannen gesloten, en
onze handel gefnuikt zou kunnen
worden.
Uitvoerig verdedigt de minister
daarna zijn financieel beleid.
Verwacht mag worden dat het ge
raamde tekort over 1911 beneden de
'6.8 millioen blijven zal.
De minister doet nog de toezegging,
dat hg ernstig zal overwegen onze
schatkistpromessen op de openbare
markt te brengen, in plaats van ze
uitsluitend bij de Nederlandsche Bank
te plaatsen. Laatstgenoemde instelling
zal over 't algemeen wat minder als
geldschietster gebezigd worden in de
toekomst.
Nog deelt de minister mee, dat de
wetsontwerpen betreffende de ver
ruiming van het beleggingsveld der
Rijkspostspaarbank in verren staat
van voor Weiding verkeeren.
Hierna vangen de replieken aan.
Uitvoerig verdedigt de heer Staal
zich tegenover den feilen aanval van
den heer 't Hooft ten aanzien van zijn
beleid, als minister'van Oorlog.
De heer 't Hooft, den heer Staal
beantwoordende, zegt tot zijn optreden
tegenover dezen alleen genoodzaakt
te zijn geworden in 's lands belang,
en wei omdat de heer Staal weigert
in te zien den geheel onvoldoenden
algemeenen toestand van ons leger.
De vergadering wordt verdaagd tot
Maandag-middag half 2 uur. Dan is
de begrooting van Buitenlandsche
Zaken aan de orde.
De Alg. Ned. bond van mineraal
waterfabrikanten en bierhandelaren
heeft den minister van justitie ver
zocht tu bevorderen, dat aan art. 337
Wetb. van Strafrecht worden toege
voegd de volgende'bepalingen
„Hij die opzettelijk flesschen, krui
ken, syphons, fusten of andere voor
het daarin afleveren van dranken be
stemde voorwerpen, voorzien van eens
anders naam of firma of van het merk,
waarop een ander recht heeft, weder
rechtelijk verkoopt, te koop aanbiedt,
of levert, in voorraad heeft ten ver
koop of ten einde ze te gebruiken
voor het daarin afleveren van dran
ken, welke niet vervaardigd zijn door
of betrokken van dengene, wiens
naam, firma of merk op het de dran
ken inhoudende voorwerp voorkomt
wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste drie maanden of geld
boete van> ten hoogste drie honderd
gulden.
Gelijke straf wordt toegepast op hem,
die opzettelijk eens anders naam of
firma of het merk, waarop een ander
recht heeft, voorkomende op eenig in
het eerste lid genoemde voorwerp,
wederrechtelijk onkenbaar of onlees
baar maakt of op eenigerlei ir,wijzo
daarvan verwijdert."
Dergelijk verzoek werd ook in 1905
aan den minister van justitie gedaan
Yan de" 56 vereenigingen in den
Haag door het comité tot viering van
het koperen feest der Koningin tot
medewerking uitgenoodigd, waren 42
vertegenwoordigd op een bijeenkomst,
die gisterenavond in het gebouw
-Concordia", Hoogezand, werd ge
houden.
Al deze corporaties hadden zich.
hetzij definitief, hetzij in beginsel,
bereid verklaasd tot deelneming. Be
sloten werd dat vermoedelijk op 6
Maart a.s. tusschen 3 en 4 uur een
aubade, gevolgd door een défilé voor
het paleis'zal plaats hebben, waartoe
reeds de noodige Koninklijke toeste:
>ming werd verkregen.
Voorts zal er geen afzonderlijk
comité van uitvoering worden samen-
reld, doch zullen de voorzitters van
deelnemende vereenigingen zich
tot zulk comité vormen. Er zullen
zoowel dames als heeren aan de aubade
deelnemen en kinderen alleen boven
de 12 jaar, terwijl voor jongeren een
plaats zal worden gereserveerd in de
nabijheid van het Paleis.
Een zeer uitvoerige bespreking over
de vraag op welke wijze de dirigent
zal worden aangewezen, zonder de
gevoeligheid te kwetsen van een der
directeuren der deelnemende zangver-
eenigingen, had tot uitslag, dat uit
een drietal dirigenten, reeds op de
vorige vergadering candidaat gesteld,
de heer Beyersbergen van Henegou
wen, directeur der Nationale Zang
school, werd gekozen.
De gezondheidstoestand van den
heer mr. J. G. Patfin, commissaris
der Koningin in Zuid-Holland, die zeer
ernstig ongesteld is, was gisteravond
iets gunstiger, doch blijft zorgelijk.
VRIJDAG 3 FEBRUARI.
Voorzitter: De Burgemeester.
Tegenwoordig zyn de hh. van de
Velde, Nederhorst, Herman, Prince,
van der Torren, van Eijk, Knuttel,
van Galen, de Jong, van der Ree,
van Iterson, IJsselstijn, Dessing, Ko-
lyn, Jaspers, Muylwijk en Jongenbur
ger.
Afwezig de hh. Bokhoven en Ver
geer, beiden met kennisgeving.
De Voorzitter deelt mede dat door
Ged. Staten zijn goedgekeurd:
1°. de Raadsbesluiten van 20, Jan.
1. nrs. 15, 19, 22 en 23 tot wijzi
ging der gemeentebegrootingen dienst
1910—1911.
de Raadsbesluiten van 20 Jan.
.1. nrs. 16, 17 en 18 tot afstand in
erfpacht aan P. Verkaik van een
stukje grond aan de Wachtelstraat.
3°. tot verhuren van gerioleerden
rond bij de Vrouwensteeg aan V.
immers en bij het "Weeserf aan H
v. d. Pool.
4°. tot het beschikbaar stellen van
een lokaal in het voormalig Bestede-
lingenhuis voor het houden van een
cursus van den Typografischen Studie
kring „Gouda".
Deze mededeelingen worden aange
nomen voor kennisgeving.
Ingekomen
1. Twee suppletoire begrootingen
n.l. van het van Iterson-Ziekenhuis
en een van het Isr. Armbestuur.
Worden ter visie gelegd.
2. .Twee brieven van Mevrouw
van der Garden en van Mevrouw
Lambrechtsen van Ritthem, daarbij
kennisgevende dat zij om geheel per
soonlijke redenen ontslag nemen als
lid der Commissie van Toezicht op
de Stad-Muziekschool.
Aangenomen voor kennisgeving.
3. Een rapport van B. en W. op
het in hunne handen gestelde adres
van den Goudschen Bestuurdersbond.
Dit luidt aldus
Gouda, 31 Januari 1910.
Bij een den 3 September 1910 ont
vangen adres verzoeken de heeren B.
Scholten en A. Fokkers Jr., respec
tievelijk Voorzitter en Secretaris van
den Goudschen Bestuurdersbond, in
opdracht van deze plaatselijke federa
tie van vak- en andere vereenigingen
1°. om in de bestekken van gemeen
tewerken bepalingen te willen opnemen
omtrent minimum-loon en maximum-
arbeidsduur, en
2°. om in die bestekken te willen
bepalen, dat het den aannemer niet
geoorloofd is, met de arbeiders, die
voor het door hem aangenomen werk
werkzaam zijn, overeen te komen, dat
.fgeweken wordt van hetgeen omtrent
doorbetaling van loon, wanneer de
arbeiders niet in staat zijn, hetzij we
gens ziekte, hetzij wegeps eenige an
dere dringende reden, hetzij wegens
tijdelijke verhindering bij den arbeid
door slecht weer of gebrek aan mate
riaal, hun Werkzaamheden te verrich
ten, is bepaald bij de artikelen 1638c
en 1638d van het Burgerlijk Wetboek
(Wet op het Arbeidscontract).
Zij verzoeken voorts om dit adres
niet, gelijk met vorige soortgelijke
adressen is geschied, in handen van
ons College te stellen ter afdoening,
zoodat er van eene ernstige behande
ling dezer voor de arbeiders zoo be
langrijke aangelegenheid (volgens de
adressanten althans) geen sprake is
en dan ook nimmer sprake is ge
maar op dit adres van ons een bere
deneerd prae-advies te vragen.
Bij het adre» is gevoegd eene Me
morie van Toelichting, waarin ter toe
lichting van het tweede verzoëk niet
anders voorkomt dan eene herhaling
van het verwijt dat de Raad een ter
zake vroeger ingediend adres den 22
Augustus 1909 in onze handen heeft
gesteld ter afdoening, hetgeen de
adressanten grievend noemen, en de
mededeeling van ons antwoord dat
er naar onze meening nog geen vol
doende ervaring betreffende dit onder
werp was opgedaan om voor te schrrj
ven dat afwijking van den inhoud van
de vermelde wetsartikelen niet geoor
loofd is.
De wenschelijkheid der bij het eerste
verzoek gevraagde bepalingen wordt,
wijl volgens de adressanten het ver
moeden gewettigd is dat bij den Raad
het besef van het groote belang daar
van nog niet voldoende is ontwaakt,
op uitvoerige wijze bepleit, o.a. door
er op te wijzen dat in de bestekken
van gemeenten van ongeveer gelijke
grootte als Gouda in de laatste jaren
bepalingen betreffende maximum-ar
beidsduur en minimum-loon zijn op
genomen.
Op ons voorstel is dit adres in onze
handen gesteld om daarover advies uit
te brengen.
Daartoe overgaande meenen Wij ten
aanzien van het eerste verzoek te kun
nen volstaan met in herinnering te
brengen dat de Raad bereids voor
ruim negen jaar is ontwaakt tot het
besef, waartoe men hem thans wil
brengen. Bij besluit van 3 September
1901 heeft de Raad immers reeds be
palingen vastgesteld betreffende mini
mum-loon en maximum-arbeidsduur,
welke in de bestekken voor de uit
voering van gemeentewerken zouden
gelden. Deze bepalingen zijn opgeno
men in het Gemeenteblad N°. 131 en
gedrukt verkrijgbaarzij worden steeds
in de bestekken vermeld of daarin
wordt naar het gedrukte nummer van
het Gemeenteblad verwezen zij zijn
voor de aannemers bindend en ons is
niet ter oore gekomen dat zij zijn
overtreden. Wij yoegon daaraan toe
dat, zoolang deze bepalingen bestaan,
door ons slechts uiterst zelden toe
stemming is verleend tot overwerk.
Dit alles had toch aan de adressanten,
die zoo lichtvaardig anderen gebrek
aan ernst toedichten, volkanen bekend
kunnen en behooren te zijn
Wat betreft het tweede verzoek der
adressanten, wij wenschen ten allen
overvloede aan te stippen dat de aan
gehaalde, bij de Wet op hot arbeids
contract aan het Burgerlijk Wetboek
toegevoegde, aytikelen 1638c en 1638d
zijn uitzonderingen op artikel 16386,
inhoudende dat geen loon verschul
digd is voor den tijd, gedurende wel
ken de arbeider den bedongen arbeid
niet heeft verricht. Artikel 1638c be
paalt dan, in hoofdzaak, dat de arbei
der evenwel zijue aanspraak op loon
voor een betrekkelijk korten tijd be
houdt, wanneer hij ten gevolge van
ziekte of ongeval en voor een korten,
naar billijkheid te berekenen tijd wan
neer hij tengevolge van zeer bijzon
dere, buiten zijne schuld ontstane om
standigheden verhinderd is geweest
zijn arbeid te verrichten, wordende
onder deze zeer bijzondere omstandig
heden begrepende bevalling van de
echtgenoote des/ arbeiders, zoomede
het overlijden en de begrafenis van
een zijner huisgenooten of bloed- of
aanverwanten het laatste lid van het
>1 zegt echter dat van do bepa
lingen van dit artikel bij schriftelijke
enkomst of bij reglement kan
worden afgeweken, terwijl de Regee
ring bij de schriftelijke behandeling
Wet uitdrukkelijk verklaarde dat
partijen vrij staat tyj schriftelijke
overeenkomst of reglement in het on
derwerp naar wederzijdsch goedvinden
te voorzien. En artikel 1638d schrijft
voor dat de arbeider aafiBpraak op zijn
loon zal behouden, indien hij bereid
is den bedongen arbeid te verrichten,
doch de werkgever daarvan goen ge
bruik maakt, hetzij door eigen schuld
of zelfs ten gevolge van hom persoon
lijk betreffende toevallige verhinde
ring; ook ten aanzien van dit artikel
geldt dat bij schriftelijke overeenkomst
of reglement van deze bepaling kan
worden afgeweken, terwijl do Regee
ring verlÉ&arde „Door de bevoegd-
«%heid des werkgevers ouTvan dit voor-
„schrift afwijking te bedingen zullen
„intusschon alle moeilijkheden, die hij
„in een bepaald geval uit de toepas
„sing der wetsbepaling mocht voor-
„zien, gereedelijk kunnen worden af-
„gesneden".
Hieruit volgt, dat de wetgever, van
de uitvoering der in de beide artike
len vervatte uitzonderingsbepalingen
moeilijkheden in de praktijk voorzien
de, aan partijen, dat wil zeggen aan
don werkgever en aan zijne arbeiders,
uitdrukkelijk heoft gegeven de be
voegdheid ora onderling overeen te
komen en om te bedingen dat de uit
zonderingen niet en de algemoene
rogel van artikel 1638b wel zou golden.
Bij de invoering der Wet op het
arbeidscontract bleek al spoedig, zoo
als te voorzien was, dat van de zijde
der arbeiders zou worden getracht,
ook door verzoekschriften als namens
den Bestuurdersbond tót Uwe Ver
gadering gericht, om de in de Wet
neergelegde bevoegdheid buiten toe
passing te houden, en dat door de
werkgevers daartegenover alles zou
worden gedaan om zich te verzetten
tegen iedere verkorting hunner rech
ten.
En nu zou eene bepaling in de be
stekken voor de aanneming van ge
meentewerken, waarbij afwijking van
de in de arakelen 1638c en 1638d
van het Burgerlijk Wetboek vervatte
uitzonderingsbepalingen ongeoorloofd
werd verklaard, ongetwijfeld zijn eene
verkorting van de rechten van den
aannemer, welke niet door den wet
gever is gewild, integendeel zou zijn
in strijd met zijne bedoeling.
Geheel eens zijn wij het met adres
santen, waar zij in hunne Memorie van
Toelichting schrijven „dat de Gemeen-
„te, als zedelijk lichaam, waar zij als
„werkgeefster optreedt, ten plicht heeft
„een voorbeeld van goede werkgeefster
„(te zijn)". De Gemeente heeft naar
onze meening dat voorbeeld te geven
door aan hare arbeiders zulke arbeids
voorwaarden toe te staan, als ter
plaatse tot de beste gerekend mogen
wordenmaar naar onze vaste over
tuiging mag zij allerminst, zooals door
de adressanten wordt gevraagd, bij de
uitvoering van een aangenomen ge
meentewerk, waarbij zij zelve slechts
indirect partij is, ingrijpen ten koste
van den aannemer-werkgever, door
hem de uitoefening van eene hem bij
de Wet gegeven bevoegdheid onmogelijk
te maken.
Daartoe wenschen wij niet mede te
werken.
Nu wordt wel door de voorstanders
van een dergelijk ingrijpen beweerd
dat, let men althans alleen op de finan
cieele zijde van de zaak, dit ingrijpen
niet behoeft te zijn ten koste van den
aannemer, daar deze de meerdere
kosten door eene hoogere aannerairi&s-
som wel zal verhalen op de gemeonte-
aanbesteedster. Maar dit is, voorloopig
althans, onjuist. De ervaring is daartoe
nog veel te kortde omvang van het
risico, dat de aannemer loopt, kan bij
gebreke yan ondervinding nog vol
strekt niet worden begroot. Dit deelden
wij de adressanten reeds mede in be
schikking op hun eerste op deze
zaak betrekking hebbende, in onze
handen ter afdoening gestelde adres.
En nu doet het ons leed dat do adres
santen in hun laatste adres met Memo
rie van Toelichting zich er toe bepalen
uit te spreken dat „te dezen opzichte
ten onrechte op „ervaring" wordt ge
wacht", in stede van zei ven eenigo*
cijfers te geven uit hunne ondervinding
of die van anderen. Blijkbaar kunnen
zij dienaangaande niets berichten. Ons
is het evenmin mogen gelukken te
vernemen welke ondervinding te dezen
opzichte is opgedaan. Afgescheiden van
onze principieele bezwaren meenen wij
dus dat groote voorzichtigheid ten deze
geboden blijft.
Wij hebben mitsdien de eer den Raad
in overweging te gevon aan de adres
santen te doen weten dat bepalingen
omtrent minimum-loon en maxinlum-
arbeidsduur reeds lang in de bestekken
voor gemeentewerkon worden opge
nomen en dat hun verzoek om in die
bestekken te doen voorschrijven dat
afwijking van het bepaalde in de arti
kelen 1638c en 1638rf van het Bur
gerlijk Wetboek niet geoorloofd zal
zijn, niet voor inwilliging vatbaar is.
Aan den Raad der gomeente Gouda.
Tor visie.
4. Brieven van den heer W. Krom
hout en de overige ambtenaren der
secretarie en van den commies ten
kantore van den Gemeente-ontvanger,
dank betuigqpde voor do verhooging
van hun salaris.
5. Een brief van G. Landwohr,
mede dankzeggende voor de verhoo
ging van zij» salaris.
4 en 5 worden ter visie gelegd.
tl. Adressen van de h.h. R. Moer
kerk, M. Gelijns, J. E. W. Harmsma,
J. van Eijk, S. Olman, L. Boer en
A. van Reeden, verzoekende in aan
merking to mogen komen voor perio
dieke verhoogingen.
De heer IJ s s e 1 s t ij n Toen in
de vorige vergadering het besluit viel,
dat de Raad do verhoogingon zou vast
stellen, haddon wij de meening dat
het oen wijs beleid zou zijn, wanneer
B. en W. ons inlichtingen gaf en het
is daarom dat ik voorstel dezo adressen
te stellen in handen van B. en W.
om advios.
Zal worden gestold in handen van
B. en W. om advies.
7. Een adres van F. 0. W. Begeer
en 63 andere» om het water der Turf
markt te dempen.
Dit a<Jres luidt aldus:
Aan den Edelachtbaren
Gemeenteraad van Gouda.
Geven met vorschuldigden oerbiod
te kennen P. C. W. Begeer en drie
en zestig onderteekenaars van bijgaand
adres, allen bewoners van de Turf
markt of Blauwstraat, dat er naar
hunne bescheiden meoning geen beter
terrein voor de uitbreiding van de
Markt denkbaar is dan de Turfmarkt
na demping kan aanbieden
dat er reeds meermalen over de
demping van 't water aan de Turf
markt is gesproken met het oog op
de gevaarlijke passage op Donderdag,
't onderhoud van bruggen en kaai
muren, en vooral in 't belang der
gezondheid van de bewoners. Om
deze gewichtige redenen verzoeken zij
U zeer beleefdelijk thans tot de dem
ping van 't water aan de Turfmarkt
enz. wel te willen overgaan.
't Welk doende,
P. C. W. BEGEER.
Gouda, 1 Februari 1911.
Zal worden behandeld bij punt 7
der agenda.
8. Een adres van P. Rooseboom
en een aantal andere landbouwers om
het voorstel der marktcommissie tot
uitbreiding niet aan te nemen.
Dit adres luidt aldus
Gouda, 2 Februari 1911.
Edelachtbare Heeren van den Ge
meenteraad van Gouda.
Edelachtbare Heeren.
Geven met verschuldigen eerbied
te kennen ondergeteekenden voorko
mende op de hier aan vast bevestigde
lijst, zijnde allen landbouwers enbig-
genkooplieden. die de Goudsche Markt
bezoeken.
dat zy tot hun leedwezen vernomen
hebben, dat er plannen en zelfs zeer
dure plannen bestaan om de biggen-
markt van plaats te doen veranderen
dat zij vermeenen, dat het vee en
de producten van een bóer een eerste
phiats behooren in te nemen op de
Groote Markt te Gouda,
dat dit sin ds onheugelijke jaren
altijd het geval was.
dat voor het oud roest, mandenwerk
enz. enz. gemakkelijk voor die paar
markturen een plaats te vinden is
achter of bezijden do Kerk,
dat voor tie kramen in iftanufac-
turen linten, enz. enz. van Rotter-
damsche kooplui en anderen govooge-
lijk een plaats to vinden is op de
Westhaven, zooals met de kermis,
dat ondergeteekenden zich veroor
loven U Edelachtbare Heeren vau de
Gemeenteraad een plan aan de hand
te doen tor verdeeling van het markt
plein
Do noorderkant van hot marktveld
tusschen de oafé's Belvedère en Har
monie af te zonderen voor lammeren
en schapenmarkt, nuchtere en gras-
kalveren en koeienitiarkt naar gelang
het jaargetijde zulks meebrengt, dat
er aanvoer is.
De westzijde van het marktveld van
af Café „de Zon" tot aan do Melk-
salon van Verboom (Goudsche Melk
inrichting) voor de biggen,
vervolgens do kippenmarkt van af
de melksalon tot aan of over de Groe-
nendaal,
dan de fruitmarkt als er aanvoer is
van af de Groonendaal tot het zuid
punt van het marktveld en zuidoost
zijde tot over de goudsmidswinkel van
den heer Olifiers.
En de kaasmarkt van af den heer
Olifiers tot aap Hotel „de Zalm" dus
de oost- en noordzijde van de Markt.
Het wegen van de votto varkens
(aanvoer niet zoo groot) te dopn plaats
hebben naast het keurhuisje achter de
Waag, op een schaal overdekt met
een bokapping van gegalvaniseerd ijzefr
of aparte inrichting van hout opge
trokken.
Er moot in het oog gehouden wor-
len, dat de vette markt niet vooruit
gaande is, wel de biggenmarkt. En
biggen worden niet gewogen. De
waag blijft dan geheel vrij voor kaas,
dat de kaasaanvoer in het najaar
van zelf niet zoo groot is, als wanneer
do fruitmarkt op zijn drukst is,
dat de fruitmarkt behoorlijk afge
paald kan zijn met touwen, waardoor
do passage uit do Wijdstraat niet ge
stoord wordt en geen gevaaf oplevert,
dat voorzoo ver er dan nog plaats
over mocht zijn, dezo ruimte voor
kramon het eerst gegevon zal worddn
aan ingezetenen, die het langst de
markt bezocht hebben,
dat voor het behoorlijk verhandelen
van de koopwaar in klinkende munt
(afrokenon en wisselen van bankpa
pier) er ontegenzeggelijk koffiehuizen
voor noodig zijn onmiddellijk in de
omgeving om gevrijwaard te zijn voor
regen, wind, stof, vriezend weer en
sneeuw.
Redenon waarom ondergeteekenden
beleefd verzoeken de burgerij niet op
onnopdige kosten te jagen, daar do
meerdere inkomsten van marktgeld
niet te voorzien zijn.
't Wolk doendo,
PIET ROOZEBOOM
te Montfoort
en 56 anderen.
Zal worden behandeld bij punt 7
der agenda.
(Wordt vervolgd.)
VAN
MANTELS COSTUMES.
BLOUSEN, KOKKEN
tot zeer fage prjjzen.
Aanbevelend
Specialiteit in Mantels en Costumes.
Getrouwd:
H. A. SCHOUTEN
Med. Doet*. Arts te Bergen op Zoom
EN
SOPHIE W. A. LEIGNES
BAKHOVEN,
die, ook namens wederzijdsche Familie
hun dank betuigen voor de belang
stelling bij hun huwelijk ondervonden.
Arnhem, 4 Februari 1911.