ISEL
ITS,
a n d e 1.
De GanzencLokter.
IA U'S
I
Frisia
No. 11631.
Woensdag 9 Augustus 1911.
50e Jaargang.
Sixlte» laxxdL.
Oordeel zacht
:tte
fEHLLETO\
D-A-.
nveevoeders. I
SN VAN
v. OSTADE.
□A-
Gouda
:it in
a Heeren
gexin Mtkrtkei
CAL”
Telefoon Intero. 82.
KENNISGEVING.
Ing.
ezx voor G-o\3.cLa. eaa.
Verschijnt dagelijks behalve Zon- en Feestdagen.
Telefoon Intero. 82.Uityeveri A. BRINKMAN BN ZOON.
PRIJS DER JiDVERTENTIÈN:
f 1.25
P]
ik zal mijn oogen
y *ra«
IV.
(Wordt vervolgd.)
Zn., Gouda,
f
ir Kanarie»
13, en */i liter
ze
ze
een
Nieuwe RotterdamsChe Courant, Alg.
Handelsblad, Vaderland enArnhem-
sche Courant, al .was dit iets be
knopter.
Hoewel de inhoud van het door
den heer Potharst ingezonden stuk
ons in geenendeele bevredigt, zullen
wij er thans niet op ingaan doch
wachten tot het stenografisch verslag
ons bereikt.
Eerst dan kan deze zaak tot klaar
heid komen.
P. DE-MINK,
Telefoon 274.
a merk
ïmeen
A. P.
-TWIJN.
.TWIJN
'ODE
-DIG BU
es:
nt, Christensen
inr Matineé, 6
JONG, Coiffeur,
en 31.
Zakjes Shampeo-
gever, „met een hart” die de red
dende hand uitsteekt, en zich over
hem ontfermt, o, als de kameraden
het vernemen, dat zij met een 'die
„gezeten” heeft, moeten samenwer
ken, hoe menigmaal is het gebeurd,
dat velen dezer „eigengerechtigden”
den baas er een verwijt van durfden
maken „zoo iemand” in hun gezel
schap te brengen. Terecht zou Jezus
dezulken toeroepenWie van [I zon
der zonden is, werpe den eersten
steen.
Stel u eens in de plaats van een
ontslagen gevangene, die met de beste
bedoelingen bezield, de maatschappij
weder intreedt, maar in plaats van
tegemoetkoming, overal wantrouwige
blikken ontmoet. Is het niet voor
zoo iemand om ten langen leste ra
deloos te worden, zoodat die rade
loosheid op nieuw oorzaak wordt
van onnoemelijke ellende?
„Neen, je verblijf in de cel, dat
is je zwaarste straf niet,” zeide eens
iemand, die wie weet hoe lang vruch
teloos naar werk had uitgezien. „Die
straf begint als je weer op vrije
voeten bent”.
Het is waar, er wordt door ver
schillende genootschappen, alsmede
door particulieren veel gedaan, om
ontslagen gevangenen, die het verdie
nen, te steunen, maar tal van po
gingen stuiten af op de onverschil
ligheid, meer nog op de wreedheid
van zooveel menschen.
Mocht dit toch eens anders wor
den! Helpe en redde, wie helpen
en redden kan. Het geldt onzen
medemensch, en op de vraag: „Ben
ik mijns broeders hoeder?” luidde
het antwoord zonder eenig voorbe
houd: „Ja, niets minder dan dat!”
Bobnb. P. v. V.
foendermeel
Ier vooderkosten
lo 40 en 5 kilo
edermethode.
Voedorfabriek
MSI A
- Enkhuizen.
baar bij HH.
1, Wydstraat.
LD, Veerstal^l
O, kent gij de drijfveer van iedere daad
Zeg.weet ge de oorzaak van zonde en kwaad?
Oordeel zacht I
Weel gij, wat in’tlevon u eenmaal nog wacht?
W-et gij, hoe verlokkend de zondesomslacht?
Oordeel zacht I
Och, dat deze woorden diep gegrift
stonden in het hart van ieder mensch
hoe menig hard woord zou dan nooit
op de lippen zijn genomen. Het
schijnt echter of velen er een genot
in vinden de fouten en 'misslagen
hunner medemenschen liefst zoo breed
mogelijk uit te meten. Men behoeft
slechts de gesprekken in tal van
„kransjes” en onderonsjes” aan te
hooren, om zich van de waarheid
dezer dingen te kunnen overtuigen.
Diep bedroevend voorzeker!
En zijn zij allen .heiligen” die
niet schromen den straf te breken
over hem af haar die in een onbe
waakt oogenblik, in drift, of door
een noodlottigen samenloop van om
standigheden in moeilijkheden ge
bracht, van het rechte pad is afge
weken, en heeft vergeten zich bijtijds
de vraag te stellen, of zijn daad wel
„in den haak” was?
Wij achten ons „o, zoo braaf, o,
zoo deugdzaam”, maar hebben wij
wel eens bedacht, of onze braafheid,
onze deugd, wel ooit op een zware
proef werd gesteld?
De motie-Balfour in het Engelsche
Lagerhuis.
Gisteren is de motie ingediend door
Balfour en waarin deze zei, dat het
advies hetwelk de ministers den ko-
ning hebben gegeven en waardoor zij
van dezen de belofte hebben ontvan
gen, dat er een voldoend aantal peers
zou worden benoemd om de Veto-bill
in den vorm, waarin deze het Lager
huis heeft verlaten, aan te nemen, een
grove schending is van de grondwet
telijke vrjjheid, waardoor onder andere
slechte gevolgen het volk verhinderd
zal worden zich nogmaals over de
politiek van Home Rule nit te spreken,
behandeld en verworpen. De laatste
regel, die zich uitliet over Home Rule
was niet gelukkig gekozen. Door deze
zinswending werden alle O’Brianisten
gedwongen, hoewel niet even over
tuigde aanhangers van de regeering
in deze tegen de motie te stemmen.
Uit de rede van Balfour willen we
het een en ander meedeelen. Hoofd-
zakeljjk was het een herhaling van
wat reeds heel dikwijls door de Lords
was beweerd. Hij begon met te zeg
gen, dat een motie van afkeuring in
het Engelsohe parlementaire leven niet
dikwijls voorkomt. Zelden leek zij
hem moer noodig dan nu. Dat hij de
kwestie van Homo Rule nog eens had
genoemd, was hiervoor gedaan, om
dat bij de vorige verkiezing dit be
langrijke vraagstuk was achterbaks
gehouden. Een uitspraak van het volk
was zeer zeker noodig, daar het vroe
ger reeds tweemaal te kennen heeft
gegeven van Home Ruls niets te moe
ten hebben. Zijn ernstigste beschul
diging was dat de regeering den ho
ning in het geschil had betrokken,
enkel om de eenheid onder de regee-
nu eenmaal voor, haar vaat, en dat
zou Kienhoutje haar ook niet beletten.
Zoo snoedden ze hunne plannen,
mevrouw Amalia en mjjnheer Kien-
hout, en de een meende den ander te
slim af te zijngeen hunner ver
moedde dat er een man was, die al
hunnen plannen den bodem zou inslaan,
een man, dien ze allen kenden en aan
wien niemand dacht.
J DE COLOGNE,
am Dom zu Köln,
hoofdpijn per ‘/2 fl.
0.2,1. Zakflacons
37)
-Dan is het nog de vraag of
zich voor hem interesseert,” viel
hem in de rede. „Bedenk eens,
mpn met zoo’n paarsen neus1”
„Nu ja, ’t is waar, mooi is die neus
nietgaf hij toe. „Den inspecteur
nopdigen we dus uit, wien nog meer
Ze dacht na, den rentmeester van
Müglitz,” zei ze glimlachend, maar
haar man zette een bedenkelijk gezicht.
„Is die smeerpoes misschien ook ge
vaarlijk
Kienhout schudde langzaam het
hoofd. „Hm, zie je wel, ge weet ook
niets op hem aan te merken, dan dat
hij een smeerpoes is. Overigens is hy
een knappe, flinke man, en als hij
onder den invloed der liefde een wei
nig op zich zei ven begon te letten.
„Het zou wel heel lang duren, eer
men dat bemerkte,” zei ze glimlachend;
„als iemand zich den eersten keer
presenteert als een pas uit den grond
gegraven regenwurm,verschijnt hij den
volgenden dag nog niet als een dandy
heb je daarvoor maar geen zorg.”
Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55
Elke regel meer0.10
Bij drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen twee berekend.
Dienstaanbiedingen per plaatsing van 1—5 regels f0.35 bij vooruit
betaling, elke regel meer 6 cis. Reclames f 0.15 per regel.
Groote letters en randen naar plaatsruimte.
„Dan hebben we nog den gepen
sioneerden directeur van het gymna
sium,” zei hij peinzend.
„Die Snuift en draagt een pruik,”
antwoordde mevrouw Betti steeds
schertsend haar man was echter niet
geneigd tot gekscheren.
„Hij snfaift zeer bescheiden,” zei hij,
„en zijn haren kan toch iedereen ver
liezen als hij die dan door een pruik
vervangt, is dat evenmin een gebrek
als valsche tandenik vind het inte
gendeel een bewijs, dat men zijn me
demenschen respecteert, als men niet
als een vogelschrik rondloopt. Juist
de directeur kon gevaarlijk worden,
want hij weet Amalia’s kunst te waar-
deerenzooals bekend is, zyn al deze
heeren liefhebbers van het tooneel.”
Hij streek zich zoo wanhopig door
de haren, dat mevrouw Betti hem op
lettend aankeek.
„Ferdinand,” zei ze dreigend, ^ik
zal je eens wat zeggen gij zijt ja-
loersch Ja, ge zijt jaloersch op Ama
lia,” herhaalde zij met nadruk, toen
hij een afwerend gebaar maaktedaar
om is niemand u leelijk genoeg. Ik
ken tot mijn spijt geen aanzienlijker
heeren, anders zou ik ze ondanks u
uitnoodigen dan ten minste had deze
coquette gelegenheid, hare kunsten op
anderen dan op u te beproeven. Maar
Edith leidde nu een gemakkelijk
en rustig leventjehare moeder trachtte
nu, verzekerd als ze was, dat het
meisje met Waklemar zoo goed als
verloofd was, nog slechts naar haar
naar een
onbezorgde toekomstWaldemar was,
sedert Gnstaaf minder naar Edith
omkeek, kalm, vriendschappelijk, want
alleen do vermeende mededinging van
z^n neef had hem tot ernstiger po
gingen geprikkeld en zoo werd
Edith door geen der partijen lastig
gevallen of tot een besluit gedreven.
Toch was ze ondanks alles treurig
gestemd, ze wist niet waarom ook
ide wandeling naar de bron bracht
Ihaar geen troost.
Het is zoo gemakkelijk te zeggn
„ik heb mij nooit aan dit of dat
schuldig gemaakt”,- als men nooit
daartoe? in de verleiding werd ge
bracht;^ Oordeel niemand, vóór gij
op zijn plaats hebt gezeten.
Zijt gij weleens langs een gevan
genis gekomen, waarde lezer? Wat
ging er wel bij U om, wanneer gij
daar die rijen van getraliede vensters
der cellen in grooten getale boven
en naast elkander ontwaardet, en
daar bij bedacht, hoe in elk dier
kleine ruimten een medemensch een
zaam wie weet voor hoe’n langen
tijd, zit opgesloten, verbannen uit
de menschelijke samenleving, over
gelaten aan zijn eigen gedachten.
Dat somber gebouw staat daar als
een zwijgende, maar toch verstaan
bare getuige, die van allerlei vormen
van ongerechtigheid weet te ver
halen; en ook, dat er helaas men
schen zijn, die evenals wilde dieren,
door tralie en grendel moeten worden
bedwongen, zullen ze het goed en
leven van anderen niet in gevaar
brengen.
Maar het getal der laatsten is
betrekkelijk klein in verhouding van
hen, die tengevolge van zedelijke
zwakheid, door het toegeven aan
verkeerde neigingen, als daar zijn
drankmisbruik, speelzucht, hoogmoed,
alsmede droevige omstandigheden,
werkeloosheid, armoede, ongelukkige
huwelijken, verwaarloozing, onbe
kwaamheid tot eenig handwerk als
anderszins, op den dwaalweg zijn
geraakt en thans moeten boeten voor
hun verkeerde daden.
Het kwadd moet worden gestraft.
Zeer zeker, maar die straf zij nim
mer een wraakneming, maar een
middel tot opheffing van den onge
lukkige.
Wees er van verzekerd, dat daar
in die •sombre cellen heel wat tranen
van, oprecht berouw worden geschreid:
geloof maar vrij dat daar menige
bede öm vergiffenis wordt opgezonden,
en de heiligste voornemens worden
gekoesterd, om na langer of korter
wees zonder zorg,
den1 kost geven.”
„Doe dat, me lieve Betti, en zet
voor myn part een viordubbelen bril
op maar denk in allen gevalle aan
onzen Waldemar,” antwoordde hij
waarschuwend. Ze haalde verachtelijk
de schouders op. Deze minachting
belette hem geenszins, haar de vol
gende dagen elk oogenblik een nieu
wen heer voor te stellen, dien hij in o
een verborgen vakje van zijn genen- tijtje wil hij me dus vergallen Wacht
gen had ontdekt.
„Die is niet leelijk genoeg,” kreeg
hij dan gewoonlijk ten antwoord hij
nam dit antwoord steeds ernstig op
en vermoedde niet, dat het ook nog
ernstig werd opgenomen door iemand,
tot wien het in geheel niet gericht
was.
„Zeg eens, tante,” zei op zekeren
dag Frits tot mevrouw Amalia„heb
je dan wezenlijk zoo gaarne leelijke
menschen, om mee kaart te spelen
„Waarom?” vroeg ze verbaasd.
„Nu, omdat papa, als hij van een
heer spreekt, die leelijk is, altijd zegt.,
dat die goed zal zijn voor uw kaart-
clubje.”
Mevrouw Amalia had met alle aan
dacht geluisterd, meteen de wenk
brauwen hoog opgetrokken en zei nu
met een duwen glimlach„Ja zeker,
Bouw- enWg-
Spieringstraat
ir vergadering
an Armenzorg,
i Boelekade,
voor Algei
de 8. D.
geregeld tijdig
ontvangen van
n, vermakelijk-
dan in onze
De Nederlandsche Midden
standsbond en de
Tariefwet.
Naar aanleiding van het in de
Telegraaf verschenen verslag van
En is er al hier of daar een werk- het Middemjtandscongres te Roer
mond, speciaal van het door den
heer Potharst, afgevaardigde der
Goudsche Winkeliersvereeniging in
de middagzitting van 26 Juli ge
sprokene betreffende het voorstel-
Arnhem tot behandeling van het
ontwerp-tariefwet in een buitenge
wone algemeene vergadering, komt
genoemde afgevaardigde in dat blad
in een ingezonden stuk verklaren
dat genoemd verslag onjuist is.
Die mogelijkheid is niet uitgesloten.
Maar toch zijn wij ’t met den Telegr.-
verslaggever volkomen eens dat het
wel merkwaardig is dat dan alle
verslaggevers onjuist hebben weer
gegeven wat door den heer Potharst
is gesproken. Immers het door ons
in een artikel in ons blad van 28
Juli gewraakte was ontleend aan het
dagblad de Nieuwe Courant, en was
vrijwel gelijkluidend aan het Tele-
graaf-verslag. En in dien zelfden
geest was ook het verslag in de
De BURGEMEESTER van GOUDA
brengt bij deze ter kennis van de belang
hebbenden, dat door den Heer Directeur
der Directe Belastingen enz. te Utrecht op
den 5n Augustus 1911 executoir is verklaard:
Het Kohier No. 2 der Belasting op
Bedrijfs- en andere inkomsten, dienst
1910/ir.
Dat voormeld Kohier ter invordering
is gesteld in handen van den Heer Ontvan
ger, dat ieder, die daarop voorkomt, ver
plicht is zynen aanslag op den bij de Wet
bepaalden voet te voldoen en dat heden m
gaat de termijn van zes weken binnen welke
de reclames behooren te worden ingediend.
Gouda, den 90 Augustus 1911.,
De Burgemeester voornoomd,
R L. MARTENS.
n
2-
gesorteerd)
Jni vers oei voer)
a 13 en ’/2 kilo
Fritajo, juist die heb ik gaarne heeren,
die niet veel in den spiegel kijken,
zijn gewoonlijk goede kaartspelers.”
„Ja, ja,” knikte Frits, tante be
grijpend, „dan heb je gelijk.”
Toen Frits de kamer verlaten had,
ging ze voor den spiegel staan en
knikte zich zelve zeer tevreden toe.
„Nu, Amaaltje, ge zijt je goeden neef
Ferdinand toch te slim af, al is hij
nu juist geen botterik I Dat kaartpar-
a «r
maar, vriendjeBloed zweeten zal je
bij de eerste partijVriendelijk toe
lonken wil ik de heeren, al hadden
ze beenen zoo krom als wielbanden,
neuzen, zoo rood als bieten, en hoof
den zoo kaal als biljartballen,” Ze
wreef zich in de handen van pret, eigen genoegen of liever
„Het leven is toch schoon,” citeerde
ze spottend, „als men een mensch kan
ergeren, die ons benadeelen wil.”
Ze lokte nu Fritaje tot zich en wist
door sluwe vragen uit zijn kindermond
bijna alles te halen, wat zij van de
eigenschappen ön den flnancieelen
toestand der te verwachten kaartheeron
wilde weten. Zeer verlokkend was dat
alles nu juist niet, maar het loonde
toch steeds de moeite, de heeren te
winnen, wijl men door hen weer
andere kennissen kon krijgen. Ze moest
hier haar anker uitwerpen, dat stond
f 0.65
0-85
1.20
1.20
1.60
GOUDSCHE COURANT.
PRIJS VAN HET ABONNEMENT:
Per kwartaal
Idem franco per post1 50 I
Met Geïllustreerd Zondagsbladt 50 V jKvB
Idem franco per post,1.90 I
Abonnementen worden dageljjks aangenomen aan ons BureauLange
Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren ^Ml^£A?rEaA.
-J"iWpn
tijd in de maatschappij teruggekeerd,
als een beter mensch en nuttig lid
der samenleving werkzaam te zijn,
trachtende, voor zoover het mogelijk
is, nog te herstellen en goed te
maken, wat eenmaal werd bedorven.
En hoe komt het nu, dat zoovele
dezer voornemens niet ten uitvoer
worden gebracht, dat zoo vele goede
plannen dezer ongehkkigen schip
breuk lijden
Dat is zeer dikwyls onze schuld.
Wat doen wij, om den gevangene,
die meestal zonder werk of uitzicht
daarop, weer vrij komt, den terug
keer in de samenleving gemakkelijk
te maken?
Hoe wordt hij ontvangen Wie
is het, die hem tegemoet treedt en
hem de broederhaat! toereikt, om
hem nu ook weer aan den gang te
helpen
Hij heeft „gezeten” zoo luidt het,
en dat ééne woord is helaas vol
doende voor de meeste menschen om
den ongelukkige aan zijn lot over
te laten.
Waar vindt hij hulp Waar werk?