SEL
AN ÏIIEE
TS,
a n <1 e I,
i:
De Ganzendokter.
Stok.
Nïsmws- eaa. voor O-ovucLeu
50e Jaargang.
No. 11610.
Eerste Blad.
>C’5
FEUILLETON.
ID-A—
I
tr. 222,
Uitloting van Geldleeningen,
ap«n
iren
YZft'FA.
De Rotterdamsche Hamer
van Koophandel en de
Tariefwet.
Verschijnt dagelijks
P^jjiFvaViiéT abossêmeNT
Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
Zaterdag 15 Juli 1011.
behalve Zon- en Feestdagen.
- PHUS'FETT»VERfENTi¥N:'
Telefoon Interc. 82.
s
v
Wif*
t
sprak
Zn., Gouda.
!IMK IcIHku.
aakbord,” 8 u.
ring Goudsche
1 Club „Olym-
Dit Nummer bestaat uit twee
bladen
De uitspraak van minister Kolk
man verschijnt in nog zonderlinger
IG,
meth, spreken
eschikbaar om
ön. Nadere in-
and adres.
VATERVRIJ.
ADWH
hup yam
4tate€!
HUL,
1AART Lz.
M’S INKT
de BESTE.
CHADELIJK
ILAN 0.
1
1
f.'oi’da
T IN
Heeren
Hoezeer minister Kolkman met
zijn Turiefwrt het voorgespiegelde
doel „bescherming der nationale
industrie zal voorbijschieten, toont
het besproken adres onwederlegbaar
aan, ten opzichte van onzen scheeps
bouw en verschillende andere fa
brieken.
BURGEMEESTER en WETHOU-
DERS van GOUDA maken bekend
dat bij loting ter aflossing op_30 .Sep
tember a.s. zijn aangewezen
1°. van de geldleening groot
f 140000.in 1900 aangegaan, de
obligation No. 9, 64, 95 en 103;
2°. van de geldleeninggroot
f 79000.in 1902 aangegaan, de
obligation No. 31, 41, 47, 54 en 63.
GOUDA, den 14 Juli 1911.
Burgemeester Wethouders voornoemd,
H. J. NEDERHORST, L. B.
De Secretaris,
BROUWER.
IN VAN
s.ir.
KEEN worden
in verzegelde
wj/, twee en
ceil Ned. one
ling van Nom-
j, voorzien van
11 Merk, vol-
t gedeponeerd,
de uitvoering
le orders aan-
nie” 8’/i nnr,
«ran de Kon.
)ud-Onderoffi-
ouda.
louw- enWo-
Spieringstraat
r vergadering
in Armenzorg.
geregeld tijdig
ontvangen van
i, vermakelijk-
dan in onze
gist, waar hij f 16,000 vau de stek-
visch denkt te halen. De invoer
wordt geM-hat op f 1.200.000 kilo
(de Kamer acht ook dit cijfer te
hoog), waarvan weer wordt dit-
gevoerd. Het invoerrecht zou dus
maar betaald worden over en de
bate slechts f 6000 bedragen I
Dergclijkc onjuistheden kómen
trouwens in het ontwerp herhaalde-
lijk voor.
Frik trok don neus in de hobgte.
„Hohö, zoo heel jped is hij niet,” zei
hij, .want als hij mij slaat, slaat hij
zeer hard.”
,Dpt kafi bést zijn maar zeg een»,
Frifsje, hoe weet je dat alles van
Ditha en haar millioen
Opnieuw lachte de kleine op saheim-
sche wijze. „Hoor ereis,” sprak hij
geheimzinnig, „als Papa en Mama
's avonds in de slaapkamer komen,
kijken zij eerst, of ik slaap en praten
dan met elkandermenigmaal houd
ik mij echter maar zoo en dan hoor
~lama
i on
ik houd
ook veel meer van tante Emma, jouw
Mama,’
Gustaaf achtte den tijd gekomen,
om aan de mededeelingen van het
kind een einde te maken „Ju wilt
dus je bouwsteenen hebben vroeg
hij, waarna hij den knaap hij de hand
nam en do kamer binnentrad. Bij het
binnentreden van beiden was Walde-
mar snel opgestaan, en toen nu Gas
taal op Edith toeliep on met haar
begon te praten, verliet hij onmiddel-
Tijk het vertrek. Onder de veranda
ontmoette hij zijn vader, die inist bin
nengekomen was en tot zich zalven
zei„Vond ik toch dien bengel, dien
Frits, maart”
In de bijlage, welke bij het Rot-
terdamsche adres is gevoegd, wor
den veracHnende tariefposten nader
bekeken.
Op gedroogde vhch stelt minister
Kolkman een recht voor van f 1,50
per 100 K.G. Nu is de gedroogde
visch, welke in ons land wordt inge
voerd, bijna uitsluitend stokvisch.
Een derde van dien invoer dient
voor verbruik, twee derde wordt, na
hier gebeukt en gcsjnieid te zijn1
weer uitgevoerd. Die bewerkingen
geschieden uitsluitend hier te Hinde
en juist daardoor wordt een groote
hoeveelheid stokvisch, voor andere
landen bestemd, via ons land ver
scheept. Ondanks de scherpe.coneur-
rentie van Noorwegen, is de handel
in stokvisch in. oils land kunnen
blijven bestaan.
Wordt het voorgemelde recht ge
handhaafd, dan zal de invoer waar
schijnlijk worden teruggebracht tot
do hoeveelheid, voor eigen gebruik
in ons land henoodigd, en een indus
trie, welke aan vele personen werk
verschaft, te gronde paan
Een zonderlinge manier om de
nationale industrie te beschermen I
Van verschillende kanten is er
reeds op gewezen, dat de opbrengst
van verschillende tariefposten zeer
onjuist is geschat.
De Rotterdamsche Kamer wijst er
op, dat de minister zich totaal ver-
Daarna ontmoette zijn blik zijn
oudsten zoon.
„Wel, wel, wat voer jij. daar nu al
leen weer uit beet hij hem toe.
„Uitblazen van het gesprek met
mijn nicht,” antwoordde Waldemar
gemelijk.
„Ei zoo, in plaats van
heid aan te grijpen, al» je
alleen bent...
„Zoo juist zijn Gustaaf en Frits
binnengekomen,” onderbrak Waldemar
zijn verontwaardigden vader, tot op
dat oogenblik heb ik het tgj haar uit
gehouden.”»
„Frits Als hij terugkomt, moet ik
hem onder vier oogen «preken. Maar
wat (s er met Ditha
„Lieve hemel, papa," zuchtte Wal
demar, „wat 1» dat voor een vrouw-
mensch I Men brengt do Noordpool eer
aan de kook dan haar tot liefdehandel
het is een bevroren schepsel I”
„Je verstaat de kunat niet, haar in
gloed te zetten,” antwoordde Kianhout
„maak je interessant."
„Een huichelaar is hij, die meer geeft
dan hij heeft," hernam Waldemar
schouderophalend. „Ik ben nu eenmaal
niet interessant, papa u mag er van
zoggen, wat n wil 1 Heb ik iets kun
nen en mogen meemaken
„Je hebt toch voel geleerd, impo
neer haar met je wetenschap', mop-
de gpiogön-
met haar
Het wijst met name <ip de bekende
„Maatschappij van llerkel’a patent",
die 300 werklieden in dienst heeft.
In 1002 bedroeg de totaal omzet
dezer bloeiende fabriek f 315.14H,
waarvan aan export f 256.000.
Reed» in 1902’10 was de ont
zet gestegen tot f 1.264.033, waar
van aan export f 1.205.630.
Ieder begrijpt, welk een inspanning
het gekost moet hebben, om in
enkele jaren zoo’n exportcijfer te
bereiken.
Op welke wijze zal nu het ont-
werp-Tariefwct de energie dezer
fabrikanten steunen De lezer neme
kennis van de navolgende beschou
wing der Rotterdamsche deskundigen
„Twee noodzakelijke onderdeden
dezer nijverheid wij noemen
lirkelmessen, kogellager», enz. u
die in on» land niet gefabriceerd
Worden, en die dus uit het buiten
land betrokken moeten worden voor
een bedrag van zeker f 120,000,
per jaftr, zullen met 12 pet. ad
valorem worden belast, een cijfer
dat juist groot genoeg is om de
mogelijkheid tot concurren
tie met het buitenland zeer
aanzienlijk te beperken. Zal
de onderneming zich handhaven op
haar tegenwoordig peil, dan zou zij
of haar machine» moeten laten tnon-
teeren ter plaatse van waar zij de
hierboven genoemde onderdeden
betrekt maar dat is ónmogelijk
om redenen van techntwhen aard,
nog daargelaten dat de messen aan
de fabriek nog een nadere bewer
king ondergaan of zij zou «Halen
moeten vestigln in die landen waar
heen tot dusver werd geëxporteerd.
Zou dit eenerzijd» moeten worden
toegejuicht al» bewijs van onder
nemingsgeest, aan den anderen kant
ia moeilijk te ontkennen dat zulks
gepaard zou moeten gaan met in
krimping van haar bedrjjf
hier ter stede, waardoor de
„nationale arbeid” zeker niet zou
worden bevorderd. Dit voorbeeld is
Er gaat geen dag voorbij, dat de
bladen geen melding maken van
adressen, door belanghebbenden tot
de Tweede kamer gericht, met hun
gemotiveerde verzoeken de Tariefwet
niet aan te nemen. Wanneer men
de adressen leest, door de Kamers
van Koophandel tot ons Parlement
gericht, zou men het haast verklaar
baar gaan vinden, dat minister Kolk
man die college’s niet om advies
heeft gevraagd. Zijne Excellentie is
blijkbaar van te voren overtuigd
geweest, dat het hem ónmogelijk zou
zijn de argumenten tier Kamers te
weerleggen. Vooral het uitstekend
gemotiveerde adres, dat door de
Rotterdamsche Kamer' van Koop
handel tot de Volksvertegenwoor;
diging gericht is, toont onwederleg-
baar aan, welk een ramp de aan
neming der voorgestelde Tariefwet
voor het heele land zou zijn. Minis
ter Kolkman spreekt in zijn Memorie
van Toelichting bij zijn Tariefont-
•werp de meening uit, dat handhaving
van den vrijhandel ..zulks vooral met
het oog op hetgeen in de laatste
halve eeuw in het buitenland heeft
plaats gehad, op den duur tot stil
stand, zoo niet tot achteruitgang
vait de Nederlandsche industrie moet
leiden”.
„Met bevreemding, en met groot
leedwezen nenim! wij van die meening
kennis,” zoo schrijft terecht de
Rotterdamsche Kamer. „Daaruit toch
spreekt een geringschatting van de
ontwikkeling onzer nijverheid, een
miskenning van den feitelijken toe
stand. Wij zouden ons die uitspraak
kunnen verklaren, indien zij gedaan
was onder den indruk van een
indiistrieele malaise, die betreurens-
waardige gevolgen had gehad voor
ons land; zij is one ten eenenmale
onverklaarbaar, nu wij ons mogen
verheugen in groote welvaart en
onmiskenbaar sterken vooruitgang
van de industrie in allerlei richting
„Welke aanleiding kan er zijn
om stilstand en zelfs achteruitgang
te verwachten, nu na een langdurige
vrijhandelsperiode landbouw, handel
en nijverheid, in weerwil van de hoogs
bescherming, die andere rijken hebben
verleend, tot grooten bloei zijn ge
komen 'l Wij hebben slechts het oog
te slaan op onze rijstpellerijen,
fabrieken van aardappelmeel, van
margarine, van gecondenseerde melk,
van kaarsen, van papier, van gist,
van olie, van ftessphen, op de, krach
tige textielnijverheid en het confectie
bedrijf, op het baggennateriaal, dat
naar verre oorden wordt ontboden,
op de ijzerindustrie, die fabrieken
in Indiê en Amerika van kostbare
installaties voorziet, op de sigaren
fabrieken, op den scheepsbouw vóór
de groote- en riviervaart, op den
uitvoer van bloembollen en tuin
producten. Waar is hier van achter
uitgang of stilstand te klageil?"
Op visch jn blikjes, enz., wordt
een recht van (25 jfer 100 kilo
voorgesteld en op de goedkoopere
soorten een recht van f 15. Door
de wijze echter waarop het netto
gewicht van dergelijke waar wordt
bepaald, wordt het recht, zonals de
Kamer aantoont, feitelijk f 31.25 por
100 kilo.
Het tarief legt dus een booge
belasting op een door de midden
klasse veel gebruikt verduurzaamd
levensmiddel. Nu inoge men deze
blikjes niet onmisbaar achten, men
vergete niet, dat het gevolg van
het hooge recht gemakkelijk is af te
leiden uit de ervaring. Toen indertijd
het recht voor kleine blikken vieesch
verhoogd werd tot f 25 per 100
kilo, terwijl dat voor de grootere f 6
bleef, werd daardoor eveneens de
invoer en de eertijds groote handel,
tot zeer geringe afmetingen geredu
ceerd. Zoo deelt het Rotterdamsche
college ons mede. Die ervaring om
trent een betrekkelijk zoo onbedui
dend artikel als blikjes, toont, welk
een enorm nadeel voor den handel
te wachten is van de verzwaring
der rechten op honderden artikelen,
die geïmporteerd worden.
ik doe echter niet gaarne meo.”
„Omdat je oen lummel bont, oen
domme, groene jongen.” riep de vader
bom».
r-fTpP dit oogenblik ging de deur open
en traden Guntaaf met Edith en Ent»
binnen Kienhout fluisterde Waldemar
«nel toe: -Verraad je niet o’n impo
neer haar r* Daarna liep hij op Edith
toe, die hom met een vermoeid „Goe
den morgen, oom I” begroette.
„Gowlen morgen 1 tietje! Wel. wat
scheelt er aan Hij str<»ek haar lang*
de wangen. „Wil je dan volstrekt
geen roódo wangen hebben Je eet
te weinig mijn kind, en gaat te weinig
wandelen Waldemar is oen ideeht
cavalierhij wijst je niet wn# de be-
zienawaardighetion van de landstreek.
Ben je al bij de Louuabron geweest?”
„Neen,” antwoordde Edith op on
verschilligen toon.
„Zie je wel, Waldemar,” wendde
Kienhout zich rnct verwHtende stem
tot zijn zoon, maar Fritnjo sprak met
opgetrokken neus: „Alsof daar wat
te zien wasOnze bron geeft veel
meer water.”
Toen Kienhout de stem van zijn
jongste hoorde, wendde hij zich snel
tot hem„Hei, Frits, jij komt juist
op tijd jon heb ik iets te zeggAr.”
(Wordt vervolgd.)
licht voor hem. die zich herinnert,
hoe nauw twee jaar geleden het
zelfde kabinet, dat thamr een tarief
wet voorstelt, zoogenaamd in het
belangu der Nederlawl^che industrie,
op de Bnisselsche tentooiMelling vol
trots de resultaten eenaa. enquête
publiceerde, waaruit glashelder blijkt
boe gunstig de Nedeilaii(lwhe indus
trie in haar vemcbiHbnde vertakkin
gen er voor ttaat. Werd die enquête
aangevuld met de resultaten der
verloopen twee jaren, het beeld onzer
industrie had voorzeker nog gunsti
ger geteekend kunnen worden.
Per kwartaalf 1.25
Idem franco per post„1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad „1.50
Idem franco [>er post 1 90
Abonnementen worden dageljjks aangenomen aan ons BureauL.vnuk
Tiendeweo 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
16)
Hij trok het oor van Gustaaf naar
zich toe en fluisterde er in„Je moet
weten, ze praten over trouwen.”
„O zoo,” zei de jonkman vroolük.
„Het staat jon echter heel mooi, dat
jij zoo bezorgd bent, hen niet te
storen.” Frits lachte schelmsch.
jjAls Waldemar met Ditha trouwt,
krijg ik namelijk een ponywagen en
behoef ik niet naar het gymnasium,”
deelde hij mede.
„Voor zoo’n prijs mag men wel wat
over hebben,” antwoordde Gustaaf met
gemaakten ernst. „Zeg ereis, heeft
Waldemar Ditha zeer lief?”
„Nou, dat zou je meenen, zij bezit
immers een millioen,” zei Frits op
aartsvaderlijken toon.
„Dat is te begrypen,” gaf Gustaaf
toe. t
„En daarbij heeft Papa nog gezegd
hij moet willen”, voegde Frits er bij.
„Gelukkige Waldemar!” riep'Gus
taaf half spottend, half ter zijde.
„Waarom?” vroeg de kleine.
rWel, omdat hij zoo’n goeden Papa
heeft.”
(lOIIISCHEIOIIilM.
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0 55
Elke cegcl meer .0 10
Hij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f 0, 35 bh vooruit
betaling, elke regel meer 6 ets Reclames I 0.25 por regel
Groote letters en randen naar plaatsruimte
panic papa Kienhout.
„Hm, hm, daarom geven de meisjes
geen zier 1“ zei Waldemar op naden
kenden toon. „Zijl hebben er ook geljjk
in, het is maar bijzaakeen mooie
snor is veel meer waard, jammer dat
ik zoo’n ding niet heb.u Bij deze
woorden trok hij weemoedig aan zijn
tamelijk Ixwcheiden mannelijk sieraad;
zijn dun kneveltje deed hom voor-
loopig zijn grootst verdriet aan.
„Je bezit geen zelfvertrouwen on
dat w een gedocht gebrek,sprak
papa hem op troostende wijze toe.
„Overigen» moet ik je op een ding
opmerkzaam maken,zeidk hij fluis
terend, „Amalia hoeft besloten Ditha
door een dokter te laten behandelen
en nu heb ik Liefhart ontboden”.
Waldemar staarde zyn vader met
wijd opengesperde oogen nan. „Papa
ia u gek?” stamelde hfi buiten zich
zei ven. „Wat moet dat beteekenen?”
„Daarvoor heb ik mijn redenen,”
sprak Kienhout op beslisten toon. Hij
wendde zich van zijn zoon af, omdat
diens blik een onaangenamen indruk
op hem maakte.
„U speelt gewaagd spel,” zei do jon
ge man ernstig en schudde afkeurend
met het hoofd.
„Toch zal ik het winnen,” antwoord
de de vader beraden.
„De hemel moge het weten, papa;
,Hoor ereis,” sprak hij
slaapkamer komen,
eerst, of ik slaap en praten
elkandermenigmaal houd
ik alles Papa is altijd boos, als Mi
tante Amalia niet kan uitstaan
daarin heeft zij groot gelijk,
ook veel meer van tante Emi
Mama?’