LE. Alter Gracht 209 A AG, STEWAAR- gen meskleeding. of gedeelten ^o. 11502. kennisgeving. XTïenj.-ws-exL^.d.-v-ert^xi.tïe’blsud. voer G-ovLd.su ezxOxxxstxeloexx- Verschijnt dagelijks - behalve Zon- en Feestdagen. Mond.-en Klauwzeer. Dinsdag 7 Maart 1911. 49e Jaargang Buitenlandsch. Nieuws. S-o-ïtexj land.. FEUILLETON TPTHPTP TTAPTP¥ JBJMda KAKlLlN. slceaa. n Buiten- d.E.|ALTER n’s Inkt de BESTE, SCHADELIJK 3LLAND, BEKENDMAKING. Besmetting 4# 1 Telefoon Tnterc. 82. aflevering. NEGENDE HOOFDSTUK. HjUOO. r niet meer ontbieden, irgped. V en ADHES. acht 269 kAG. GOIDSCHE COIIHM. pelheid vertoonen, dadelijk den veearts te raadplegen. GOUDA, den 7n Maart 1911. De Burgemeester voornoemd, R. L. MARTENS. J DANTZIG, Markt 43. HOOGTEN. A.BSHOVEN EST. INRICHTINGEN WELKE GEVAAR, SCHADE OF HINDER KUNNEN VEROORZAKEN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van Gouda, Gelet op de artt. 6 en 7 der Hinderwet Brengen ter algemeene kennis, dat op de Secretarie ter visie is gelegd een verzoek met bijlagen van, J. M. A. Schuttelaar te Gouda, om vergunning tot oprichting eener Koffiebranderij, gedreven door een electro motor van 2 P. K. in het perceel gelegen aan de Punt No 6, kadastraal bekend Sectie C Np. 3898, Dat op Dinsdag den am Maart 1911, des namiddags ten iV, ure op het Raad huis gelegenheid is om bezwaren tegen de gevraagde vergunning in te brengen en dat gedurende drie dage.n vóór dien dag pp de Secretarie der Gemeente van de ter zake ingekomen schrifturen kan worden kennis genomen. De aandacht wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet over eenkomstig artikel 7 der Hinderwet voor het gemeentebestuur of eeh ot meer zijner leden zijn verschenen ten einde hun be zwaren mondeling toe te lichten. Gouda, den 70 Maart 1911. Burgemeester en Wethouders voornoemd, R. L. MARTENS. De Secretaris, BROUWER. 8 uur, Confé- ouwes Dekker- voor de afd rerbond. 8 uur, Lezing ver de Nederl. d”, 8J/j uur. Kiesvoreeni- t”. De BURGEMEESTER der Gemeente GOUDA, vestigt bij deze er de aan dacht van de veehouders op, dat het, aangezien het mond- en klauwzeer zeer dikwijls wordt overgebracht door per sonen, die in aanraking zijn geweest met dieren welke aan die ziekte leden, b.v. door veehandelaren, aanbeveling verdient geene lieden op de boerderij toe te laten van wie men vermoeden kan, dat zij de smetstof bij zich kun nen dragen. Voorts is het zeer wenschelijk, dat de veehouders bijzondere aandacht wijden aan hunne schapen, daar deze meermalen het eerst door het mond- en klauwzeer worden aangetast. Het is daarom geraden, wanneer deze dieren eenig verdacht verschijnsel, b.v. kren- om lO’/j ‘uur gadering Ned. andelaren. 7 uur, 4e jaar- ad. Vereen, tot lende dranken. 5unie”, 8 uur, - t Mandoline- atia”. ord”, 8‘/2 uur ereenigingtot rculose. geregeld tijdig •ntvangen van vermakelyk- dan in onze de Réunie”, 8 dering van de .mbachtsschool 8») „Nu, zoete kinderen luisteren altijd aandachtig, wanneer groote menschen met elkander spreken, opdat zy iets kunnen leeren, niet waar? Weet je nog, waarover Selim en Hanna met Ikander gesproken hebben „Dat heb ik vergeten I” „Kpm, kom, misschien valt ’t je nog wel in, als je je zelve eens goed bezint „Ik heb het vergeten „Neen, Ewunia, nu ben je niet zoet Bezin je eens goed, anders houd ik njet meer van je!” Het kind begon aan haar ééne oog te pinken, terwijl het mij met het andere pruilerig aankeek en op het punt scheen te staan, onmiddellijk in tranen uit te barsten. Zij liet de lip hangéh en zeide nogmaals, met een stem, die door tranen bijna verstikt werd „Ik heb het vergeten 1” Wat had het arme ding ook anders te barer verontschuldiging kunnen PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaalf 1.25 Idem franco per post- 1.50 Met Geïllustreerd Zondagsblad - 1.50 Idem franco per post - 1.90 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange Tiendeweo 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren. Telefoon Interc. 82. hot gold, dat’ hij hun verschafte, door bedrieglijke praktijken verkregen was. Het geding togen Margolin en zijne minnares Erna Fröhlich zal iutusschen voortgang hebben. Engeland. De kroning is oen dure aardigheid. Op de begroeting voor den burger lijken dienst is er een 21/^ millioen gulden voor uitgetrokken, en op de oorlogsbegrooting nog een klein mil- lioen. Een Peerschap is verleend aan Sir Edward Tennant, benoemd tot lord hooge commissie van de algemeene vergadering van do (Presbyteriaan- sche) Kerk van Schotland. Lord Ten nant is oen zwagor van minister As quith. Telkenjare benoemt de kroon iemand om haar te vertegenwoordigen in do synode van do Schotsohe staats kerk. Altyd is hot een Poer. Gisteren is voor het centrale hof van strafzaken de zaak Morrison vóór gekomen. Morrison wordt beschuldigd Heron op Nieuwjaarsdag op de meent van Clapham te hebben vermoord. Bekl. hield plechtig vol dat hij on schuldig was. Muir, de kroonadvobaat, betoogde op de bekende gronden, dat bokl. schuldig was on dat roof do drijfveer van do misdaad was geweeat. Abinger, de verdediger, hield, vol, dat do moord op Boron uit wraak was geploegd. Abinger onderwierp de doc toren Froy berger en Nood ham aan een kruisverhoor. Beiden getuigden heden opnieuw, dat op het gelaat van Beron geheimzinnige s-vormige toekans wa ren aangebracht, dio daar niet toeval lig aangebracht konden zijn, maar mot opzet waren aangebracht. Beiden weigerden echter hun beschouwingen te herroepen, hetgeen een dubbele betoekenis kan hebben. In het Lagerhuis vraagt de unionist Mitchell Thomsen, of de aandacht van don minister van buitenlandsche zaken officieel gevestigd op de uitzetting van oen Engohohen agent van oen stoom vaartmaatschappij uit Nederland, wel ke onlangs hoeft plaats gehad, on of de Engelsche regeoring naar aanlei ding hiervan vertogen tot de Neder- landacho regeoring had gericht of zou richten. Ondersecretaris McKinnon Wood antwoordde, dat zijn aandacht bp de zaak was gevestigd, maar wees er op, dat het uitzottingsbevel nog niet van Zaterdag is in Rusland het feest gevierd van de „Boerenbevrijding”. Vijftig jaar geleden had Czaar Alexan der Nicolajewitsj bij keizerlijke Oekase de invrijheidstelling van de lijfeigenen in Rusland bevolen en deze dag is overal plechtig herdacht. Volgens de officieele lezingen over de viering van het feest werden in alle kerken, mos keeën en synagogen plechtige eere- en dankdiensten gehouden. Parades hadden plaats, den armen werd voed sel verstrekt en verschillende stand beelden door de boeren opgericht wer- Duithchland. Do Kroonprins zal met 1 October het bevel over het 1ste regiment hu zaren van de lijfwacht te Langfuhr bij Dantzig aanvaarden. De Keizer heeft in een offieiorHcasino verteld, dut hij den Kroonprins te Kaïro bericht van zijne benoeming had gezonden. De gerechtelijke vervolging tegen graaf do la Ramé, den man die in een hotel in den Haag onder beschul diging van oplichterij gevangen ge nomen en aan Duitschland uitgeleverd was, is gestaakt. De voornaamste be klaagde in de zaak, Margolin, heeft moeten erkennen, dat aandelaRamó en diens vrouw niet bekend was, dat DE REDE VAN DUY8. Het orgaan van de afd. Gouda der Soc. Dem. Arbeiderspartij vraagt na der aan te toonen wat door ons aan het verslag van de lezing van den heer Duys is toegevoegd, nl. dat de rede op effect berekend was en sommige uitdrukkingen van den spre ker de perken van behoorlijkheid te buiten gingen. Eigenlijk gezegd is de zaak te on belangrijk om er op in te gaan, maar zwijgen wij, dan wordt allicht do con clusie getrokken dat hetgeen wij schreven onjuist is en dat willen wij voorkomen. Want wat we schreven is zeer juist. De rede was op effect berekend. Noe men wij slechts de uitdrukkingen, ge bezigd aan het adres van den vroe- geren en den tegenwoordigen minister van Koloniën, het telkens herhaalde „je moet toch wat doen!” zulke zet ten sloegen in, dat pakte! En wat hot onbehoorlijke aangaat, wat wij onbehoorlijk vinden, komt de „Goudse Wekker” wellicht heel ge woon voor. Ieder vogeltje zingt zoo- als het gebekt is. Maar, wij zijn van meoning, dat do grove woorden, door den spreker gebruikt, die wij hier niet wenschen af te drukken, allerminst in een openbare vergadering door een vertegenwoordiger dos volks behooren te worden gebezigd. Dat is onze meening en daar blijven wij bij. den onthuld. Als blijvende herinnering aan het jubileum werden voor arme boerenkinderen beurzen ingesteld, nieuwe scholen, volkshuizen enz. op gericht. Te St. Petersburg werd door 51 booren-afgevaardigden in tegen woordigheid van don Czaar een stand beeld voor Alexander II onthuld voor het Taurische paleis. Het opschrift luidt: Czaar en Bevrijder. De dank bare boerenloden dor Doema 1861— 1911. Do keizer dankte natuurlijk diep getroffen. Onder de aanwezigen bevonden zich minister Stolypin, de ministers, presidenten van den Rijks raad on de Doema, eni. Een verdacht teeken is, dat alle niet-officieele be richten en artikelen der bladen dui delijk den reactionnairen druk verra den, daar zij allo min of meer pessi mistisch gekleurd zijn. Blykbaar is de vrijheid in Rusland nog niet zoo groot, dat men do dagbladen vry uit haar meening laat zeggen. Trouwens elke herdenking, die niet officieel goedgekeurd was, werd door de poli tie verboden. Wio er dan ook feest gevierd hoeft, do boeren zelf allerminst. Mocht de Russische Czaar 50 jaar ge leden voor do boerenbevolking een nieuw leven van ontwikkeling in wil len voeren, de daarop volgende re- geeringen hebben verdere maatregelen nagelaten, zoodat de werkelijke toe stand slechts weinig verandering heeft ondergaan. Het grondgebied dat toen den boer werd aangewezen, bleek voel te klein om hom met zijn geringe ontwikkeling daarop eon onafhankelyk bestaan te verzekeren. Daarbij kwam dat hom met zijn vrijheid nieuwe lasten werden opgelegd, die veel te zwaar waren. Daardoor is de boerenstand steeds ar mer geworden. En het in en in-slechte bureaucratisch bewind heeft niot de minste pogingen gedaan hem daaruit op te heffen. Zoo is de toestand van toen en nu vrijwel dezelfde gebleven. Het is dan ook geon wonder, dat de boerenbevolking absoluut geen reden zag om zijn vijftigjarige bevrijding feestelijk te herdenken. In Spanje is dezer dagen de Cortes weer bijeengekomen en men verwacht dat Canalejas zijn wet op de vereeni gingen zoo spoedig mogelijk zal doen behandelen. Dacht men eerst, dat deze wet wel eens eens kabinetscrisis kon meebrengen, nu is het zeker, dat dit niet het geval zal zijn. Bij de wet worden nu voortaan congregaties I uur. Verga- voor Openbare verboden wier leden zich door eeuwig durende beloften verbinden. Ook het bezit der kerkelijke vereenigingen zal aanzienlijk beperkt worden. Als de wet in werking is getreden, wordt de zoogenaamde hangslotwet ingetrok ken, zoodat zich dan nieuwe congre gaties zullen mogen vestigen. Verder bevat de wet bepalingen ook voor niet-kerkelijke vereenigingen. Het recht van voreeniging voor ar beiders is er vrij wat liberaler in toe gestaan dan in de thans bestaande wetten. Vak- en coöperatieve ver leningen worden erkend, evenals het stakingsrecht, terwijl het collectieve arbeidscontract ingevoerd zal worden. Ten einde de opstapeling van on noemelijke schatten in de kloosters te voorkomen, wordt het kerkolyko ver- eenigingen verboden, andere onroe rende bezittingen te hebben dan die voor normale uitoefening van haren arbeid noodig is. Bij aanneming van de wet zal dus alle klooster-grondbe- zit verkocht moeten worden. Ook verbiedt de wet dat minderjarigen in een klooster gaan. Of de wet zal worden aangenomen is niet zeker te zoggen. De uiterste linkerzijde wil verbod van alle godsdienstige vereeni gingen, terwijl natuurlijk de conser vatieven zeker tegen zyn. Men ver wacht algemeen dat de behandeling van deze wet de betrekkingen tussehen regeoring on Vaticaan voorgoed zal verbreken, omdat do H. Stoel volhoudt dat een bespreking omtrent de ver- eenigingswet de behandeling in de Cortes moet vooraf gaan. drukkingen niet hield, doch het voor hoofd fronste. Daarna voegde hij er langzaam bij „Excuseer mij, dat ik mij aldus uit druk ik mag mijn oom gaarne lij den maar, weet uhier is het mijzoo dicht bij u en madame d’Yves.... hier is het toch schooner I” Daarbij keek hij haar met zulke verliefde oogen aan, dat allen ge dwongen werden te lachenzelfs madame d’Yves, die anders zeer licht geraakt was, maar een bijzonder zwak voor Selim had, trok hem even aan zijn oor en zeide op gemoedelijken toonJongmensch, ik zou uw moe der wel kunnen zijn!” Selim drukte een kus op haar hand en de vrede was hersteld Ik dacht inmiddels na over het onderscheid tusschen Selim en mij. Ach, wanneer mijn liefde voor Hanna beantwoord was geworden, had ik slechts droo- merig ten hemel kunnen kijken, maar zeker niet kunnen schertsen. Hij daar entegen lachte en schertste en was opgeruimd, alsof er niets gebeurd was hij straalde van geluk en was vroolijk. Toen hij wegreed, zeide hij mij: „Ge zoudt eigenlijk wel mede kunnen rij den I” „O, ik denk er niet aan Selim gevoelde zeer goed den yzigen toon myner woorden. PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer- 0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f 0.35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel.’ Groote letters en randen- naar plaatsruimte. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. „Wat ben je toch zonderling ge worden,” zeide hij„sedert eenigen tijd herken ik je niet meer, maar....” „Ben je nu uitgepraat?” „....verliefden vergeeft men alles!” „Ja wel, maar niet, wanneer zij een ander dwarsboomen antwoordde ik met vaste stem. Selim keek mij strak aanzijn oogen schenen als een bliksemstraal tot in de diepte van mijn hart te willen doordringen. „Wat zegt ge?” „Ik zeg alleen, dat ik niet mode zal rijden en dat ook niet alles vergeven kan worden.” Ware bij deze woordenwisseling niet het geheele gezelschap tegenwoordig geweest, dan zou Selim zeker alles in orde gebracht hebbenmaar ik wilde ieder oordeel vermijden, totdat ik stel lige bewijzen in handen had. Ik be merkte echter duidelijk, dat mijn laat ste woorden Selim verontrust en Hanna in «.opgewondenheid gebracht hadden. Hij vertraagde zijn vertrek nog eenige ©ogenblikken onder een onbeduidend voorwendsel, en toen hij zich onopge merkt waande, fluisterde hij mij in het oor„Neem je paard en vergezel mij ik moet je eens spreken!” „Een anderen keer vandaag ben ik wat onwel!” antwoordde ik hardop. Selim ging werkelijk naar zijn oom en bleef niet alleen een week, maar tien dagen bij hom. Wij brachten de zen tijd te Litwinow zeer eenzaam en droevig door. Hanna scheen mij te vermijden 011 mii met geheimen angst gade te slaan. Ik was volstrekt niet van plan, zonder omwegen met haar te spreken, want myne fierheid hield mijn lippen geslotenzij, van haar kant, verstond daarentegen meester lijk de kunst, het zoo aan te leggen, dat wij elkander geen enkel oogenblik onder vier oogen ontmoetten. Zij scheen ook te smachten naar de aan wezigheid van Selim, zij werd mager der en zag er slecht uit, zoodat ik, die dit alles bemerkte, mij zelven moest bekennen, dat het geen voor- bygaanden meisjesgril, maar, tot myn ongeluk, een oprechte, innige gene genheid was. Tevergeefs vroegen mijn vader, pater Lodewijk en madame d’Yves my, wat er aan scheelde en of ik ziek wasik antwoordde ont kennend en gevoelde mij door hun bezorgheid nog meer geprikkeld. Ik bracht geheele dagen alleen en te paard in het bosch, of in een bootje op het water door. (Wordt vervolgd.) aanvoeren Ik kwam mij zelven recht dwaas voor en schaamde mij, dat ik tegenover de onschuldige kleine zoo weinig openhartig was geweestzij was ons aller lieveling en ik gevoelde geen lust, haar langer lastig te vallen. Ik kuste haar op haar rozenmondje, liefkoosde haar en liet haar weder los. Zij liep aanstonds naar haar schommel terug en ik was even wijs als te vo ren. Toch was ik vast overtuigd, dat Selim en Hanna elkander hun liefde bekend hadden. Den avond van dienzelfden dag zeide Selim tot mij„Wij zullen elkander nu een week lang niet meer zien, want ik ga op reis.” „Waarheen vroeg ik op onver schilligen toon. „Mijn vader verlangt, dat ik een weekje ga doorbrengen bij mijn oom in Schumwa.” Ik keek Hanna aan, maar haar ge laat vertoonde bij dit bericht niet de minste verrassingSelim moest er haar reeds over gesproken hebben. Zij keek glimlachend van haar hand werkje op, wierp Selim een schalk- schen blik toe en vroeg: „En gaat u gaarne?” „Even gaarne als een hond aan den kotting,’. antwoordde hij haastig, maar hield weder even spoedig op. toen hij bemerkte, dat zij van dergelijke uit-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 1