LM LE. Alter Gracht 269* IAG, iTEWAAR- gen meskleeding of gedeelten No. 11583. 50e Jaargang. Woensdag 14 Juni 1011. LANDWEER. Sixïtezs’laxid.. Buitenlandse^ Nieuws. FEUILLETON DE MAN IN ’T GRIJS. rxD-A.. iin's Inkt ik de BESTE SCHADELIJK HOLLAND. [AU’S 4 5TE. MHEtt. id. E. ALTER acht 269‘, A AG. iwing! rKlVAORUP- vuldig wordt na praten van andere lan te brengen, roode doozen, Nanning, doch WïeiAWS- ezx voox G-o-vxcLeu eza. OxxxstxeHazezx. Versch.ynt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen. Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82. i de stad aan huis ver noemd, BROUWER. doe je bood- voldoening. (Wordt vervolgd). tan Zn., Gouda. ^WATWVWL KMBMRS. steeds NNB nadruppels w it f 0,75. K0CK8TEIN.” Meteen toornige verwensching from melde hij het telegram ineen. P. DE MINK Telefoon jrgoed. LJf en ADRES-. nwUaMI v. fl.MWu. s N DANTZIG, Markt 43. HOOGEN. ABSHOVEN. 1F.ST. h aflevering. f 1.25 1 50 1.50 1.90 inomen aan ons BureauLanoe .ekhandel en de Postkantoren st woord Kina- onze fabriek af- Spanj». De Heraldo maakt melding van een opziendbarend voorVal in het parle ment, nadat de zitting reeds gesloten was. Nadat do afgevaardigde Cabrera een gematigde redevoering had gehouden ten gunste van een ontwerp op de naanuooze vennootschappen, drongen Karlisten en reactionnairen plotseling op hem en zijn liberale partygenooten aan. Er ontstond een hevige vecht partij, die nadat de politie tusschen- beide gekomen was, op straat werd voortgezet. Indien het Parlement thans niet Dus weer niets1 Daarna stelde hij het volgende ant woord op „Onmiddellijk naar Napels. Verdere berichten dringend verlangd, Stads woning. HEMPEL. „Kata.” Het ruige hoofd der Kroate ver scheen in de deuropening. „Qospodar I” Dit telegram brengt ge onmiddellijk naar het naaste telegraafkantoor. Ik verlaat de woning binnen een half uur. Hier hebt ge nog een briefje, dat voor u bestemd is. Lees het me voor Kota spelde met een weinig moeite de volgende woorden „Den heer Albert Muller, tuinknecht op het slot Grauenstein, Grunau bij Wildon.” „Goed. Ge kent Max Birnstigl, die reeds dikwijls boodschappen voor me deed?” „Ja de jongen van de groenten vrouw aan de overzij.” „Nu, let goed op 1 Zoodra er een telegram of een brief voor mij komt telt ge tot vijf. Bij vjjf moet ge reeds aan den overzij by den winkel van vrouw Birnstigl staan en Max het telegram en dit briefje geven. Het overige bespreek ik met den jongen zelf. Heb je me begrepen, Kata ?’r der Goudsche preking van de en voor de Int. larmonie” Markt, onie, 8 u., alge- ing Onderlinge 5 Mij. „Gouda”. Bouw- en Wo- de Spieringstraat uur vergadering van Armenzorg, rij geregeld tijdig ontvangen van se dan in onze 601IMIIE COURANT. PRIJS VAN HET ABONNEMENT: Per kwartaal Idem franco per post Met Geïllustreerd Zondagsblad Idem franco per post Abonnementen worden dagelijks aangen< Tikndeweg 64, bij onze Agenten, den Boel 55) Hij wachtte ©en half uur, maar toen ze niet kwam, ging hij heen zeggende, dat hij na den middag zou terugkop men, en deed intusschen de boodschap pen, die Lenke hem had opgedragen. Na gegeten te hebben ging hij naar zijne eigene woning, liet zich een bad gereed maken en voorzag zich van schoon linnengoed alsmede van eenige kleinigheden, die hij meenamen wilde naar Grauenegg. „Zijn er brieven voor mij gekomen?” vroeg hij zijne huishoudster Kata, een© knorrige oude Kroate, wier geheime toorn door niets zoo zeer werd opge wekt dan wanneer haar heer, zooals juist nu, voor dagen of weken zy'ne woning verliet,om elders eene zaak te gaan nasporen. Ze had hem dan ook zoo onvrien delijk mogelijk ontvangen, daarmee echter niets bereikt dan dat Silas haar bejegende met spottend-ironische be- leefdheid, die haar toorn in woede veranderde. Toen hij nu naar brieven vroeg, BURGEMEESTER en WETHOU DERS van GOUDA maken bij deze bekend, dat de in het verlofgangers-, register dezer Gemeente ingeschreven verlofgangers der Landweer, die in den loop van het jaar 1911 aanspraak kunnen doen gelden op ontslag uit den dienst bij de Landweer, op grond van het laatste lid van artikel 31 der Landweerwet verplicht zijn, de hun van Rijkswege verstrekte wapenen, voorwerpen van ledergoed, kleeding en uitrustingstukken, reglementen eq dienstvoorschriften, in te leveren te Gouda, in de Kazerne, op Dinsdag, maduou, -wwimu uvooncm uo- den lln Juli 1911handeld, nadat tot zijne afvoering als de Landweerinfanteristen, wier ge- J J slachtsnamen aanvangen met de letters A tot en met D, des voormiddags ten 9.30 ure; als voren met de letters E tot en H, des voormiddags ten 10.30 ure als voren met de letters I tot en met Z, des voormiddags ten 11.30 ure; de Landweervestingartillerie, Genie troepen, Pontonniers en Hospitaalsol daten, des namiddags ten 2 ure. Daar de verlofgangers moeten in leveren alle voorwerpen, welk© zij hetzij bij hun vroeger korps hetzij bij de Landweer hebben ontvangen, kun nen zy bij de inlevering verschijnen in burgerkïeeding. De aandacht wordt gevestigd op de volgende wetsbepalingen dat een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbij zijndq huis van bewaring, door den Landi wéerdistrictscommandant kan worden opgelegd aan den verlofganger: 1°. die zonder geldige reden de hier- voren genoemde voorwerpen niet in levert 2°. wiens wapenen, ledergoed, klee ding- of uitrustingstukken, reglemen ten of dienstvoorschriften, na inleve ring niet in voldoenden staat worden bevonden 3°. die wapenen, ledergoedkleeding- of uitrustingstukken, reglementen of dienstvoorschriften, aan een ander behoorende, als de zijne inlevert; dat onverminderd de hiervoren ge noemde straf yan twee tot Zes dagen arrest, de verlofganger, bedoeld onder Inlevering v. deserteur door den Minister van Oorlog de last is verstrekt. Nog wordt den verlofgangers uit drukkelijk herinnerd, dat het niet ont vangen eener hoofdelijke kennisgeving hen niet ontheft van de verplichting tot inlevering van de hiervoren be doelde voorwerpen, maar dat deze openbare kennisgeving eenig en alleen als bewijs strekt, dat de verlofganger behoorlijk met de op hem rustende verplichting is in kennis gesteld. Indien de verlofganger wegens ziekte verblijf buitenlands of andere geldige redenen verhinderd is persoonlijk de wapenen, het ledergoed, de kleeding- en uitrustingstukken en de reglemen ten en dienstvoorschriften in te leveren dan is hij, of zijn, bij onmacht zijner zijds, zijne naastbestaanden gehouden, er voor te zorgen, dat de inlevering door een ander geschiedt. Van de geldigheid der redenen van verhinde- ring moet blijken uit een bewijs, dat bij den Burgemeester aangevraagd en door dezen afgegeven of zoo noodig gelegaliseerd wordt. Dit bewijs moet bij de inlevering worden overgelegd door den persoon, die namens den verlofganger tot de inlevering ver schenen is. Indien de verlofganger zich tot het inleveren van zijne wapenen, leder goed, kleeding-’ en uitrustingstukken en zijne reglementen en dienstvoor schriften buitenjzijne woonplaats moet begeven, geniet hij, als de afstand van de woonplaats tot de plaats van inlevering meer danf"tienf* K.M. be draagt, vrij vervoer naar laatstge- In het Turksche parlement is in den laatsten tijd reeds tweemaal de Joodsch Kolonisatie besproken. De afgevaardigde van Jeruzaleni Ruhi el Hadidi noemde de Joodsche nederzettingen een gevaar voor den Turkschen staat, „omdat ze streven naar algeheele onafhankelijkheid.” Hij drong er verder bij de regeering op aan, daarbij gesteund door den afge vaardigde van Damaskus, Sohukri, om maatregelen tegen dit „tweede Kreta” te nemen. Twee andere afgevaardigden, een Armenische en een Bulgaarsche ver dedigden echter de kolonies en noem den de schrikbeelden van beide afge vaardigden, voortbrengselen eener overpnkkelende fantasie. Het was be lachelijk, zeiden zij, om waar het Turksche ryk over een millioen sol daten beschikken kan, zich bang te maken over een handje vol Joden en d©, kolonies, die zooqJs door de afge vaardigden erkend werd voor Palestina van groote beteekenis waren, te be moeilijken. Deze kolonisatie van Joden in Pa lestina dateert reeds van ongeveer 40 jaar geleden. Ongeveer gelijktijdig hebben zich daar ook Duitsche kolo nisten uit Wurtemburg gevestigd. In 1870 werd te Jaffa een land bouwschool opgericht en eenige jaren later stichtten Russische en Roemeen- sche Joden kolonies. Het aantal neder zettingen heeft zich van dien tijd af, aanzienlijk vermeerderd, niet in het minst door den grooten geldelyken steun door baron Rotschild gegeven. Op het oogenblik zijn er in Pales tina van 30 tot 40 nederzettingen, bewoond door ongeveer 8000 men- schen. Zij beslaan een oppervlakte van omstreeks 30.000 H.A. Oorspronkelijk hielden de kolonisten zich bezig met wijnbouw. Baron Rothschild liet daarvoor ontzaggelijke wijnkelders aanleggen. Later werd de wijnafeet minder en hebben de kolo nisten zich met succes toegelegd op 1°. en 2°., gehouden is aan de ver- noemde plaats plichting tot het inleveren, hetzij in hun geheel, hetzij voor het aangewezen RijksffOedftren. deel, van de hiervoren genoemde voor- J wefpen te voldoen op den tijd en de plaats, daarvoor nader te bepalen. De verlofganger, die bij herhaling wapenen, ledergoed, kleeding- of uit rustingstukken, reglementen of dienst voorschriften, aan een ander behoo rende, als de zijne inleve^t, wordt in werkelijken dienst geroepen, en daarin gedurende ten hoogste drie maanden gehouden. De duur van dezen dienst wordt door den Minister van Oorlog bepaald, die tevens het korps van het leger aanwijst, waarbij do werkelijke dienst moet worden vervuld. De verlofganger, die niet voldoet aan eene oproeping voor den werke lijken dienst,’wordt als deserteur be- heid von Albert Müller. In het voorbijgaan riep hij Max, den jongen van vrouw Birnstigl, ging 'inet hem een inrijpoort in en fluisterde eenigen tijd met hem, wsaarbij de jon gen nu en dan met de oogen knipte en beloofde, alles zonder fout te doen, zooals men het hem had gelast. Nu begaf Hompel zich naar de wo ning van den majoraatsvrouw in de Ijambardstraat. Ditmaal was ze thuis, herkende echter den levenslustigen jongeling, die zich aan haar voorstel de, in het eerst niet en wilde het haast niet gelooven, dat hij dezelfde was als de heer Theobald Gundling en do beroemde detective Hompel. Eindelijk toch liet ze zich overtui gen en ging met haar bezoeker naar de eerste verdieping, waar men geheel veilig was voor de mogelijke nieuws gierigheid van vrouw Berner. Het onderhoud duurde ruim twee uren en werd Zeer levendig, doch op zachton toon gevoerd. Toen Silas eindelijk na eeri blik op zijn horloge geworpen te hebben, ver schrikt opsprong en haastig afscheid nam, want het was hoog tijd, als hij den avondtrein nog wilde halen, lag op zijn gezicht eene uitdrukking van wierp ze een verzegeld schrijven op de tafel en een telegram vloog dit achterna. „Ik dank u, gezijt zeer vriendelijk, Kata. Ik prijs me altyd gelukkig iemand van zoo goede manieren bij mij te hebben. Wanneer is het tele gram gekomen?” „Een half uur geleden.” „Waarom hebt ge het me niet on middellijk gegeven?” „Gospodar was in ’t bad." „Dat is ook zoo. Ik dank u.” Hem pel opende eerst het schryven. Kata wierp hem een giftigen blik toe en verdween. Het schrijven bevatte het door hem gevraagde ontslag uit den dienst der ustitie. Met een zucht van verlichting egde Hempel den brief ter zijde. Goddank, de ketting was verbroken, nu was het ||werkj^hem een dubbel genot Opmiddellijk daarop werd zijn blik donker. Hij had het telegram geopend. Het was van Kockstein en bevatte deze korte mededeeling. „Zoo even aangekomen. Onze man was niet meer in 't hospitaal. Wat moet ik doen Antwoord Hotel Bauer.” wordt verdaagd vreest men voor her haling van deze tooneelen. t Italië De diplomatieke vertegenwoordigers van eenige Staten waartoe in Italië werkende bultenlandsche levensverze keringmaatschappijen behooron, heb ben in vriendscliappelijken vorm d8n minister van Buitenlandscho Zaken het verlangen der maatschappijen over gebracht tot schadevergoeding ingeval de wet wordt aangenomen. De maat schappijen gronden haar aanspraak op het reit dat zij haar bedryf terstond zouden moeten staken hoewel zij voor on bepaalden tyd concessie verkregen. Tubetje. De Sultan is eergisteren te Uskub aangekomen. Hy zal daar drie dagen blyven en j daarna naar Pristina ver trekken. Vrydag zal hij op de reusachtige vlakte van Kossovo het „Selamlix” houden in tegenwoordigheid van veer tigduizend geloovigen. Daarna zal’hy naar Salonika terug koeren. Voor zyn vertrek gaf de BulUn 50.000 francs voor de scholen en voor eenige weldadigheidsinstellingen. Aan de afgevaardigden van Saloniki en andere Jpersonen'* schonk fde Sultan gouden horloges met kettingen als aandenken. Voor zijn vertrok zond hij nogmaals eenige afgevaardigden naar Abdoel Hamid om naar diens gezond heid te informeeren. 4 3 en terug. Gouda, den 14 Juni 1911. Burgemeester en Wethouders R. L. MARTENS. Secretaris, PRIJS DER AD VER TENTIÊN: Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer.0.10 By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0 35 bij vooruit betaling, elke regel meer 6 ets. Reclames 1 0.25 per regeï. Groote letters en randen naar plaatsruimte. den aanplant van oranjeappels, aman dels, olijven, graansoorten enz. In het vorige jaar bedroeg de opbrengst der oranjeappels meer dan een half mil lioen frank. De nijvere bevolkink heeft hare plan tages op een hoogte gebracht, waaraan het geheele land een voorbeeld kan nemen. Ingevoerd zijn de nieuwste landbouwmethodes en werktuigen, bosschon van eucalyptus zijn aange legd tot droogmaking van moerassige streken, uitstekende ziekenhuieen wer den opgericht, het onderwijs werd verbeterd, de arbeiders werkzaam op de kolonies zijn bijna overal tot wel stand gekomen. Dat de kolonisten volstrekt geen onafhankelijksplannon in den zin neb ben is nog al duidelijk, gezien het geringe aantal van hen zooals boven werd vermeid ongeveer 8000. De to tale Joodsche bevolking van Palestina bedraagt ongeveer 86.000 (waarby vooy de helft oude menschen, die (fm gods dienstige redenen naar dit Wd zijn getrokken). De kolonies staan onder de Turksche wet. Wel hebben zij verschillende zaken zelve geregeld, b.v. den postdiensten onderwerpen zy hun geschillen aan een eigen rechtspraak, maar de oor zaak daarvan is zeker wel te vin don in de Turksche treurige toe standen. De afgevaardigde van Jeruzalem moest dan ook erkennen, dat nergens zulke voorbeeldige orde heerschte dan juist in Palestina en dat het post wezen nergens zoo goed geregeld was. „Ja Gospodar I” „Kata, ’t is een gewichtige zaak, en ik weet, dat ik me op je verlaten kan ondanks je vriendelijkheid, niet waar?” Op het bruine gezicht van Kata verscheen een uitdrukking van vol doening. „Ik tel maar tot vier en de jongen heeft den brief,” zei ze met een be slistheid, die allen twijfel buitensloot. Hempel knikte goedkeurend. „Goed, Kata. Ik weet, wat ik aan je hebEn nu, ga en doe je bood schap goed Toen Kata het huis verliet, om zich naar het telegraafkantoor te be geven, straalde haar gezicht van vreug de. „Ik weet, wat ik aan je heb,” dat was voor het oudje, dat by al hare norschheid met de trouw van een hond aan haar heer hing, meer waard, dan duizend gulden. Het was vier uur, toen Silas Hem pel zyn huisdeur achter zich sloot. Hij had zyn snuifdoos met een meng sel, dat zijn eigen geheim was, op nieuw gevuld, zich geschoren en het van nature blonde haar zwart.gekleurd, zoodat het in zijne glimmende zwart heid aan schoensmeer deed denken. Zijne oogen schitterden va* een vroolijken glimlach en z^ne wangen blonken wéér met de jeugdige frisch-

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 1