:ts, and el. SEL E. Alter racht 269* AG, E WAAR- ?n eskleeding. <f gedeelten irmeör! rag! 4 No. 11658. Zaterdag 0 September 1911. 50e Jaargang Eerste Blad. D-A-. FEUILLETON De Ganzendokter. E. ALTER ;ht 26!)*, AG. A U’S l 3TE. INHEM. Gouda i Heem Beperking en Matigheid, Verschynt dagelijks Telefoon Interc. 82. XTïe-UL-ws- en ^.d.-v"®rtezxtïe‘blsu<5- voor Q-o-uLd.su ezx Ozxxstr eleozx. behalve Zon- en Feestdagen. Uitgevers A. BRINKMAN EN ZOON. Telefoon Interc. 82. e stad aan huis NO, Coiffeur. dan i daaraan (Wordt vervolgd k &Hn., Gouda. st f 1.&0 per j verkrijgbaar Plas 10 uur oei- en Zeilver- lonie”, Markt, itrijd van den Dit Nummer bestaat uit twee bladen. NON FELTON, ft het haar zijn jeen haarverf, aakt het haar ;oed. ren ADREfr DE MINK, Telefoon 274. s: T IN „Het Schaak te Algemeen© van de Ver- ijding der Tu le „Ambachts- 3n Omstreken”, lering in de 3l/i uur. is Genoegen”, lententoonstel- KINAimUP- Idig wordt na tten van andere i te brengen, roode dooien, Vanning, doch woord >Kina- ze fabriek af- teeds -W tdruppels a f 0,76. 3ouw- en Wo- Spieringstraat ir vergadering an Armenzorg. geregeld tijdig ontvangen v»« n, vermakelijk- dna in on re ment van Orde én* dit waakt ook évenzoo voor de replieken Laat eenigszins tegen al te groote uitzetting van een debat. Het Reglement is echter vrij slap in zijn bepalingen en wordt nog slapper toegepast. Zoo staat bepaald, dat een lid, dat over één zaak ten derde male het woord wenscht te voeren, daartoe verlof van de Kamer noodig heeft. Bedoeld is, zulks als uitzondering toe te staan. Nu is echter gewoonte geworden, dat de Voorzitter zoo’n voorstel van een Kamerlid onmid dellijk overneemtniemand maakt dan bezwaar en met een hamerslag krijgt men voor den derden keer het woord. Natuurlijk kan een Pre sident geen onderscheid maken hij moet 't allen toestaan of n i e- m a n d. Welnu, wat belet hem, om bij het weder bijeenkomen der Ka mer eens en voorgoed mee te deelen, dat hij voortaan over iedere aanvra ge van dien aard de Kamer zal laten de zaak op den ouden voet wordt voortgezet, komt er van al het be loofde schoons weinig of niets te recht en staat weer allerlei ontstich- telijke herrie te vreezen. Beperking dus van de debatten. Uitstekend. Maar onze Kamerleden zijn ook Hollanders; zijn dus lang van stofmaken een heele rede van iets, dat in een paar zinnen evengoed, wellicht beter is te zeggenhooren zichzelf gaarneherhalen dikwijls wat reeds door anderen precies zoo gezegd is en bovenal is men, zooals T een goed Hollander betaamt, prat op het vrije woord, dat nooit aan banden mag gelegd. Ook wij zijn natuurlijk groote voorstanders van dit laatste en een smoring van,Jiet debat om een Minister aangenaam te zijn (zooals bij het bekende ver- zekeringsdebat geschiedde) zal nim mer bij ons goedkeuring vinden. Wij wenschen geen van beide uiter sten nöch een onverwacht afbreken, nöch een in ’t oneindige maar door praten. Wél een beperking naar vaste regelen. Daarvoor dient het Regle- Societeit „Ons t Stedelijk Mu- men dan een kleine speling houden, zoodat de redenaar, wiens tijd om is, nog een 5-tal minuten bijvoor beeld heeft om een staart aan zijn speech te fabriceeren. En vooral, laat men de replieken, waarvoor toch reeds zoo weinig belangstelling is, inkorten. Willen enkelen niet mee doen aan zulk een regeling, zij heb ben zich bij de meerderheid neer te leggen en deze zou desnoods de onwilligen hun vrijheid kunnen laten en eerst eens afzien wat eigen voor beeld uitwerkt. Nog zouden wij willen vragen, waartoe het dient, dat de Kamer in den rc|gel reeds om 4 h 4'/, uur in den namiddag uiteengaat. Het moge aangenaam zijn voor sommige buiten den Haag wonende leden, om bij vrouw en kinderen te kunnen mid dagmalen en de Kamer mag dan tegen 4 uur vermoeid zijn van het stemmen Men zal er dan weldra genoeg van krijgen, i Volmondig stemmen wij intusschen toe, dat men daarmee nog niet ge reed is. Men zal er toe moeten komen, om redevoeringen van uren en uren, die geen enkel practise!) resultaat kunnen opleveren, in te krimpen. Maar de vrijheid van het woord dan Zeker, die moet er blij ven, maar ook nu reeds worden ondershands regelingen gemaakt, bijv, bij de behandeling der begrootings- hoofdstukken om die, zoo eenigszins mogelijk, in een bepaald aantal uren af te doen. Dan kan men zich wel haasten, replieken achterwege laten enz., omdat men met Kerstmis naar huis wil. Heeft men echter voor zich den tijd of er ander werk blijft liggen, doet blijkbaar minder ter zake dan komt de echt-Hol- landsche breedsprakigheid in vollen omvang naar voren. Zou het nu zoo onmogelijk zijn in onderling over leg de lengte der debatten te rege len, door vaststelling van een maxi- mum-duur eener redevoering en maakt vroeg hij. „Mooi heb je het gedaan," beaamde Kienhout en streelde bij deze woorden de wangen van zijn dochter. „Maar biecht eens eerlijk op, jongen, wat voer je nu toch eigenlijk uit? Ben je stoffeerder, tuinman, uitstal lor, kell- ner, friseur of iets anders „Van alles een beetje, oom,” ant woordde Gustaaf vrooiyk, „maar van beroep ben ik op dit oogenblik juri disch student in het laatste studiejaar. Eigenlijk heb ik kunstenaar willen worden,” ging hij op ernstigen toon voort en een schaduw vloog over zijn anders zoo vroolijk gezicht, „maar in een zwaar en smartelijk uur heb ik ingezien, dat ik altijd slechts een passief kunstenaar zou kunnen zijn; dat mij wel de geestdrift maar niet de kracht voor de kunst gegeven was. Toen heb ik een vast besluit gemaakt en de kunstenaarsdromen voor goed laten varen.” Er lag iets in het optreden van den jonkman, dat ook zelfs den practi- schen Kienhout trof. Was het de on- vervalschte, diepe ernst; was het de eenvoud, waarmede hij over de zaak sprak, die volstrekt niet zoo eenvoudig was, kortom, met plotseling ontwaakte belangstelling keek Kienhout zijn neef in het gezicht. luisteren als er zooveel werk ligt te wachten, dunken ons dit geen argumenten die den doorslag moeten geven. Wat langer door vergaderen, met Hinke lange avond- en desnoods nachtzittingen (zooals in het buiten land) zou de heeren wel. wat korter van stof maken. Aux grands maux de grands re- médes Nu de quaestie van de orde en het gezag in onze Kamer. Een der Kamerleden, de generaal van Vlijmen, vindt den toestand zoo, dat hij in zijn lijfblad „De Tijd”, om verscherping van het Reglement van Orde roept. Geschiedt dit niet spoedig, dan zullen z. i. zeker de ergerlijke tooneelen menigvuldiger worden en gewelddadigheden niet uitblijven. Wij, die trouw de vergaderingen der Kamer bijwonen en dus ook ge tuige zijn geweest van de „erger lijke tooneelen” (op 30 Juni jl. bjj deregeling der werkzaamheden) wagen ’t, tegenover «Je meening van den in tucht getrainden generaal als onze meening te uiten, dat verscher ping van het Reglement van Orde niet noodig is en zelfs niet wen- schelijk. De Kamerpresident heeft de mid delen, om leden die ’t al te bont maken, tot de orde te roepen. Nog nimmer heeft zich een lid hiertegen verzet. Integendeel, er is een alge meen streven om ’t den Voorzitter niet moeilqk te maken. Maar wat de Kamer noodig heeft, is een Pre sident, die de Kamer en haar leden individueel aandurft, een Gleich- man, een ROell. En hier nu wringt de schoen. De tegenwoordige Presi dent is een algemeen geliefd man, onpartijdig, vriendelijk en altijd wel willend, maar niet doortastend en dikwijls op het verkeerde oogenblik ingrijpend. Dit maakt de Kamer woeligeen ieder krijgt dan de neiging om 'mee te presidoeren, men 63) „Ach, jij hebt je zoo mooi aange kleed en ik heb den ouden lap aan,” zeide zij treurig. Je bent er zoo lief mede, dat men je zou opeten, Mimitje, wees toch kalm,” zeide hij en keek haar teeder aan, „maar ik zie de roos niet in je haar.” „Steek jij er asjeblieft de bloem in,” sprak zij, „ik weet niet precies, waar zij gestoken moet worden.” „Kom hier, dat zullen we maar dadelijk in orde brengen.” Hij liet haar gaan zitten, maakte de haarstren- gels los, die zij een weinig te vast om het hoofd had gelegd, maakte ze een beetje op en bracht de bloem op haar plaats. Bij deze bewerking ver raste papa Kienhout hem, die even eens met zijn toilet gereedgekomen was en zich hierheen begeven had. „Dat zijn dan toch wel twaalfam bachten," riep hij vol verbazing, „fri seer je ook Gustaaf lachte en leide Mimi naar haar vader. „Heb ik het mooi of niet mooi ge- vapdaag gewichtiger dingen te doen dan Idaaraan te denken, zou je mij niet een beetje kunnen helpen? Niet nep redevoering opstellen, dé Hemel beware mij I Van een eenvoudig land- eigodaar verwacht men geen gezwollen humbug, maar timmer de eerste sport aan ide ladder, ik klim dan zelf wel omhoog.” „Wel, dat is toch zoo moeieliik niet, oomj” antwoordde Gustaaf. „liet ver heugt u, dat Edith, die hierheen ge komen is, om herstel te zoeken, nu nog bovendien haar levensgeluk ge vonden heeft. Misschien kan u er nog eehige herinneringen uit uwe jeugd turfien vlechtenu heeft immers, volgpns uwe eigen verklaring, in het ouderlijk huis van tante Amalia! ver keerd.’ Kienhout schudde heftig het hoofd. „Daarvan iets invlechten ie mij ón mogelijk,” verklaarde hij afwerend. „Welnu, dan niet,” ging Gustaaf voort. „In do kamer, waarin het ver lovingsfeest gevierd wordt, hangt echter het portret van Ediths groot moeder aan den wandwe hebben er zelfs een krans omheen geslingerd en Uil zal het bepaald indrukwekkend De Tweede Kamer komt weldra weer bijeen en zal na een korter of langer reces haar zware agenda aanvattenIndische begroeting, de hoofdstukken der Staatsbegrooting, de nieuwe Militiewet, de Staatsbe grooting, de Bakhanwet, tal van kleinere ontwerpen, vervolgens de sociale verzekeringswetten en de Tariefwet en nog zoo veel meer Ieder, die geen Kamerlid is, mag zich thans in de handen wrijven het jaar, dat de Kamer voor de boeg heeft, is waarlijk niet malsch. Het aantal vergaderingen zal waar lijk ministeriele tuimelingen bui tengesloten een record-getal wor den evenals het aantal pagina’s der Handelingen, waarin ieder woord, door de volksvertegenwoordigers ten beste gegeven, trouw wordt opge- teekend. Din1913 is op komst! Vele Kamerleden zullen dus nog eens extra hun best doen om zich in hun district een wit voetje te maken. En aangezien de groote verkiezingen hun schaduw reeds lang vooruit werpen, kan men zeker zijn van. menig politiek gevecht, waaruit beide helften der Kamer een politiek slaatje zulle* trachten te slaan. Hoe den te vreezen woorden stroom ten minste een weinig te beperken En hoe de orde, de waar digheid van het Parlement te be waren, die tegenwoordig al meer en meer in’t gedrang komt Ziehier vragen, waarmee tegenwoordig velen zich bezighouden, die ’t goed mee nen met ons Parlement en die nog iets gevoelen voor een geregelde gang van zaken. Want één ding staat vast: als PRIJS VAN HET ABONNEMENT? Per kwartaal f 1 25 Idem franco per post 1 50 Met Geïllustreerd Zondagsblad 1.50 Idem franco per postM 1.90 Abonnementen worden dagelyks aangenomen aan ons BureauLange Tiendeweg 64, bij onze Agenten, den Boekhandel en de Postkantoren (ilHIMIIE (01 III VI pRU8 DER DVE R TENTI ÊN Van 1—5 gewone regels met bewijsnummer f 0.55 Elke regel meer„0.10 By drie achtereenvolgende plaatsingen worden deze tegen t wei' berekend. Dienstaanbiedingen per plaatsing van t—5 regels f0 35 bij vooruit* betaling, elke regel meer 6 ets Reclames f 0 25 per regel Groote letters en randen naar plaatsruimte zij stelt zich zelve nooit op den vóór grond en mij hoeft het aan doorzicht ontbroken, om haar waarde ten volle te erkennen ik ben ie dankbaar voor je woorden, Gustaaf/’ Gustaaf scheen nu eerst degenen te zien, tot wie hij gesproken had hij bemerkte Mimi’s tranen en Kienhouts bewogen gelaat en schudde snel zyn eigen ontroering af. „Om weer op het vroegere terug te komen,” zei hij glimlachend, „uit dien kunstenaarstijd is mij bijgeblevon een zekere vaardigheid in menigerlei handgrepen en een geoefend oog voor vormen- on kleuren werking. Uit den schilder en beeldhouwer ik heb namelijk beide vakken van kunst be oefend is een stoffeerder en dilettant decorateur gegroeid. Deze onbetec- kenende talm .ten hebben mij overigens meer dankbaarheid gebracht en ando ren meer vreugde veroorzaakt, dan ooit mijn kunstenaarswillen.” Terwijl Mimi’s tranen nog niet ge heel en al hadden opgehouden te stroomen, was Kienhout zijn ontroering volkomen meester geworden. „Zeg ereis Gustaaf,” zeide hij, „daar je zoowat van alle markten thuis bent, zou je mij een plezier kunnen ji up guruurutfu iwn„ja doen. Ik zal nu wel een soort van brave vrouw, je moederI redevoering moeten houden en ik had „Dat was een mannelijk besluit,” sprak hy op erkentelijken toon, „je bent een wakkere jongen. Zoo iets moet niet gemakkelijk vallen ik ben van zulke dingen wel altijd verre ver wijderd geweest, doch ik kan het mij best voorstellen, dat een kunstenaars leven veel aanlokkelijks heeft en dat men de gedachte er aan niet zonder ernstigen strijd laat varen.” Gustaaf knikte bevestigend. „Dat ik in dezen strijd niet het onderspit gedolven heb, heb ik aan mijn moeder te danken,” zeide hij op bewogen toon. „Haar fijn begrip voor de kunst en haar liefdevol toegeven aan alle uitin gen mijner ziel hebben het mij moge lijk gemaakt, dat ik van het bereiken Van het onbereikbare heb afgezien en er geen bitterheid in mijn ziel achter gebleven is. In die dagen heb ik de waarde leeren kennen van een fijn besnaarde vrouwenzieleene vrouw, die voor haar zoon datgene zijn kan, wat mijn moeder in de ernstigste ure mijns levens voor mij geweest is, ver- verdient nu de kroon der schepping te heeten.” De oogen van Gustaaf schitterden, toen hij deze woorden sprak, over Mimi’s wanden biggelden tranen en Kieflhout zei op geroerden toon: „Ja zij is een 1 gaat achter den Voorzitter staan, houdt onder-onsjes met hem, inter rumpeert links en rechts, praat en schreeuwt door elkaar, omdat de Voorzitter de leidsels heeft losge laten. Hierin moet nu verandering komen. De heer van By landt is een ook ons zeer sympathieke figuur, maar de Kamer heeft een ander, pootiger leider noodig: iemand, die werkelijk de debatten leidt, scherp luistert, precies weet wMr een rede naar over het geoorloofde heengaat om hem dan onmiddellijk tot de orde te roepen, nooit tweifelachtig is indien hij eenmaal zijn meening gevestigd heeft en dpor zijn krachtig en toch onpartijdig optreden ontzag inboezemt. Eén ding vergete men echter niet woelige tooneeltjes zijn niet altijd te vermijden, ook niet met het scherpste reglement van orde. Er zijn in ieder Parlement oogenblikken, zoo bij de regeling van werkzaamheden en bij beslissingen over gewichtige politieke zaken, dat de partijen fel tegenover elkaar staan. Dan blijft niet ieder rustig in zijn bankje zitten, maar dan hopt men te hoop, bij ons orn

Kranten Streekarchief Midden-Holland

Goudsche Courant | 1911 | | pagina 1