'MAN,
EDELE HARTEN.
49e Jaargang.
[Mo. 11500.
Zaterdag 4 Maart 1911.
behalve Zon- en Feestdagen.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
Eerste Blad.
FEUILLETON
tien en tonden
ime sorteering
indel
lakerij
*meDzorg<
CENHUIS.
KLEINHANDEL
IN
Sterken Drank.
g 14—16
$70.
[let Petitionnement der
S. D. A. P.
2 -r-s
@3x:exx
XTïe*cL-ws- en voer G-o\id.a erx OïXi.stre3E®ix.
Verschij nt dagelij ks
4
Telefoon Interc. 82.
1
billijkste eischen kunnen
HANNA.
.Het
f
J
3ii Buiten-
(Wordt vervolgd.)
33
i
geregeld tijdig
mtvangen van
i, vermakelijk-
dan in onze
Oosthaven 31,
eg 10.
in VOEDERS
jorten vogels.
[GEN, LAN-
ZWEEPEN,
[TASSCHEN,
Dit Nummer bestaat uit twee
bladen.
nog
van
om
PARADIJS
UWE en 2e
KA'voorradig;
i.
I
1
BURGEMEESTER en WETHOUDERS
van Gouda, brengen ingevolge art. 12, i°
der Drankwet ter openb re kennis:
dat bij hen is ingekoinen het verzoek
van J. Hortensius, aldaar, voor den verkoop
van sterken drank in het klein in de bene-
denlocaliteit van liet perceel aan de Veerstal
No. 40.
Binnen 2 «reken, nadat deze bekendm.'-
king is geschied, kan ieder tegen het ver
kenen van het vergunning schriftelijke be
zwaren inbrengen.
Gouda, den 4 Maurt 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER.
De wijze waarop de S. D. A. P.
haren strijd voor algemeen kiesrecht
voert, geeft aanleiding tot verschil
lende beschouwingen. Overdreven
tactisch aangelegde naturen komen
met de vraag, of die krachtige actie
niet wel eens ten gevolge kan heb
ben, dat enkele weifelende elementen,
die anders nog wel voor algemeen
kiesrecht te winnen waren geweest,
nu uit vrees voor het Roode Spook
zullen terugdeinzen. Wij kunnen
hiervan niet anders zeggen, dan dat
deze vraag ons heel weinig interes
seert, al zal het ook natuurlijk een
deel van onze propaganda moeten
wezen, die vrees voor ’t Roode Spook,
die natuurlijk door onze conservatieve
tegenstanders handig zal worden
geëxploiteerd, in het rechte licht te
stellen. Wie toch, misbruik makende
van zijne macht, het stemrecht zou
onthouden aan iemand omdat hij
zich ten itoal
en overtollige
en we/A-e ooi.-,
■epm eeren, en
gegoeden voor
erkoopen, De
t komt geheel
frolo Verewi-
uur gele-
beperkte kiesrecht van de Additio-
neele artikelen van de Grondwet
van 1887; sinds dien is er na en
door Tak’s mislukt pogen eene uit
breiding van het kiezerskorps geko
men door de wet-Van Houten, waar
door reeds aan duizenden arbeiders
het kiesrecht werd geschonken.
Maar het blijft eene eer voor de
S. 1). A. P., dat ze die lagen der
bevolking, die door Domela Nieuwen
huis in den waan waren gebracht,
dat het kiesrecht niets waard was,
en dat de volksvertegenwoordiging
niets anders was dan eene verza
meling eerzuchtige baantjes-jagers,
enkel en alleen omdat het heni, den
profeet, niet gelukt was in die ver
gadering iets voor dat hem vergo
dende proletariaat te doen, wakker
gemaakt heeft, en tot het besef ge
bracht der werkelijkheid.
Welk gevaar het voor een Staat
oplevert, als honderdduizenden van
hen, die door de benarde positie,
waarin ze ve.rkeeren, scherper critiek
oefenen dan wie ook op het be
staande, het eenige middel dat die
Staat hun kan geven, om mede in
vloed uit te oefenen op de wetgeving,
als waardeloos verwerpen, behoeven
wij toch zeker niet onder woorden
te brengen.
liet petitionnement van de S. I).
A. P. beteeke.nt, dat men in die
kringen den tijd der groote woorden
te boven isdat men het daar aan
durft, wat ook wij aandurven, d. i.
in gelijken strijd idee tegen idee
zettendat men zich ook daar be
wust wordt, dat het revolutionaire
in gewelddadigen zin wel eene dade
lijke, maar tevens niet anders dan
eene kortstondige overwinning kan
bezorgen.
Zullen wij lang uitweiden over het
groote voordeel, dat er aan verbon
den is, als ieder burger door zijn
stembiljet opgevoed wordt tot we
zenlijk burger van den Staat als
hij genoodzaakt wordt zijne wenschen,
zijne idealen te toetsen aan de rea-
37)
"ik werd bevangen door de vrees
voor een naderend onheil, als voor
een onherroepelijk doodvonnis, waar
van men de voltrekking met volle
zekerheid Verwachten kan en toch
tegen iederen prijs tracht af te wen
den. Te huis aangekomen, ontmoette
ik pater Lodewijk op het erfhij
stond op het punt zich naar de bijen
korven te begeven, en had eeu zak
over zijn hoofd geslagen en een
scherm van ijzergaas voor zijn gelaat
gebonden.
„Is Selim hier, eerwaarde?” vroeg
ik hem.
„Ja, ongeveer anderhalf
den is hij aangekomen.”
Mijn hart begon angstig te kloppen.
„Waar kan ik hem vinden?”
Hij is met Hanna en Ewunia naar
den vijver gegaan.”
Ik liep den tuin in en begaf mij
naar den oever van den vijver, waar
gewoonlijk de bootjes lagen. Er ont-
8 uur, Confé-
>uwes Dekker-
voor de afd.
etbond.
3 uur, Lezing
ver de Nederi.
om lO1^ uur
nadering Ned.
indelaren.
7 uur, 4ejaar-
)d. Vereen, tot
ende dranken,
hinie”, 8 uur,
t Mandoline-
utia”.
ord”, 8V2 uur
ereeniging tot
rculose.
weet, dat deze zijne stem zal uit
brengen anders dan hem goeddunkt,
verbeurt zeker den naam van liberaal,
want hij bekampt niet meer de idéé
met de idéé, maar met bruut geweld,
altijd in zooverre zulks op den
duur gaat. Als wij, dit tusschen
haakjes, die menschen hooren, die
tegen algemeen kiesrecht zijn, om
dat de sociaal-democraten door de
invoering daarvan sterker zouden
kunnen worden in de vertegenwoor
digende lichamen, komt ons onwille
keurig eene bekende historische anec
dote in de gedachten, en wel de
volgende
Toen in 1667 in de Staten van
Holland over het Eeuwig Edict ge
stemd werd, het beruchte decreet,
dat aan het huis van Oranje voor
goed het stadhouderschap over de
machtigste provincie van het Ge-
meenebest moest ontnemen, sneed
Vivier, pensionaris van Dordrecht,
met een pennemes den rug van een
boek stuk. „Wat doet gij, neef?”
vroeg Johan de Witt. „Ik onderzoek
wat staal op perkament vermag,”
antwoordde deze. Daarmee bedoe
lende dat geene op perkament, ge
schreven wet in staat zou, zijn de
groote liefde, die het volk het huis
van Oranje toedroeg, te smoren, en
dat de prins vandaag of morgen met
het staal in de vuist, door zijne
getrouwen daartoe genoopt, dat stad
houderschap zou komen opeischen.
Wat dan ook vijf jaren later gebeurd
ia. Mutatis mutandis kan men zeggen,
dat geene wet op den duur in staat
is het kiesrecht te onthouden aan
wien het toekomthet staal der idee
vlijmt tenslotte door alle geweld.
'X
brak werkelijk een dpi’ grootste boot
jes mijn blikken zweefden tevergeefs
over den vijvervan de gezochten
was niets te ontdekken. Ik vermoedde
nu, dat Seïim naar rechts, naar de
elzeboomen, geroeid was en dat het
bootje met de opvarenden dus door
de biezen, die langs den waterkant
groeiden, aan mijn blikken onttrokken
werden. Ik greep een paar roeiriemen
en sprong in een klein bootje met één
enkele zitplants. Zonder eenig ge-
druisch te veroorzaken, roeide ik langs
den oever en begaf mij niet verder
den vijver op, om te kunnen kijken,
zonder zelf ontdekt te worden. Het
bootje lag onbeweeglijk midden in
den vijver en de roeiriemen waren
ingehaald. Aan het eene einde van
het bootje zat mijn zusje met den rug
naar Selim en Hanna gekeerd, en
deze beiden zaten aan het andere
einde. Ewunia boog over het water
heen; zij plaste er vroolijk met haar
kleine handjes in rond/ enal haar
aandacht scheen door dit spel in be
slag genomen te worden. Selim en
Hanna zaten bijna schouder aan schou
der geleund en schenen geheel ver
diept in hun gesprek. Het heldere,
door den weerschijn des hemels blauw
achtige water werd door niet het ge
ringste windje gerimpeld en het
bootje met de opvarenden weerkaat-
water werpen, maar de liefde voor
Selim kon ik toch niet uit haar hart
rukken, noch haar zelf bezitten
Ach, dit gevoel van. machteloozo
woede, deze zekerheid dat er aan geen
redding meer te denken viel, was op
dit oogenblik moeilijker te verdragen
dan al het overige. Weleer had ik mij
altijd geschaamd te weenen en zelfs,
wanneer de «mart mij de tranen in de
oogen dreef, ze met geweld onderdrukt.
Maar nu baande deze machteloozo
woede zich een weg en by het aan
schouwen van dit liefdespaar vóór mij,
wier gestalten in den gladden water
spiegel weerkaatsten, van den glanzen
don blauwen hemel boven mij on van
het droefgeestig ruischende riet rond
om mij, alleen in deze eenzaamheid
met mijn smart en mijn droevig nood
lot. barstte ik in luide snikken uit.
Daarna geraakte ik in een staat van
halve bewusteloosheid, een toestand
van verstijving maakte zich van mij
meestermijn ledematen weigerden
dienst; ik voelde, dat mijn handen en
voeten koud begonnen te worden en
dat ik al zwakker en zwakker werd.
Er zijn anderen, die op de loer
lagen, of er geene uitingen van de
S. D. A. P. zijn, waaruit een wa
pen is te slaan om de kleine luiden
te beduiden, dat zij toch maar be
ter doen het petionnement van die
partij niet te teekenen. Te zeggen,
dat ze hunne bijzondere aandacht
ste in de kalmo, onbewogen opper
vlakte van het water. Het was een
bekoorlijke aanblik en toch dreef hij
mij al mijn bloed naar het hoofd nu
begreep ik alles zij hadden Ewunia
medegenomen om den schijn te red
den, en tevens omdat het kind hen
niet storen en hun liefdesverklaringen
niet verstaan kon.
„Het is gedaan I” dacht ik. „Het
is gedaan !’r ruischte het riet. „Het is
gedaan I” lispelden de golfjes, die om
de kiel van mijn bootje klaterden.
Het werd nacht voor mijn oogenik
werd bevangen door warme en koude
rillingen en ik voelde, dat ik doods
bleek werd. „Ge hebt haar verloren
riepen duizend stemmen in en om mij
heen, en het was mij, of al die stem
men ten hemel schreiden I Daarna
schenen ze mij toe te fluisteren „Roei
nog dichter bij; verberg u in de
biezen en gij zult nog meer aanschou
wen I” Ik gaf gehoor aan deze stem
men en gleed onhoorbaar naderbij. De
afstand was nog steeds te groot om
hun gesprek te kunnen verstaan, maar
ik zag hen des te dieter. Zij zaten
naast elkander op een der bankjes,
maar hielden elkander niet bij de hand.
Selim was naar Hanna gekeerd en
keek haar met smeekende blikken aan,
zy echter keek hem niet ifi het ge
laat, maar liet haar blikken onrustig
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 15 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel moer 0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f 0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
wijdden aan de artikelen van den
heer v. d. Goes in het Marxistische
bijblad van „Het Volk”, maakt het
haast overbodig medé te deelen, dat
zij weldra voude* wat zij wilQen
de Fabius der S. b. A. P. had toch
als zijne meening ten beste gegeven,
dat men door zijne handteekening
op dat petitionnement tegelijk te
kennen gaf, dat men met hart en
ziel de sociaal-democipatische begin
selen was toegedaan. Mr. Troelstra
heeft echter in' „Het Volk” dit been
in het lid gezet, en ook de heer Van
der Goes is met eene nadere ver
klaring gekomen, zooals de uitspra
ken van dezen zuiveren theoreticus
meestal behoeven.
Maar dit alles is bitter klein ge
doe die berekeningen van die over
dreven tactici, zoowel als dat loeren
van het conservatisme. En het ver
baast ons wel eenigszins, dat we
daarnaast nog niet er op hebben te
wijzen, dat ook maar één der groote
bladen volle recht liQpft laten weder
varen aan de politieke’ beteekenis
van het petitionnement van de 8.
D. A. P. Dat petitionnement is toch zulks te gemakkelijker, omdat
voor ons, wij schrijven dat zonder
eenige aarzeling, de allergewichtig
ste politieke gebeurtenis van ons
tegenwoordig staatkundig leven.
Wat toch wil dat petitionnement
zeggen
Dit, dat het volk achter de kie
zers, zij het dan ook onder de leiding
van hen, die deze groepen in onze
samenleving het meest bestrijken,
het kiesrecht zal vragen als een
recht van groote beteekenis, en dat
het dit zal doen op ordelijke wijze,
gebruik makende van zijn grond
wettelijk recht van petitionnement.
Daarin ligt dubbele verheugenis.
In de eerste plaats deze, dat wij
thans bij onze beweging den on-
misbaren steun zullen hebben van
het volk, „waarvoor dat kiesrecht
wordt gevraagd”. Zij, die in 1894
^ooals wij, voor Tak’s kieswet stre
den, weten uit al te droeve ervaring,
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal f 1.25
Idem franco per post- 1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad - 1.50
Idem franco per post - 1.90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange
Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren.
Telefoon Interc. 82
;en”. 8 uur,
an „Be Quick”,
Kattebelletje”.
Qegen”, 8 yur,
g-,
oningtoezicht,
Vergadering
jsie van „Ar-
e Róunie”, 8
lering van de
tnbachtsschool
GOIIISIIIE COURANT.
dat het gemis aan dien steun, Tak’s
pogen schipbreuk deed lijden.
In de tweede plaats kan het niet
anders dan voldoening geven, dat
een groot deel van de bevolking,
dat zich zoo lange jaren om dat
kiesrecht, als van nul en geener
waarde, niet meer had bekommerd,
dat zich, door valsche voorlichting
misleid, van onze geheele parlemen
taire instelling als van’„een rommel”
had afgekeerd, tot het besef is ge
komen, dat het de moeite waard is,
volledig burger te zijn van Neder
land in de derde plaats verheugt
het ons, dat ook de S. D. A. P.,
zooverre is neergekomen op den
gezonden bodem der realiteit, dat ze
tot het bereiken van haar doel naar
een van de meest gebruikelijke mid
delen, die de Grondwet aan de hand
geeft, heeft gegrepen.
Ze is daar niet minder sterk om.
Ze weet dat ze, aldus handelende,
gemakkelijk spel geeft aan hen, die
smalen van eene „verwaterde sociaal-
democratie, die op makke wijze
petitionneert’,, maar ze verdraagt
ze
ziet dat dit verwijt niet alleen ge
bezigd wordt door hen, die op staat
kundig terrein de bralperiode nog
niet te boven zijn, maar ook door
hen, die zoo gaarne zouden zien,
dat de goedgeschoolde organisatie
de anarchististische horde was
vóór 1894, omdat ze dan ook
de
lachen.
Na de brallende verklaring op de
groote kiesrechtbetooging te ’s-Gra-
venhage van 20 Sept 1885, dat
men daar voor het laatst op ordelijke
wijze om het kiesreeht had gevraagd,
hebben we nu het petitionnement,
het uiterst wettige petitionnement
van de S. D. A. P. in 1911. We
verliezen natuurlijk niet uit het oog,
dat het verschil van data zeker ook
verschil van beoordeeling eischt. In
1885 leefden we onder het ze<$
rondzweven. Ik zag, dat zij in ver
warring verkeerdeik zag, dat hij haar
iets vroeg en zijn handen smeekond
naar haar ophief en zij ten slotte haar
hoofdje naar hem boog. Haar blikken
ontmoetten nu de zijnen, zij boog nog
verder naar hem, maar trok zich plot
seling bevend van hem terug naar
den rand van het schuitje, waarop hij
haar hand greep, uit vrees dat zij in
het water kon vallen.
Ik bemerkte, dat hij haar hand niet
meer losliet, en daarna zag ik niets
meerer gleed als het ware een sluier
over mijne oogende roeiriem ont
zonk aan mijne handen en ik zelf zonk
op den bodem van mijn schuitje neder.
„Groote God, heb medelijden, zij dooden
een menschenzielhoorda ik een stem
in mij kermen. Ik snakte naar .lucht.
Ach, hoe grenzeloos had ik haar be
mind en hoe grenzeloos ongelukkig
was ik nu!
Ik lag op den bodem van het bootje
uitgestrekt en rukte van woede aan
mijn kleederen, en toch gevoelde ik
mijn machteloosheid zóó duidelijk en
met zooveel bitterheid in het hart,
dat ik mijzelven een krachteloos, ge
ketend athleet toescheen. Wat kon ik
doen? Ik was wel in staat geweest,
Selim of mijzelven te doodenook
had ik mijn bootje tegen het hare kun-
nen aansturen en hen beiden in het