nhuis
4
I
.E. Alter
ïracht 269'
IAG,
TEWAAR-
fen
neskleeding.
of gedeelten
Zaterdag 6 Mei 1911.
relceix
Eerste Blad.
Volksmisleiding.
FEUILLETON
DE MAN IN ’T GRIJS.
I
iu in den
klijd ïiaii
l
It Iliad.
e
astraat
idijs.
risia w
veevoeders.
IE. ALTER
icht 26!)*,
LAG.
No. 11552.
Si
Telefoon Interc. 82. 1
I
50e Jaargang
en -^-cL_ver'texx.‘t5.©"bleuc3- voor O-e>"VLcLeu exx OaacxstxeHsoezx-
Verscliijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
Uitgevers A, BRINKMAN EN ZOON?
1
r
de stad aan huis
4
niet zoo aan, Her-
Vit
(Wordt Vervolgd.)
m 4 Zn., (Stond»
iverseelvoer)
13 en */a kilo
endermeel
r voederkosten
40 en 5 kilo
Dit Nummer bestaat uit twee
bladen.
WELKOM,
ren, dekens,
>k meubelen
nerk
rgoed.
Af en ADRE».
lervwthode.
oederfa Drink
ISIA.
Kokhuizen.
lar bij HH.
Wijdstraat.
D, Veefktal.
Aan dezen vanzelfsprekenden eisch
nu voldoet de clericale coalitie niet.
Op dit hoofdpunt is zij in gebreke.
En hierop willen wij het volle licht
laten vallen, om den ernst van het
feit-zelf en de conclusie, die er voor
het volk in zit.
Sociale wetgeving!
Is er wel iemand in Nederland,
die op meer hartroerende wijze
daarom geroepen heeft dan de leider
der anti-revolutionaire partij? Wie
herinnert zich niet de beroemde
woorden van dr. Kuyper, dat de
arbeiders niet konden wachten, „geen
dag en geen nacht” Heeft niet deze
leider der coalitie meer dan iemand
anders bij de „kleide luyden” blijde
d
En de conclusie
Deze kan niet anders luiden, dan
dat de kerkelijke coalitie, ondanks
haar overgroote meerderheid in
beide Kamers der Staten Generaal,
onmachtig is, sociale wetgeving
tot stand te brengen.
Belooft zij zulks, dan misleidt zij
eenvoudig de goedgeloovigen.
Komt er nog iets terecht van
Sociale wetgeving onder zoogenaamd
Christelijk bewind, dan kan dit slechts
door de hulp var. links, van de
gehate liberalisten
De Christelijke kiezers, die naar
sociale wetgeving verlangen, mogen
zich langzamerhand wel eens gaan
afvragen, waarom zij toch op een
„man van réchts” stemmen en of
zij niet veel eerder hun doel zullen
bereiken, door te zorgen voor een
jj geregeld tgdig
ontvangen van
en, vermakelijk-
s dan in onze
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal f 1 25
Idem franco per post,1.56
Met Geïllustreerd Zondagsblad .1.50
Idem franco per post 1 90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange
Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
Dit alles is nog niet het ergst.
Veel erger dan dez<Aegenvallers Standaard” in
is het feit, dat een der coalitio-par-
tijen zich openlijk verzet tegen Tal-
ma’s sociale wetgeving. Lohman
geeft in zijn orgaan, „De Nederlan
der”, het wachtwoord uitTalma’s
sociale wetgeving is re
volutionair! Tegen de ver
plichte verzekering, die Talma
wil, stelt Lobman vrijwillige
verzekering.
Ziet, dit is verbijsterend
De coalitie ging in 1905 en even-
zoo in 1909 in zee met verplichte
verzekering (tegen ziekte, ouderdom
en invaliditeit). Dit was feitelijk d e
sociale wetgeving, die men beloofde.
Wel had zich de partij van Lohman
nooit daarvoor uitgesproken, maar
zij deed mee en de sociale wetge
ving was nummer één in de stem
busleuzen. Toen de overwinning ge
zamenlijk bevochten was (6040)
en de sociale schotels wat lang be
gonnen uit te blijven, werd dan ook
door de aatirevolutionaire en katho
lieke leiders (Kuyper en Nolans)
daarop in de Tweede Kamer en in
hunne organen herhaaldelijk aange-
drongen.
Het blijkt nu echter met den dag
duidelijker, dat Lohman niet mee
doet. Zoo schreef „De Nederlander"
bijv. (26 April), dat Talma te veel
de socialisten in het gevlij kwam
en ook de coalitie kwam bij sociale
vraagstukken steeds meer en meer
op de lijn van de socialisten; „rechts”
trachtte met hen te concurreeren
enz. enz. en toen op deze uitspraken
uit de coalitie critiek kwam sprttk
Lohman het nog duidelijker uit, dat
Talma in socialistische richting gaat
De Bakkerswet heeft socialistische
tendenzen, de Ziekteverzekering
brengt Staatsdwang, de Sociale ont
werpen geven meenigmaal blijk van
eenzijdigheid, die ^gehekeld” dient
te worden.
En op geestige wijze neemt Loh
man met Kuyper een loopje, door
er aan te herinneren, hoe „De
een hoofdartikel
schreef, dat wel is waar met het
anti-revolutionair beginsel geen
rekening is gehouden bij het Bakkers-
ontwerp (van Talma nota bene
maar dat dit niet „zoo erg” is en
dat het alleszins vergeeflijk is, dat
de anti-revolutionaire Kamerfractie
om redenen van tactiek (nl. om den
Minister niet te doen vallen) dit
beginsel niet te zwaar laat wegen.
Tot overmaat van ramp heeft ook
Kuyper ontdekt, dat Talma, „de
leeuw van Patrimonium”, op revolu
tionaire paden is. Ineen „Standaard”-
hoofdartikel waarschuwt hij daartegen
met kracht en klem. De eerste stap
(bij de Bakkerswet) is nu reeds door
die andere op denzelfden, verkeerden
weg gevolgd, nl. bij de Steenhouwers-
en Stucadoorswethet anti-revolutio
naire beginsel wordt verzaakt
schrijft Kuyper het Staats-
1
gen. Maar om zijnentwille nu nadat
uwe moeder zulke vreegelijke woorden
heeft gesproken, moet hij zwijgen. Hij
moetHerbert, ik bezweer het u, laat
hem dat belooven. Ik zelf kan er niet
heengaan, dat zou de aandacht trek
ken, ga gij I Ik wil alles doen, wat
men van mij verlangtik wil uwe
vrouw worden, ik wil goed en trouw
zijn ik
„Rita, arme, lieve Rita, ge weet
niet wat ge zegtsprak Herbert hare
handen in de zijne nemend. „Vrees
niet, alles zal goed worden en gij
gij zult gelukkig zijn. Hoe verkeerd
was het van u, mij niet eer te zeggen,
dat ge elkaar bemint I”
„Ach, HerbertI”
„Wees gerust, lieve Rita, ik ga naar
Walter en hij zal zeker zwijgen I”
Ze haalde verlicht adem. Ik dank
u Wanneer gaat ge
„Onmiddellnk. Van avond ben ik
weer thuis. Op zijn laatst met den
nachttrein.”
In de houtvesters woning zaten Stein-
brech en Lore te wachten De tafel
was feestelijk gedekt en met bloemen
versierd. Steinbrech had uit den kel
der eene flesch met zilveren etiquet
gehaald.
ing 8. D. A.P.
«bouw „Morgen-
idenvergadèring
olenvereeniging
avonds 8*/s nor
van het Café
en Buiten*
Kuyper trad af en het liberale
ministerie-de Meester trad op. Dit
diende zeer tijdig zijn sociale, finan-
ciëele en kiesrechtvoorstellen in
edoch, dit Kabinet was niet zoo
gelukkig als zijn Christelijke voor
ganger en opvolger, dat op een
coalitie-meerderheid berustte. Zoo
werd door den bekende „sluipmoord”
aan het liberale ministerie ontijdig
de levensdraad afgesneden.
Heemskerk trad op, met Talma,
den man, die zijn voorganger het
scherpst critiseerde, voor Arbeid.
Over Kolkman spreken we in dit
verband niethet lang niet schitte
rend figuur, dat deze bewindsman
reeds herhaaldelijk maakte, is vol
doende bekend en hem zullen wij
nog menigmskBkl ontmoeten.
Thans, ter zake v$n sociale wet
geving, bepalen we ops tot Talma”.
Wat een teleurstelling baarde ook
deze Excellentieöoede wil en
werkkracht ontbreken hem zekerlijk
niet, maar er is meèr noodig voor
het tot stand brengen van sociale
wetten, die in het maatschappelijk
leven van een zoo’ groot deel der
der bevolking zoo diep ingrijpen.
24)
„O, niets bijzonders. Mijnheer de
graaf stond dikwijls vroeg op en deed
aenjsene morgenwandeling. Ik behoef
de nooit voor acht uur in zijne kamer
te komem Later deelde mevrouw de
gravin mij mede, dat hij op reis was
gegaan.”
„Viel u dat niet op Zoo zonder
eenige voorbereiding? Zonder dat daar
van vroeger sprake was
„Neen. Mijnheer de graaf was kort
van besluit. Het gebeurde vaak, dat
hij op reis ging zonder er iets Van te
zéggen,”
„Dat is waar,” bevestigde Herbert.
„Overigens,” ging Jean voort, „had
mijnheer de graaf meer dan eens ge
zegd, dat hij naar de zee verlangde
en van plan was in den herfst voor
oen paar weken naar het Zuiden te
gaan?
„Ook dat ia waar,” zei Herbert.
„Kunt ge me nog zeggen, of de
graaf een reistasch met linnengoed
meenam?”
„Neen van hier mt nam hij niets 1 vader vermoorden En ia het dan
De coalitie beleelt droeve dagen.
Haar onmacht om sociale
wetgeving tot stand té brengen,
is nu reeds onwederlegbaar gebleken.
Het gaat hier niet om een of ander
bijkomstig punt van beleid. Mi are
dit slechts het geval, het zou on
billijk zijn, den coalitie hiervan een
verwijt te maken. In het maatschap
pelijk leven immers doet zich zoo
veel voor, dat te voren niet precies
voorzien was, dat de eisch dat
coalitie-partijen het nooit oneens
mogen zijn, een onbillijkheid is.
Dit vooropstellende, mag daaren
tegen zpnder eenig voorbehoud wél
geéischt, dat partijen, die nu reeds
jaren achtereen in coalitie verbonden
zijn mag men dr. Kuyper ge-
looven, dan zijn de kerkelijke par
tijen als ’t ware ineegegroeid, bij
wijze van Siameesche drieling
Ijr Ae hoofdpunten van politiek
beleid althans in de groote lijnen
accoord gaan.
socialisme binnengeioosd. „En hier-
tegen nu komen wij daarom te ern
stiger in verzet, omdat reeds meer dan
één orgaan onzerzijds hierbij de stel- 11
ling, d»t het doel de middelen heiligt,‘X j'
in toepassing bracht.”
Dit alles kanomen lezen in het
anti-revolutionaire hoofdorgaan.
Is er ooit verfoeilijker spel ge
speeld met de-' kiezers dan door
Kuyper en de zijnen met de vurig
begeerde sociale wetten 1
Het anti-revolutionaire program
van beginselen zegt (art. 21),
dat de partij slechts dkri samenwer
king met andere partijen aanvaardt,
indien die door een vooraf wel
omschreven program, met on
gekrenkt behoud van haar onafhan
kelijkheid, kan worden verkregen.
Zoo luidt het „beginsel". De practijk
laat echter zien, dat de partij van
Kuyper zich zelfs in coalitie begeeft
met een partij, die rechtdraads tegen
verplichte verzekering, hoofdleuze
der anti-revolutionaire party, ingaat.
Is misleiding hier een te
sterk woord?
Wy vermogen het niet in te zien.
Kanaries
13, en l/i liter
dat ze veel op zijne moeder geleek.
Schuw in ’t rond kijkend snelde ze
op hem toe.
„Herbert”, zei ze met heesche stem,
„ge hebt gehoord, wat uwe moeder
straks zeide ga vandaag nog naar
Waldemar en zeg hem zeg hem
plotseling barstte ze in tranen los.
Herbert keek haar vol verbazing aan.
„Wat moet ik zeggen Eene bood-
sclïap van u?”
„Ja kijk me
bert van mij ze streek over
haar voorhoofd en vouwde daarna
krampachtig de handen. Ze wist blijk
baar niet, wat ze deed. „Ik beminde
hem, ja juist, ge weet dit niet
maar ge zult het gelooven, als ik u
zeg, dat ik sterf van angst om hem
heb medelijden met mij, Herbert
ga naar hem toe. hij was hier dien
nacht
Herbert schrikte.
„Hier in Grauehegg
„Ja in het park. Ik moest met
hem over de toekomst spreken, daar-
daarom liet ik hem naar hier komen.
En als het nu bekend wordt en als
men hem niet gelooft, dat hij om
mij kwam begrijpt ge me O,
Herbert, ik heb hem zoo lief, ik vraag
om niets al zou men my met vin
gers nawijzen, ik heb me Goddank
niets te verWyten, alles zou ik verdra-
GOUDSCHE COURANT
PRIJS DER AD VER TENTIÊN:
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer ,0.10
By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 15 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets Reclames f 0.25 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
mee. Misschien haalde hij zich het
noodige uit zijn woning in de stad.”
„’t Is goed, ge kunt gaan.”
„Het schijnt toch, dat de beambte
in Woldon Donderdag met Vrijdag
heeft verwisseldI” zei Herbert.
„Ja. dat schijnt zoo.” Hempel pakte
nadenkend de kleedingstukken, die hij
in de kalkgroeve had gevonden, bijeen.
Wilt gij zelf de zaak aangeven, mijn
heer de graaf, of zal ik het doen?”
„Het zou me aangenaam zijn, als’gij
het deedt. Ik zou mama vandaag niet
gaarne alleen laten.” Herbert speelde
verlegen met zgn horlogeketting. „En
wat ik nog wilde zeggen, ik ver
zoek u niets te zeggen van het door
mama geuite vermoeden. Die woorden
zijn haar slechts 'in een oogenblik van
opwinding over de lippen gekomen
ze haat de Grauensteins van G-raz met
een inderdaad blinden haat
„Ge acht dus noch uw oom noch
diens zoon tot zulk eene daad in staat?”
„Absoluut niet! Beiden zijn man
nen van eer. Ik deel den familiehaat
zou weinig, dat ik met Walter altijd
natuurlijk buiten weten van mama
goede vrienden geweest ben. Maar
ook afgezien van mijn overtuiging is
zulk een vermoeden met het gezond
menschenverstand in strijd. Waarom
tóch zouden de Grauensteins mijn
zoo zeker, dat mijn arme vader
dood is
Zooals de zaak zich aan ons voor
doet, is er haast niet aan te twijfelen
ofschoon Hempel brak af en keek
peinzend voor zich uit. „Er is nog
zooveel raadsolachtig en onverklaar
baar
„Het zou ontzettend zijn Ik kan
het maar niet gelooven Eene geheime
stem zegt me, dat het niet kan zijn
„Nu, hopen, we het beste.”
Zoodra Hempel was heengegaan,
begaf Herbert zich naar zijne kamer
en bleef, met de hand onder het hoofd,
in diep nadenken verzonken naast
den schoorsteen zitten.
Zou hij dan zijn vader inderdaad
op zulk eene verschrikkelijke wijze
verloren hebben Er had tusschen
hen steeds eene koele, vormelijke ver
houding bestaan, zooals tusschen alle
leden van het gezin op Grauenegg.
Maar het was toch zijn vader. En in
dat oogenblik herinnerde Herbert zich
alleen de gelukkige uren, waarin zijn
vader hem met eene hartelijke liefde
had behandeld, en vergat geheel, hoe
zelden dit eigenlijk gebeurd was.
Plotseling werd de deur haastig
opengerukt en Rita van Sydow trad
binnen. Herbert schrikte, toen hij haar
gezicht zag. Dit stond strak en scheen
jaren ouder geworden. Herbert vond,
Zeer lang, onnoodig lang, had
Talma noodig om de ontwerpen, die
gereed lagen aan zijn Departement,
opnieuw in te dienen. En toen hij
er mee voor den dag kwam de
ouderdoms- en invaliditeitsverzeke
ring zijn er zelfs nög met kwam
van alle zijden de critielfc Men denkt
slechts aan de Bakkerswetten, aan
de Ziekte- en Radenwet.
Met Talma’s eerste sociaal werk
liep het eerst mis. De Bakkerswet
ten werden niet afgehandeld, Talma
trok de Radenwet in, wijzigde de
Bakkerswet ingrijpend en een nieuw
afdeelingsonderzoek in de Tweede
Kamer volgde, hetwelk een voor-
loopig verslag in ’t leven riep, dat
de kansen voor het wetsontwerp
waarlijk niet deed Stijgen.
De Ziekteverzekering werd on
gunstig ontvangen door de Commis
sie van voorbereiding, die in meer
derheid rechtsch is. En nu reeds
kan men zeggen, dat het voorstel,
zooals Talma het indieiidb, er nooit
doorkomt.
verwachtingen opgewekt? Kwam er
maar eens een Christelijke regeering,
men zou eens zien, hoe snel de
molen ging malen voor den kleinen
man I
Hoe bitter is dit alles tegenge
vallen
Dr. Kuyper heeft zijn coalitie ter
overwinning geleid en hij zelf werd
Premier. Hij zou de sociale wetten
naar het Staatsblad brengen, maar
toen hij vier jaren lang) had ge
regeerd, was er in liet Staatsblad
nog geen regeltje sociale wetgeving.
Er was geen tijd voor geweest, zoo
heette het ter verontschuldiging. Een
excuus, dat geen hout snijdt, wijl de
meerderheid 't in de hand had, om
wél sociale wetten af te handelen,
maar men liet liever andere zaken
voorgaan