1 SEL Bezoekt de tentoonstelling van Aardewerk en Goudsche pijpen ihuis TS, PIBMAN No. 11529. «i Vrijdag 7 April 1911. 50e Jaargang. I 3 leen o behalve Zon en m Buiten- Sixiten larxd. Buitenlandsch. Nieuws. VKRGADEKI^ WUmiMfflfflW) Sïxxxxexxla.xxd.. 10’5 I Gouda. FEUILLETON DE MAN IN 'T GRIJS. D-A-. I r in Hoeren in den Lijd aan straat ijs. KELKOM, sn, dekens, meubelen mdel VAN OSTADE, A. ui de Sociëteit »(DiS liKM)M »P«n uren XsTxeufWs- exi. -Z^d.-v’exteao.-tieTolsbd. voor G-ovlqLsl ezx Oxxxstxelcezx- Verschij nt dagelij ks Feestdagen. Telefoon Interc. 82. Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. J 0.10 1.60 'E I ate Bloemen- I kwartier verder i&Zn,-Gouda. (Wordt vervolgd). aoegen”. Ten- ardewerk enz. ij verheid, dep. geregeld tijdig ontvangen tui i, vermakehjk- dan in onae BIJ ’/a uur. Lezing 'er Canada. uur. Uitvoe- ekvereeniging Geopend van 2-5 en 7 11 uur. Entree 25 cent aan meer dan werk verschaft, (N. R. Ct.) PIJN. )E GOUDSCHE COURANT. Hef Piocea-Killinger. Maandag 13 Maart is voor het Hof van Justitie te Paramaribo de behan deling begonnen van het proces tegen RUg DER ADVERTENTIËN^ Van I—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer„0.10 By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels 1'0 35 bij vooruit betalingelke regel meer 6 ets Reclames f 0.25 per regel Groote letters en randen naar plaatsruimte. Tweede Kamer. Gisteravond hervatte de Commissie van Voorbereiding uit de Tweede Ka mer over de Armenwet haren arbeid, die zoo noodig hedenavond wordt voortgezet. Ook vergaderde gisteravond de Com missie van Rapporteurs voor de Bak kerswet. Killinger, beklaagd van poging tot het verwekken van een revolutie. Na een langdurige «echtzitting van eenigo dagen werd tegen Killinger de doodstraf goeischt. nog nooit gezien.” „Hoe zou ik dat weten, ik heb hem niet eens gezien. Was het een voor name heer?” „Hm, ik weet het niet. Hij ging hier voorbij, toen ik bezig was met de wasch op te hangen, en vroeg naar het huis der weduwe Walker. Hij had grijze haren en was geheel in 't grijs gekleed. Zijn gezicht had niets deftigs.” „Nu, ’t kan me eigenlijk niet schelen, wie het was. Mevrouw zal het me ook niet zeggen, want die spreekt nooit een woord meer dan noodig is. Hoe gaat het met Ida?” „Altijd hetzelfde. De dokter zegt, dat het hoofdzakelijk bloedarmoede is en ik geduld moet hebben. Gisteren morgen is de gravin van Grauenegg weer hier geweest, ze bracht me een flesch wijn voor het kind.” „Daar moogt ge werkelijk grootsch op zijn! De gravin behoort anders niet tot die menschen, voor wie wel doen een behoefte is. Ik geloof, dat alle armen uit deze streek samen nog geen tien gulden van haar gekregen hebben. Gelukkig aardt de jonge graaf Herbert niet naar haar! Als die een maal het majoraat overneemt, zullen voor ons soort van menschen wel betere tijden komen I Maar ik verpraat myn tijd! Mevrouw Walker wacht me zeker al wel een half uur. Dag, vrouw Stojan.’’ Post in Indie. Bij het Departement van Koloniën is ontvangen het volgende, nadere telegram van den Gouverneur-Gene- raal van Nederlandsch-Indiö, dd. 6 dezer, betreffende pestgevallen op «lava en daartegen genomen maatregelen „Gisteren vier gevallen, drie dooden. „Vele koortsgevallen in dezelfde streek worden onderzocht. „Verscheidene barakken zijn gereed ook voor de afzondering van de fa milies van pestlydors. >Do stemming onder do bevolking is good.” klonken de slagen in het huis, overi gens was niet het minste geluid te hooren. „Misschien kunnen we door de ach terdeur binnenkomen zei vrouw Sto jan on begaf zich daarheen. Hier on der de abornboomen was het roods geheel donker. Een reuk als van voch tig vermold hout steeg uit den grond op. „Ik denk niet, dat we er daar in kunnen. Voor zoo ver ik weet, is de deur altijd van binnen gesloten, daar mevrouw ze nooit gebruikt. Het was, zooals vrouw Brandeis zeide de deur bewoog zich niet. De twee vrouwen keken elkaar rade loos aan en gingen weer naar voor. „Vreemd,’’ zei vrouw Stojan het hoofd schuddend een oogenblik later kreeg ze een ander vermoeden „Wel licht is ze op reis gegaan Ik heb ze den heelen dag niet gezien en anders ging ze toch altijd naar Grunau in- koopen doen of wandelen in de om liggende bosschen." „Waarom zou ze dan zoo plotseling op reis gaan Tien jaren reeds woont ze hier en al dien tijd werkte ik bij haar, en nog geen enkelen dag is ze van huis geweest." dag, zoodra ze hare eigen huiselijke bezigheden had verricht, het meer ruwe werk kwam doen. Omtrent een honderdtal schreden vóór het huis met de groene blinden stond de armoedige, door den wind scheef hangende hut eener dagloonster, Stojan genaamd. Ook zij was eene weduwe en woonde alleen met haar negenjarig dochtertje Ida, dat thans ziek was. Toen de werkvrouw van de weduwe Walker bij de hut kwam, stond vrouw Stojan juist voor de deur en knikte de naderende vriendelijk toe. „Goeden avond, vrouw Brandeis Ik dacht niet dat ge vandaag zoudt komen.” „Waarom niet? ’t Is toch Zaterdag!" „Ja maar ik zag u gisteren avond hier voorbijgaan en dacht, dat ge uw werk misschien een dag vroeger wildet doen". De werkvrouw kleurde en keek een oogenblik verlegen voor zich uit. Daarna schudde ze het hoofd. „Neen. ik kwam gisteren om iets anders maar ik heb mevrouw niet gesproken, ze had bezoek. Ik zag licht door de blinden schemeren en hoorde iemand met haar spreken; daarom- keerde ik terug." „Ha zoo. Weet ge ook, wie die heer was Ik heb hem hier in deze streek 1) Langzaam daalde de avond, over de aarde neer. De verweerde torens van het slot Grauenegg schitterden nog in den laatsten gouden gloed, terwijl het park en het breede dal reeds in een blauwachtige schemering waren gehuld. Ook het eenzaam staande, def tige woonhuis der weduwe Walker lag reeds in de schaduw. Eeuwenoude ahornboomen welfden hunne kruineh zoo dicht daarover, dat ook overdag niet veel zonnestralen den vochtigen, met mos bedêkten grond bereikten, welke het huis met de groene blinden aan drie zijden omgaf. Aan den voor kant liep een weg, die van het op een half uur afstands gelegen dorp Grunau naar het huis der weduwe leidde en van daar als voetpad opliep naar het slot, dat omtrent een kwartier verder noord-oostwaarts lag. Dezen weg volgde in den avond v*n den 14 Augustus een bejaarde, armoedig gekleede vrouw. Zij kwam uit het dorp en wilde naar de weduwe Walker gaan, by wie zij eiken Zater- daar een huwolyksagentschap geopend met het doel Oostenrijksche prinsen, graven en barons in gouden huwelijks banden te klinken met rijke Ameri- kaansche dochters. De directrice maakt bekend, dat ze, voor het oogenblik, onder do hand heeft: 2 prinsen, een van 23 en een van 25 jaar, beiden officier; een Boheemschen graaf van 38 jaar, tamelijk goed „geconserveerd”; een Zigeuner-baron van 34 jaar, twee Weensche graven, luitenants, enz. Naar gezegd wordt, zijn de kantoren van het agentschap bestormd om wat van de candidaat-echtgenooten te ver nemen. „Goeden avond, vrouw Brandeis.” De dagloonster keek de zich verwij derende nog eene poos na en keerde daarna in hare hut terug. Zij stak de lamp op en wilde met een pak ver stelwerk bij het bed van haar kind neerzetten, toen een geroep op den weg haar weer naar buiten deed snellen. Vrouw van de Juli-gebeurtonissen in 1909 te Barcelona. Niemand wist er, betoogde hij, van die z.g. deelneming van Fer rer aan den opstand. Na een verdediging door den mi nister van oorlog van de militair© rechtspraak, hied Canalejas een krach tige redevoering togen de aanvallen der republikeinscho sprekers, die tot tuchteloosheid opwekken. Hij ver klaart, dat hot onmogelijk is, dat de Kamer zich als rechter over het Ferror- proces opwerpe. Hij zou een beslis sing ten gunste van oen herziening als een onhandigheid beschouwen. Canalejas besloot met te zoggen, dat het vonnis is uitgesproken door een competente rechtbank, waarvan de leden de regels, volgens welke een proces gevoerd behoort te worden, in acht genomen hebben. Do kwestie is geoordeeld. VRIJDAG 31 MAART 1911. (Vervolg). De heeer van Iterson: Ook ik kan mij niet voroenigon met den ver koop van gomeonte-eigendomrnon, tenzij dat hoogst noodzakelijk, is. B. on W. zeggen dat hot niet won- schelijk voor de Gemeente is bezittjn- gen te hebben welke zoover buiten 1 haar grondgebied gelegen zijn maar dat doet or voor mij weinig too. Ik vraag slechts of die grond later hoo- gere waarde kan krijgen on nu geloof ik wol degelijk dat dit hot goval kan zijn. Zoo zal toch bv. ook niemand willen overgaan tot verkoop van hot Goudsche Rijpad daarin zit voor de toekomst misschien meer dan wij op hot oogenblik wel weten. Hetzelfde geldt voor dit terrein. Het is oen st >ok grond ter breedte van ©enige M< .ers maar wel een half uur lang. In do Commisse van Fabricage heb ik getracht my te vergewissen waar die grond ligt on hoe de plaat selijko toestand is, maar ik ben daarin niet geslaagd want er was geen toekening. fk heb toen ook hooren spreken over een bosqhje dat er was on waar men waarschijnlijk een bouwman* woning zou zetten toen ik informeerde naar Het voorstel van Lord Roberts, waarin de regeering verweten werd, dat zij niet voldoende voor het leger zorgt, is door het Hoogerhuis met 99 tegen 40 stemmen aangenomen. Het eigenaardige van dit besluit is, dat het geen middelen ter verbetering aan wijst en zich zelfs over algemeenen dienstplicht niet uitlaat. Bij de be handeling van de Veto wet in het La gerhuis hebben de unionisten zich op de meest krenkende wijze uitgelaten over de leden der regeeringspartij. Dit kwam vooral uit bij de behan deling van een amendement van een unionist, die wilde dat geen financieel wetsontwerp zonder bekrachtiging van het Hoogerhuis wet zou worden, tenzij het in het Lagerhuis in derde lezing was aangenomen bij geheime stem ming. Dan pas zou kunnen blijken, zei hij, boe de leden eigenlijk over de zaak denken. Nu liepen zij te veel aan den leiband der leiders, omdat het te gevaarlijk was, tegen den zin van het partijbestuur te stemmen. Minister Samuel protesteerde tegen deze verdachtmaking. Het land had recht er op te weten, hoe de volks vertegenwoordigers stemmen. Het ergst maakte het echter Lord Hugh Cecil, die' vond,"'dat' het wel goed was geheim te st emmen dan zag het volk eens hoe het met de vrijheid van de parlementsleden stond nu vele leden hun veikiezingsonkosten veigoed krijgen uit de partijkas. Alsl het land dat goed inzag dan zou het niets willen weten van een oppermachtig Lagerhuis. Minister Churchill protesteerde in scherpe bewoordingen. Hij noemde het laster, dat de leden zich niet zou den durven verheffen boven den na tuurleken en gewonen druk van de partijleiding. Merkwaardig is het dat later ook Balfour zijn neef Cecil een terecht wijzing gaf. Hij noemde de tegen woordige leden van het Lagerhuis niet minder onafhankelijk dan die van tien tallen jaren geleden. Nog altijd wogen bij hen argumenten. De min.-president Asquith wenschte ƒ0.65 0.85 VIJN. 1.20 r™. i.2o Brandeis, de werkvrouw, kwam buiten adem terugloopen en riep reeds van verre „Vrouw Stojan, kom om Godswil gauw met «me mee ik ben bang, dat mevrouw Walker een ongeluk is overkómen Vrouw Stojan liep haar te gemoet. „Wat is er dan? Is ze ziek „Ik weet het nietDe huisdeur is op slot, en hoe ik ook klopte, ze geeft geen antwoord." De twee vrouwen begaven zich op weg naar het eenzame huis, dat met zijne gesloten blinden en de doodsche stilte, die het omgaf, inderdaad een akeligen indruk maakte. „Misschien is mevrouw Walker uit gegaan." „Dat geloof ik niet. Zo weet toch, dat ik kom. Men was bij het huis gekomen en vrouw Stojan trachtte de deur te ope nen. Maar deze, die van zwaar eiken hout was, bewoog zich nietook was alle kloppen vergeefsch. Akelig weer- i- sorleerd) PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaalf 1.25 Idem franco per post1 50 Met Geïllustreerd Zondagsblad„1.50 Idem franco per post„1.90 Abonnementen worden dagelyks aangenomen aan ons BureauLange Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren Balfour met die rechtvaardiging van het Lagerhui» geluk. Met dit al kreeg het amendement toch nog 84 van de 363 stemmen. In Rusland is men nog altijd ver stoord op den min.-president Stolypin. De president der Doema Goetschkof heeft voor zijn functie bedankt en bij de bespreking in de partij der Octo- bristen was er een vrij sterke stroo- ming om tegen don minister een ob structie te gaan voeren. De meerder heid hoopte echter, dat opnieuw een Octobrist als president zou worden aangewezen, om zoodoende in verbin ding met den Tsaar te blijven. Zeker is dat Stolypin door zijn laatste han delwijze geheel op de reactionaire rech terzijde is aangewezen. Frankrijk. De dokumenten-diefstal. Ingevolge een klacht, die 18 Fe bruari van dit jaar door den Fran- schen minister, van buitenlandsche zaken werd ingediend, is er een onder zoek ingesteld om uit te maken, wie er zich schuldig hadden gemaakt’aan verstrekking en verduistering van dokumenten, die aan het Fransche mi nisterie van buitenlandsche zaken thuis behooren. Het Onderzoek heeft geleid tot de aanhouding van 31 Maart van den leerling-consul René Rouet, werkzaam aan het ministerie van buitenlandsche zaken en twee andere personen, Mannon en Pellier geheeten. Huiszoekingen bij deze menschen ge daan hebben der justitie aanleiding gegeven hen alle drie gevangen te houden. Een vermakelijk bericht geeft de Figaro. Terwijl vele vorsten van den bloede tegenwoordig alles doen om hun onderdanen een voorbeeld te geven van eenvoud en do kosten van hun hofhoudingen te beperken zou de president van Frankrijk een lijfwacht krijgen. De minister van Oorlog Ber- teaux zou voornemens zijn uit de be reden garde républicaine een lijfwacht voor den President te vormen. Spanje. De Ferrer-zaak in de Spaansche Kamer. Salvazella, republikeinsch afgevaar- iigde, in de Kamer het woord voe rende, zeide te spreken als getuige Tariefwet. Het hoofdbestuur van den Alge meenen Nederl. Bond van Schoenfa brikanten heeft besloten, een krachtige actie te voeren tegen de ingediende tariefwet. De voorgestelde bepaling, om chroomgelooid geiten- en -chapenvel- len, zwaït en gekleurd, met 12 pCt. naar do waarde te belasten, zou de schoenindustrie, die 60,000 menschen zwaar treffen. Noorwegen. Naar de Zuidpool. In een brief, gericht aan den voor zitter van het comité voor de Fram- expeditie, verklaard Amundsen waarom hij, uitgevaren naar de Noordpool, plotseling van plan is veranderd en nu op weg naar de Zuidpool is.*Hij had nml. gebrek aan geld en meende, dat een eventueel© ontdekking van de Zuidpool zijn landgenooten tot meer dere steun zou opwekken. Een tiental mannen zullen trachten de Pool te bereiken, terwijl in dien tusschentijd de Fram onderzoekingen zal doen in den Atlantischen Oceaan, om in 1912 Amundsen weer op te pikken en naar Port Lyttelton te gaan, en, na mededeeling der resultaten, naar Francisco en het Noorden koers te zetten. Intusschen wordt het, o. a. in de Zweedsche pers door den ontdekkings reiziger Nordenskjold in twijfel ge trokken, of Amundsen wel heel fair handelt door op deze wijze, gebruik makende van vroegere Engelsche ont dekkingen, kapitein Scott die zoo als men weet ook op weg is „in het vaarwater" te zitten. Noord-Amerika. Naar men uit New-York meldt, is

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 1