huis J 0ÜR4KT ten. igen 'isiaw straat ijs. oekenien i exx voor G-oxxcLsu, exx Ooacxstxelcexx. No. 11569. 50e Jaargang. j van raagd Blad. FEUILLETON DE MAN IN’T GRUS. i Ml I liet ontwerp eener nieuwe Tariefwet. i Zaterdag 27 Mei 1911. Eerst ucvocders. behalve Zon- en Feestdagen. Telefoon ïnterc. 82. 'Verschijnt dagelijks Telefoon ïnterc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. in den ijd aan a f 1.25 t I I vor- (Wordt vervolgd.) aan Zn., Gouda» 4 P L indermeel voederkosten 40 en 5 kilo Dit Nummer bestaat uit twee bladen* Kanaries 1, en Vi liter lonie". 9l/2 uur. afd. Gouda van rs- en Kappers- erk ZEI.KOM, jn, dekens, meubelen gen in de ieteit „Ons Ge- eene Ledenver-1 nonie”, 8% uur, g van de Kon. )ud-Onderofficie- ouda. v- en Woningtoe- raat, 2 uur. Ver- Onderstandscom- anzorg. ?rij geregeld tijdig jn ontvangen van rten, vermakelijk- ze dan in onze Harte, en in de memorie van toe lichting wordt dan ook uitdrukkelijk gezegd, dat de groepeering van het ontwerp-Harte in hoofdzaak gediend heeft voor de samenstelling van het nieuwe tarief. Bekend is het, dat ons tegen woordig geldend tarief van invoer rechten, dat reeds van 1862 dag- teekent, technisch zeer veel 4e wenschen laat. Dat kan ook niet anders. Sedert 1862 hebben handel en nijverheid zoo groote verande ringen ondergaan, heeft zich de techniek zoozeer gewijzigd, dat een tarief van invoerrechten, dat vijftig jaar geleden misschien voldeed aan de behoefte op dat oogenhlik, in het geheel niet meer in overeen stemming kan zijn met de eischen, die thans aan een technisch goed en praktisch ingericht tarief belmo ren te worden gesteld. Ons tegen woordig tarief is dan oo.k zeer on volkomen en reeds Minister Pierson heeft daarvan, zooals de memorie van toelichting zegt, de gebreken blootgelegd en zijn voorstel tot her ziening van ons tarief doen verge zeld gaan van een geheel nieuwe tabel, aangezien in de bestaande tabel door aanvulling en wijziging geen afdoende verbetering is aan te brengen. De op hem volgende tarief- 1 hervormers hebben zijn voorbeeld gevolgd, en de voorstellen tot vast stelling eener nieuwe tariefwet zijn technisch zonder eenigen twijfel bruikbaarder dan de thans vigeerende wet. Deze toch noemt alleen de met een invoerrecht belaste artikelen en de benamingen zijn gebaseerd op den toestand, waarin handel en nij verheid in 1862 verkeerden. Goe deren, welke niet in het tarief zijn genoemd, zijn dus vrij van invoer rechten, tenzij zij naar aard en be stemming kunnen worden gerang schikt onder de met name genoemde goederen. Het behoeft geen betoog, dat zulk eene regeling tot groote moeilijkheden bij de toepassing moet jrmetho de. ederfaoriek 3 IA. Enkhuizen. .ar bij HH. Wijdstraat. Veerstal. J Het zal thans wel van algemeene bekendheid zijn, dat het ontwerp eener nieuwe tariefwet, in 1904 ingediend door den toenmal igen Minister vap Financiën Harte van Tecklenburg, sedert 1 April 1911 gevolgd is door een nieuw ontwerp van den tegenwoordigen Minister van Financiën Kolkman, ditmaal mede onderteekend door zijne colle ga’s voor buitenlandsche zaken en landbouw, nijverheid en handel. Het tarief-Harte is nu dus opgevolgd door een tarief-Kolkman, en in het belang van de Nederlandsche nijver heid, den handel en den Nederland- schen consument is het te hopen, dat het laatste ontwerp den weg zal volgen van zijnen onmiddelijken voorganger. In 1904 heeft de Vereeniging TM Vrije ’Ruilverkeer” enkele barer blaadjes gewijd aan het tarief-Harte,» in 1911 heeft zij hetzelfde voor nemen ten opzichte van het tarief Kolkman. Niet allen toch, die daarin belang stellen, zijn in de gelegenheid kennis' te nemen van het ontwerp-tariefwet en de daarbij behoorende toelichting en raming der .opbrengst, en het schijnt wenschelijk zoowel aan hunne belangstelling te voldoen, als die van anderen op te wekken, die misschien nog niet zoo overtuigd zijn van de nadeelen, die het onvermijdelijk ge volg zullen zijn van het ingediende wetsontwerp. Vooral is dat van belang te achten bij de onjuiste i voorlichting, die van andere zijde ook weder omtrent dit wetsontwerp wordt gegeven. i In het algemeen wijkt het ontwerp- Kolkman weinig af van het ontwerp- van dit blad. heid en Handel, voor een fonds tot dekking van uitgaven voortvloeiende uit wettelijke maatregelen in zake de pensionneering van arbeiders. Men zal dus die arbeiders en anderen de kosten der pensionneering laten dietalen in den vorm van eene verhooging van de prijzen van vrij wel alle verbruiks-artikelen, men zal daarvoor dus niet het geld nemen waar het te vinden is, namelijk bij diegenen die iets bezitten, maar grootendeels van hen die toch reeds zoo moeilijk met hun weekgeld kun nen rondkomen, en die daarmede, als het wetsontwerp wet wordt, nog meer moeite zullen hebben, omdat de prijzen hunner levensbenoodigd- heden door die wet zullen stijgen. Daarmede is de ontwerper der wet het blijkens zijne toelichting heelemaal niet eens en voor die algemeene prijsverhooging koestert hij, naar hij zegt, geen vrees. De prijzen toch worden, naar hij meent niet beheerscht door het recht maar door onderlinge mededinging, en tot behoud van zijnen afzet zal de buitenlandsche importeur vennoede- lijk een gedeelte van zijn winst laten vallen. Ook vreest de Minister niet de vorming van combinaties van inlandsche industrieelen met de be doeling om de prijzen op te zetten. Zou de Minister wezenlijk zoo naïef zijn als hij zich voordoet Zou hij inderdaad meenen, dat al die buitenlandsche importeurs en al die inlandsche industrieelen leden zijn van eene groote filanthropische instelling, die men noemt, handel en nijverheid, en waarvan het doel is het betalen van invoerrechten ten bate der Nederlandsche schatkist? De prijs van een product wordt be paald door de kosten van grondstof, van productie on de belooning voor den producent, plus de kosten ver bonden aan den verkoop en de ver zending, en de onderlinge concur rentie der producenten speelt daarbij ook eene rol. Dat deed deze laatste leiden en een schrale troost is het, dat eene door den belanghebbende onjuist geachte toepassing, geen grooter nadeel kan veroorzaken dan hoogstens 5 pCt. van de waarde. Ons tegenwoordig tarief toch gaat met enkele uitzonderingen uit van den regel, dat grondstoffen vrij mogen worden ingevoerd, half-fabri- katen worden onderworpen aan een invoerrecht naar de waarde van 2 ik 3 pCt., afgewerkte fabrikaten van 5 pCt. Het nieuwe ontwerp bepaalt zich allerminst tot eene technische verbetering van het tarief, waarvoor de ontwerper slechts lof zou inoog sten, maar verbindt daaraan eene zeer aanmerkelijke verhooging der invoerrechten. Volgens de memorie van toe lichting op de nieuwe tariefwet zullen grondstoffen, die de nijverheid en de landbouw uit het buitenland moeten betrekken, vrij blijven van invoer rechten. llalf-fabrikaten zullen wor den belast met een invoerrecht, overeenkomende met 3 tot 6 pCt. van hunne waarde. (Het ontwerp- Harte stelde voor 2 tot 6 pCt.). Afgewerkte fabrikaten, nog niet voor direct gebruik door den consu ment geschikt en die daartoe hier te lande nog moeten worden bewerkt, zullen worden belast met een recht van 10 pCt. der waarde (ontwerp- Harte 6 tot 8 pCt.). Geheel afgewerkte fabrikaten zul len onderworpen zijn aan een invoer recht van 12 pCt. der waarde (ontwerp-Harte 6 tot 12 pCt.). Het nieuwe tarief zal dus zeer aanmerkelijk honger zijn dan het thans bestaande en in vele gevallen ook hooger dan het door Minister Harte voorgestelde, terwijl het enkele artikelen van invoerrechten vrijstelt, waarvan volgens het ontwerp-Harte rechten zouden zijn geheven, doordat zij door den ontwerper van het nieuwe tarief in eene andere rubriek worden ondergebracht, dan door zijnen voorganger. Dat is bijv, het geval met spoorstaven, dwarsliggers, buizen en pijpen, terwijl voor petro leum eene bestendiging van het tegenwoordige invoerrecht wordt voorgesteld, in plaats van de ver hooging met 20 cents per 100 K., waarmede Minister Harte het Neder landsche volk wilde begiftigen. Als voorbeelden voor de eerste rubriek noemt de memorie, van toe lichting ruw gie.tmetaal, plaatijzer, gezouten huiden, behakt of gezaagd hout. Deze zijn dus vrij. Als voorbeelden der tweede rubriek geschaafd en geploegd timmerhout, steenen platen of blokken en leder (36 pCt.), voor de derde rubriek manufacturen, deuren, ramen, kozij nen, schoorsteenmantels en dergelijke (10 pCt.), terwijl de vierde of laatste rubriek, waarin voor elke gulden waarde 12 centen invoerrecht moet worden betaald, al die voorwerpen omvat, welke voor het gebruik van den consument geschikt zijn, en gemeenzaam worden aangeduid met alles wat er ligt tusschen wieg en doodkist, hoewel doodkisten, waarin lijken, uit piëteit voor de dooden vrij mogen worden ingevoerd, doch grafzerken in het tarief afzonderlijk aid belastbaar worden genoemd 1 Terwijl ons tarief van invoerrechten in 1909 eene bate aan de schatkist heeft geleverd van f 12.615.000, raamt de Minister van Financiën de opbrengst van het nieuwe tarief op f 19.392.040, plus vele memorie- posten met betrekking tot nieuw te belasten artikelen, waarvan hem de vermoedelijke invoer onbekend is. Daar hij, blijkens de memorie van toelichting, eene meerdere opbrengst verwacht van ongeveer f 10.000.000, schijnt hij die memorieposten te schatten op tusschen 3 en 4 millioen gulden. Van die tien millioen gulden zullen volgens art. 27 van het wets ontwerp jaarlijks acht en een half millioen gulden worden gestort in een potje, ten behoeve van het departement van Landbouw, Nijver- rerseelvoer) 3 en-’/z kilo 1‘RI.IS DER A D EHTENTlfiS: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f Ü.55' - Elke regel meer«0.10 Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0 35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames 1 0.25 per regel Groote letters en randen naar plaatsruimte. „Bovendien kwam mijn man door den dood zijns broeders in een pijnlij ken toestand. Er zijn hem dingen be kend, die misschien een licht op de zaak konden werpen, en mijn man kan er toch niet toe besluiten daar over te spreken. Daar hij geene stof felijke bewijzen bezit, zou hij zich misschien vergissen „Dat zou dan wel blijken 1 „Ja. Maar het is een zeer teedere zaak en kan onmetelijk zware gevol gen hebben. Ge begrijpt, dat dit alles hem opwindt.” De heer Gudling knikte en nam eene gemakkelijke houding in zijn leuningstoel aan. „Zeker. Daar schiet me juist een zeer interessant geval te binnen, dat ik jaren geleden in Frankrijk volgde. Ook daar werd eene alleen wonende vrouw vermoord en tegelijkertijd een heer, die met haar schijnbaar in gee- nerlei betrekking stond. Uit het onder zoek bleek echter, dat hij voor jaren op het punt had gestaan, met die vrouw een huwelijk te sluiten, en slechts door intriges van haar geschei den was. Ze had nooit opgehouden hem te beminnen, en toen zij op late- ren leeftijd weer in nadere betrekking tot hem wilde komen, sloeg haar man beiden bij een samenkomst dood, uit wraak, of omdat ze op het punt 41) „Ik meng mij niet in eens ander mans zaken, voor men mij vraagt,” zeide hij kort af en ging in huis. i „Pardon,” stotterde mijhheer Gund ling verlegen zich tot de gravin wen dend, „ik wilde niet onbescheiden zijn maar, omdat het gesprek er juist op kwamik heb vroeger veel be lang gesteld in crühineele zaken, en vergat nu geheel, dat gij zelf in de zaak betrokken zijtik smeek u duizendmaal om vergeving.” „Daar valt niets te vergeven, waar de heer Gundling,” zei de gravin glim lachend, „we weten immers, dat het niet kwaad gemeend was. Mijn arme man is tegenwoordig zoo zenuwachtig. Hij windt zich altijd op als er van de zaak spraak is en ’t was toch ook zijn broeder, en al zyn ze in den loop der jaren elkander vyandig geworden, waarvan hoofdzakelijk mijne zwagerin de schuld is, heeft de dood van De meter hem toch diep getroffen." „Zeker, zeker, dat is maar al te be grijpelijk I” vX' u ben ’t is natuurlijk onzin, maar de werkvrouw van mevrouw Walker, eene zekere Brandeis, hoeft hem van morgen, nadat men haar eene photo graphic had getoond, herkend als den man, die haar dien avond geld gaf.,.. Daaruit bosluit men.... begrijpt go nu, dat hij vluchten moet?” De majoor keek het meisje schrikt en verwonderd aan. „Neen. Ik begrijp er geen woord van Do verdenking is zoo onzinnig, dat men er om zou kunnen lachen. Hoe kan die vrouw mijn zoon daar gezien hebben, daar hij noch dien dag noch op oen andoren dag in die streek kan geweest zijn 1” Een vlammend rood verbreidde zich over het schoone gezicht van Rita van Sydow. Haar blik richtte zich mot een warme schittering als T>m hulp imeekend op mevrouw van Grauon- stein, wier hand zo onwillekeurig greep. Daarna sprak ze langzaam: „Ja wel - hij was daar en dat kan zijn verderf zijn. Wij beminnen elkaar sedert tangen tyd vergeef mij, dat ik de oorzaak ben, welke u thans leed berokkent, ofschoon het mijn verlangen was, u gelukkig te maken. GRUME COURANT. stond, haar vroegeron minnaar haar vermogen te geven, wijl hij in nood washeel juist weet ik het niet meer De gravin had aandachtig geluisterd. „Een interessant geval,” zei ze nu bedaard en beleefd. Daarna stond ze op en glimlachte. „Ik wil Hendrik roepen. Misschien speelt ge nog een partij met hom en vindt hij daarbij zijn kalmte terug.” Een weinig verbluft keek de geleer de haar na. Voor zij evenwel het huis bereikt »had, trad do majoor naar buiten en op hetzelfde oogenblik hield voor de poort een wagen stil, waaruit oen elegante jonge dame stapte. Ze naderde snel de tuindeur, opende dozo en trad bin nen. Na een korten, snellen blik op den majoor en zijne vrouw trad ze op de laatste toe en zeide een buiging ma kend „Mijn naam is Rita van Sydow heb ik de eer, mevrouw de gravin van Grauenstein te sproken?” Gravin Sibylle keek haar vol ver bazing aan en knikte. „De nicht mijner zwagerin wat leidt u tot ons?” zeide ze, nogaltyd verwonderd. Ze kende Rita alleen bij naam. en vermoedde evenmin als haar ipan, in welke betrekking Walter tot PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post1 50 Met Geïllustreerd Zondagsblad „1.50 Idem franco per post1.90 Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren Rita stond. De jonge dame was zeer opgewonden. „Vergeef me mijne schijnbare vrij postigheid,” zei ze haastig. „Walter zal u later alles verklaren is hij thuis „Mijn zoon is do stad ingegaan en zal wel niet voor het souper terug komen,” antwoordde de majoor ver baasd. „Mag ik vragen, wat ge van hem verlangt Misschien kan ik „Niet thuis O, mijn God” sta melde Rita bleek wordend. „Wat nu gedaan „Wil ge niet binnenkomen, gravin vroeg mevrouw van Grauenstein. „Neen neen, ik mag me niet op houden mijne afwezigheid zou wellicht opvallen. Weet ge dan niet, waar Walter is Ik moet hem spreken Herbert zocht hem in ’t café denkt ge, dat hij daar is „’t Is mogelijk... Maar hij wilde nog een bezoek afleggen.” „Mijn Goden over een uur kan het te laat zijn I" De gravin verbleekte. „Te laat Wat moet dat beteekenen Waarvoor te laat „Voor de vlucht stiet Rita van Sy dow als in doodangst uit. „O.... ge weet nog niets. Men wil Walter arres- teeren,... men verdenkt hem zijn oom en mevrouw Walker vermoord te heb- SSasFekAKÓAI

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 1