ihuis IN O, M W MERK te letten. I IAMIV0 J. Kenschetsend. istraat lijs. WELKOM, ■en, dekens, k meubelen risia* 50e Jaargang. No. 11575. 3 Juni 1911. en t i FEIILLEIOX DE MAN IN’T GRUS. ZDufhu. 1 V T er’s elmagazijn, Telef. 2G8. I *4* Eerste Blad. /eevoeders. LY ZONEN. m Zaterdag Verschijnt dagelij ks Trijs van h ETTrBTnrNÏMTËlcrT Telefoon Interc. 82. izin ontbreken 4L” u in den lijd aan ITieviws- ezrx voox OctclcLsl ezx behalve Zon- en Feestdagen. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82. 'i f I n 4 tn t. j tlHSh, A Wegens het Pinksterfeest verschijnt de „GOUDSCHE COURANT” Maandag niet. Kanaries .3, en */i Wter iverseelvoer) 13 en kilo endermeel voederkosten 40 en 5 kilo BIJL,' BAART Lz. Dit Nummer bestaat uit twee bladen. nerk ITIGE r, .potprg,, met tien jaar inde op billijke UK VAN IEEËN worden in verzegelde n vijf, twee en n een Ned. ons Iding van Nom- js, voorben van id Merk, vol at gedeponeerd. de uitvoering de orders aan- ■l>- o. 7 ermeihode. teder fa or ie k SIA Enkhuizen. ar bij HH. Wndstraat. Veers tal. Per kwartaalf 1.25 Idem franco per post1 ®0 Met Geïllustreerd Zondagsblad - „1-50 Idem franco per post 1.90 Abonnementen worden dagelijks aangenomen,aan ons Bureau: Lange Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren Tweede Kamer gereed, en dat in 'een tijd, waarin het vraagstuk van de voorziening van den ouden dag nu bijna 16 jaar aanhangig is, waarin in een naburig land Ziekte- en Werkloosheidverzekering op een voudige wijze worden geregeld, nadat de ouden van dagen met Staatspen sioen ,zijn geholpen, dan moet zijn antwoord luidenIk had toen de Stee li h o u w e,r s w e 11 t En die stilstand op wetgevend gebied móeten wij beleven onder een ministerie, dat eene meerderheid heeft van 18 stemmen in de Tweede-, en van 14 in de Eerste Kamerhet is of we in plaats van onder het ininistorie-Herm'kerk Jr. weer onder het ministerie-Heemskerk Senior leven, toen de Tweede Kamer op het doode punt stond. Vergelijk nu daarmee ééns de praestatie van de liberale kabinetten na de Grondwetsherziening van 1887. Het misterie-Tak kwam reeds in het begin van zijn derde jaar aan zijne hoofdtaak toede regeling van het kiesrecht, na ona belastingstelsel door de invoering van de Ver mogens- en Bedrijfsbelasting en door afschaffing van Patentbelasting en verlaging van eenige' accijnzen, be langrijk in democratischer! zin te hebben gewijzigdhet ministerie-Van Houten, dat een kabinet ad hoc was, kwam ir^ het begin van zijn derde jaar met zijne taak gereed, na tevens een ingrijpende wijziging van de wet op de Personeele belasting tot stand te hebben gebracht. En het kabinet- PiersonBorgesius had, toen het in zijn vierde jaar trad, de plaatsver vanging in het leger afgeschaft, de Leerplichtwet en de Ongevallenwet gegeven, om op het eind van dat zelfde vierde jaar de Woningwet en de Gezondheidswet daaraan toe te voegen. Zeker een staat van dienst, die vertoond mag worden, al zijn er die beweren, dat het eerste en eenige ministerie van sociale her vorming nog lang niet’ genoeg ge daan heeft. En het kabinet-De Meester was reeds in zijn tweede jaar gereed met de Ouderdomsverzekering, de Ziekte verzekering en de belastingvoor- stellen, die de gelden zoudbti geven waaruit deze verzekeringen zouden worden betaald en iget hare taak om den - gewonen wetgever in zake kiesrecht vrjj te maken van de balbden die de'Grondwet hem aan doet, terwijl in het eerste jaar van het optreden van' dit kabinet het Arbeidscontract tot stand kwam. De Kamer is 16 Mei 1.1. bijeen gekomen, om, na eene week' af- deelingsonderzoek, hare openbare werkzaamheid te hervatten. Gesteld, dat er een politicus was, die, van hetgeen er zoo in den laatsten tijd omgegaan is, door bijzonde omstan digheden, eene reis om de wereld bijvoorbeeld, geene kennis had ge kregen, en dat men hem de vraag stelde, wat naar zijne meaning in die vergadering aan de orde zou komen, dan zou hij antwoordenDe hoofdontwerpen, die het tegenwoor dige kabinet bij zijn optreden aan de natie heeft beloofd. Dit antwoord zou op zeer goede gronden berusten. Die het gaf, zou toch rekening houden met het feit, dat het tegen woordige ministerie zijn vierde jaar is ingetreden, dat het beschikt over eene meerderheid ih beide Kamers der Sfaten-Generaal, zooals onze parlementaire geschiedenis er tot nogtoe geene had aan te wijzen twee omstandigheden, die alle recht geven tot den eisch, dat het ministerie aan zijne hoofdtaak zal zijn toege komen. Wat eene ontgoocheling zou onze genoemde politicus ondergaan, als hij de agenda van 16 Mei en volgende dagen had ingezien. Er is daarop - toch geen enkel groot wetsontwerp geplaatstde heele agenda is vol van wat men in Kamerstijl klein goed pleegt te noemenhet zijn wetsontwerpjes, die, hoe nuttig ook, van weinig belang zijn in vergelijking met de urgente vraagstukkenvan onzen 47) Verschrikt schreeuwden allen ver ward dooreen. Jean en Albert namen de oude vrouw op en legden ze op haar bed. De dienstmeiden haalden water,de tuinier rukte het venster open en Rika trachtte jammerend de klee- rén der bewustelooze los te maken. Aan de geheimzinnige schoone rent meesters vrouw dacht niemand meer. Het was den volgende morgen. De dienstboden in het slot hadden volop werk, om het huis in orde te brengen voor den terugkeer der gravin. Overal werd gepoetst en geschuurd, Rika liep in de keuken rond en koo’kte en braadde, dat haar het zweet op het voorhoofd parelde. Ze hadden allen een grooten eerbied voor hunne ge biedster en deden al het mogelijke, om zich bij haar thuiskomst van hare tevredenheid te verzekeren. Alleen Albert slenterde op zijn ge mak door de gangen, als ging hem de drukte in ’t geheel niet aan. Nu stond hij in de geopende keu kendeur met de handen in de broek- litssehool, Ten ds Gooische Tien”. en Woningtoe- at, 2 uur. Ver- uderstandscom- eorg. j geregeld tijdig ontvangen van m, vermakeljjk- dan in onze ukkerij )ON. Gouda. tijd, die om oplossing schreeuwen het zijn conclusion van Commissies van Inlichting, die ter goedkeuring worden aangebodenhet zijn moties, die de Kamer nu kan behandelen, omdat er zoo bitter weinig te doen is. Onder het Kuyper-bewïnd had de anti-revolutionaire pers het altijd druk over den molenaar-Kuyper, die zooveel legislatief koren aandroeg, dat de Kamer geen tijd en kracht vond oni het spoedig genoeg te vermalenmolenaar-Heemskerk heeft niets geen baast en ziet met groote gelatenheid den stilstand van den molen aan, ook al omdat hij uit bittere ervaring geleerd heeft, dat iedere zak graan, die hij ter ver maling aan zijne helpers geeft, voor hen een voorwerp wordt* van groote en zeer onchristelijke ruzie. Het blijkt toch meer en meer, dat het heel wat gèmakkelijker is om uit den gemeenschappelijken wortel des ge- loofs gezamenlijk niet te malën, dan het werk flink aan te vatten. Het eenige ontwerpje, dat op deze onbeduidende agenda uitsteekt, is dat tot beveiliging van werklieden bij den steenhouwersarbeid. Simon Gor ter, geestiger nagedachtenisse, had ’t eens over eene schilderijtentoon- stelling van zoo mak kunstallooi, dat eene schilderij daarvan, waarop eene kat, die een hond aanblies, tusschen al dat makke in de proportie aannam van een volkenslag. Zoo zou men kunnen zeggen, dat op deze agenda dat Steenhouwerswetje, dat om zijne socialistische tendenzen wel eenige stof opjaagt tot de proportie» van eene Ongevallenwet uitgroeit. Waarlijk, het is kenschetsend voor de conservatieve signatuur van de coalitie. Wanneer men aan den christen democraat Talma ‘de vraag stelt: Wat hadt gij, die heet te blaken van liefde voor de sociale hervorming, op 16 Mei 1911, d.i. 3 jaar en 2 maanden na uw optreden als minister, ter openbare behandeling voor de Welk een verschil met het tegen woordige kabinet. En nu moet men niet denken, dat het ons te doen zou zijn. om hieruit te-demonstreren, dat dit ministerie uit minderwaardige elementen zou bestawin. Al is Talm» enorm tegengevallen .en zijne sociale hervorming ééne voortgezette mis lukking, dit ministerie kan gerust de vergelijking met de door ons ge noemde kabinetten doorstaan.' Heems kerkde Marees v. Swinderen, de beide Regouts, Colun, zijn zeker allereerste krachten; Wentholt mort een be kwaam zee-oMicier zijn,' al heeft hij zich te voel op dat onderdeel van zijn vak, dat „laveeren” heet, toe gelegd, en Kolkman en De Waal Malefijt doen hun bost. Daar zit het hem niet in, dat er niets tot stand komt. Het zit hem daarin; dat de coalitie, gesteund door alle conservatieve elementen in den lande, niet democratisch kan regeeren, of ze zou ten doode gedoemd zijn. Wat wij daarvan gezien hebben bij Kolkman’s successiewetje is, dunkt ons, overtuigend. Nu is het wel waar, dat minister Talma het ’aan de conservatieve elementen in de coalitie al bijzonder gemakkelijk maakt; dat hij ze zóó goede gronden geeft om tegen zijne sociale wetgeving te zijn, dat de vraag, of ze voor of tegen «optie hervormingen in het algemeen „Och, iéts van geen beteokenw. Han na die buiten het slot, waarvan zo elk vertrekje en gangetje kent, niet meer alleen durft gaan, verzocht me op een avond haar naar dp woning van mevrouw Walker te leiden, en daar .ik op dat «ogenblik niets te doen had, deoA ik haar natuurlijk dat ge noegen.” „Gij zijt dus zelf ook öens by die fröttW daar ginds geweest? Dat is zeer interessant „Neen, ik ben nooit bij haar in huis geweest, ik kende zo ook maar van' aanzien. Hanna liet Zich slechte tot bij het huis brengen en verzocht mij daar na, haar over een half upr weer te komen halen. Tk kwam daar echter niet toe en daarvan was de gravin de schuld.” „Hoe zoo?” „Ik was nauwelijks een paar schre den van hot huis verwijderd, nadat ik Hanna had verlaten, toen me op eens de gravin tegenkwam.” „Hoe ging de gravin -naar me vrouw Walter Ik dacht, dat het voet pad daar nergens anders heen leidde en nooit werd gebruikt?” „Neen. De gravin wilde ook niet naar de weduwe gaan, die ze immers in ’t geheel niet kende,maar be zocht vaak het kindje van vrouw Stojan, dat ziek was, en waarschjjnlqk had ze daarom dezen weg genomen. Kort on goed, loon ze mij in ’toog kroeg, werd ze vuurrood van toorn en vroeg me “met oen snauw, wat ik hier te maken had. Ik zei natuurlijk de waarheid, maar toen werd ze nog toorniger, schold op Hanna, die bij vreemde taensohen ging babbelen, «n verbood mijv ten strengste, mij nog ooit hier te laten zien, als ik niet onmiddellijk wilde weggejaagd wor den.” „Een zonderlinge falen van ontelagV „Ni?t waar? Maar ik zweer het u, Albert. Ze keek mo daarbij mot zul kw» fonkelend^ wilde oogen aan, dat ik per in do hol dan naar het huis van de weduwe Walker zou gegaan zijn.” „Hoe kwam Hanna later naar hui» „De gravin bracht haar zelf een half uur later moe. Ze scheen bitter geschreid te hebben, het arme oudje I En »edert djen tijd kan de gravin haar niet ihccr uitstaan.” „Wanneer was dat dan „O, ’t is nog niet lang geleden. Mtoschien ardit dagen vóór den dood van mevroftw Walker.” Albert keek «enige «ogenblikken peinzend in de lucht. Daarpa zette hij weer zijgewoon vroolijk gezicht en lachte. „Hoor eens. juffrouw Rika, ik had gedacht, dat ge moediger wa^rt. Zich zakken en een spottenden glimlach om den mond. „Wel, juffronw Rika, wat sloof je je vandaag afkomt de stadhouder misschien hier?” Och wat stadhouder! Mevrouw de gravin komt en dat is veel meer Óm „twaalf uur kan ze hier zijn al hare geliefkoosde spijzen heb ik op het menu gezet, dan zal ze me wel niet boos aankijken.” „Bèn je dan zoo bang voor haar? Ik heb haar wel is waar maar een dag lang gezien, maar ze schijnt toch niet zoo verschrikkelijk te zijn?” Rika,, die juist een snoek schoon gemaakt had en hem nu verder be reidde, staakte haar werk en deed een kort gefluit hooren. „O hemel, lieve mijnheerAlbert, als ge maar eens wist, wat voor oogen de gravin kan opzetten! Van mijn leven heb ik voor geen levend mensch gebeefd, maar die heeft me doen huiveren; toen ze op zekeren keer kwaad was. Dien blik vergeet ik niet, zoolang ik leef „Hadt ge dan iets ergs uitgevoerd, dat de gravin zoo boos werd üitgevoerd Niet bet minste Eigenlijk kan ik het n,u nog niet be grijpen, waarom ze toen zoo woedend werd „Wat was het dan?” •E COLOGNE, Dom zuKöln,. afdpnnper1/, fl. Ml Zakflacons tKG, Coiffeur, 31. ikjes Shampeo- GIHIIMIIE COURANT. PRIJS* DER AD VERTEN Tl ÉN Van 1—5 gewone regel» mei bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer 010 By drie lehtereenv'olgende plaatsingen górden deze togen tNvre l>ort‘kend. Dienstaanbiedingen pv*r fikateing Mn 1 5 negels f0 35 bij vooruil- betaling, elke regel meer 6 els. Reclames t 0.25 per regel Groote letters en randen naar plaatsruimte. s zijn, niet gesteld wordt. Maar gesteld eens, dat het andersom ware. Dat we het geluk hadden gehad in Talma den Nederlandüchen Lloyd George te vinden, die zijne wet op de Ziekte en Werkloosheidverzekering in het Englts‘ h>‘ parlement toelichtte onder hel gejuich a an politiekén mede stander en tegenstander (Ministerial en Opposition Cheers, noemt de „Times” het), meent men dan inder daad, dat de coalitie hem zon steunen Men weet dat beter en de minister zelf in ^le eerste plaatsal wat democratisch is, is voor hem ver- boden terrein en wat er goed» is in de laatste, wijziging'der Arbeidswet, is* den minister door de democra tische elementen in dé coalitie afge dwongen hij zelf had deemoedig het hoofd gebogen’ vöor de Twentsche fabrikanten. Trouwens, dat de coalitie onmach tig is tot sociale hervorming, heeft ook het ministerie.-Kuiper zonneklaar bewezen. Dat die onmacht toen echter nirt zoo direct naar buiten kwam, heeft hem daaraan gelegen, dat er heel veel tijd uoodig is geweest voor da onderwijswetten, en zoo' hoeft ook het bedwingen der „mis dadige weiding” de aandacht daarvan afgeleid. Toch herinnert men zich, dat van de vervulling van de hoofd- belofte op sociaftl gebied onder het ministerie-Kuypor nieta” is gekomen. Er was beloofd een inialiditoits- en ouderdomspensioen, te betalen uit verhooging van invoerrechten. Het eerste heeft het niet verder gebracht dan een ontwerp, dat dé Kamer bereikte, toen ze weldra zou uitéén gaan het tweede heeft, al werd het ook vroeger ingediend, de open bare behandeling niet kunnen halen. Als de coalitie dan ook, niettegen staande haar tweede échec op sociaal hervonningsgehied, even sterk staa| ah vroeger (Wen late zich toch niet misleiden door de op gezette tijden terugkeerende twisten tusschen dé zoo onder do plak te laten brengen. Dat moest.men mot mij niet probeenm I” t „Ho ho ah ge eerst maar eau* vyftion jwr in dit hui» woontIk zou den man wol een,s willon zien,, die zfeh door de' gravity niet onder do plak liet brengen.” Albert kwam wat korter bij Rika «taan. „En de graaf? Zat die «ok jboik ond$r d« ppnteftel.^ Men zegt teen, dal hun huwelijk zeer gelukkig'•gb- woobI is.” Rika haalde de schouder» op. s „Gelukkig? Hm Denkt dat hij ooit zyn tanden durfde laten zion Ik weet wol niet, hoe- het ouder de voorname lui ghat maar ze bebbetk zoo maar naast elkander voort- gêleefd en in 't bijzijn dor bedienden was het altijd wol „lieve Demeter” en „lieve Rétiate’’, maar ander»? Dit weet ik, al» ik óóit trouw, moet he^ ander» gaan Albert- lachte. „Ja, dat geloof ik wolf-— Jean «ml wel niet onder do panteffelte krijgen zijn „Dat zpu ik ook niet willen I” Rika wierp* ceut blij op de klok. „Hamel* «die goedneid, al half elf doo m<* pet plezier, Albert, me fl'u alleen t» laten, anders kom ik niet klaar (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 1