I Bezoekt de tentoonstelling van Aardewerk en Goudsche pijpen No. 11531. J XTi®tx“ws- ext voor G-oixd.su ezx Oxxxstxelceza Maandag 10 April 1011. en Snxltexi larxdL. Slixxxerxlaxxii- FEUILLETON DE MAN IN’T GRUS. u. in de Jocieleil ceQcexx Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. Telefoon Interc. 82. Uitgevers A, BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82. Buitenlandsch Nieuws. r en Buiten- lijfstraffen Berlijnsche I I Geopend van 2—5 on7—11-uur. Entree 25 cent. twee gulden voor te schieten.” Anders niet. Maar gisteren had ik is uit Graz mij te bejoeken. Hij geldik wilde het f 1.25 .1.50 w 1.50 1.90 tnomen aan ons BureauLange jandel en de Postkantoren Deser dagen zijn bij het betrokken departement ingekomen de door de Huishoudelijke Commissie dor Tweede Kamer overwogen plannen betreffende de verbouwing van verschillende loca- len in het gebouw der Tweede Kamer van do Staten-Generiud. Frankrijk. Het mondaine Parijs heeft zich de laatste weken hoogelijk geïnteresseerd voor de geschiedenis van den pseudo- markies De Roquefeuil, een markies met veelvuldige huwelijksavonturen die voor 'de variatie een vrouw nam in Algiers en een in Soissonnaii en G0UD8CHE COURANT PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post Met Geïllustreerd Zondagsblad Idem franco per post Abonnementen worden dagelijks aangenom Tiendeweg 64, bjj onze Agenten, den Boekh: twee jaar geleden mnae De Boulmêno te Parijs huwde. Men zocht hem overal, te Brussel, in Bretagne, te Parijs Terwijl de beste speurhonden zijn spoor zochten, kwam plotseling Vrijdag de pseudo-markios, Charles Marie Adolphe Dominique Reiss, zich aan melden aan het paleis van justitie om den officier van justitie, den hoor Lescomte, te spreken. Hij was in ge zelschap van den bekenden Parüschen advocaat mr. Robert natuurlijk ook zyn verdediger. Bij den rechter van instructie be tuigde hij onmiddellijk zijn onschuld. Hij zou het onware van alle beschul- gingen tegen hem bewijzen. Beschuldigd van bigamie en valsche verklaringen aan de openbare over heid, is hij voorloopig overgebracht naar do Santó. Duitschland. Berlijnsche apachen. Eenige tyd geleden was er in de Fransche pérs, naar aanleiding van de toenemende brutaliteit der apachen een drang om lijfstraffen in to voeren en de doodstraf niet door het steeds verleenen van gratie baar schrikwek- kendheid te ontnemen. Het gevolg was, dat Deibler en zijn handlangers weer wat te doen kregen. De Baclynst&e apachen schyuen aan hun Parijsche broeders niets toe te geven, al werd ook in Duitschland het recht van gratie minder mild toe gepast dan de laatste jaren in Frankrijk. Zoo komt nu, het is wel een teeken des tijds, de tamelijk liberale Börsen Ztg, aandringen op de toepassing van lijfstraffen als geeseling enz., om de Berlijnsche boosdoeners vrees voor de misdaad in te boezemen. Amerika. Mijnramp. Een hevige brand is uitgebroken in de Pencoastmijn te Serantao in Penn sylvania. De brand, die ontstaan was in de machineruimten, breidde zich uit tot de schachten en sneed aan de mijnwerkers, die beneden waren, den weg af. Uit de brandende mijn zijn reeds veertig lijken geborgen, waarvan een groot aantal van knapen. Vijfduizend Het was nog vrij vroeg in den vol genden morgen. De sneltrein die ’s nachts van Graz vertrekt, had vijf hoeren bijeengebracht in het kleine station van den Zuiderspoorweg, dat kort by Grunau ligt. Van daar af werd de reis per rytui^ vportgezet. In het eerste rijtuig zaten naast den ad vocaal Hilprich Dr. Binder als des kundige en de commissaris van poli tie Otto van Bolzmann, ren nog zeer jonge heer, die zyne betrekking meer aan de hooge protectie te danken had dan aan zyne eigene verdiensten. In het tweede rijtuig bevonden zich twee om hunne slimheid bij de justi tie in hoog aanzien staande detecti ves, Hendrik Brauner en Silas Hempel. De morgen was vry koud, een scher pe bries streek over de stoppelvelden, i waarop overal de sporen van den herfst zich vertoonden. (Wordt vervolgd.) ongeloof, dat vrouw Brandeis ver schrikt opkeek. „Hoe hij er uitzag Hij was donker gekleed en zag er zeer voornaam uit. Hij had ook een knevel, anders was er niets bijzonders aan hem te zien.” „Hebt go dien heer al meer gezien in Grunau?” „Neen nooit.” „Hm, vindt ge niet, dat deze ge schiedenis van den onbekende onwaar schijnlijk klinkt?,” Angstig vouwde vrouw Brandeis do banden. „Onwaarschijnlijk? Mijnheer de rech ter, ’t is de zuivere waarheid en ik zweer het u, dat ik onmiddellijk weer van mevrouw» huis wegging. „’t Is mogelyk. Dat zal wel uit het onderzoek blijken. Hoe het ook zij, het doet mo leed, u gevangen te moeten nemen, tot de zaak van de twee gulden is opgehel- derd.” „Mijgevangen nemen sta melde vrouw Brandeis ontsteld. „Maar waarom toch mynheer de rechter?” Wijl ge onder verdenking staat niet geheel vreemd te zijn aan den op me vrouw Walker gepleegden moord. Korelli, leid de weduwe Brandeis weg.” Vrouw Brandeis stiet een wilden kreet uit en zonk dan als vernietigd a vluchtig door het venster, want toen was het reeds donker.” „Gij hebt dus vrouw Brandeis zien komen, maar niet zien terugkeeren. Den man in ’t grijs echter zaagt ge komen en gaan. Is het zoo niet „Ja. Maar dat ik den vreemdeling bemerkte, was ook maar toeval. Ik herhaal, dat ik vrouw Brandeis haast niet zien kon, daar ik in de kamer aan ’t werk was.” „Vrouw Brandeis, wilt ge ons nu zeggen, waarom ge naar mevrouw Walker gingt?” Vrouw Brandeis aarzelde en draaide verlegen aan de punt van haar schort. Men kon wel zien, dat het haar zwaar viel, op deze vaag te antwoorden. „Nu? hebt ge zooveel tijd noodig om het u te herinneren?” „Drik wilde haar verzoeken mij t „Zijt ge in nood?” „Anders niet. Maar gisl geld noodig. Mijn zoon gekomen om vroeg mij dat w hem niet weigeren.” „Waarvoor had uw zoon dat geld noodig „Hjj is knecht btf een glazenmaker en had het ongeluk een kostbare vaas te breken. Als hij de schade niet ver goed, wordt hij weggezonden. Ik gaf hongersnood ernstige onlusten zijn uitgebroken. Te Tsiningtjou aan het Keizer-kanaal heerscht oproer; hon derden Chincezen sterven aan honger- typhus. Ook do missies loopemgevaar te Tsingtau worden inzamelingen ge houden. Bisschop Henninghaus heeft een oproeping om hulp iu de Tsing- tau’sohe bladen geplaatst. Men hoopt dat met het oog op den spoed, welke voreischt wordt, ook telegraphisoh geld gezonden zal worden. PB IJS DER ADVERTENTIÊN: Van I—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer„0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0 35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames f 0.25 per regel. Groote letters en randen naar plaatsruimte. Klompen. Do Beukelaar schrijft Naast het moei 10 pCt. recht op de klompen. En nu ga men niet betoc- Naar we al meermalen gemeld heb ben, wordt er met de rechten van Finland in Rusland weinig rekening gehouden. Het doel van de regeering is Finland geheel te Russificeeren. Dit blijkt vooral uit de in den laat- sten tijd uitgevaardigde wetten, als mede uit de benoemingen van hoogere en lagere ambtenaren. Dat echter de Finnen zich niet zoo gemakkelijk hun rechten zullen laten ontnemen, is be kend genoeg. Dezer dagen nog weer heeft de Finsche Landdag een adres opgesteld en aangenomen, dat aan de Czaar zal worden gezonden. Het geheole adres geeft een ge trouw beeld van de stemming, die in Finland heerscht. Er wordt in gezegd; dat het Finsche volk hoopt dat eens de tijd zal aanbreken, waarin zijn rechten zullen erkend en de grondwet gehandhaafd zal worden. Jui^t in dezen tijd wordt meer dan ooit het zelfbestuur van Finland be dreigd door de wetten, die de Doema en de Rijksraad hebben aangenomen en het blijkt duidelyk, dat het moeilyk zal zijn, die wetten, die in St.-Peters burg buiten medewerking van het Finsche volk zijn opgesteld in dit grootvorstendom in te voeren. Zoowel Jong- als Oud-Finnen en Zweden heb ben duidelijk uitgesproken, dat welke dwangmaatregelen Rusland ook neemt, het Finsche volk zijn rechten zal blij ven verdedigen en eenmaal hopen te herwinnen. Alleen de soeiaal-domo- craten hebben hun medewerking aan het adres niet verleend, natuurlijk niot, omdat zij de dwangmaatregelen goedkeurden, integendeel, deze werden naar hun meening juist niet scherp genoeg afgekeurd. Een groote meer derheid, 109 tegen 78 stemmen, keurde echter het voorgestelde adres goed. Binnenkort zal de geheele tekst ervan wel bekend zijn. In Frankrijk is men vol over een diefstal van gewichtige documenten. Aan het ministerie van Buitenlandsche Zaken zijn een aantal belangrijke docu menten tijdelnk ontvreemd en op last van een zekeren Maimon getypt. De pest op Java. Dr. Van Loghem in het weekblad „De Amsterdammer” in herinnering brengend hoe in Engolsch-IndiÖ in het z.g. postvrije seizoen den zomer, die er buitengewoon heet is, het aantel vlooien por rat belangrijk daalt, in doorsnede de sterfte aan pest afneemt, terwijl wanneer het koele seizoen aan breekt, mot vermeerdering van de vlooien corst de ratten on dan de monschen woer ziek worden, zullen er woningvraagstukken on roinigings- vroogstukken aan de orde liomen. Ook met vaccinatie togen post zal moeten worden aangevangondoor inspuiting mot gedoodo culturen van den pest bacil kan men de vermeerdering van do natuurlijke vorwoerstoffon bij den mensch bevorderen, zoodot bij een eventuoolo besmetting het loven ge spaard blijft. Ook hier geeft Engelseh Indiö het voorbeeld. Het pathologisch laboratorium to Bombay levert dage lijks groote hoeveelheden „pest-vac- rme”, waarmede goede resultaten wor den verkregen. Maimon had zich do medewerking verzekerd van een leerling-consul, een zoon van den vroegeren Franschon consul Rouet. Deze verschafte Maimon de stukken en bezorgde ze later weer op hun plaats. Welken omvang de diefstal gehad heeft en welke mogend heid de stukken heeft gehad, is niet bekend. Voornamelijk schijnt echter Maimon zijn voordeel met den inhoud van de stukken gedaan te hebben, door ze tegen betaling van een groote som natuurlijk, aan verschillend bladen ter onthulling aan te bieden. Het schijnt echter, dat deze handelwijze hem ten slotte in het verderf heeft gestort. Indertijd heeft hij naar het schijnt, ook aan de Evening Times de noodige meedelingen gedaan, waarop zy haar sensationeele onthullingen van de Postdammer onderhanddingen tus- schen Rusland en Duitschland betref fende den Bagdadspoorweg heeft ge baseerd. Andere Engelsche redacties schynen echter van zijn aanbod geen gebruik te hebben willen maken, in tegendeel door bemiddeling van de Engelsche regeering het Fransche ministerie van Buitenlandsche Zaken te hebben gewaarschuwd. Minister Pichon heeft toen in alle stilte een onderzoek laten instellen en als resul taat daarvan Maimon en Rouet, den 31«ten Maart laten arresteeren. Deze arrestatie werd zoo in het ge heim uitgevoerd, dat de correspon denten van Maimon er voorloopig niets van te weten kwamen en nog onge veer een week lang Verschillende be langrijke gegevens aan het oude adres zonden. Daardoor is de justitie nog veel te weten gekomen. Over den doctimenten-diefstal zal in do Kamer een interpellatie gehouden worden, door do afgevaardigden Hubert. 3). „Zoo. En waarom verzweegt ge me, dat ge gisteren waart gekomen „Ik dacht, dat het van geen belang was, daar ik mevrouw toen niet ge sproken heb.” „Waarom niet?” „Ik zag licht in de woonkamer en 'hoorde er spreken, zoodat ik niet durfde aankloppen. Toen vrouw Stojan me vandaag van den man in ’t grijs vertelde, dacht ik: dien heb ik zeker gisteren gehoord.” „Kondt ge iets van het gesprek verstaan „Neen. Ik ben ook onmiddelijk weer heengegaan.'. „Vrouw Stojan, hebt ge vrouw Brandeis zien terugkeeren?” „Neen, ik werkte in huis en lette er niet op, wie voorbij ging. Vrouw Brandeis ging zeker voorbij, zonder dat ik se bemerkte. „Hm maar den man in ’t grijs hebt ge toch zien terugkeeren •■-„Ja, kort nadat vrouw Brandeis ge komen was. Ik sag hem echter maar menschen staan om de myn. By het gezicht van do lijken zakten vrouwen on kinderen ineen. Het gejammer was op verren afstand verneembaar. Tal rijke wanhopige vrouwen wildon zich van het leven borooven. Enokland. Uit Birmingham wordt d.d. 8 April geseind Bij een ontploffing in de Banner kolenmynen van Littleton zijn van 190 in de mijn werkende, door den staat gehuurde veroordeelden, niet meer dan 20 levend naar boven ge bracht kunnen worden. Marokko. Naar dd. 3 April uit Fez gemeld wordt, was de toestand daar ter stede toen nog onveranderd. De Mohalla, welke tegon de Sj er ar da werd uitgezonden kampeert op het oogenblik in goeden welstand in de nabijheid van Tselfat, waar zij door de hevige regens, die militaire opera ties onmogelijk maken, werkeloos ligt. Zoodra deze ophouden, zal het legertje zijn krijgsverrichtingen hervatten. Het gerucht, dat te Mehnes, Abd el Azis tot sultan zou zijn geproclameerd, wordt tegengesproken. De Fransche consul Gaillard heeft naar uit Fez gemeld wordt, de daar wonende TVanschen ^e^aarschWd hun woningen niet te verlaten, zich niet te verdedigen en ook niet den geringsten wederstand te bieden in geval hun huizen mochten worden aangevallen. Zij moeten er zich toe bepalen, de deuren te grendelen, doch in elk geval van geen wapen gebruik te maken, daar elke verdediging toch onnut zou zijn en het gepeupel slecht» nog meer tegon de Europeanen zou doen opzetten. Zelfs indion do aan vallers in de woningen binnendringen en tot plundering overgaan, dan nog doen do Franschen het best met hen kalm hun gang tollaten gaan en er zoo min mogelijk tegen Vip te treilen, ten einde do veiligheid der andere Europeanen niet in gevaar te brengen. China. Een telegram uit Tsingtau meldt, dat in Zuid-Sjangtoen ten gevolge van hem wat ik had, maar het was tweo gulden te korttoen liep ik in mijne vertwijfeling naar mevrouw Walker.” „Als ge dus mevrouw Walker niet hebt kunne» spreken, kondt ge ook uw zoon het geld niet geven maar gaaft het hem misschien tosh?” Vrouw Brandeis knikte onbevangen. „Ja. De goede God heeft me on verwachts hulp gezonden, zoodat ik den armen jongen toch nog uit den brand kan helpen.” „Kijk, dat is zeer interessant I Wilt ge ons nu ook vertellen, hoe dat ge beurde „Ik liep geheel wanhopig terug, en hoe korter ik bij Grunau kwam, hoe meer het 'mij begon te drukken, dat Karei nu zon weggezonden worden. Op een grenssteen, daar waar de weg van Grunau zich naar het slot keert, zette ik mij wanhopig neer en weende en dacht na, wat ik nu nog wel kon doen, om het geld byeen te krijgen. Opeens staat er een jonge heer voor mij en vraagt me, waarom ik ween. Eerst wilde ik het niet zeggen, maar daarna gaf het eene woord het andere, en ik vertelde hem de heele geschie denis. Deze heer schonk mij de twee gulden.” „Inderdaad? En hoe zag die onbe kende heer er uit In den toon van den rechter klonk zulk een spottend op oen stïM’l noor, Korelli, de gerechts dienaar leidde de geheel willooze vrouw weg. Intusschen sloot de rechter het huis, en plaatste er eene wacht voor-en verhet met de overige heeren do ake lige plok, waar een menschenleven op gewelddadige wijzo geëindigd was.

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 1