E. Alter
racht 269*
i Af»,
'E WAAR-
en
eskleeding
>f gedeelten
50e Jaargang.
No. 11616.
Verschijnt dagelijks
Eerste lilad.
DE BALANS.
Sixxtexi laxxd..
Ds Ganzsiidokter.
risia
eevoeders.
IATORIUM
iA”
Rotterdam.
I
knevel
FELILLFIO\.
Telefoon Interc. 82. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON.
,E. ALTER
dit. 26!)‘,
AG.
Zaterdag 22 Juli 1911.
ezx _^d."v-ex±exx'txe"bla-d. voor G-oxxqLgu ezxOxxxstxeHsexx.
behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Interc. 82.
Ie stad aan huis
mensch is,
Zn., Gouda*
vndernwel
voederkosten
40 on 5 kilo
Dit Nummer bestaat uit twee
bladen.
lioenen
den en <1
te zorg op een
nu ook hier,
hetzelfde we-
nerk
VATERVRU. I
Roffrriim. jM
gebruik van
e beroemde
trmethode.
ederfaoriek
SIA
Enkhuizen.
ar bij HH.:
iVijdstraat.
1, Voorstal.
Gelijk in zaken pleegt men in
de politiek eons per jnar een balans
te maken. En gelijk men in handel
en nijverheid een boekjaar kent,
onderscheidt de politieke wereld par
lementaire jaren of zittingen.
Bij de intree van het groote
zomerreces zij .’t dus vóór de
o f f i c i e 1 e sluiting der zitting
is het oögenblik gekomen om deze
balans te ontwerpen. Men krijgt
zoodoende een overzicht van den
poliiieken stand van zaken en een
blik in de toekomst wordt verge
makkelijkt door een overzicht van
hetgeen het verleden opleverde.
Ónze totaal-indruk, dat het afge-
loopen parlementair jaar tot de
magere jaren behoort, wordt geheel
gedeeld door den grootmeester der
rechtsche coalitie, den hoofdredacteur
van „De Standaard”. Diens oordeel
luidt niet rnalsch voor het Kabinet-
Heemskerk. En dr. Kuyper, ofschoon
warm vriend van dit Kabinet, steekt
’t waarlijk niet onder stoelen en
banken, dat het ministerie in deze
niet vrij uitgaat. Zeker heeft ook de
iodo. Volko-
succes, geld
1 tegen
IK EN
ling franco
i ontvangst
75 (ook post-
90.
n de uitwer-
Indien na
niet yeheel
•en wij den
grèceZ gratia,
komen ver-
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaalf 125
Idem franco per post1.50
Met Geïllustreerd Zondagsblad1.50
Idem franco per post 1.90
Abonnementen worden dagelijks aangenomen aan ons BureauLange
Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren
verseelvoer)
13 en */2 kilo
De BURGEMEESTER van GOUDA
brengt bij deze ter kennis van de belang
hebbenden, dat door den Heer Directeur
der Directe Belastingen enz. te Utrecht op
den ipn juli 1911 executoir is verklaard:
Het Kohier No. 1 r van de belasting
op bedrijla- en andere inkonts'en, dienst
1910/11.
Dat voormeld Kohier ter invordering
aijn gesteld in handen van den Heer Ontvan
ger, dat ieder, die daarop voorkomt, ver
plicht is zijnen aanslag op den bij de Wet
bepaalden voet te voldoen en dat heden in-
gaat de termijn van zes weken binnen welke
de reclames behooren te worden ingediend.
Gouda, den ai Juli 1911.
De Burgemeester voorno-nid,
11. L. MARTENS.
kwam. Nu zou het komen do mo
len zou nu allereerst social wet
ten gaan malen en deze zouden ook
nog Christelijk zijn, van paganistische
smetten vrij. Wat kan men méér
verlangen
De balans, die ook Dr. Kuyper
zoo onomwonden opmaakte, moet
toch allereerst voor de kleine luyden
van christelijken huize en dit is
het gros van de kiezers der coalitie
een harde ontgoocheling zijn.
Zij mogen nu, na op spoed te heb
ben aangedrongen, gaan ageeren
voor Talma’s ontwerpen (waarvan
zij den hoofdschotel nog nauwelijks
geproefd hebben 1), dit heeft waarlijk,
na alles wat er gebeurd is, te veel
van een bonne mine a raauvais jeu.
Tusschen de regels door leest men
telkens teleurstelling en bange vreeze
voor mislukking.
Ziedaar dan de balans. Ontmoe-
digender kon het haast niet: geen
bijzondere omstandigheden, die een
tijdelijke malaise rechtvaardigen en
hoop geven op vooruitgang in de
toekomst. De oorzaken der misère
zijn immers chronischde patiënt,
de coalitie, op een fictief begrip
berustend, is in zijn organen aan
getast gebleken. Daar valt geen
redderen aan, er is slechts één
afloop mogelijk.
Slechts deze vraag blijft over:
zullen de belanghebbenden dit inzien
v r dien afloop en dus geneigd
worden onze politiek op meer ge
zonden grondslag te vestigen, óf
zullen zij nóg niet overtuigd zijn
en ons dwingen wederom als hoofd
punt van actie te kiezen het ten
onder brengen der coalitie? Over
wat ons te doen staat in een volgend
artikel.
;oed.
fen AIMit».
Kamer schuldhaar werkwijze is
nog altijd niet de ware, maar dit is
reeds een oude kwaal, die niet van
de laatste jaren stamt en waarmee
Vorige kabinetten evenzeer te suk
kelen hadden.
Dr. Kuyper spreekt van een slak
kengang en dit woord is waarlijk
niet te scherp. Het ministerie-
Heemskerk heeft zitting sinds Fe
bruari 1908 en is dus thans in zijn
vierde jaar. Onder buitengewoon
gunstige omstandigheden regeert dit
Kabinetin beide Kamers der Staten-
Generaal groote meerderheden en
voor de ho'ofdschot.els van het poli
tiek menu keurige voorbeelden in
het tarief-Harte en de verzekerings
wetten van Kuyper en Veegens.
Men had deze maar wat te herzien
en opnieuw in te dienen om in een
wip tijds ‘de hoofdzaken aan de
Kamer voor te leggen.
Hoe anders is het nu gegaan I
Nog niet één groot stuk is afgedaan
en hoewel het Kabinet door geluk
kige omstandigheden nog twee par
lementaire jaren voor den boeg heeft,
begint nu reeds de vrees allerwegen
zich te uiten, dat men er niet komt.
Stel eens,. dat Heemskerk na 4 jaar,
zooals normaal is, met de kiezers
moest „afrekenen”; hoe spherp zou
het vonnis luiden I En nu men haast
zes jaar heeft voor goeddeels op
gewarmde schotels, wordt nóg het
ergste gevreesd. Méér teleurstellend
kon het haast niet I
Keeren wij nog even terug tot
onzen (in deze) onverdachten be-
oordeelaar, Dr. Kuyper. Hij noemt
het resultaat van het jaar 1909—
1910 „pover” en betoogt dan, dat
de beide jaren die voorafgingen,
nóg minder opleverden. De vis-
scherij-wet, het wetje op het Mid
delbaar Onderwijs en de Schepenwet,
ziedaar alles. „Het is zegt Dr.
Kuyper of er geen opschieten
in komt. De tijd wordt verspild
aan eindelooze interpellatiön, aan
moties en kleine ontwerpen, maar
G0UD8CHE COURANT.
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer«0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen jier plaatsing van 15 regels f0 35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 els. Reclames 1 0.25 per regel,
Groote letters en randen naar plaatsruimte
22)
Alzoo: Mevrouw uw Mama heeft
een arts voor u gewenscht en mijn
heer uw Oom, die haar bepaald niets
weigeren wil en die met den gemeente
geneesheer om de eene of andere reden
overhoop ligt wat mij tot heden
onbekend was heeft mij verzocht
voor dokter te spelen. Eer ik het wei
geren kon, bevond u zich reeds hier
en zat ik in de klem.”
Met spanning had Edith naar hem
geluisterd. Haar gelaat scheen nog
smaller, haar oogen schenen nog
grooter te worden.
„Neem me niet kwalijk, maar wat
is de gemeente-geneesheer voor een
man?” vroeg zij.
„Een elegant, schoon, jong man,
de afgod aller meisjes,” berichtte hij
overeenkomstig de waarheid.
„Getrouwd?” vroeg zij bijna adem
loos verder.
„Neen, niet eens geëngageerd,” ant
woordde hij en keek haar verbaasd
aan. Daarna ging hij voort„De Adonis
is niet gemakkelijk te vangen en
mülioenen zijn in deze streek niet te
de” bovenzaal
dering van het
la” der Maat-
1 ’t Algemeen,
aie” 8*/a uur,
ran de Kon.
lud-Onderoffi-
auda.
louw- enWo-
3pieringstraat
r vergadering
m Armenzorg,
geregeld tijdig
mtvangen van
i, vennakelijk-
dan in onze
van toegezegde beloften te vragen.
De belanghebbenden, de christelijke,
arbeiders beginnen zich dan ook te
roeren, zij het niet te vroeg. Of
zij de sociale ontwerpen van Talma
nu zoo heel mooi vinden, laten wij
thans in het midden; de heeren
gaan er voor ijveren- met meetings
en geschriften. Zij hebben blijk
baar liever iets dan heelemaal niets
een verklaarbaar standpunt.
Toch is deze actie na 4 jaar
regeerens merkwaardig. Deze aan
drang behoorde immers geheel over
bodig te zijn. Als Talma wil en
daarvan zijn wij overtuigd en
men vreest dan nog telkens voor
struikelingen, dan moet de fout bij
de coalitie, bij de meerderheid schui
len. Want men kan veel bazelen
over de oppositie (die nota bene zoo
dikwijls de Regeering openlijk steunde
tegenover haar geestverwantende
oppositie kan ten slotte niets ver;
hinderen; zij is en blijft een kleine
minderheid, die tegenover een meer
derheid, die iets wenscht tot stand
te brengen, niets vermag in te
brengen. Inderdaad schuilt de oorzaak
der misère in de coalitie-zelveop
haar rekening dient het nadeelig
saldo geboekt te worden, dat de
laatste jaren op het Binnenhof op
leverden. Dit is een hoogst ernstig
verschijnseliedere meerderheid kan
over een of andere quaestie die zich
voordoet, verdeeld geraken, maar
wat ongehoord is, is dat men in de
hoofdzaken zoover uiteenloopt,
dat men die zoo (er mogelijk naar
achteren schuift en dat er gereede
vrees ontstaat, dat daarvan niets
zal terecht komen.
Wij noemden dit ongehoord en
gelooven niet dat dit een te sterke
uitdrukking is. Onverdedigbaar is
zeker de verhouding van de Regee
ring tegenover den heer Lohman
en zijn aanhang in zake sociale wet
geving. De kleine luyden hadden
mooi juichen, toen een „christelijke”
meerderheid weer aan het bewind
vinden.”
Om den mond van Edith was weer
de scherpe, bittere lijdensteek ver
schenen, die haai- steeds verouderen
deed. „Dus, alweer dat!” riep zij uit.
„Alweer die leugen, die duizend andere
leugens na zich sleept; de leugen,
waaronder ik bezwijken, die mij dooden
zal. Altijd hetzelfde leugenachtige
spelZij brak in tranen uit.
Asjeblieft niet huilen, juffrouw
smeekte hij. „Verklaar mij....”
Zij stond plotseling op. „Ja, dat wil
ik,” sprak zij vol geestkracht en wischte
haar tranen weg. „Ik wil mij niet
meer aan leugenachtigheid schuldig
makentegenover één mensch wil ik
ten minste openhartig en waarheid
lievend zijn. Luister dan Mama en ik
zijn bezitters van een uiterst bescheiden
vermogenlangen tijd geleden heeft
zich het gerucht verbreid, dat Mama
een Amerikaanschen millionair ge
huwd heeft en van deze niet bestaande
millioenen leven wij. Mijn vader was
een tooneelspeler zonder naam en
daar hij het in de wereld tot niets kon
brengen, ging hij met mijne moeder
naar Amerika, en daar strekte hem
een kunst, die hij tot dusverre uit
liefhebberij beoefend had, ten zegen.
Hij kookte namelijk zeer goed en daar
door vond hij weldra een betrekking
als kok. Het ging ons in New-York
van een oogst die geregeld elk jaar
binnen komt, is geen sprake meer”.
Iets verder schrijft de leider der
antirevolutionare partij„Noch het
Kabinet-Pierson, noch het Kabinet-
Kuyper heeft voor gewone wetsont
werpen meer tijd beschikbaar gehad,
dan het Kabinet-Heebskerk nu reeds
achter den rug heeft.
Nu maalde ook onder die beide
voorafgaande Kabinetten de parle
mentaire molen vaak treurig lang
zaam; maar toch, als men vergelijkt
wat in de vierjarige periode van
het Kkbinet-Pierson en in de vier
jarige periode van het Kabinet-Kuyper
tot stand kwam, en men vergelijkt
hiermee wat in deze vierjarige pe
riode van het Kabinet werd afge
daan, dan staat men voor zoo ver
bijsterend verschil, dat het in het
oog springt, hoe de» parlementaire
molen nog veel, veel langzamer is
gaan malen, dan voor ettelijke jaren.
En dit niettegenstaande er juist in
deze periode ekpresselijk maatregelen
getroffen zijn, om de molenwiek
minder doelloos te doen draaien.”
De Minister van Financiën, Arbeid
en Oorlog rijden elkaar in de wielen
en ware bij normale omstandigheden
de stembus reeds in Juni j.l. ge
komen, geen enkel groot wetsontwerp
zou tot stand gebracht zijn.
Ziedaar het oordeel van dr. Kuyper,
van een man dus, die verstand heeft
van Christelijke politiek en die uit
ervaring spreekt.
Misère dus over de geheele linie.
En men kan kleine verzachtende
omstandigheden pleiten zooveel men
wil, de hoofdfout is niet goed te
praten. Een ministerie, dat zijn
plicht begrijpt en tegen zijn taak is
opgewassen, vangt hoe eer hoe lie
ver met de hoofdnummers aan, laat
daarvoor desnoods kleingoed voor
later liggeneen richting komt niet
voor niets aan het bewind. De
Kiezers, die de meerderheid den weg
naar het regeerkasteel effenden,
hebben het volle recht inlossing
Kanarlcn
3, en ’/i liter
Perziö.
Een paar jaargolodon, 16 Juli 1909,
word de Siach van Perziö, Mirza Mo
hammed Ali, van de regeering ver
woordde zij met een diepen zucht van
verlichting.
„Mag ik terugkomen, om naarden
toestand van myn patiënte te komen
vernemen?” vroeg hy en stak haar
beide handen toe.
Snel en verheugd legde zij haar
handen in de zyne en antwoordde op
hartelyken toon „Zeker, en ik hoop
zeer dikwyls ik zal dan alles weer
gemakkelijker dragenmijn rol als
bedriegster en don aanblik der anderen,
wior masker ik doorschouwd heb.”
Hij hield haar handen vast en ge
durende eenigo oogenblikken koken zij
elkander in de oogenuit haai- blik
sprak innig vertrouwen uit den zijnen
warme deelneming en vreugde over
het verkregen vertrouwen. Eonskaps
speelde een goedige, spottende glim
lach om zyn mond.
„Zeg eens, juffrouw, valt u in deze
zaak niets op vroeg hij.
„Wat zou mij dan opvallen vroeg
zij verbaasd.
„Wel, ik ben in do plaats van don
gevaarlijken dokter hier en toch niet
ouder dan hij, daarenboven ben ik ook
jong gozel zog ©ons, bon ik dan in
het geheel niet gevaarlijk?”
(Wordt vervolgd
de knieën gesmeekt heb, naar onze
vreedzame woning terug te keeren
Doch hoe lief zij mij ook heeft, daar
van wil zy niets hooren Dus moet
ik voortleven als bedriegster!”
„Maar, lieve juffrouwzei hij
troostend.
„Ik houd vol, wat ik daareven ge
zegd heb I” sprak zij. „Is het iets
anders clan bedrog, als men anderen
misleidt, in hen verwachtingen opwekt,
die nooit in vervulling zullen «aan
En daarbij nog het weerzin wekkende
schouwspel, dat men degenen, die
bedrogen zullen en moeten worden,
ook als bedriegers ziet optreden. O.
hoe vreeselyk gaat het toch in de
wereld toeOveral waai1 wij kwamen,
was altijd een zoon of neef aanwezig,
die met mij of liever met myn mil-
gelukkig moest gemaakt wor-
die mij op eigen of vreemden
aandrang op leven en dood het hof
maakte alle overige heeren werden
met de meest mogelijkt
afstand gehouden. En
ook hier hetzelfde spel,
derzijdsche gedrag!”
„Bezie de aaak niet van al tezwar-
ten kant, juffrouw,” zeide hij op kal
meerenden toen, „en troost u nu met
het bewustzijn, dat er ten minste één
mensch is, die de waarheid kent.”
Dat is voor mij een weldaad,” ant-
zeergoed, en toen mijn vader overleed,
liet hij ons een kapitaaltje na, waar
van wij weliswaar op bescheiden, doch
niettemin zeer netten voet konden
leven. Wij trokken naar Duitschland
en leefden in een klein stadje heel
kalm en gerust. Doch een paar jaar
geleden kwam mama op de gedachte
van het gerucht gebruik te maken,
waarvan zij door tusschenkomst van
haar thans o verlodenvader gehoord had,
en daardoor trokken wij van de oene
plaats naar de andere om alle moge
lijke bloedverwanten te bezoeken, om
dat mama hoopte, dat ik op deze ma
nier Zij had heftig en opge
wonden gesproken, nu hield zij eens
klaps vol schrik op. „Neen, dat kan ik
niet zeggen,” fluisterde zij en wendde
zich af.
„Dan zal ik het zeggen,” ant
woordde Liefhart, die met spanning
naar haar geluisterd had. „Uw mama
hoopte, dat u op deze manier een
schitterend huwelijk zou doen. Arm
kind
Zij was bleek geworden, toen hij
dat zoo onomwonden zei. Op het bleek
volgde bloedrood.
„O, als u wist," riep zij op harts-
tochtelijken toon uit, „hoezeer mij dat
boos hoeft gemaakt op mij zelve mij
vernederd heeft in mijn eigen oog;
als u wist, hoe dikwijls ik mama op