J THEE
ERK te letten.
I
3. Alter
acht 269*
- I
No. 11*550.
50e Jaargang.
Donderdag 4 Mei 1911.
'H
slcexx
behalve Zon-
en
in Buiten-
Sïxxxx©rxle,rxd..
Buitenlandsch, Nieuws.
KENNISGEVING.
Sixxten laxxd-
FEUILLETON
DE MAN IN ’T GRIJS.
D.A..
E. ALTER
it 269*,
lG.
VAN
OSTADE,
A.
<G,
S WAAR-
I
I
r ZONEN.
lTis\iT7s- ezx -^-d.’vex'tensL'txe'blo-cH. voor O-otxcLsu erx Ox^xstxelsezx-
V erschij ut dagelij ks
Telefoon Interc. 82.
KENMSGEVIXG.
VERGADERING VAN Mil GEMEENTERAAD
I ‘i
h
1
fo
M
Feestdagen.
Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON, Telefoon Interc. 82
r
f 1.25
stad aan huis
f
WETHOUDERS
N. R. Crt.
1.60
'E
q Zn., Qotfd -
BIJL,
AAR Lz.
Inrichtingen welke gevaar, schade of
HINDER KUNNEN VEROORZAKEN.
ia Ned. Bond
irecht, afdee-
reken. Lezing
ssevainPijn-
>ej.
en ADRES.
BIJ
Q
skleeding
‘gedeelten
Heden vertrekt baron Taets van
Amerongen, opperkamerheer van H.M.
geregeld tijdig
ontvangen van
i, vermakelijk-
dan in onze
lijk georganiseerd
De opstand schijnt
weging te zijn.
I
N VAN
Mf.
1EËN worden
in verzegelde
vijf, twee en
een Ned. ons
ing van Nom-
voorzien van
I Merk, vol
gedeponeerd,
de uitvoering
0 orders aan-
n
GOUDSCHE COURANT.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post„1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad1.50
4dem franco per post1 90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange
Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
De opstandelingen moeten voortreffe-
en gewapend zijn,
een geweldige be-
De BURGEMEESTER van GOUDA
brengt bij deze ter kennis van de belang
hebbenden, dat door den Heer Directeur
der Directe Belastingen enz. te Utrecht op
den len Mei 1911 executoir is verklaard
Het Kohier No. 10 der Bednjtsbelasting,
dienst 1910/11.
Dat voormeld Kohier ter invordering
zijn gesteld in handen van den Heer Ontvan
ger, dat ieder, die daarop voorkomt, ver
plicht is zijnen aanslag op den bij de Wet
bepaalden voet te voldoen en dat heden in
gaat de termijn van zes weken binnen welke
de reclames behooren te worden ingediend.
Gouda, den 4 Mei 1911.
De Burgemeester voornoemd,
R. L. MARTENS.
de Koningin, naar Bueckeburg om
Hare Majesteit te vertegenwoordigen
bij de begrafenis van den vorst van
Schaumb urg-Lippe
De kapitein-luitenant ter zee jhr.
Hooft Graafland vertegenwoordigt bij
deze begrafenis Z. K. H: den Prins der
Nederlanden.
de Socie-
Voordracht
over Lijkver-
Ph. K. van
Vrijdag 28 April 1911.
(Vervolg.)
Hoo gaat het in andere, grootere
plaatsen Zou men donken dat men
zich daar aan adressen stoort? Vol
strekt niet: wanneer het belang der
gemeente het medebrengt de markt
geheel te verplaatsen dan doet men
het ook.
Wat de quaestie der wagens aan
gaat, wij geven toe dat het daarmede
in vele plaatsen geheel anders gaat
met die wagens, maar men bedenke
dan ool^ wel dat men meer ruimte heeft.
Komt men in Utrecht met zijn kaas,
met zijn varkens, enz., dan is er geen
sprake van dat die wagens naar een
andere plaats moeten. Neen, zij kunnen
op het terrein blijven. Des Zaterdags
is er op het Vreeburg een groote markt
en daar staan ook de wagenser is
ruimte voor. Ik wil de heeren die de
wagens willen verwijderen van het
marktterrein vragen waar zij. ze
willen plaatsen. En zoo men al ruimte
daarvoor kan vinden, denkt men het
den bezoekers van de markt aange
naam te maken door hun te gelasten
hun wagens te verwijderen Zij moeten
toch bij hun waar blijven en zij moeten
dus door anderen de wagens laten weg
brengen en weder terughalen. Nu ligt
het op den weg van het Gemeente
bestuur van Gouda om te zorgen dat
de bezoekers onzer markt het zoo ge
makkelijk mogelijk hebben. Wij moeten
niet denken zij moeten hier zijn. Te
Rotterdam en elders zijn markten w>aar
de menschen goed terecht kunnen en
als wij het den menschen niet naar
den zin maken loopen wij kans dat zij
elders ter markt gaan. Volkomen te
recht zouden de menschen kunnen
zeggen wij mogen onze wagens er niet
zetten, maar waarom mag een stalhou
der dat dan wel
De heer Kolijn heeft nu voorge
steld de zaak nog een jaar uit te stellen
ten einde gelegenheid te hebben haar
een gillende kreet uit. Voor een oogen-
blik scheen ze hare kalmte geheel ver
loren te hebben. Ze zonk op eene
bank neer, sidderde over haar geheele
lichaam en trachtte meer dan eens te
spreken, doch kon geen woord over
hare lippen brengen.
De kreet had verscheide bedienden
doen toesnellen, maar de gravin be
duide hun met een driftig gebaar, dat
ze zich moesten verwijderen, waarop
ze zich terugtrokken.
Een van hen snelde naar de eerste
verdieping, om den johgen graaf of
gravin Rita te halen, want ze dachten
niet anders, dan dat de gravin door
een beroerte was getroffen.
Deze had zich intusschen weer wat
hersteld, streek zich over het voor
hoofd, als wilde ze een akeligen droom
verjagen en staarde nu eens Hempel
dan weer de met bloed doortrokken
kleederen aan. Eindelijk vroeg ze nauw
hoorbaar „Waar is het lijk
„Tot nu toe is dit alles wat ik heb
gevonden. Ik behoef nu wel niet meer
te vragen, of deze kleedingstukken
het eigendom waren van mijnheer uw
gemaal.”
„Ja, het zijn de zijne. Deze jas droeg
hij, toen, wij den laatsten keer samen
thee dronken. Mijn zoon en mijne
nicht kunnen het getuigen. Maar, wat
is daar gebeurd Spreek help mg.
zouden zij in een gedeelte van Marokko
komen waar minder slaafsche bewo
ners' weldra het juk hen door Frank
rijk opgelegd zouden afwerpen en een
oorlog beginnen, waarvan de gevolgen
niet te overzien zijn. Laat Frankrijk
tevreden zijn met zijn invloed; elke
uitbreiding daarvan moet in elk geval
voorkomen worden.
Dit schrijven teekent den geest der
Duitschers en ook in Spanje is men
blijkbaar over het optreden van Frank
rijk niet tevredenmen vreest ver
mindering van eigen invloed. Wel
noemt Canalejas de verklaringen der
Fransche regeering voldoende maar de
bevolking denkt er blijkbaar anders
over.
envergadering
envereeniging
vonds 8*/a uur
van het Café
anders word ik nog krankzinnig
„Wees sterk, mevrouw het is in
derdaad een ontzettend geval, maar
men moet zich in het onvermijdelijke
weten te schikken blijkbaar is mijn
heer de graaf aangerand en vermoord.
Waarom de dader het lijk niet bij de
kleedingstukken in de kalkgroeve
wierp, maar hét elders verborg, is ze
ker zooals nog zooveel andere zaken
raadselachtig. In ieder geval is nu de
tijd gekomen, dat ge de justitie in
kennis moet stellen van het gebeurde.
Het spijt me, dat dit niet onmiddellijk
is geschied de nasporingen hadden
dan wellicht spoediger tot een resul
taat geleid.”
De gravin sprong plotseling op.
„Maar hoe,” riep ze, „ge zegt, dat
deze moord nu acht dagen geleden
moet gepleegd zijn en de beambte in
Wildon beweert toch dat mijn man
met den trein van 8.55 naar Graz is
gereisd Als hij vermoord werd, kon
hij toch niet naar Graz reizen
„Datzelfde heb ik me van het eer
ste oogenblik af gezegd. Maar deze
kleeren spreken een te duidelijke taal.
Zonder kleeren kon hij toch ook niet
op reis gaan? Hoe kwam het bloed
aan de kleeren Wie vuurde het schot
af? Van den anderen kant weet ik
met zekerheid, dat de moordenaar, die
mevrouw Walker ombracht, omtrent
BURGEMEESTER en
van GOUDA.
Gezien art. 8 der HINDERWET;
Doen te weten
Dat zij vergunning hebben verleend aan
J van der Jagt en zijne rechtverkrijgenden
tot het oprichten van eene sigarenfabriek
annex drogerij van sigaren in het perceel
aan de Nieuwe Haven (Laurierbuurt) kada
straal bekend sectie B No. 1546.
GOUDA, den 4 Mei 1911.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
R. L. MARTENS.
De Secretaris,
BROUWER.
Do koninklijke trein, waarmede H.
M. de Koningin en Z. K. H. Prins
Hendrik Vrijdag a.s. naar Amsterdam
gaan, zal bestaan uit 5 wagens. Hij
vertrekt ’s namiddags te 6 u. 22 min.
van Het Loo aankomst te Amsterdam
7 u. 45 min. Vertrek van Amsterdam
11 u. 45 min. aankomst aan het paleis
Het Loo 1 u. 8 min.
In Frankrijk begint
meening te uiten over
houdingi tegenover het optreden van
Frankrijk'in Marokko. De „Temps”
is een beetje geprikkeld. Natuurlijk
waar Frankrijk zoo precies wordt voor
geschreven, dat het zich heeft te hou
den aan de bepalingen van de acte
van Algeciras, moet dit het blad niet
bijzonder aangenaam in de ooren klin
ken. De toon waarin het artikel van
de „Nordd. Alg. Ztg.” wordt bespro
ken is dan ook eenigszins bitter maar
het blad komt toch eindelijk bot de
conclusie, dat het artikel niets bevat,
waarover Frankrijk zich ongerust be
hoefde te makenhet eerste gedeelte
der nota laat de Fransche bedoelingen
dien tijd denzelfden weg ging. Hij
kwam met bloed besmeurd en geheel
ontsteld op het station aan, beweerde,
dat men hem aangerapd had, en ver
trok met den trein van 8.55 naar
Graz. Daar echter heb ik zijn spoor
verloren.
De spoorbeambte beweert, dat de
graaf een donkere overjas aan had.
Hier is geen overjas bij. Als de jas al
zoo erg met bloed bespat is, moest
dat nog meer het geval zijn met de
overjas waar is die gebleven ’t Is
toch niet aan te nemen, dat de moor
denaar zich de moeite gaf het lijk van
jas, vest en das te ontdoen om het
daarna de overjas weer aan te trok
ken. De zaak is volkomen raadsel
achtig, en kan alleen dan verklaard
worden, als men aanneemt, dat de
spoorbeambte zich in den dag vergist
heeft. Misschien reisde de graaf ook
op Donderdag naar de stad en droeg
toen een donkere overjas.”
„Donderdag was mijn man onge
steld en begaf zich na de thee onmid
dellijk te bed.”
„Ik heb Eckert gevraagd, of hij den
graaf, dien hij goed kent, Vrijdag in
den avondtrein, waarmee hij ook reisde,
gezien heeft. Hij zegt van neen
misschien is mijnheer de graaf toch
buiten uw weten op reis gegaan?”
„Dat kan ik niet gelooven. Vrijdag-
Duitschland.
Naweeën van den Meidag.
Wegens de Meiviering zijn te Ber
lijn 6728 houtarbeiders buitengeslo
ten, waarvan 6000 voor een tijd van
drie dagen de overige zijn voor lan
ger tijd uitgesloten of ontslagen.
Ook te Bremen zijn omstreeks
3000 arbeiders van de maatschappij
Wezer tot Donderdag uitgesloten
omdat zij van hun wei;k waren ge
bleven en daardoor hun coh tract
hadden verbroken. Voorts werden
te Flensburg 11000 Meivierders door
dien maatregel getroffen. Te Bronswijk
hebben negen machinefabrieken in
het geheel 3000 arbeiders voor den
duur van een week uitgesloten.
De brand te Schaerbeek heeft nog
een vierde menschenleven gekost
den vijftienjarige zoon van het ver-
versgezin De Meer. Aan de onver-
zichtighcid van dezen jongen, die
zwakzinnig was, wordt de brand toege
schreven.
Visschers en het kiesrecht.
Een 182-tal ingezetenen van Noord-
wijk aan Zee heeft aan den minister
van binnenlandsche zaken een adres
verzonden, waarin zij, met het oog
op het feit dat een groot aantal hunner
jaarlijks ter haringvisscherij gaat, waar
door zij van hun kiesrecht geen ge
bruik kunnen maken, noch voor de
Tweede Kamer, noch voor de Prov.
Staten of den gemeenteraad, den
wensch uitspreken, dat zoodanige wij
zigingen in de Kieswet worden aan
gebracht, dat zij voortaan van het
recht, hun door de wet gegeven, ge
bruik kunnen maken.
Klokke half-vier gistermiddag zijn
H. M. de Koningin en Z. K. H. de
Prins in open rijtuig door de Paleislaan
naar het station Apeldoorn gereden
ter ontvangst van hertog Johan Al
brecht van Mecklenburg-Schwerin, re
gent van Brunswijk, en zijn gemalin.
Een vrij talrijke, steeds aangroeiende
menigte bleef voor het paleis de terug
komst afwachten.
De trein, waarmede de hooge gasten
kwamen, had 14 minuten vertraging.
De achterste wagon werd afgehaakt
en naar het eerste perron gereden.
Na een hartelijke begroeting reden
H. M. do Koningin en de hertogin
in het eerste rijtuig, en in het tweede
rijtuig, met twee schimmels bespannen,
de Prins en de hertog paleiswaarts.
Een zeer talrijk publiek juichte het
Koninklijk en het hertogelijk echtpaar
hartelijk toe.
recht wedervaren, in het tweede ge
deelte wordt een stelling besproken,
welke Frankrijk juist beslist terzijde
stelt, n.l. een aanslag op de onafhan-
heid van Moelay Hafid.
De zinsnede uit’ de nota, waarin
wordt gezegd, dat Frankrijk zich heeft*
te houden aan de bepalingen van de
acte van Algeciras daar een overtre
ding er van zou kunnen leiden tot
maatregelen, waarvan de gevolgen op
het oogenblik nog niet te overzien
zijn, verklaart de „Temps” aldus
Legt Frankrijk de hand op Marokko,
dan mag ieder zorgen zijn deel binnen
te krijgen. Heel anders vat het „Jour
nal des Debats” dit alles op. Dit blad
ziet in het optreden van Duitschland
niets anders dan het trachten van
Frankrijk belangrijke concessies los te
krijgen in ruil voor eenige vrijheid
van handelen die thans aan Frankrijk
wordt toegestaan.
Duitschland wil volgens dit Parij-
sche bladtoelating totde noteering
der Parijsche beurs van de aandeelen
der Bagdad-spoorwegmaatschappij en
van misschien nog andere maatschap
pijen. Verder de verzekering dat
Frankrijk afziet van alle spoorweg
plannen in Turkije.
Onder geen voorwendsel wil het
blad dergelijke consessies geven. Het
acht de vrijheid aan Frankrijk bij de
acte van Algeciras gegeven voldoende
om op te treden zooals de omstan
digheden dit noodig maken. Van een
eigenlijk bij een accoordje te regelen
veroveringspolitiek wil het blad niets
weten.
Nog altijd heeft minister Cruppi
geen bericht ontvangen dat de troe
pen Fez bereikt hadden. Wel komen
er vooral van Duitsche zijde steeds
telegrammen die de toestand in Ma
rokko goed noemen, maar heel zeker
is dit niet. Van andere zijde wordt
zelfs beweerd, dat de „heilige oorlog”
d. w. z. de oorlog tegen de vreemde
lingen wordt geproclameerd. In ver
band hiermee is het belangrijk kennis
te nemen van een schrijven van dr.
Mauretanus in „Die Grenzboten”
waarin hij er op aandringt Frankrijk
te beletten, zijn „vreedzame verove
ring” nog langer voort te zetten.
Reeds nu heeft dit land een invloed
in Marokko, waarmee het in naam
van den Sultan zoo ongeveer in een
derde van dit land de gang van zaken
regelt. Mocht aan Frankrijk verder
binnentrekken niet belet worden, dan
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer „0.10
By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets Reclames 1 0.25 per regel
Groote letters en randen paar plaatsruimte.
f 0.65
0-86
VIJN. 1.20
VIJN. 1.20
)E
ochtend ontbeet hij met ons, zooals
gewoonlijk.”
„Misschien heeft hij gebruik ge
maakt van een vroegen trein. Kan uw
gemaal geen redenen gehad hebben,
om buiten uw weten naar de' stad te
reizen
„Neon, ge vergist u. De graaf had
voor mij geen geheimen te verber
gen.”
„Mogelijk. Maar een vriend kan hem
er toe gebracht hebben een hee-
rensouper
„Neen, neen, dan had hij het zeker
gezegd."
„Heeft u zijn kamerdienaar reeds
ondervraagd Die zal toch wel we
ten, wat voor kleeren de graaf droeg
De gravin staarde onrustig voor
zich qit, blijkbaar dacht ze over iets
na.
„Neen,” zei ze eindelijk kortaf. „Ik
wilde tot nu elke verdenking vermij
den. Maar nu, dat zie ik wol, moet
er iets gedaan worden Wees zoo goed
Jean zelf te ondervragen en geef ook
de zaak bij de justitie aan.”
Weer staarde ze peinzend voor zich
uit. Op dit oogenblik kwamen Herbert
en Rifa van Sydow de trap af. Noch
de gravin noch Hempel werden hen
gewaarzoo verdiept waren beiden
in het raadselachtige probleem.
(Wordt vervolgd.)
22)
De gravin stond opze was doods
bleek, doch overigens automaatachtig
kalm. Hempel bood haar den arm.
dien ze echter met een kort gebaar
afwees. Hare kalmte had iets zoo ake
ligs, dat Silas haar bij het naar bene
den gaan meer dan eens bezorgd aan
keek.
Beneden in de vestibule lag op een
hoektafeltje een groot pak. Met een
gebaar beval de gravin eerst den be
diende, die zich bij den ingang bevond,
dat hij zou heengaan, en sloot eigen
handig de deur welke naar de por
tiersloge leidde.
Daarna volgde ze Hempel, die in-
tusschen het pak had geopend, en nu
een jas, een vest, een van een zilve
ren, thans met bloed bevlekten knop
voorzien en stok en een das uiteenlegde.
Al de kleedingstukken waren met
bloed bespat en gedrenkt. Jas en vest
waren chocolade bruin, de das licht
rood.
De gravin wierp er een schuwen
blik up eti stiet in de volgende seconde
n 2.-
jsorleerd)
I
l.e „Reunie”
rgadering der
it van ’t Alge-
China
De opstand in Kanton.
De Daily Mail verneemt uit Hong
kong, dat de opstand, ofschoon hij in
de stad Kanton mislukt heet, omdat
hij te vroeg is uitgebroken, zich in
het binnenland zou uitbreiden.
Te Amoy zijn oproerige plakaten
aangebracht, waar in de bevolking
opgehitst wordt en de Chineesche re
geering beschuldigd China ta willen ver-
deelen. Duizenden Chineesche vluch
telingen stroomen Honkong binnen.
men thans zijn
Duitschland ’s