'Ui M
IERK te letter
Bezoekt de tentoonstelling van Aardewerk en Goudsche pijpen
E. Alter
DRAST.
50e Jaargang.
No. 11535.
Zaterdag 15 April 1011.
behalve Zon
en
Kerste Blad.
KE\N1SGEV1\G.
D^_.
FBVILLETOX.
DE MAN IN ’T GRUS.
Telefoon Latere. 82.
E. ALTER
ekenden
rachl 2W‘
A<ï,
EWAAll-
82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
XT5.eu.-ws- ext ^k.d.wertezxt5.eToleud. voor Go’u.d.a en Oxxxstxelczezx.
Verschijnt dagelijks
Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
YZOXEN.
e stad aan huis
>ote Bloemen-
r
III.
m Buiten-
BIJL,
IAAR U.
Maandag, Tweede Paasch-
dag, verschijnt de „G o u d -
sche Courant’’ niet.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post
Met Geïllustreerd Zondagsblad
Idem franco per post
Abonnementen worden m
Tiesoeweg 64, bij onze/Agenten, den
Dit Nummer beataat uit twee
bladen.
;oed.
1 en ADHKH
:ht 26»*,
4G.
m in de
succes.
‘II
eskleeding
>f gedeelten
„Harmonie”,
van de Kon.
1-Onderofficie-
lag), Gebouw
10 uur ver-
iring der ver-
lad Spreker:
werp: „Milli-
lige Ideeën”.
I uur. Uitvoe-
ekvereeniging
ouw- en Wo-
Spieringstraat
r vergadering
,n Armenzorg,
geregeld tijdig
mtvangen van
i, vermakelijk-
dan in onze
in lie .Wieleil PIS (iï\(ll(ilX
Geopend van 2 5 en 7 11-uur
Entree H5 cent.
loegen”. Ten-
irdewerk enz.
jverheid, dep.
f 1.25
w 1 50
Met Geïllustreerd Zondagsbladw 1 50
,1.90
en Aagelyks aangenomen aan ons BureauLange
uze/Agenten, denBoekbandei en de Postkantoren
■dk.XXg'St”.
en WETHOU-
Gill USUI E COURANT.
1’lllJ S D E R A D Vi: R T E N T I F. N
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer 0.10
By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze legen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0 35 bij vooruit
betaling. elke regel meer 6 cis Reclames t 0 25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte
«enige draden van zijne kleeding. Dat
ia alles negen tiende van hetgeen we
moeten weten, ontbreekt ons.
„Naar we hopen, zullen we er noch
tans achterkomen. Ik reken daarbij
op de eerste plaats op u, mijnheer
Hempel. Gij hebt ons weer zulk proe
ven van uwe scherpzinnigheid gege
ven, dat ik de zaak gaarne in uwe
handen lag. Ik zelf moet naar de stad
terugkéeren. Blijf gij hier en doe uwe
nasporingen, ik zal daar het mijne
doen. Brauner zal u helpen.”
„Ik dank u, mijnheer de commis
saris. Ala ge wilt, dat ik den moor
denaar zoek, dan doe ik dat alleen,
voor anderen haal ik de kastanjes niet
uit het vuur. Neem Brauner gerust mee
en blijf er zelf ook met de handen
af.”
„Mijnheer Hempel I”
„Veel koks bederven de soep en
deze soep schijnt me toe, de meeste
zorg te eischen. Gij weet, dat ik slechts
uit liefhebberij bij het vak ben en
geen jacht maak op gratificatiën. Als
ik den moordenaar der weduwe Wal
ker ontdek, dan maal ik geen zier om
den lof der menigte, dan is mij het
succes loon genoeg. Wilt ge de zaak
onder deze voorwaarde aan mij alleen
toevertrouwen, dan zal ik trachten
mijn beet te doen, want het geval
interesseert my. Willen anderen mee-
om uitbreiding, om algemeencr maken
van de Kiesbevoegdheid, maar er
werd vooral gepleit voor een eigen,
Christelijk, organisch kiesrecht. Het
huisinanskiesrecht, oftewel het
kiesrecht aan gezinshoofden, heette
prijyiëel tegenover het „revolutio
naire” algemeen Kiesrecht te staan.
En het werd Christenplicht genoemd,
om ons streven naar A. K. te weer
staan en tegen te werken, maar op
te komen voor een zoogenaamde
Kiesrechtregeling.
Men kent de lijdensgeschiedenis
van dit organische Kiesrecht. Van
Katholieke zijde gevoelde men maar
heel weinig voor deze actie en nog
onlangs bleek uit het bekende Ka
tholieke Kiesrechtrapport (evenzeer
ais uit de meening van Katholieke
Kiesverenigingen en dagbladen) dat
het A. K. in den kring van onze
katholieke landgenooten een groot
aantal warme voorstanders vindt,
terwijl de sympathie voor een ge-
zinshoofden-kiesrecht gering bleef.
Dr. Kuyper heeft toen de Depu-
tatenvergadering zijner partij een
nieuw soort kiesrecht laten aanne
men, een gezinshoofdenkiesrecht met
een aanhangsel van niet-gezinshoof-
den en capaciteitskiezers. Daarmee
lag het beginsel overboord (ter wille
voornamelijk van de katholieke gees
telijken, die immers geen gezins
hoofd kunnen zijn). Maar de schyn
was gered. Ten minste voor het
gros der broederen. Want hoog
staande mannen in de partij van
Kuyper, zooals prof. Mr. Fabius en
Mr. de Jong, de redacteur van De
(antirev.) II o 11 e r d a in m e r, heb
ben in die dagen op de scherpste
wijze dr, Kuyper'» optreden en de
waarde der Deputatenvergadering
bestreden en gehekeld. Niets hielp.
Het moestdoorgezet”. En wie Kuy-
per’s invloed in zijn partij en op
zijn Deputatenvergadering kent, be
greep maar al te goed, dat hij de
overwinning zou behalen.
Schreef dr. Kuyper niet zelf in
De Standaard, dat zoo’n groote
vergadering er niof was om te be
raadslagen en van gedachten te wis
selen, maar om „bezield” te worden
Nu, en dat Kuyper de man is om
zijn menschen te bezielen weet ieder
een. De getrouwe deputaten hebben
Kuyper ook toen in groeten getale
toegejuicht, zooals zij hem zond m
toegejuicht hebben, als hij precus
het omgekeerde had beweerd. Het
was wederom een „heerlijk” ge
slaagd bijeenzijnalle» werd „door
gezet.”
Maar de vrijzinnigen werden lang
zamerhand wakker en de angst en
vreeze voor het A. K. werd inden
liberalen kring al minder.
Terwijl rechts et pour cause
het kiesrechtvraagstuk sleepende
hield, werd links de sympathie voor
A. K. al grooter. En de. Liberale
wUnie, die het al sinds jaren op haar
program had, maakte er een punt
van urgentie van, stelde het op don
voorgrond.
Van oud-liberale zijde was en is
er nog wel eenige tegenstand te
overwinnen, maar wij hebben goede
hoop, dat men ook daar tot breeder
inzicht zal komen en fatsoenlyke
burgers niet langer zal willen ont
houden datgene, waarop zij even
goed recht hebben als anderen, die
een dubbeltje of een kwartje meer
per week verwonen of verdienen.
Maar hoe dit zij, rechts zag men
met leede negen aan, hoe de drie
sterkste partijen ter linkerzijde voor
A K ijverden en hoe de oppositie
daartegen van de vierde groep van
links verminderde.
En nu versta de geachte inzender
ons wel. Wij zeggen allerminst, dat
IN VAN
SM.
EEÊN worden
in verzegelde
vijf, twee en
een Ned. one
ling van Nom-
i, voorziên van
1 Merk, vo>-
t gedeponeerd,
de uitvoering
Ie orders aan
werken, geef dan alles over aan Brau
ner.”
„Gij zijt een wonderlijk mensch,
Hempel,” zei de commissaris lachend,
„maar ah ge dan volstrekt zelfstan
dig werken wiltin sherneh naam!
Gaat ge nu mee naar 't verhoor?”
„Natuurlijk I”
De hoeren stapten in de rijtuigen
en reden naar Grunau terug. Het huis
der vermoorde weduwe werd, nadat
men het lijk naar het lijkenhui» had
laten brengen, ambtelijk gesloten, en
Silas Hempel ontving de sleutels. Het
vermogen der vermoorde nam de com
missaris mee, om het voorloopig bij
het gerecht té deponeeren, tot geble
ken zou zijn, of er erfgenamen waren,
of dat de fiscus de rijke nalatenschap
zou opstrijken.
dat alleen betaald moet worden voor
het ^usteeren van Gewichten en wel
ten bate van 's Rijks schatkist;
dat de onderdeelen van het Gram
(milligram-gewichten) niet op de Her-
ijkzitting, maar slechts aan de IJk-
kantoren herijkt kunnen worden (op
zending per post franco);
dat de Maten en Gewichten altijd
voorzien moeten zijn van een geldig
(en zichtbaar) goedkeuringsmerk
dat Maten en Gewichten, die gestem
peld worden met het afkeuringsmerk
niet in winkels enz. teruggebracht
mogen worden;
dat zij, die van deze gelegenheid
voor den Herijk in deze Gemeente
geen gebruik gemaakt hebben, hunne
Maten en Gewichten tot het ondergaan
van den Herijk kunnen aanbieden aan
het IJkkantoor te Rotterdam dee Dins
dags en Vrijdags van elke week, des
voormiddag» van 9 tot 12 uur en des
namiddags van 1 tot 3 uur.
Dientengevolge wordt ieder, dien
zulks mocht aangaan, aangemaand
zich bovenstaande gelegenheid voor
den Herijk ten nutte te maken, ten
einde te voorkomen de onaangename
gevolgen, die bij verzuim daarvan voor
hem zouden ontstaan.
Gouda, den 15 April 1911.
Burgemeester en Wethouders voorn.,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER.
Dit nu zou in strijd zyn met ons
beweren.
Maar hier is geen enkele tegen
strijdigheid. Slechts heeft de geachte
inzender de bedoeling van onze
woorden niet goed verstaan.
Daarom zij hier gaarne heden
onze bedoeling wat nader uiteen
gezet.
De Kiesrechtstryd-Tak was ons
waarlijk niet onbekend evenmin als
dr. Kuyper’s meening en optreden
in die dagen. En ook het standpunt
van den anti-revoluRonairen leider
tegenover het Kiesrecht-vraagstuk in
latere jaren is nauwkeurig door ons
gevolgd.
Wat is nu de queertie?
Dr. Kuyper was een voorstander
van Kiesrechtuitbreiding. Hij ver
wachtte veel van het volk achter
de kiezers en zoo streed hij in 1894
aan Tak’s zijde. Edoch, die samen
werking is dr. Kuyper niet goed
bevallen. Telkens en telkens heeft
hij geklaagd, zoo mondeling als in
geschrifte, dat de vrijzinnige voor
standers van Tak hem in den steek
hebben gelatendo vrijzinnigen heb
ben toen altijd volgens dr. K.
de anti-revolutionairen niet trouw
gesteund en daarom bedankte hij
voor een tweede samenwerking met
„links”.
Wat van dr. Kuyper’* klacht waar
is, doet in dit verband niet ter
zake en daarop gaan wij hier dus
niet in. 't Feit is, dat de leider der
anti-revolutionaire partij besloot voor
taan ter rechterzijde te streven naar
een oplossing van het nog steeds
niet opgeloste electorale vraagstuk.
Daardoor werd in de laatste jaren
ook in deze quaestie de „antithese”
zoo veel mogelijk op den voorgrond
gesteld. (In de negentiger jaren be
stond die op dit terrein nog niet!)
Het was nu niet meer een roepen
Een oude Gouwenaar vroeg ons
(zie het Ingezonden stuk in ons
nummer van Dinsdag jl.), of ons
zeggen, dat er een groote angst is
bij Kuyper en de zijnen voor Alge
meen Kiesrecht niet op een vergis
sing berustte en nog wel op een
grove. Dr. Kuyper was toch in de
negentiger jaren voorstander in de
Kieswet-Tak, kwam zelfs „in hoogst
eigen persoon” naar Gouda om de
candidatuur van den voorstander
van die wet te bepleiten.
7)
„Uit de sporen. Die met de viiten
sehioeaee kan niet deselfde zijn, als die
de achterdeur is uitgegaan. Ik heb de
sporen nauwkeurig gemeten, ze zijn
precaea even laag. Maar de man, die
de vilten schoenen aan had, heeft een
slanken, sierlijken voet, de andere een
plempen, Dresden. 't Is mogelijk, dat
de een slechts op wacht heeft gestaan''
in elk geval wordt de zaak steeds
mgwwikkelüsiir. Vrouw Brandeis moet
natuurlijk in vrijheid gesteld worden,
die heeft met de zaak niets te ma
ken."
„Zijt ge daarvan overtuigd.”
„Volkomen. Het résumé van hetgeen
wij gevonden hebben, isde weduwe
Walker waa niet, wat ze schijnen wilde.
Zjj werd, zonder dat ze het vermoed
de, met een ijzeren voorwerp neerge
veld door een haar bekend persoon.
Deze persoon ia iemand van voorna
men stand. De diefstal werd gefin
geerd, om het ware motief te verber
gen. Wij bezitten van ham voetsporen
«o. ingeval hg zelf de dader was,
dan hetgeen ze reeds gezegd had, al
leen betuigde ze nog onder tranen en,
«nikken voortdurend hare onschuld.
Bolzman werd eindelijk ongeduldig,
„Houd toch op mot weenen! Ik ge
loof immer» toch reed», dat ge me- i
vrouw Walker niet vermoord hebt.
Vertel ons liever, wat ge zaagt, toen
ge dien avond bij hot hui» der wedu
we kwaamt I”
„Wat ik gezien heb, mijnheer de
commissaris Niet». De huisdeur was
gesloten en in de woon kamer brandde
licht, een oogonbhk bleef ik besluit*»-
Ioon «taan, ik wist niet, of ik schellen
of heengaan zou. Binnen werd luid
gesproken
„Wie «prak
„Mevrouw Walker en een man.”
„Kondt ge niets verstaan
„Neen ik geloof, dat ze in een
vreemde taal spraken, anders had ik
toch wel iets moeten verstaan, de
stemmen klonken zoo luid in de stilte,
en daar de venster» achter* de blinden
open waren, nog al luid naar buiten.
Maar wacht even nu herinner ik
het me: één woord heb ik toch ver
staan en dat was een naam. Mevrouw
zeide verscheidene keeren en naar het
mij scheen op klagenden toonHarry
o Harry1
„Weet ge dat zeker?”
„Heel zeker. Ik dacht nogdie man
Het bureau van don rechter in het
district Grunau diende de commissie
van onderzoek tot verhoorkamer.
De advocaat en Dr. Binder hadden
zich intusschen naar „Het Witte Hert”»
begeven, om een ontbijt te gebruiken,
de commissaris Bolzmann echter on
dervroeg integenwoordigheid van den
rechter en Silas Hempel de werk
vrouw Brandeis.
Hare verklaring bevatte niets anders
Herijk van maten en
- gewichten.
BURGEMEESTER
DER8 van GOUDA,
Gelet op het Besluit van Heeren
Gedeputeerde Staten der Provincie
Zuid-Holland van 28 November 1910,
G. S. No. 144/1, (Prov. Blad No. 97),
brengen ter kennis der ingezetenen
dezer Gemeente
dat de Herijk der maten en gewichten
dh jaar zal plaats hebben van 8 Mei
tot 10 Juni a. s., (uitgezonderd de
Zondagen, den Hemelvaartsdag en den
2n Pinksterdag), van des voormiddags
9 tot 12 uur en des namiddags 1 aan
aan het Rotterdamsche Veer No. 8;
dat de goedgekeurde maten en ge
wichten voor 1 Januari 1912 gestem
peld moeten worden met de letter
8 en tot dien datum ook de letter r
geldig ia;
dat voor de verdeeling der werk
zaamheden, tot bevordering van den
geregelden gang van den Herijk, naar
volgorde der wijken aan de huizen der
IJkplichtigen briefjes zullen worden
bezorgd, houdende opgaaf van den
dag en het uur, waarop de Maten en
Gewichten voor den Herijk kunnen
worden aangeboden, terwijl zij, die
zoodanig bnefje niet mochten ont
vangen, zich tot het bekomen daarvan
op de boven aangegeven tijdstippen
aan het lokaal van den Herijk kunnen
aanmelden
Worden de belanghebbenden voorts
herinnerd
dat de Maten en Gewichten schoon,
droog en roestvrij moeten worden
aangeboden om onderzocht te worden
heet zeker 1 lurry en is misM’hien een
bloedverwant van mevrouw Walker.”
„Waart ge niet nieuwsgierig. hem
te zien?” vroeg Hempol. „De blinden
waren toch wol niet zoo dicht geslo
ten, dat ruim er niet doorheen kon
kijken
„O neen. Maar dan had ik op het
raampost moeten klimmen on was bang
dat mevrouw hot zou hooren. En dan
had ze mg* zeker weggezonden?”
„Waa 'M diwi zoo streng?”
„Dat niet, maar nieuwsgier)ge men-
schen kon ze nu eenmaal niet uitstaan.
Ik vroeg haar een«, waar ze vroeger
gewoond had, en toen word zo boos
en zei, dat me dat niet ettnging, en
als ik woor spionneoren wilde, mocjit.--
ik voortaan maar weg blijven.''
„Ontving zo dikwijls brieven
„Ik geloof van niet, maar zekér kan
ik hot niet zeggen. Een» gaf ze me
een dikken verzegelden brief dien ik
moest laten tuin toeken, maar niet to
Grunau, doch in Wildon. Ze gaf me
oen gulden e^tra voor het wegbren
ger”
„Wanneer was dat
„Omtrent een half jaar geleden, ik
geloof in *t be^in van Maait. I^ater
bracht ik haar aan ook het re^u.”
„Waarheen was de brief geadres
seerd en aan wien
(Wordt vervolgd.)
igvereenigiug
pvoering van
is.” Opera in